Beknopte Mededeelingen.
Liefdadigheid.
HANDELSBERICHTEN.
Graanmarkten, enz.
zijn uitgebreide correspondentie. Wellicht zijn
deze ongewone drukten schuld, dat hij nog ver
zuimde zjjn ontslag als afgevaardigde te nemen,
ofschoon zijn vjjanden fluisteren, dat hij aan
dit voornemen geen gevolg gaf, wijl hij toch
ondanks zijn grootspraak niet zoo geheel zeker
is, dat de Parjjsche kiezers hem op 27 Jan.
een mandaat zouden toevertrouwen.
De grappige kant ontbreekt natuurlijk aan
dezen verkiezingsveldtocht nietmen bevindt
zich immers in Frankrijk. Wij deelden mede,
hoe Laur, na de weigering van Floquet aan
zijn getuigen om met hem te vechten, een
schrijven in de Presse publiceerde, waarin hij
zijn lasterlijke beschuldigingen tegen den minis
ter-president handhaafde. Tegelijk met het
Boulangistische blad publiceerde de monar
chistische Gaulois Laur's brief. Wat wil het
ongeluk? De tekst van den Gciulois verschilde van
de Presse, in zooverre dat de Gaulois dezen vol
zin te veel had»En ik constateer, dat de
chef der parlementariërs een lafaard is".
Men kan zich de verbazing van Arthur Meyer,
den directeur van het monarchale blad, voor
stellen, toen hij het verschil van beide teksten
bespeurde. Onmiddellijk zette hij zich aan de
telephoon en gaf Floquet opheldering over dit
verbazing wekkend verschijnsel. De brief van
Laur was den Gaulois in proef medegedeeld; later
bracht de Presse er een wijziging in, doch
verzuimde zijn collega hiervan in kennis te
stellen Arthur Meyer verklaarde Floquet, dat
hij de proef der Presse te zijner beschikking
stelde, tevens in het volgende nommer van zijn
blad een opheldering belovend
Niettegenstaande het tweegevecht zet Lissa-
garay in de Bataille zijn scherpe polemiek
tegen Rochefort voortals curiositeit moge het
volgende uittreksel van een artikel van Lis-
sagaray tegenliochefort hier een plaats vinden.
»Wij beschuldigen n, monsieur du Pré-aux-
Clercs, van verraad aan Frankrijk en de Fransche
revolutie. Wij hebben samen gevochten. Zeer
goed. Verdedig u. Het zjjn niet de degenstooten,
niemand beleedigend, die antwoord geven. Wij
verlangen redenenWij verlangen lichtAan
den vooravond van hef tijdstip, waarop Frankrijk
een groote rol zal spelen, veroorloven wij niet
aan eenige rampzaligen, die zich om een pochhans
scharen, de republiek, Frankrijks beste verde
digingsmiddel, te dooden. Wij zullen altijd aan
de ooren des volks de alarmklok luiden, gelijk
VAmi du Peuple van voorheen."
Ten slotte voegt Lissagaray aan Rochefort
deze woorden uit Victor Hugo's Ch&timents ter
navolging toe
Oui, sachez-le, vous tous que Fair libre importune
Et qui dans ce fumier plantez votre fortune
Nous ne laisserons pas le peuple s'aecroupii-.
Aimant mieux, dut le sort nous broyer sous sa
[roue.
Voir couler notre sang que croupir votre boue_
Rochefort blijft voor ieder een raadsel. Hoe
is het mogelijk dat deze republikein, niet van
heden of gisteren, maar een der vurigste strij
ders voor de republiek, dat deze grimmige
bestrijder van het keizerrijk geloov en kan aan
den charlatan der politiekBoulanger gehee-
ten Zijn alleen Rocheforts oogen gesloten
voor het streven van dezen ongedisciplineerden
soldaat Is hij alleen blind te midden der
zienden Maar moeten hem dan niet de oogen
opengaan, wanneer de Bonapartisten Boulanger
toejuichen, of wanneer het orgaan van den
graaf van Parijs, de Soleil schrijft
«Als eenig programma, zullen beiden [Jacques
en Boulanger] roepen»Leve de republiek".
Maar met dit verschil dat dit woord in den
mond van den heer Jacques beteekent, dat hij
de tegenwoordige republiek wil behouden, ter
wijl het in Boulangers mond wil zeggen, dat
hij haar wil omverwerpen. Welnu,
dit is voldoende".
In het monarchale kamp heerscht intusschen
ten opzichte van de houding, tegenover Bou-
1 anger aan te nemen, nog steeds verdeeldheid
Terwijl het royalistisch comité, gelijk onze
lezers weten, den kiezers op 27 Jan. strikte-
onthouding aanbeval, verklaart de Soleil dat
men de conservatieve kiezers vrij moet laten
hun eigen zin te doenwat zooveel zeggen wil,
alslaat ze vrij op Boulanger stemmen.
Het is een geliefkoosde bewering der Duitsche
srjjksvrienden," dat Parijs de stad der buiten
sporigheden is, waaruit men de grootste ver
rassingen kan tegemoet zien. Langzamerhand
v oorgenomen huwelijk gehoord."
»En is Deering nog altijd hier vroeg
hij en zag haar doordringend aan.
»Ja", antwoordde zij weer j heel ernstig.
»Hjj is van morgen juist hier geweest, even
voordat gij kwaamt, maar ik heb hem niet
gezien, want het is vreemd, maar vader
heeft iets tegen den heer Vincent gekregem
die altijd met den heer Deering komtdat kan
mij niet schelen, maar ik geloof dat hij den
heer Deering even weinig vertrouwt ofschoon
hij er minder over zegt. Nu ik mijn eerste
dwaze vrees voor hem overwonnen heb, vind ik
hem heel aardig en beleefd en ik geloof dat hij
gaarne goede vrienden met vader zou willen
worden. Ik begrijp niet alles, maar'ik trek nooit
in twijfel wat mjjn goede vader zegt. Hij weet
meer van het leven at dan ik met mogeljjdkeih kan
weten. En toch wil ik zoo gaarne alles hooren
over die dame, op wie de heer Deering vindt
dat ik gelijk. Hij heeft beloofd het mij te
vertellen als hij mij beter kent. Alles schijnt
veranderd te zijn sedert ons gezellig diner in
het Café de Madrid, nu twee maanden geleden."
»Zulke dagen en zulke diners komen niet
dikwijls voor," zei Glynn met een zucht. »Ik
hoop dat al die zorgen u niet beletten zooveel
te zingen als gij gewoon waart
«O, neen het is het eenige genoegen dat
ik heb."
«Vindt gij het aanmatigend als ik u nu
om een lied vraag
zal Parijs in dit opzicht Berlijn den voorrang
moeten afstaan. Ter rechtvaardiging van zijn
handelwijze tegenover prof. Geffcken ot laat
ons beter zeggen tegenover de nagedachtenis
van keizer Frederik heeft de rijkskanselier het
noodig geoordeeld met machtiging van keizer
Wilhelm de acte van beschuldiging tegen den
uitgever van het dagboek in den Reichsanzeiger
te publiceeren.
Het heet in Bismarcks bericht aan zijn jongen
meester wel is waar dat de openbaarmaking
der akte van beschuldiging geschiedt om het
Duitsche volk te laten oordeelen over de handel
wijze van het openbaar ministerie en het rijks
gerecht, maar ondanks deze verklaring zal
menigeen in deze daad een nieuw bewijs van
's rijkskanseliers haat tegen keizer Frederik zien.
Of hij hierdoor het aandenken van den over
leden keizer schaadt dan wel zijn eigen roem
benadeelt
Over de discussiën, Dinsdag in den rjjksdag
gevoerd, maken de Engelsche bladen eenige
veelzeggende opmerkingen. De Daily Netcs acht
Bismarck's verdediging van zijn koloniale poli
tiek, die volgens het blad erger gevolgen voor
de Engelschen dan voor de Duitschers heeft,
zeer zwak. »De Duitsch-vrijzinnigen verdedigden
als ware patriotten de eer van hun land tegen
een dictatoriale poging. Duitschland, evenals
Engeland, is den Duitsch-vrijzinnigen dank
verschuldigd voor hun vrijmoedige, mannelijke
en eerlijke critiek."
De Times oordeelt aldus»De critiek dei-
oppositie in den rijksdag schijnt niet van dien
aard geweest te zijn, dat zij in het
Engelsche parlement als inopportuun of indis
creet beschouwd zou zijn. Wanneer vorst
Bismarck werkelijk gelooft, dat de critiek van
Richter of Bamberger, indien zij door een Engel
sche oppositie geoefend werd, voor niet vader-
derlandslievend zou verklaard worden, of dat
de door hem aangenomen spreektoon sic volo sic
fubeo zonder protest bij een Engelsch minister
zou geduld worden, zoo moet hij nog veel
leeren over den geest van Engelsche instellin
gen en de stemming vaneen Engelsch parlement".
Op deze onaf hankeljjke meening der Engel
sche pers zal de rijkskanselier ongetwijfeld met
even groote minachting neerzien als op elke an
dere zelfstandige beoordeeling van zijn politiek.
De Duitsche Reichsanzeiger bevat de,op bevel
des keizers en op voorstel van den rijks-kanselier
openbaar gemaakte akte van beschuldiging in
zake dr Geffcken, ten einde de regeeringen en
de ingezetenen van het rijk in de gelegenheid
te stellen een eigen oordeel te vormen over
de handelwjjze van het openbaar ministerie
en het rijks gerechtshof. Uit deze akte blijkt,
dat Geffcken zijn mededeelingen getrokken
heeft uit een omstreeks 700 bladzijden tellend
dagboek, dat hem in Maart 1873 door den
toenmaligen kroonprins ter leen was afgestaan;
dat hij geenerlei machtiging bezat tot open
baarmaking en ook de kroonprins zelf de open
baarmaking eerst na verloop van geruimen
tijd dienstig geacht heeft. Verder blijkt uit
deze aktedat de proclamaties van keizer
Friedrich, bij zijne troonsbestijging, van 12
Maart 1888, door Geffcken opgesteld waren,
en wel reeds in Juni 1885, toen keizer Wil
helm te Ems een ernstigen aanval van be
zwijming had.
Verschillende plaatsen uit het dagboek wor
den aangehaald om te bewijzen, dat de open
baarmaking voor het welzijn van het rijk
nadeelig was, met name de zinsneden betrekke
lijk hetgeen door keizer Frederik over de
constitutie van het Duitsche rijk en de Zuid-
Duitsche hoven geschreven wordt, waardoor
nu nog de goede betrekkingen met de bedoelde
hoven hadden kunnen lijden.
Uit de rapporten van de Duitsche gezanten
te Parijs en St. Petersburg was gebleken, dat
de openbaarmaking tevens nadeelig had kunnen
werken op de betrekkingen met het buiten
land. De intransigenten in hot Vaticaan had
den reeds getracht munt te slaan uit het
dagboek, gelijk de Duitsche gezant bij den
Heiligen stoel almede gerapporteerd heeft.
Tegenover Rusland konden de nadeelen voor
het rijk voortspruiten uit hetgeen de kroonprins
verklaard heeft omtrent Ruslands losmaking van
het Parjjsche tractaat, voor wat de onzijdigheid
der Zwarte zee aangaat. Tegenover Enge
land was gevaarlijk hetgeen de kroonprins ge-
Elsie antwoordde niet terstond. Zij legd
haar elleboog op de tafel, sloeg de handen in
elkaar en het hoofd op de ineengestrengelde
vingers latende rusten, zei zij heel langzaam
«Neen, ik zou van daag niet kunnen zingen
ik zou mij niet goed kunnen houden ik zou
gaan schreien het is beter dat ik het niet
probeer."
»Dan zal ik het u niet vragen maar
wanneer zou ik uw vader kunnen zien
«Hjj zal stellig bij u komen. Ik weet niet
of hij thuis komt eten, anders zou ik u vragen
om te blijven."
«Dank n, dat genoegen- zullen wij voor latei-
bewaren. Ik logeer zooals gewoonlijk in het
Wagram hotel en heb brieven te schrijven, die
mjj morgen tot na elf uur thuis zullen doen
blijvenwanneer kapitein Lambert dus voor
dien tijd komt, vindt hij mij zeker."
«Ik zal het hem zeggen."
Toen wist Glynn dat hij moest weggaan
maar hij kon zich nog niet losrukken. Dit
gezellige praatje was zoo heerlijk het was zoo
verrukkelijk om te zien hoe haar bleek ge
zichtje onder het spreken verlevendigd was.
Zeker haar kalme houding te midden van haar
neerslachtigheid en onrust, benam hem alle
gelegenheid om zich diets te maken dat hij
eenigen indruk op haar hart of op haar ver
beelding gemaakt had, In zoover was alles
zooals het behoorde, zij behandelde hem gelijk
een vriend, een fatsoenlijk man, in wien zij
zegd heeft aangaande eene in de Duitsche
politiek bestaande vijandelijke strooming tegen
dat land. Tfn aanzien van Luxemburg en de
mogendheden, die de onzijdigheid van dat ge
bied gewaarborgd hebben, konden insgelijks de
verklaringen van den kroonprins schadelijk
werken. Bismarck toch zou van Thiers ver
langd hebben, dat hij Luxemburg aan Duitsch
land verschafte. Hetgeen omtrent België be
weerd wordt, kon op koning Leopold den indruk
maken, alsof hij Duitschland te zeer en te
openlijk begunstigde. Daardoor kon de koning
in verzoeking komen voorzichtiger en terug
houdender jegens Duitschland te zijn, wat de
akte van beschuldiging zocht te bewijzen uit
een rapport van den Duitschen gezant.
Verder wordt allerlei aangevoerd ten be
wijze van de eerzucht en eigenliefde van
den beschuldigde, die zeer goed geweten
heeft, welke gevolgen de openbaarmaking
van het dagboek zou hebben en wiens streven
het alleen was de staatkunde van het rijk in
minachting te brengen en den rijkskanselier
te benadeelen.
Aan de Pol. Korr. te IVeenen, een orgaan
dat door de verschillende regeeringen voor
officieuse uitlatingen wordt gebruikt, wordt uit
St. Petersburg geschreven, dat de sympathie,
welke sir Robert Morier in de diplomatieke
wereld en in politieke kringen te St. Peters
burg te beurt valt, nog vermeerderd is sedert
de aanvallen der Duitsche officieuse pers op
den Britschen diplomaat. De Russische bladen
hebben zich strenge terughoudendheid in deze
zaak ten plicht gesteld, om niet den waren leider
of de ware leiders van dien veldtocht op de
vingers te tikken. De artikelen der Köln. Ztg.
hebben echter diepe verontwaardiging in Rus
sische kringen gewekt.
Ieder beijvert zich om sir Robert te bewijzen,
dat deze aanvallen in geenen deele zijn positie
benadeeld hebben, terwijl men hoopt, datdeBrit-
sche regeering, toegevend aan een gerechtvaar
digde gevoeligheid, haar vertegenwoordiger bij
het Russische hof een bewijs zal schenken, dat sir
Robert meer dan ooit het vertrouwen van het
Foreign ojfi.ee waardig is.
Keizerin Frederik bevindt zich sedert
eenige dagen te Sandringham, het landgoed
van den prins van Wales. Naar de Sunday
Times verneemt, wordt aldaar eerstdaags ook
verwacht lord Salisbury om te beraadslagen
over de onderhandelingen met den keizer van
Duitschland over de toekomstige verblijfplaats
zijner moeder, de Princess Royal of England.
Verder worden nog de Duitsche gezant, graaf
Haltzfeldt en de Grieksche gezant op Sandring
ham verwacht.
Er is sprake van dat keizerin Frederik met
haar moeder naar Biaritz zal gaan. Voorloopig
schijnt zij nog niet in Duitschland terug te
keeren.
Onlangs werd gemeld, dat den vrjj-kozak
Atchinoff door de Russische overheid verboden
was met zijn expeditie uit de haven van Odessa
naar Abyssinië te vertrekken. Volgens een
latere mededeeling is een Oostenrijksch stoom
schip, met den vrij-kozak Atchinoff en een
aantal andere kozakken aan boord, den 14 11.
Jeddah gepasseerd. Een Italiaansche kanonneer
boot volgt het Oostenrijk sch vaartuig, dat, naar
men gelooft, voor een haven in de Roode zee
bestemd is.
Te Brussel is een brief van Stanley aan
zijn «goeden vriend Tippoo Tib" ontvangen
gedateerd Boma van Banalya Murenia, 17 Au
gustus 1888. Zelf was Stanley toen goed ge
zond en had ook Emin pacha in goeden welstand
aan het Albert-meer aangetroffen en weder
verlaten.
Uit Bloemfontein wordt gemeld, dat de
volksraad den president van den Vrijstaat ge
machtigd heeft, tolovereenkomsten te sluiten
met de Engelsche koloniën aan de Zuid-Afri-
kaansche kust.
De eigenaar van een groot restaurant te
Parijs ontvangt een visitekaart van Boulanger,
met uitnoodiging op dat en dat uur zich te
bevinden in de woning van den generaal. De
goede man denkt, dat er sprake is van een
bankethij overlegt, welke spijzen hij den can-
didaat zal voorzetten en heeft reeds een keuze
van menu's voorhanden, waaruit hij den dappe
ren generaal zal laten kiezen. Te bestemder
ure is hij aan diens hotel tegenwoordig, vijf
of zes personen bevinden zich in de antichambre,
een journalist, een Fransche prins en twee of
drie andere restaurateurs uit Parjjs.
vertrouwen mocht stellenmeer niet.
Na nog een poosje over de boeken, die Glynn
haar geleend had, gesproken te hebben, gaf
zij nogmaals haar wensch te kennen om Parijs
te verlaten en het landgoed, waar zij hare
kinderjaren had doorgebracht, terug te zien en
toen ook dit onderwerp afgehandeld was, voelde
Glynn dat hij niet langer mocht blijven.
Blij ft gij een poosje te Parijs?" vroeg
zij, hem de hand tot afscheid reikende.
-— »Een paar weken, misschien een maand;
ik weet het nog niet."
«Goeden morgen dan en au revoir
Het overige gedeelte van dien dag was vreemd
en aan een droom geljjk. Hij doolde langs
bekende plaatsen, zocht afleiding voor zijne
eigen gedachten, maar vond die nergens tot
dat hij om zes uur langs Tortoni komende,
eensklaps tegenover Deering stond, die aan een
klein rond tafeltje ijs zat te eten.
«Hola, Glynn Ik dacht dat gij in Londen
waart
«Zooals gij ziet, ben ik te Parijs
Wanneer zijt gij gekomen
«Van morgen."
Er volgde een alledaagsch gesprek en uit den
toon van Deering bleek zeer duidelijk dat
hij wenschte beleefd en vriendelijk te zijn. Glynn
besloot terstond om hier op in te gaandaar
hij langs dien weg misschien iets zou kunnen
ontdekken van het geheim, dat aan zijn kennis
met Lambert ten grondslag lag en aangaande
»A ha, denkt onze man, de generaal wil ons
een wedloop laten doen".
Altijd nog rekenend en in gedachte fijne
schotels bereidend, staat de heer X eindelijk
voor Boulanger. Met een plechtigen aanloop
houdt deze den «kiezer" een voordracht over
zijn burgerplichten, hem verzekerend dat geheel
Europa zijn oogen op de kiezers van Parijs
gevestigd houdt. Hoewel voor zich zelf over
tuigd dat hij verkozen zal worden, dringt hij
bij den heer X aan, dat deze zijn invloed in
zijn wijk zal aanwenden om den generaal een
verpletterende meerderheid te verschaffen. Har
telijk de beide handen van X drukkend neemt
Boulanger afscheid van zijn bezoeker.
In de wachtkamer teruggekomen ziet de heer
X. hier nog zijn beide confrères zitten, geduldig
wachtend. Onwillekeurig glimlacht hij bij de
gedachte aan de teleurstelling, die hun daar
binnen bereid is. Hij kan het echter niet van
zich verkrijgen hen te waarschuwenzelf
keerde hij in zijn woning terug ongeveer in den
gemoedstoestand van Perrette, nadat zij haal
kan met melk had gebroken
De vorst der Parijsclie Caricaturist en.
Een der grootste humoristen van onzen tijd
zoo vertelt een Engelsch journalist woont
in de Rue de la Tour te Passy, die schilder
achtige en artistieke voorstad van Parijs.
Door een slecht verlichte vestibule leidde
men mij naar een ruim salon, met Oostersche
pracht gemeubelddikke gordijnen en kleeden
verhinderden het doordringen van alle geluiden
daar buiten, terwijl groote palmboomen en
andere tropische planten in de hoeken dei-
kamer aan het geheel een Oostersch aanzien
gaven de behhgelijke warmte van een verbor
gen colorifere, die zich in het vertrek verspreidde,
versterkte deze illussie en men dacht zich heel
ver van het vrooljjke Parjjs verwijderd.
Nauwelijks kon ik mjj voorstellen dat ik
juist mjjn rjjtuig in de Avenue Henri Martin
verlaten had.
Alles wat mij omringde, deed mjj gevoelen,
dat ik mij bevond in de woning van een man
van smaak, een artist; dit alles moest belmoren
aan iemand van ongewoon talent. Ook meende
ik dat de eigenaar van dit luxurieus intérieur
iemand op leeftijd moest zjjn, die jaren van
langdurigen en ingespannen arbeid achter den
rug moest hebben, ten laatste op zijn lau
weren rustte, en het zich gemakkeljjk maakte
in de landeljjke rust te Passy. Stel u mijn
verbazing voor, toen er een slank, jong man
van omstreeks 27 jaar met een militaire hou
ding binnentrad, die mjj op het eerste gezicht
voorkwam een Engelschman te zjjn, zoodat ik
dan ook verwachtte dat hjj mjj in het Engelsch
zou aanspreken. Hjj deed dit niet, maar ont
ving mjj met de gewone, koude, vormeljjke
beleefdheid der Franschen.
In 't begin was hjj wat teruggetrokken, toen
ik hem vertelde dat ik gaarne iets omtrent
hem zelf en zjjn werk wilde weten, maar hjj
ontdooide langzamerhand, toen hij scheen te
bemerken dat het niet zoo'n vreeseljjke vuur
proef was geïnterviewd te worden.
In antwoord op mjjn vraag of hjj werkeljjk
Caran d'Ache heette, vertelde hij, dat dit slechts
zjjn nom de plume (of crayonwas en dat zjjn
ware naam was Emmanuel Poirié. Ik vroeg
hem natuurljjk waarom hjj zoo'n zonderlingen
naam gekozen had. Hjj deelde mjj daarop
mede dat hjj van Fransche ouders afstamde en
geboren was te Moskou. Toen hjj zjjn gedwongen
5jarigen militairen dienst in Frankrijk vervulde
was hjj in zjjn leegen tjjd voortdurend bezig
schetsen te maken. De meeste teekeningen ge
tuigden van zjjn humoristischen geesthad hjj
ze met zjjn naam onderteekend, ze zouden hem
in menige moeilijkheid gebracht hebben, Ca-
randache, het Russische woord voor »potlood",
was naar zjjn meening zeer geschikt voor onder-
teekening. Dit eenvoudig woord is daarna een
beroemde naam geworden.
«Mjjn eerste succes vertelde hjj be
haalde ik in den dienst; het moge waar zjjn,
dat ik humorist ben, mjjn eerzucht prikkelde
mjj altjjd om een schilder van militaire onder
werpen te wordenja, ware ik geen artist
geweest, dan zou ik voorgoed dienst in het
leger hebben genomen.
«Als gjj met mij medegaat en mjjn studies
bekjjkt, zult gjj zien hce het leger en alles wat
hiertoe behoort mjjn sympathie opwekt." Kier
den invloed, dien hjj op dezen scheen te
oefeuen. Hjj kon het echter niet over zich
verkrijgen om een uitnoodiging voor een
diner aan te nemen, ofschoon hjj er in toe
stemde om j met hem samen te gaan eten
in een van die weelderige café's, waaraan de
hoofdstad der genoegens zoo rjjk is.
Deering praatte veel, vooral over politiek,
hjj sprak ook over zjjn vrouw en zjjn landgoed
en drong er op aan dat Glynn tegen den
twaalfden Augustus te Denhans zou komen
om te jagen.
Eerst toen zjj van tafel opgestaan waren
en hunne sigaren opstaken gewaagde Deering
van het onderwerp dat hun bljjkbaar alle
beiden het meest vervulde.
«Gjj hebt Lambert zeker nog niet gezien?"
»Neen, nog niet".
«Het is een rare vent een raadsel
achtig wezen. Ik heb hem onder een anderen
naam gekend, in vrjj twijfelachtige omstandig
heden en ik vrees dat hjj niet zeer solide in
zijne financiën zit, hij is een echte avonturier.
Een leelijk geval voor de dochter, en dat is
een heel lief meisje. Ik zou wel eens willen
weten, waar hjj haar van daan heeft gehaald,
want men kan toch niet aannemen dat zjj zjjn
eigen dochter is."
(Wordt vervolgd.)
op geleidde hjj mjj naar boven in èen groot ver
trek, dat hjj zjjn werkkamer noemde. Iletwas
eigenlijk een soort van arsenaal of militair
museum. Rond de muren waren planken waarop
men helmen, képis en beerenhuiden vond verder
had men rekken met zwaarden en geweren,
tropheeën van vlaggen en andere oorlogszaken,
wat aan de ramen meer het aanzien van een
krjjgszaal dan van de studeerkamer van een
Caricaturist schonk.
»Ik ben nu op het oogenblik bezig", zeide
de heer Caran d'Ache, «aan een serie van
dertig groote stukken, die militaire onderwer
pen behandelen, en die ik mjj voorstel, als zjj
gereed zjjn, tentoon te stellen te Parjjs, maar
niet in den Salon", voegde hjj er glimlachend
aan toe. Vier van deze stukken toonde hij mij,
in één kleur geschilderd, en alhoewel niet van
bijzondere kunstwaarde toch verrassend van
opvatting en uitvoering.
«Gelooft gjj niet", vroeg ik hem, »dat, als
een kunstenaar een richting gekozen heeft, hjj
ook in die richting moet voortgaan Het
antwoord was zeer karakteristiek voor dit veel-
zijdig genie. »Ik geloof", antwoordde hjj,
»dat een kunstenaar niet gebonden is door dit
of dat werk, omdat het het hem makkelijker
afgaat; il doit faire de tout; het is eigenljjk
de eenige kans om de verschillende gaven van
zijn talent te ontdekken, die hij nooit zou
vinden als hjj maar altjjd in het spoor bleef
loopen, dat het toeval hem aanwees". Ook
vertelde hjj mjj dat hjj nooit een leermeester
had gehad al wat lijj van teekenen wist had
hjj aan zjjn natuurljjken aanleg en zjjn scherpe
opmerkingsgave te danken. Nooit oordeelde
hjj het noodig een model voor zjjn werk te
nemen, zelfs niet voor zijn paarden, die uit
stekend van vorm en teekening waren.
Wat hjj ook teekende, menschen of dieren,
in welke lastige houding ook, de teekening
moest volgens hem als bjj instinct ontstaan.
Evenals een blind musicus de juiste toetsen op
een piano weet aan te slaan.
De tafel was zóó bedekt met schetsen, afge
maakte teekeningen en door hem geïllusteerde
werken alsof hij geen minuut verloren had laten
gaan, sedert hij deze kunst beoefende. Op mjjn
vraag hoeveel uren hij per dag werkte, ant
woordde hij«Ik ben ongelukkig een beetje
lui en begin niet vroeg in den morgen." Aan
den muur hingen eenige van de voornaamste
Kerstmisnommers van Engelsche tijdschriften,
wat mjj aanleiding gaf zjjn opinie over de
Engelsche kunst te vragen.
Hjj scheen goed op de hoogte van het werk
onzer voornaamste medewerkers aan de geïllu
streerde bladen. De teekeningen van Punch
prees hjj in 't algemeen; het meest had hjj op
met Linley Sambourne, wiens schetsen hjj als
van klassieke schoonheid roemde. «En hoe
denkt gij over Harry Fnrniss vroeg ik hem
Je ne Vaime pas autantil a le talent trap
facile", gaf hij ten antwoord.
Het zou mjj bepaald onmogeljjk zjjn een
vierde van al de vreemde schetsen, door
Caran d'Ache gemaakt en die hij mjj liet zien,
te beschrijvensommige waren zóó geestig,
dat ik hem zjjn buitengewone gave om te
vermaken benjjdde.
Hjj vertelde mjj dat hjj aan den prins en de
prinses van WaleB was voorgesteld, toen zjj in
April te Parjjs waren en dat de prins hem
dringend uitgenoodigd had naar Londen te
komen. De grootvorst en grootvorstin Vladi
mir van Rusland brachten hem eveneens in
zjjn atelier een bezoek, en de grootvorst was
zoo verrukt over hetgeen hjj zag dat hjj den
kunstenaar zjjn »hooge bescherming" beloofde,
wanneer hjj zich in Rusland metterwoon wilde
vestigen.
Bjj den heer M. van Boven alhier is nog
ontvangen voor de armen van Westkapelle
van P. 2.
Middelburg, 17 Jan. De aanvoer was rede-
Ijjk, maar van jarige tarwe en bruine boonen
klein. Jarige Walchersche tarwe is prijshou
dend gekocht van ƒ8.50, f 8,60 tot 8.75
nieuwe dito in de beste kwaliteit 6.75 tot
ƒ6.90 geringe met weinig begeerte 5.90 a
6 rogge, 25 cent lager, 5.15 a 5.25
wintergerst, goed prijshoudend, 5.20 a 5.30;
zomergerst, onveranderd met vraag, 4.40 a
4.50 betaaldde hardste witte boonen zeer
weinig gevraagd en ƒ1 lagergenoteerd
ƒ11.75 a ƒ12; dito boonen, 50 cent lager,
ƒ13.50 a ƒ13.75; paardenboonen gevraagd en
6 betaaldplatte- of tuinboonen 5.50 a
ƒ5.75; groene kookerwten onveranderd ƒ8.50
a 8.75winterkoolzaad opgeruimd; droog
zomerzaad tot J 11.50 aangeboden.'
Raapolie ƒ33.patentolie ƒ35.en lijn
olie 23.per vat op 6 w., contant ƒ1.
korting. Raapkoeken 100 per 1040 stuks
ljjnkoeken zachte 12, harde 10 per 104
stuks.
Boter —.90 a ƒ1.per kilo. Eieren ƒ4.
Petrolevim-noteeringen van de make
laars Cantzlaar Sckalkwijk.
Rotterdam, 16 Jan. Loco -. Tankfust 9,15
en Geïmporteerd fust
Van boord bjj lossing Januari-levering
Februari-levering/ Maart-levering f
April-le vering ,- -; Mei-levering Juni-
levering Juli-levermg Augus
tus-levering fSeptember-levering 8,15
October-levering 8,15 November-levering
ƒ8,15 en December-levering ƒ8,15.
Zeilend
Aflading f
Alles vrjjbljjvend.
De markt was heden flauw.