Beknopte Mededeelingen. Liefdadigheid. HANDELSBERICHTEN. Graanmarkten, enz. zijn uitgebreide correspondentie. Wellicht zijn deze ongewone drukten schuld, dat hij nog ver zuimde zjjn ontslag als afgevaardigde te nemen, ofschoon zijn vjjanden fluisteren, dat hij aan dit voornemen geen gevolg gaf, wijl hij toch ondanks zijn grootspraak niet zoo geheel zeker is, dat de Parjjsche kiezers hem op 27 Jan. een mandaat zouden toevertrouwen. De grappige kant ontbreekt natuurlijk aan dezen verkiezingsveldtocht nietmen bevindt zich immers in Frankrijk. Wij deelden mede, hoe Laur, na de weigering van Floquet aan zijn getuigen om met hem te vechten, een schrijven in de Presse publiceerde, waarin hij zijn lasterlijke beschuldigingen tegen den minis ter-president handhaafde. Tegelijk met het Boulangistische blad publiceerde de monar chistische Gaulois Laur's brief. Wat wil het ongeluk? De tekst van den Gciulois verschilde van de Presse, in zooverre dat de Gaulois dezen vol zin te veel had»En ik constateer, dat de chef der parlementariërs een lafaard is". Men kan zich de verbazing van Arthur Meyer, den directeur van het monarchale blad, voor stellen, toen hij het verschil van beide teksten bespeurde. Onmiddellijk zette hij zich aan de telephoon en gaf Floquet opheldering over dit verbazing wekkend verschijnsel. De brief van Laur was den Gaulois in proef medegedeeld; later bracht de Presse er een wijziging in, doch verzuimde zijn collega hiervan in kennis te stellen Arthur Meyer verklaarde Floquet, dat hij de proef der Presse te zijner beschikking stelde, tevens in het volgende nommer van zijn blad een opheldering belovend Niettegenstaande het tweegevecht zet Lissa- garay in de Bataille zijn scherpe polemiek tegen Rochefort voortals curiositeit moge het volgende uittreksel van een artikel van Lis- sagaray tegenliochefort hier een plaats vinden. »Wij beschuldigen n, monsieur du Pré-aux- Clercs, van verraad aan Frankrijk en de Fransche revolutie. Wij hebben samen gevochten. Zeer goed. Verdedig u. Het zjjn niet de degenstooten, niemand beleedigend, die antwoord geven. Wij verlangen redenenWij verlangen lichtAan den vooravond van hef tijdstip, waarop Frankrijk een groote rol zal spelen, veroorloven wij niet aan eenige rampzaligen, die zich om een pochhans scharen, de republiek, Frankrijks beste verde digingsmiddel, te dooden. Wij zullen altijd aan de ooren des volks de alarmklok luiden, gelijk VAmi du Peuple van voorheen." Ten slotte voegt Lissagaray aan Rochefort deze woorden uit Victor Hugo's Ch&timents ter navolging toe Oui, sachez-le, vous tous que Fair libre importune Et qui dans ce fumier plantez votre fortune Nous ne laisserons pas le peuple s'aecroupii-. Aimant mieux, dut le sort nous broyer sous sa [roue. Voir couler notre sang que croupir votre boue_ Rochefort blijft voor ieder een raadsel. Hoe is het mogelijk dat deze republikein, niet van heden of gisteren, maar een der vurigste strij ders voor de republiek, dat deze grimmige bestrijder van het keizerrijk geloov en kan aan den charlatan der politiekBoulanger gehee- ten Zijn alleen Rocheforts oogen gesloten voor het streven van dezen ongedisciplineerden soldaat Is hij alleen blind te midden der zienden Maar moeten hem dan niet de oogen opengaan, wanneer de Bonapartisten Boulanger toejuichen, of wanneer het orgaan van den graaf van Parijs, de Soleil schrijft «Als eenig programma, zullen beiden [Jacques en Boulanger] roepen»Leve de republiek". Maar met dit verschil dat dit woord in den mond van den heer Jacques beteekent, dat hij de tegenwoordige republiek wil behouden, ter wijl het in Boulangers mond wil zeggen, dat hij haar wil omverwerpen. Welnu, dit is voldoende". In het monarchale kamp heerscht intusschen ten opzichte van de houding, tegenover Bou- 1 anger aan te nemen, nog steeds verdeeldheid Terwijl het royalistisch comité, gelijk onze lezers weten, den kiezers op 27 Jan. strikte- onthouding aanbeval, verklaart de Soleil dat men de conservatieve kiezers vrij moet laten hun eigen zin te doenwat zooveel zeggen wil, alslaat ze vrij op Boulanger stemmen. Het is een geliefkoosde bewering der Duitsche srjjksvrienden," dat Parijs de stad der buiten sporigheden is, waaruit men de grootste ver rassingen kan tegemoet zien. Langzamerhand v oorgenomen huwelijk gehoord." »En is Deering nog altijd hier vroeg hij en zag haar doordringend aan. »Ja", antwoordde zij weer j heel ernstig. »Hjj is van morgen juist hier geweest, even voordat gij kwaamt, maar ik heb hem niet gezien, want het is vreemd, maar vader heeft iets tegen den heer Vincent gekregem die altijd met den heer Deering komtdat kan mij niet schelen, maar ik geloof dat hij den heer Deering even weinig vertrouwt ofschoon hij er minder over zegt. Nu ik mijn eerste dwaze vrees voor hem overwonnen heb, vind ik hem heel aardig en beleefd en ik geloof dat hij gaarne goede vrienden met vader zou willen worden. Ik begrijp niet alles, maar'ik trek nooit in twijfel wat mjjn goede vader zegt. Hij weet meer van het leven at dan ik met mogeljjdkeih kan weten. En toch wil ik zoo gaarne alles hooren over die dame, op wie de heer Deering vindt dat ik gelijk. Hij heeft beloofd het mij te vertellen als hij mij beter kent. Alles schijnt veranderd te zijn sedert ons gezellig diner in het Café de Madrid, nu twee maanden geleden." »Zulke dagen en zulke diners komen niet dikwijls voor," zei Glynn met een zucht. »Ik hoop dat al die zorgen u niet beletten zooveel te zingen als gij gewoon waart «O, neen het is het eenige genoegen dat ik heb." «Vindt gij het aanmatigend als ik u nu om een lied vraag zal Parijs in dit opzicht Berlijn den voorrang moeten afstaan. Ter rechtvaardiging van zijn handelwijze tegenover prof. Geffcken ot laat ons beter zeggen tegenover de nagedachtenis van keizer Frederik heeft de rijkskanselier het noodig geoordeeld met machtiging van keizer Wilhelm de acte van beschuldiging tegen den uitgever van het dagboek in den Reichsanzeiger te publiceeren. Het heet in Bismarcks bericht aan zijn jongen meester wel is waar dat de openbaarmaking der akte van beschuldiging geschiedt om het Duitsche volk te laten oordeelen over de handel wijze van het openbaar ministerie en het rijks gerecht, maar ondanks deze verklaring zal menigeen in deze daad een nieuw bewijs van 's rijkskanseliers haat tegen keizer Frederik zien. Of hij hierdoor het aandenken van den over leden keizer schaadt dan wel zijn eigen roem benadeelt Over de discussiën, Dinsdag in den rjjksdag gevoerd, maken de Engelsche bladen eenige veelzeggende opmerkingen. De Daily Netcs acht Bismarck's verdediging van zijn koloniale poli tiek, die volgens het blad erger gevolgen voor de Engelschen dan voor de Duitschers heeft, zeer zwak. »De Duitsch-vrijzinnigen verdedigden als ware patriotten de eer van hun land tegen een dictatoriale poging. Duitschland, evenals Engeland, is den Duitsch-vrijzinnigen dank verschuldigd voor hun vrijmoedige, mannelijke en eerlijke critiek." De Times oordeelt aldus»De critiek dei- oppositie in den rijksdag schijnt niet van dien aard geweest te zijn, dat zij in het Engelsche parlement als inopportuun of indis creet beschouwd zou zijn. Wanneer vorst Bismarck werkelijk gelooft, dat de critiek van Richter of Bamberger, indien zij door een Engel sche oppositie geoefend werd, voor niet vader- derlandslievend zou verklaard worden, of dat de door hem aangenomen spreektoon sic volo sic fubeo zonder protest bij een Engelsch minister zou geduld worden, zoo moet hij nog veel leeren over den geest van Engelsche instellin gen en de stemming vaneen Engelsch parlement". Op deze onaf hankeljjke meening der Engel sche pers zal de rijkskanselier ongetwijfeld met even groote minachting neerzien als op elke an dere zelfstandige beoordeeling van zijn politiek. De Duitsche Reichsanzeiger bevat de,op bevel des keizers en op voorstel van den rijks-kanselier openbaar gemaakte akte van beschuldiging in zake dr Geffcken, ten einde de regeeringen en de ingezetenen van het rijk in de gelegenheid te stellen een eigen oordeel te vormen over de handelwjjze van het openbaar ministerie en het rijks gerechtshof. Uit deze akte blijkt, dat Geffcken zijn mededeelingen getrokken heeft uit een omstreeks 700 bladzijden tellend dagboek, dat hem in Maart 1873 door den toenmaligen kroonprins ter leen was afgestaan; dat hij geenerlei machtiging bezat tot open baarmaking en ook de kroonprins zelf de open baarmaking eerst na verloop van geruimen tijd dienstig geacht heeft. Verder blijkt uit deze aktedat de proclamaties van keizer Friedrich, bij zijne troonsbestijging, van 12 Maart 1888, door Geffcken opgesteld waren, en wel reeds in Juni 1885, toen keizer Wil helm te Ems een ernstigen aanval van be zwijming had. Verschillende plaatsen uit het dagboek wor den aangehaald om te bewijzen, dat de open baarmaking voor het welzijn van het rijk nadeelig was, met name de zinsneden betrekke lijk hetgeen door keizer Frederik over de constitutie van het Duitsche rijk en de Zuid- Duitsche hoven geschreven wordt, waardoor nu nog de goede betrekkingen met de bedoelde hoven hadden kunnen lijden. Uit de rapporten van de Duitsche gezanten te Parijs en St. Petersburg was gebleken, dat de openbaarmaking tevens nadeelig had kunnen werken op de betrekkingen met het buiten land. De intransigenten in hot Vaticaan had den reeds getracht munt te slaan uit het dagboek, gelijk de Duitsche gezant bij den Heiligen stoel almede gerapporteerd heeft. Tegenover Rusland konden de nadeelen voor het rijk voortspruiten uit hetgeen de kroonprins verklaard heeft omtrent Ruslands losmaking van het Parjjsche tractaat, voor wat de onzijdigheid der Zwarte zee aangaat. Tegenover Enge land was gevaarlijk hetgeen de kroonprins ge- Elsie antwoordde niet terstond. Zij legd haar elleboog op de tafel, sloeg de handen in elkaar en het hoofd op de ineengestrengelde vingers latende rusten, zei zij heel langzaam «Neen, ik zou van daag niet kunnen zingen ik zou mij niet goed kunnen houden ik zou gaan schreien het is beter dat ik het niet probeer." »Dan zal ik het u niet vragen maar wanneer zou ik uw vader kunnen zien «Hjj zal stellig bij u komen. Ik weet niet of hij thuis komt eten, anders zou ik u vragen om te blijven." «Dank n, dat genoegen- zullen wij voor latei- bewaren. Ik logeer zooals gewoonlijk in het Wagram hotel en heb brieven te schrijven, die mjj morgen tot na elf uur thuis zullen doen blijvenwanneer kapitein Lambert dus voor dien tijd komt, vindt hij mij zeker." «Ik zal het hem zeggen." Toen wist Glynn dat hij moest weggaan maar hij kon zich nog niet losrukken. Dit gezellige praatje was zoo heerlijk het was zoo verrukkelijk om te zien hoe haar bleek ge zichtje onder het spreken verlevendigd was. Zeker haar kalme houding te midden van haar neerslachtigheid en onrust, benam hem alle gelegenheid om zich diets te maken dat hij eenigen indruk op haar hart of op haar ver beelding gemaakt had, In zoover was alles zooals het behoorde, zij behandelde hem gelijk een vriend, een fatsoenlijk man, in wien zij zegd heeft aangaande eene in de Duitsche politiek bestaande vijandelijke strooming tegen dat land. Tfn aanzien van Luxemburg en de mogendheden, die de onzijdigheid van dat ge bied gewaarborgd hebben, konden insgelijks de verklaringen van den kroonprins schadelijk werken. Bismarck toch zou van Thiers ver langd hebben, dat hij Luxemburg aan Duitsch land verschafte. Hetgeen omtrent België be weerd wordt, kon op koning Leopold den indruk maken, alsof hij Duitschland te zeer en te openlijk begunstigde. Daardoor kon de koning in verzoeking komen voorzichtiger en terug houdender jegens Duitschland te zijn, wat de akte van beschuldiging zocht te bewijzen uit een rapport van den Duitschen gezant. Verder wordt allerlei aangevoerd ten be wijze van de eerzucht en eigenliefde van den beschuldigde, die zeer goed geweten heeft, welke gevolgen de openbaarmaking van het dagboek zou hebben en wiens streven het alleen was de staatkunde van het rijk in minachting te brengen en den rijkskanselier te benadeelen. Aan de Pol. Korr. te IVeenen, een orgaan dat door de verschillende regeeringen voor officieuse uitlatingen wordt gebruikt, wordt uit St. Petersburg geschreven, dat de sympathie, welke sir Robert Morier in de diplomatieke wereld en in politieke kringen te St. Peters burg te beurt valt, nog vermeerderd is sedert de aanvallen der Duitsche officieuse pers op den Britschen diplomaat. De Russische bladen hebben zich strenge terughoudendheid in deze zaak ten plicht gesteld, om niet den waren leider of de ware leiders van dien veldtocht op de vingers te tikken. De artikelen der Köln. Ztg. hebben echter diepe verontwaardiging in Rus sische kringen gewekt. Ieder beijvert zich om sir Robert te bewijzen, dat deze aanvallen in geenen deele zijn positie benadeeld hebben, terwijl men hoopt, datdeBrit- sche regeering, toegevend aan een gerechtvaar digde gevoeligheid, haar vertegenwoordiger bij het Russische hof een bewijs zal schenken, dat sir Robert meer dan ooit het vertrouwen van het Foreign ojfi.ee waardig is. Keizerin Frederik bevindt zich sedert eenige dagen te Sandringham, het landgoed van den prins van Wales. Naar de Sunday Times verneemt, wordt aldaar eerstdaags ook verwacht lord Salisbury om te beraadslagen over de onderhandelingen met den keizer van Duitschland over de toekomstige verblijfplaats zijner moeder, de Princess Royal of England. Verder worden nog de Duitsche gezant, graaf Haltzfeldt en de Grieksche gezant op Sandring ham verwacht. Er is sprake van dat keizerin Frederik met haar moeder naar Biaritz zal gaan. Voorloopig schijnt zij nog niet in Duitschland terug te keeren. Onlangs werd gemeld, dat den vrjj-kozak Atchinoff door de Russische overheid verboden was met zijn expeditie uit de haven van Odessa naar Abyssinië te vertrekken. Volgens een latere mededeeling is een Oostenrijksch stoom schip, met den vrij-kozak Atchinoff en een aantal andere kozakken aan boord, den 14 11. Jeddah gepasseerd. Een Italiaansche kanonneer boot volgt het Oostenrijk sch vaartuig, dat, naar men gelooft, voor een haven in de Roode zee bestemd is. Te Brussel is een brief van Stanley aan zijn «goeden vriend Tippoo Tib" ontvangen gedateerd Boma van Banalya Murenia, 17 Au gustus 1888. Zelf was Stanley toen goed ge zond en had ook Emin pacha in goeden welstand aan het Albert-meer aangetroffen en weder verlaten. Uit Bloemfontein wordt gemeld, dat de volksraad den president van den Vrijstaat ge machtigd heeft, tolovereenkomsten te sluiten met de Engelsche koloniën aan de Zuid-Afri- kaansche kust. De eigenaar van een groot restaurant te Parijs ontvangt een visitekaart van Boulanger, met uitnoodiging op dat en dat uur zich te bevinden in de woning van den generaal. De goede man denkt, dat er sprake is van een bankethij overlegt, welke spijzen hij den can- didaat zal voorzetten en heeft reeds een keuze van menu's voorhanden, waaruit hij den dappe ren generaal zal laten kiezen. Te bestemder ure is hij aan diens hotel tegenwoordig, vijf of zes personen bevinden zich in de antichambre, een journalist, een Fransche prins en twee of drie andere restaurateurs uit Parjjs. vertrouwen mocht stellenmeer niet. Na nog een poosje over de boeken, die Glynn haar geleend had, gesproken te hebben, gaf zij nogmaals haar wensch te kennen om Parijs te verlaten en het landgoed, waar zij hare kinderjaren had doorgebracht, terug te zien en toen ook dit onderwerp afgehandeld was, voelde Glynn dat hij niet langer mocht blijven. Blij ft gij een poosje te Parijs?" vroeg zij, hem de hand tot afscheid reikende. -— »Een paar weken, misschien een maand; ik weet het nog niet." «Goeden morgen dan en au revoir Het overige gedeelte van dien dag was vreemd en aan een droom geljjk. Hij doolde langs bekende plaatsen, zocht afleiding voor zijne eigen gedachten, maar vond die nergens tot dat hij om zes uur langs Tortoni komende, eensklaps tegenover Deering stond, die aan een klein rond tafeltje ijs zat te eten. «Hola, Glynn Ik dacht dat gij in Londen waart «Zooals gij ziet, ben ik te Parijs Wanneer zijt gij gekomen «Van morgen." Er volgde een alledaagsch gesprek en uit den toon van Deering bleek zeer duidelijk dat hij wenschte beleefd en vriendelijk te zijn. Glynn besloot terstond om hier op in te gaandaar hij langs dien weg misschien iets zou kunnen ontdekken van het geheim, dat aan zijn kennis met Lambert ten grondslag lag en aangaande »A ha, denkt onze man, de generaal wil ons een wedloop laten doen". Altijd nog rekenend en in gedachte fijne schotels bereidend, staat de heer X eindelijk voor Boulanger. Met een plechtigen aanloop houdt deze den «kiezer" een voordracht over zijn burgerplichten, hem verzekerend dat geheel Europa zijn oogen op de kiezers van Parijs gevestigd houdt. Hoewel voor zich zelf over tuigd dat hij verkozen zal worden, dringt hij bij den heer X aan, dat deze zijn invloed in zijn wijk zal aanwenden om den generaal een verpletterende meerderheid te verschaffen. Har telijk de beide handen van X drukkend neemt Boulanger afscheid van zijn bezoeker. In de wachtkamer teruggekomen ziet de heer X. hier nog zijn beide confrères zitten, geduldig wachtend. Onwillekeurig glimlacht hij bij de gedachte aan de teleurstelling, die hun daar binnen bereid is. Hij kan het echter niet van zich verkrijgen hen te waarschuwenzelf keerde hij in zijn woning terug ongeveer in den gemoedstoestand van Perrette, nadat zij haal kan met melk had gebroken De vorst der Parijsclie Caricaturist en. Een der grootste humoristen van onzen tijd zoo vertelt een Engelsch journalist woont in de Rue de la Tour te Passy, die schilder achtige en artistieke voorstad van Parijs. Door een slecht verlichte vestibule leidde men mij naar een ruim salon, met Oostersche pracht gemeubelddikke gordijnen en kleeden verhinderden het doordringen van alle geluiden daar buiten, terwijl groote palmboomen en andere tropische planten in de hoeken dei- kamer aan het geheel een Oostersch aanzien gaven de behhgelijke warmte van een verbor gen colorifere, die zich in het vertrek verspreidde, versterkte deze illussie en men dacht zich heel ver van het vrooljjke Parjjs verwijderd. Nauwelijks kon ik mjj voorstellen dat ik juist mjjn rjjtuig in de Avenue Henri Martin verlaten had. Alles wat mij omringde, deed mjj gevoelen, dat ik mij bevond in de woning van een man van smaak, een artist; dit alles moest belmoren aan iemand van ongewoon talent. Ook meende ik dat de eigenaar van dit luxurieus intérieur iemand op leeftijd moest zjjn, die jaren van langdurigen en ingespannen arbeid achter den rug moest hebben, ten laatste op zijn lau weren rustte, en het zich gemakkeljjk maakte in de landeljjke rust te Passy. Stel u mijn verbazing voor, toen er een slank, jong man van omstreeks 27 jaar met een militaire hou ding binnentrad, die mjj op het eerste gezicht voorkwam een Engelschman te zjjn, zoodat ik dan ook verwachtte dat hjj mjj in het Engelsch zou aanspreken. Hjj deed dit niet, maar ont ving mjj met de gewone, koude, vormeljjke beleefdheid der Franschen. In 't begin was hjj wat teruggetrokken, toen ik hem vertelde dat ik gaarne iets omtrent hem zelf en zjjn werk wilde weten, maar hjj ontdooide langzamerhand, toen hij scheen te bemerken dat het niet zoo'n vreeseljjke vuur proef was geïnterviewd te worden. In antwoord op mjjn vraag of hjj werkeljjk Caran d'Ache heette, vertelde hij, dat dit slechts zjjn nom de plume (of crayonwas en dat zjjn ware naam was Emmanuel Poirié. Ik vroeg hem natuurljjk waarom hjj zoo'n zonderlingen naam gekozen had. Hjj deelde mjj daarop mede dat hjj van Fransche ouders afstamde en geboren was te Moskou. Toen hjj zjjn gedwongen 5jarigen militairen dienst in Frankrijk vervulde was hjj in zjjn leegen tjjd voortdurend bezig schetsen te maken. De meeste teekeningen ge tuigden van zjjn humoristischen geesthad hjj ze met zjjn naam onderteekend, ze zouden hem in menige moeilijkheid gebracht hebben, Ca- randache, het Russische woord voor »potlood", was naar zjjn meening zeer geschikt voor onder- teekening. Dit eenvoudig woord is daarna een beroemde naam geworden. «Mjjn eerste succes vertelde hjj be haalde ik in den dienst; het moge waar zjjn, dat ik humorist ben, mjjn eerzucht prikkelde mjj altjjd om een schilder van militaire onder werpen te wordenja, ware ik geen artist geweest, dan zou ik voorgoed dienst in het leger hebben genomen. «Als gjj met mij medegaat en mjjn studies bekjjkt, zult gjj zien hce het leger en alles wat hiertoe behoort mjjn sympathie opwekt." Kier den invloed, dien hjj op dezen scheen te oefeuen. Hjj kon het echter niet over zich verkrijgen om een uitnoodiging voor een diner aan te nemen, ofschoon hjj er in toe stemde om j met hem samen te gaan eten in een van die weelderige café's, waaraan de hoofdstad der genoegens zoo rjjk is. Deering praatte veel, vooral over politiek, hjj sprak ook over zjjn vrouw en zjjn landgoed en drong er op aan dat Glynn tegen den twaalfden Augustus te Denhans zou komen om te jagen. Eerst toen zjj van tafel opgestaan waren en hunne sigaren opstaken gewaagde Deering van het onderwerp dat hun bljjkbaar alle beiden het meest vervulde. «Gjj hebt Lambert zeker nog niet gezien?" »Neen, nog niet". «Het is een rare vent een raadsel achtig wezen. Ik heb hem onder een anderen naam gekend, in vrjj twijfelachtige omstandig heden en ik vrees dat hjj niet zeer solide in zijne financiën zit, hij is een echte avonturier. Een leelijk geval voor de dochter, en dat is een heel lief meisje. Ik zou wel eens willen weten, waar hjj haar van daan heeft gehaald, want men kan toch niet aannemen dat zjj zjjn eigen dochter is." (Wordt vervolgd.) op geleidde hjj mjj naar boven in èen groot ver trek, dat hjj zjjn werkkamer noemde. Iletwas eigenlijk een soort van arsenaal of militair museum. Rond de muren waren planken waarop men helmen, képis en beerenhuiden vond verder had men rekken met zwaarden en geweren, tropheeën van vlaggen en andere oorlogszaken, wat aan de ramen meer het aanzien van een krjjgszaal dan van de studeerkamer van een Caricaturist schonk. »Ik ben nu op het oogenblik bezig", zeide de heer Caran d'Ache, «aan een serie van dertig groote stukken, die militaire onderwer pen behandelen, en die ik mjj voorstel, als zjj gereed zjjn, tentoon te stellen te Parjjs, maar niet in den Salon", voegde hjj er glimlachend aan toe. Vier van deze stukken toonde hij mij, in één kleur geschilderd, en alhoewel niet van bijzondere kunstwaarde toch verrassend van opvatting en uitvoering. «Gelooft gjj niet", vroeg ik hem, »dat, als een kunstenaar een richting gekozen heeft, hjj ook in die richting moet voortgaan Het antwoord was zeer karakteristiek voor dit veel- zijdig genie. »Ik geloof", antwoordde hjj, »dat een kunstenaar niet gebonden is door dit of dat werk, omdat het het hem makkelijker afgaat; il doit faire de tout; het is eigenljjk de eenige kans om de verschillende gaven van zijn talent te ontdekken, die hij nooit zou vinden als hjj maar altjjd in het spoor bleef loopen, dat het toeval hem aanwees". Ook vertelde hjj mjj dat hjj nooit een leermeester had gehad al wat lijj van teekenen wist had hjj aan zjjn natuurljjken aanleg en zjjn scherpe opmerkingsgave te danken. Nooit oordeelde hjj het noodig een model voor zjjn werk te nemen, zelfs niet voor zijn paarden, die uit stekend van vorm en teekening waren. Wat hjj ook teekende, menschen of dieren, in welke lastige houding ook, de teekening moest volgens hem als bjj instinct ontstaan. Evenals een blind musicus de juiste toetsen op een piano weet aan te slaan. De tafel was zóó bedekt met schetsen, afge maakte teekeningen en door hem geïllusteerde werken alsof hij geen minuut verloren had laten gaan, sedert hij deze kunst beoefende. Op mjjn vraag hoeveel uren hij per dag werkte, ant woordde hij«Ik ben ongelukkig een beetje lui en begin niet vroeg in den morgen." Aan den muur hingen eenige van de voornaamste Kerstmisnommers van Engelsche tijdschriften, wat mjj aanleiding gaf zjjn opinie over de Engelsche kunst te vragen. Hjj scheen goed op de hoogte van het werk onzer voornaamste medewerkers aan de geïllu streerde bladen. De teekeningen van Punch prees hjj in 't algemeen; het meest had hjj op met Linley Sambourne, wiens schetsen hjj als van klassieke schoonheid roemde. «En hoe denkt gij over Harry Fnrniss vroeg ik hem Je ne Vaime pas autantil a le talent trap facile", gaf hij ten antwoord. Het zou mjj bepaald onmogeljjk zjjn een vierde van al de vreemde schetsen, door Caran d'Ache gemaakt en die hij mjj liet zien, te beschrijvensommige waren zóó geestig, dat ik hem zjjn buitengewone gave om te vermaken benjjdde. Hjj vertelde mjj dat hjj aan den prins en de prinses van WaleB was voorgesteld, toen zjj in April te Parjjs waren en dat de prins hem dringend uitgenoodigd had naar Londen te komen. De grootvorst en grootvorstin Vladi mir van Rusland brachten hem eveneens in zjjn atelier een bezoek, en de grootvorst was zoo verrukt over hetgeen hjj zag dat hjj den kunstenaar zjjn »hooge bescherming" beloofde, wanneer hjj zich in Rusland metterwoon wilde vestigen. Bjj den heer M. van Boven alhier is nog ontvangen voor de armen van Westkapelle van P. 2. Middelburg, 17 Jan. De aanvoer was rede- Ijjk, maar van jarige tarwe en bruine boonen klein. Jarige Walchersche tarwe is prijshou dend gekocht van ƒ8.50, f 8,60 tot 8.75 nieuwe dito in de beste kwaliteit 6.75 tot ƒ6.90 geringe met weinig begeerte 5.90 a 6 rogge, 25 cent lager, 5.15 a 5.25 wintergerst, goed prijshoudend, 5.20 a 5.30; zomergerst, onveranderd met vraag, 4.40 a 4.50 betaaldde hardste witte boonen zeer weinig gevraagd en ƒ1 lagergenoteerd ƒ11.75 a ƒ12; dito boonen, 50 cent lager, ƒ13.50 a ƒ13.75; paardenboonen gevraagd en 6 betaaldplatte- of tuinboonen 5.50 a ƒ5.75; groene kookerwten onveranderd ƒ8.50 a 8.75winterkoolzaad opgeruimd; droog zomerzaad tot J 11.50 aangeboden.' Raapolie ƒ33.patentolie ƒ35.en lijn olie 23.per vat op 6 w., contant ƒ1. korting. Raapkoeken 100 per 1040 stuks ljjnkoeken zachte 12, harde 10 per 104 stuks. Boter —.90 a ƒ1.per kilo. Eieren ƒ4. Petrolevim-noteeringen van de make laars Cantzlaar Sckalkwijk. Rotterdam, 16 Jan. Loco -. Tankfust 9,15 en Geïmporteerd fust Van boord bjj lossing Januari-levering Februari-levering/ Maart-levering f April-le vering ,- -; Mei-levering Juni- levering Juli-levermg Augus tus-levering fSeptember-levering 8,15 October-levering 8,15 November-levering ƒ8,15 en December-levering ƒ8,15. Zeilend Aflading f Alles vrjjbljjvend. De markt was heden flauw.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1889 | | pagina 3