N°. 16.
132e Jaargang.
1889.
Zaterdag
19 Januari.
Lijsten van Kiezers
Deze courant verschijnt d a g e 1 ij k s
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco f 2.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 cent.
Advertentiën20 cent per regel. Bij abonnement lager.
Geboorte-, Trouw-, Dood-, en andere familieberichten met de daarop
betrekking hebbende dankbetuigingenvan 17 regels 1.50
iedere regel meer ƒ0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
BEKENDMAKINGEN.
Middelburg .18 Januari.
MIDDEIBURME COURANT.
y
Thermometer. Agenten te YlissingenP. G. de Yey Mestdagh Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: F. v. d. Peul, te Zierikzee: A. C. de Mooij en te TkolenW. A. van Advertentiën
Middelburg 18 Jan. vm. 8 u. 34 gr. Nieuwenhuijzen.Verder worden door alle postkantoren en boekbandelaren abonnementen en advertentiën aangenomen, en nemen ook het algemeen advertentie- I moeten des namiddags te een uur
m. 12 u. 38 gr. av. 4 u. 40 gr. F. i bureau van Nijgh Van Ditmar te Rotterdam, en de firma B. van der Kamp te Groningen, voor de Noordelijke provinciën, annonces aan.Hoofdagenten voor het I aan het bureau bezorgd zijn, willen
Verwacht: Z. W. wind. j Buitenland: te Parjjs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube Cie., John F. Jones, opvolger, voor België A. Grosjean Co. te Brussel. zij des avonds nog worden opgenomen.
voor de
Tweeile hamer der Stateii-Aeiieraal,
de P.uviuciale Staten en den
(gemeenteraad.
De voorzitter van den gemeenteraad te Mid
delburg noodigt, met het oog op de opmaking
van bovenstaande kiezerslijsten, de mannelijke
inwoners van deze gemeente uit om, zoo zij in
eene andere gemeente over het dienstjaar
1887/88 in de personeele belasting- zijn
aangeslagen naar een hoogere huurwaarde dan
die, welke volgens art. 1 litt. a. en b. van de
wet van 24 April 1843 (Staatsblad no. 15) aan
spraak heeft op vermindering tot 1/3 of 2/3
der belasting naar de drie eerste grondslagen,
of zoo zij in de grondbelasting in eene
andere gemeente (of in meer gemeenten te
zamen) tot een bedrag van ten minste tien
gulden zijn aangeslagen, daarvan door over
legging der voor voldaan geteekende aanslag
biljetten vóór den 15 Februari a. s. te doen
blijken.
De man wordt hierbij in de grondbelasting
geacht te betalen den aanslag zjjner vrouw,
de vader dien zjjner minderjarige kinderen
wegens de goederen waarvan hjj het vrucht
genot heeft.
Tevens worden de manneljjke inwoners der
gemeente, die, hetzjj noofden van gezinnen of
alleen wonende personen zijnde, van den in-
wonenden eigenaar of eersten huurder van
een woonhuis of afgezonderd ge
deelte van een woonhuis, waarvan de
huurwaarde voor de personeele belasting ten
minste op het dubbel gesteld is van het laagste
in de gemeente voor den vollen aanslag ver-
eischte bedrag, gedurende negen maanden,
voorafgaande aan den JL£» Februari
a. een gedeelte in huur zullen heb
ben gehad en bewoond, waarvoor geen
afzonderljjke aanslag in de personeele belasting
geschiedt, maar waarvan de jaarljjksche huur
waarde, ongestotfeerd, in verhouding tot de
belastbare huurwaarde van het woonhuis of
afgezonderd gedeelte van het woonhuis geschat,
een bedrag bereikt dat geen aanspraak geelt op
vermindering tot 1/3 of 2/3 van de belasting
naar de drie eerste grondslagen, en op dien grond
meenen aanspraak te kunnen maken om op de
kiezersljjsten geplaatst te worden, uitgenoodigd
om daarvan vóór den 15 Februari a., onder
overlegging van de noodige bewjjsstukken aan
gifte te doen.
Ook worden de manneljjke inwoners, wier
namen niet bjj den aanslag in het kohier van
de grondbelasting- zjjn vermeld doch die
als mede-eigenaren van onverdeelde
goederen voor hun aandeel ten minste tien
gulden in de belasting bijdragen, uitgenoodigd
om, onder overlegging van de noodige bewjjs
stukken (waartoe het aanslagbiljet of authen
tiek afschrift daarvan, eene opgaaf van het
bedrag van het aandeel in dezen aanslag en de
bescheiden hetrekkeljjk het gemeenschappeljjk
bezit behooren) vóór 15 Februari a. s. aan
gifte te doen.
De modellen voor de aangifte, in de beide
vorige zinsneden bedoeld, zjjn bjj Kon. besluit
van den 28 November 1887 no. 14 Staatsblad
no. 211) vastgesteld en kosteloos ter gemeente
secretarie en bjj de stadsdrukkers J. C. W.
Altorfler verkrjjgbaar.
Middelburg, den 18 Januari 1889.
De voorzitter voornoemd,
SCHORER.
Kostelooze voeding.
Zooals Onze lezers -weten is er sedert eenige
weken te Amsterdam gelegenheid gegeven aan
ieder, die daarvan gebruik wil maken, om
kosteloos brood en koffie te verkrijgen, die
echter in een bepaald lokaal moeten genuttigd
worden.
Tot nu toe werd van verschillende zjjden
met waardeering van die poging geschreven.
In anderen geest laat zich echter daarover uit
de Vereeniging tot verbetering van Armenzorg te
Rotterdam, die in het blaadje, dat door haar
wordt uitgegeven, aldus dien maatregel bespreekt.
Zonder eenigen twjjfel is de bedoeling van
hen, die de zaak op touw hebben gezet, boven
critiek verhevende zaak zelve echter mag
beoordeeld worden. Niet in het belang van
de gevers, maar in het belang van de armen
wordt bedeeld; dit laatste belang mag dan
ook alleen mede tellen, waar het nut van de
voeding wordt besproken.
Wij voor ons willen reeds dadeljjk zeggen,
dat] ons oordeel hieromtrent niet gunstig luidt.
Te Amsterdam heeft men in den laatsten
"tijd bjjna iederen winter, telkens in anderen
vorm, maatregelen genomen, om in de buiten-
gewon# behoeften te voorzien. Zeer gelukkig
is men daarin niet geweest. Het telkens wij
zigen van vorige maatregelen althans leidt tot
de gevolgtrekking, dat deze niet hebben be
vredigd. Enkele malen werd de teleurstelling
in de uitgebrachte verslagen ook uitgesproken.
Uit de vele proeven bljjkt, dat men te Am
sterdam niet voldoende op de hoogte is van
den aard en van den omvang der armoede en
van de oorzaken, die ze teweeg hebben gebracht.
Enkele malen waren optochten van werkloozen
en uitdeelingen van socialistische zijde de
zwakke beweegredenen, om tot een of ander
middel van werkverschaffing of bedeeling de
toevlucht te nemen.
Men had mogen verwachten, dat, nu jaren
lang die onbevredigende toestand heeft aange
houden, een degeljjk onderzoek zou zjjn inge
steld, een onderzoek, dat zeer zeker tjjd en
moeite zou gekost hebben, maar dat dan ook
als grondslag had kunnen dienen voor maat
regelen van meer blijvenden aard. Nu tast
men in het onzekere rond. Sommigen beweren,
dat de nood hoog gestegen is, anderen zeggen,
dat de nood niet van buitengewonen aard is
sommigen beroepen zich op gebrek aan werk,
anderen vinden een aequivalent in de goedkoope
levensmiddelen.
Laat in den herfst of in den winter, wanneer,
zooals men beweert, de nood aan den man is,
gaat er een kreet op om hulp en dan wordt het
een of ander gedaan. Den zomer liet men
ongebruikt voorbijgaan, en juist in den zomer
of kort daarna moest men zich den tjjd ten
nutte maken, om den vermoedeljjken stand van
zaken in den winter te beheerschen. Eerst dan
zou men kans hebben met vrucht werkzaam
te zjjn.
De armenzorg, thans bjj wjjze van kostelooze
voeding uitgeoefend, is gemakkeljjk en aantrek
kelijk. Gemakkelijk, omdat de groote moeilijk
heden, die zich bij onderzoek en bjj beoordeeling
van een bepaald geval voordoen, vermeden
wordenaantrekkelijk, omdat men de armen
ziet eten en drinken, en dat wel in een zindeljjk
en frisch lokaal.
Maar hiermede is veel, bjjna alles gezegd.
Tot welke categorieën behooren de armen, die
daar komen Niemand zegt het ons. Is het
de bedelaar, die elders zijne centen ophaalt, en
ook hier het aangeboden maal niet versmaadt
Is het de moeder met hare kinderen, die door
een luien echtgenoot gaarne naar het lokaal
wordt verwezen, omdat hjj dan nog meer van
zjjn werkloon aan zjjn gezin kan onthouden
Zjjn het menschen van buiten af, die hunne
woonplaats vaarwel hebben gezegd, die op goed
geluk in de hoofdstad werk zoeken, en nu van
de welwillendheid van Amsterdam', ingezetenen
gebruik maken Zjjn er de armen onder, die
overal te vinden zijn, waar iets te halen is
Wjj vermoeden, dat men er hoofdzakeljjk die
categorieën vertegenwoordigd ziet, al staan daar
naast ook enkelen, wien men het brood en de
koffie van harte zou gunnen.
Vriendeljjk en dankbaar zullen ze allen wel
wezen. Ook de Italiaansche bedelaar overlaadt
u met heilwenschen voor de povere centesimi,
die ge hem toewerpt, al is liegen en bedriegen
zjjn lust en zjjn leven. De Russische zwerveling
in zijn schapenvacht zegent u voor de weinige
kopeken, ook al leeft hjj heel het jaar door
van zjjn luiheid en smerigheid. Een Holland-
sche orgeldraaier, die soms guldens in de kroeg
verteert, neemt zjjn pet af voor uw geldeljjken
steun, aan zjjn muzikale talenten geschonken.
Maar doet ge daarom wèl met uwe giften Ge
zult zeggen, dat is geld. Maar koopen niet ook
Italiaan, Rus en Hollander voor dat geld de
eerste levensbehoeften, die zjj niet kunnen ont
beren Vóór de Italiaansche kloosters ziet men
soms het uitschot der maatschappjj na een kort
gebed, door den monnik voorgeschreven, met
graagte de aangeboden soep nuttigen, menschen
met ziekten en zonden behept. Wordt daar
inderdaad een goed werk verricht
Men kent ze niet de armén, die dageljjks
op den Singel te Amsterdam bjjeenkomen, en
toch zouden wjj het onzen eersten plicht ach
ten hen, aan wie wjj steun schenken, te kennen
en goed te kennen. Hoe weten wjj anders,
wat wjj met onze bedeeling bereiken 7 Voor
den één ware het beter, dat hjj niets ontving,
voor den ander ware meer en beter gekozen
onderstand te verkiezen. De leer van»het
komt toch in een hongerige.maag terecht", is
eene zeer gemakkelijke leer, maar de arme
heeft derhalve zjjn maag, ook het vleesch, dat
van nature zwak is, en hem zoo gaarne datgene
doet kiezen, wat het gemakkelijkst te krijgen
is, wat zjjn weinigje werkkracht geheel verlamt
en hem voor zorgen onvatbaar maakt.
In het jongste verslag over het Engelsche
armwezen lezen wjj van arme zwervers en armen
zonder huisvesting, die bjj het naderen van den
winter de belangstelling van het liefdadig pu
bliek gaande maakten. >De welgezinde maar
ondoordachte philanthropie bracht warme koffie
op het tapijt; het onmiddeljjke gevolg van de
uitdeeling was groote toeneming van het getal
armen, voor wie de politie naar buitengewone
middelen van huisvesting moest omzien."
Vindt de uitdeeling te Amsterdam bjj de
meesten sympathie, wordt die toegejuicht en
ter navolging aanbevolen, wat let de bewonder
aars dan in een ander lokaal de noodige klee-
dingstukken beschikbaar te stellen, in een derde
voor kostelooze huisvesting zorg te dragen
Daarmede zal niet meer worden gedaan dan
voorzien in de allereerste levensbehoeften. Maar
hoe gevaatljjk is die weg 1 Langs dien weg
wordt eene klasse van zorgeloozen gekweekt,
die zeker niet tot zegen zal strekken van de
toekomstige maatschappjj.
Wat de Amsterdamsche heeren tot lotsver
betering van de armen doen, staat niet op zich
zelf. In de laatste jaren herleven in stelsel
matiger vorm de bedeelingen uit vroeger tjjd.
Het nadeel van de bedeeling tracht men dik
wijls door den vorm te bedekken. Zoo worden
schoolvoeding op paedagogische, vacantie-kolo-
niën op hygiënische gronden aangeprezen. De
gevaren, die aan elke bedeeling verbonden zjjn,
worden nu in meerdere dan in mindere mate
veronachtzaamd. Bjj eene bedeeling als die,
waarover wjj thans spreken, vertoonen zjj zich
in hunnen vollen omvang.
Naar onze overtuiging zou men te Amsterdam
m de allereerste plaats den toestand moeten
onderzoeken. Stelt eerst vast dat er buitenge-
gewone behoefte bestaat, verzekert u dan,
waaraan zij haar oorsprong ontleent, of zjj van
langen duur dreigt te zjjn, welke klassen van
minvermogenden daaronder gebukt gaan. Eeni
ge ervaring op dit gebied is reeds te Rotterdam
opgedaan. Op rjjker ervaring, op veelzjjdiger
praktjjk mag Engeland bogen, ook wat de
onderstandskwestie betreft.
Yeel kan men o. a. leeren uit de enquête
van wege onze zustervereeniging te Londen, dé
Charity Organisation Society, in 1886 gehouden.
Die enquête-commissie had de opdracht, om
de middelen aan de hand te doen, waardoor
een volgend jaar bjj buitengewonen nood de
beste wjjze van onderstand in toepassing kon
worden gebracht. 24 getuigen werden gehoord,
2500 vragen werden door de getuigen beant
woord. Een zakeljjk verslag is aan die openbaar
gemaakte verhooren toegevoegd. Onder de con-
clusiën vinden wjj het volgende aangeteekend
Een onderzoek naar de geschiktheid van de
gezinnen, in hunne woning en bjj vroegere
werkgevers of bjj anderen, moet op den voor
grond staan.
Voor de werkelijk geschikte armen wordt
flinke onderstand aanbevolen. Voor luiaards en
zorgelooze gezinnen zjjn aalmoezen niet anders
dan een premieophunne gebreken. Een labour-test
voor hen onmisbaar. Met weinig aantrekke-
ljjken arbeid moet de hulp gepaard gaan.
Onderstand in natura verdient geen aanbeve
ling. Deze onderstand biedt zelfs in twjjfelachtige
gevallen geen waarborg. Juiste kennis van het
geval is de eenige goede waarborg.
Soepkokérjjen (dit is ook op andere inrich
tingen van dien aard toepasseljjk) zjjn onge-
wenschte verzamelplaatsen van allerlei armen,
die er en gros gevoed worden. Armen, bjj wie
armoede eenchroufeche kwaal is geworden,
zullen aan die tegemoetkomingen gewend raken.
Fatsoenljjke armen, voor wie de liefdadigheid
allereerst moet zorgen, en wel op eene wjjze
die zoo kiesch mogelijk is, en die hun gevoel
van eigenwaarde niet kwetst, zullen voor zulk
een vorm van ondersteuning bedanken.
Velerlei wenschen, ten opzichte van onderstand
worden in dat verslag aan de aandacht van
den lezer onderworpen.
De kwestie van decentralisatie van bestuur
in Ned.-Indië wordt door den heer P. C. Huyser
in de IndischGids behandeld.
Volgens dien schrjjver gaan met het tegen
woordige regeeringsbeleid ontzaggeljjke sommen
aan geld en arbeid nutteloos te loor, en in een
betere, meer minutieuse verdeeling en regeling
van den arbeid zal hoofdzakeljjk het middel
tot herstel gezocht moeten worden.
Na de noodzakeljjkheid van meer irrigatie-
werken bepleit, het onhoudbare der dwang-
cultuur betoogd, en het groote arbeidsverlies
bjj de heerendiensten aangetoond te hebben,
beveelt de heer Huyser de volgende regeling
aan.
De mogeljjkheid zou kunnen bestaan, om de
begrooting te splitsen in een rjjksbegrooting en
in gewesteljjke begrooting, de eerste vast te stel
len door de wetgevende macht in Nederland de
gewesteljjke begrootingen door de Indische
regeering. Zaken van algemeen belang komen
op de rjjksbegrootingzaken van gewestelijk
belang, hoofdzakeljjk van economischen aard,
komen op de gewesteljjke begrootingen.
De grens tusschen rjjksbelangen en geweste
ljjke belangen te vinden zal, volgens den schrjj
ver, niet moeieljjk zjjn. Lastiger zal het
wezen de inkomsten te verdeelen. Voor reke
ning van het rijk zouden moeten bljjven
het onderhoud van leger, vloot, vestingen,
spoorwegen, havens, post en telegrafiege
bouwen voor Europeesche officieren en amb
tenaren, de traktementen en pensioenen der
Europeesche ambtenaren, de opiumpacht en
de «taats-koffiecultuurde groote irrigatie-
werken en bruggen in de groote postwegen
het bevaarbaar houden der groote rivieren de
openbare eeredienst en het openbaar onderwjjs
en wat er meer mocht zjjn van algemeen belang.
De gewestelijke besturen zouden belast moeten
worden met alle zaken van openbaar nut, het
gewest betreffende, zooals de politie, maatre
gelen voor de openbare gezondheid,onderhoud
van bruggen en wegen 2e en 3e klasse, kleine
dammen en waterleidingen, straatverlichting,
betaling van woningen, traktementen en pen
sioenen van inlandsche ambtenaren, en wat er
overigens meer zjj van dien aard. Alle heeren
diensten, uitgezonderd de speciale désadiensten,
tot hun kleinste minimum teruggebracht, be
hooren dan te worden afgeschaft, voor deze
afschaffing wordt een hoofdgeld gevorderd, te
storten in de gewesteljjke kas en met dat geld
wordt de arbeid betaald, die vroeger in heeren
dienst werd verricht.
Het hoofdgeld zal echter slechts voor een
gedeelte voorzien in de behoefte van de geweste
lijke kas. Het rjjk zal eenige zjjner inkomsten
moeten afstaan, en waarschjjnljjk zouden daar
voor in aanmerking kunnen komen de volgende
middelen, alspacht van geslacht, van vogel
nestklippen, van speelbanken, van banken van
leening en van overvaarten, belasting van
paarden en rijtuigen, patentbelasting der Euro
peanen, bedrjjfsbelasting van inlanders en
vreemde oosterlingen, en meer dergelijke kleine
middelen, zoo er nog zjjn.
Is er een gewesteljjk budget, dan moet er ook
zjjn een stabiel gewesteljjk bestuur, een gewes
telijke raad, met den resident tot voorzitter.
Tot leden van den raad zjjn de Europeesche
ambtenaren, de inlandsche hoofden, de Chinee-
sche officieren en de Europeesche particulieren
als vanzelf aangewezen.
Openbare verkiezingen zouden alsnog in Indië
niet op haar plaats zjjndaarom benoeme de
Gouverneur-Generaal de leden, op voordracht
van den resident.
Uit de gewestelijke besturen kunnen later,
voor de groote steden, gemeentebesturen zich
ontwikkelen. Het doel van decentralisatie moet
zjjn, niet om het moederland het heft van het
mes uit handen te nemen, maar om de gewes
teljjke economische toestanden beter te regelen
en te verzorgenom de Hooge Regeering en
de Rjjksbegrooting te ontlasten van détailzaken;
om de inlandsche bevolking eindeljjk eens af
doende te gaan beschermen tegen willekeur,
door de afschaffing van de heerendiensten en
accurate regeling der désadiensten om de in
woners van ieder gewest, van welken landaard
ook, liefde te doen opvatten voor dat gewest,
tot. welks bloei zjj zeiven dan zullen kunnen
medewerken, en om, summa summarum den
arbeid der inlanders voor hen zeiven in de
eerste plaats, en in de tweede plaats voor het
rjjk, zoo productief mogeljjk te doen zjjn.
In het Januari-nommer van de Gids komt
een beschouwing voor van professor Naber over
de vraag Latijn of Grieksch t
Daarin sprak hjj de wenscheljjkbeid uit om
het onderwjjs in het Grieksch op de gymnasiën
facultatief te «tellen. Aanstaande juristen
zouden dan in den regel geen Grieksch leeren
en voor aanstaande natuur- en geneeskundigen
zou het natuurljjk nog stelliger vervallen. Hjj
grondde zijn betoog vooral hierop dat het leer
plan te uitgebreid en beperking daarom noodig
is, en dat de gymnasiasten daardoor èn van
Latijn èn van Grieksch èn van andere zaken
veel te weinig weten.
De heer M. B. Mendes da Costa, die weleer
de voorstelling van de Antigone te Amsterdam
leidde en wiens oordeel over de weinige belang
stelling der gymnasiasten in de classieke talen
door prof. Naber is aangehaald, schrjjft nu aan
het Handelsblad, het zeer te betreuren, dat zjjn
artikel, drie jaar geleden in een vakblad,
Conjunctis Viribus, geschreven, thans wordt geci
teerd om het Grieksch te bestrijden.
»Ik heb beweerd", zegt de heer Da Costa
o. a., »dat tengevolge van de hoog opgedreven
eischen voor de eind-examina de studie der
classieke talen den gymnasiasten slechts zeer
weinig belang inboezemt;
sdat dat anders kan worden, wanneer de lee-
aar de door hem gekozen lectuur niet alleen
van een taalkundig maar ook, voor zoover moge
ljjk, van een aesthetisch standpunt behandelt,
want wjjzen op wat schoon is, wekt te allen
tjjde belangstelling, en zeker bjj jongens
»dat de leeraar op dit oogenblik daartoe
geene noemenswaardige gelegenheid heeft
»dat hij die gelegenheid kan krijgen, wan
neer de eischen voor de eind-examina worden
beperkt, wanneer hij daardoor vrjjer wordt in
de keuze van lectuur, wanneer meer werk ge
maakt mag worden van mythologie en oude
geschiedenis.
rDat alles heb ik beweerd, en niets, niets
ter wereld kan voor wat ik wenscheljjk zou
achten meer nadeelig zjjn dan afschaffing van
het Grieksch.
»In het Grieksch vinden we een zoo grooten
rijkdom van voortbrengselen, dat de keuze van
voor jongens belangwekkende stukken veel
ruimer is dan in het Latjjnin het Grieksch
zien we voor ons de ware, de onopgesmukte,
de echt classieke schoonheid in het Grieksch
eindeljjk heeft Homerus geschreven, Homerus,
die nu veel jongens eentonig voorkomt, omdat
ze geen tjjd hebben hem te begrijpen, maar
dien ze eenmaal, als ze zjjne naïveteit en plastisch
talent hebben leeren bewonderen, zullen mooi
vinden en liefkrjjgen en die taal, dien
Homerus zouden wij moeten missen Dat nooit
Het Ildbld., voegt bjj dit schrijven van den heer
Mendes da Costa een paar woorden om te doen
uitkomen, dat de heer Da Costa toch ook de
hoogopgedreven eischen voor de eind-examina
veroordeelt; dat hjj verklaart, dat de leeraars
geene noemenswaardige gelegenheid hebben
om het Grieksch en Latjjn te onderwijzen ge
lijk hjj meent dat zulks behoordedat hij niet
tegenspreekt, dat de kennis der jongens van
het Nederlandsch zoo volkomen ontoereikend
is als prof. Naber beweert, of dat ook van de
nieuwere talen de kennis onvoldoende is.
Indien, zegt het Hdbld., de bestrijders van
prof. Naber practisch willen zjjn, zullen ze
zich niet moeten beperken tot de eenvoudige
verklaring, dat het Grieksch ook voor aan
staande rechtsgeleerden behouden dient te
worden. Opbouwende critiek is noodig. Als
men eenmaal aanneemt, dat de kennis van hen
die student worden niet te gering geschat is
door prof. Naber, dan moet worden aangetoond,
hoe daarin verbetering gebracht kan worden.
Hoe, vraagt het Amsterdamsch blad, wenscht
b. v. de heer Da Costa »de eischen voor de
eind-examina te beperken?" Hoe wenscht hjj
tjjd te besparen voor degel jjker studie van twee
classieke en drie moderne talen, het Neder
landsch, mathesis, antiquiteiten, mythologie,
geschiedenis enz.
Naar het Dagblad verneemt bestaat bij de
betrokken ondernemingen het plan, om met
ingang van 15 Februari a. s. een pakkettarief
in te voeren voor het vervoer van pakjes tot
10 kilogram tusschen de stations der Hollandsche
ijzeren- en der Nederlandsche Rhijnspoorweg-
maatschappjj eenerzjjds en Londen (London
Chatham en Dover Railway) anderzijds via Ylis
singenQueenboro en omgekeerd.
De nieuwe schoolwet is in den ministerraad
gearresteerd en naar den raad van state ver
zonden. Vad
Wjj hebben in de vorige week medegedeeld
dat de staatscommissie voor de militaire wet
ten met haren arbeid gereed was, en dat hare
meerderheid zich verklaard had ten gunste van
het beginsel van persoonlijken dienstplicht.
Wjj kunnen er thans bjjvoegen, dat in den
boezem der commissie slechts enkele leden zich
voor het behoud der plaatsvervanging hebben
verklaard en voorts, dat zoowel de minister
van oorlog als die van marine uit volle over
tuiging den persoonljjken dienstplicht voor
staan.
Er valt dan ook niet aan te twijfelen, of in
de nieuwe militiewet, waarvan de indiening
bjj den raad van state spoedig kan worden
verwacht, zal de plaatsvervanging niet zijn
opgenomente minder omdat, zoo wjj wel
onderricht zjjn, ook onder de burgerljjke leden
van het tegenwoordige ministerie over dit ge
wichtig beginsel van legerinrichting weinig of
geen verschil moet zijn. (Avondpost.)
Bjj kon. besluit zjjn benoemdtot notaris
binnen het arr. Breda, ter standplaats Breda,
A. J. A. Verschraage, candidaat-notaris aldaar
tot subst.-officier van justitie bjj de arr.-recht-
bank te Rotterdam, jhr mr W. A. de Jonge,
thans subst.-officier van justitie bjj de arn-
rechtbank te Dordrecht.