N°.
132e Jaargang.
1889,
Dinsdag
15 Januari.
De eenwig dnrende strijd.
Deze courant verschijnt d a g e 1 ij k s
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco f 2.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 cent.
Advertentiën20 cent per regel. Bij abonnement lager.
Geboorte-, Trouw-, Dood-, en andere familieberichten met de daarop
betrekking hebbende dankbetuigingen; van 17 regels 1.50;
iedere regel meer ƒ0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
BEKENDMAKINGEN.
Middelburg 14 Januari.
MIDRELRlIRGSÖffi (1)1 RIM
Tlierm «ki> eter.
Middelburg 14 Jan. vm. 8 u. 33 gr.
m. 12 u. 34 gr. av. 4 u. 33 gr. F.
VerwachtO. wind-
Agenten te VlissingenP. G. de Vey Mestdagh Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: F. v. d. Peul, te Zierikzee: A. C. de Moou en te Tholen W. A. van
Nieuwenhuijzen. Verder worden door alle postkantoren en "boekhandelaren abonnementen en advertentiën aangenomen, en nemen ook het algemeen advertentie
bureau van Nijgh Van Ditmwr te Rotterdam, en de firma B. van dek Kaup te Groningen, voor de Noordelijke provinciën, annonces aan.Hoofdagenten voor het
Buitenland: te Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daure Cie., John F. Jones, opvolger, voor België A. Grosjean Co. te Brussel.
Advertentiën
moeten des namiddags te een uur
aan het bureau bezorgd zijn, willen
zij des avonds nog worden opgenomen.
GEMEENTERAAD.
De burgemeester van Middelburg maakt be
kend dat op Woensdag den 16 Januari 1889,
des namiddags te 3 uren, een .openbare zitting
van den gemeenteraad zal plaats hebben.
Middelburg, den 14 Januari 1889.
De burgemeester voornoemd,
SCHORER.
n.
(Slot).
De aanval, door het raadslid Van Ogtrop
tegen prof. [Spruyt gericht, vond weinig of
geen sympathie in het achtbaar college van
Neerland's hoofdstad. Alleen de wethouder
van openbare werken sprak, naar aanleiding
daarvan, iets wat op eene vermaning geleek
aan het adres van „de hoogleeraren en over
het algemeen alle ambtenaren" om toch
vooral geen tweedracht te zaaieneen even
algemeen als groot woord dat, zonder nadere
opheldering, geen doel kan treffen.
De lieer Ilovy, het bekende anti-revolu-
tionnaire raadslid, sprak zich in deze kwestie
niet bepaald uit, wat voor hem ook bijzon
der moeilijk was, daar hij zich in deze ge
plaatst zag tusschen zijn vriend jhr mr
A. F. de Savornin Lobman, van 1875, raads
heer in het hof van Noord-Brabant; en
jhr mr A. F. de Savornin Lobman van 1888,
lid der Tweede kamer, leider der anti-revo-
lutionnaire partij en bondgenoot van dr
Schaepman.
Bij wien van die twee zich aan te sluiten
Zie dat was een hoogst moeilijk geval
voor een man als de heer Hovy.
Waar de Goesche afgevaardigde zelf door
woord en daad zijn verleden verloochent,
daar zou het van zijn vrienden hoogst
onvoorzichtig en tegen het belang der partij
wezen zoo zij niet meegingen op dien weg
der verloochening of door hun protest den
tegenwoordigen heer De Savornin Lobman
in een moeilijk parket brachten.
Opnieuw komt hierbij dus aan het licht,
welk een treurige, beginsellooze en onzede
lijke rol gespeeld moet worden door een
partij, die uit politieke berekening zich aan
sloot bij de ultra-katholieke fractie; en des te
gunstiger steekt daarbij af het ferme woord
van een man als professor Spruyt.
Te eigenaardiger is de aanval, tegen dezen
gericht, als men weet dat hij een paar jaar
geleden voor zijn z. g. „bijdraaien" van
liberale zijde heel wat harde verwijten heeft
moeten hooren, terwijl hij tevens behoort tot
hen die de betrekkelijke rechtmatigheid
der grieven van katholieken en anti-revolu-
tionnairen tegen de liberale schoolwet politiek
openlijk erkenden, en met kracht op wijziging
van art. 194 aandrongen. Bovendien ver
klaarde dezelfde hoogleeraar eenmaal geen
bezwaar te hebben tegen de keuze van des
noods vijftig katholieke afgevaardigden, mits
zij niet medegaan met de ultramontaanscbe
politiek; en was hij de man, die indertijd
meewerkte aan de verkiezing van den heer
Van Ogtrop als raadslid. Dit alles mocht
natuurlijk niet wegen, nu prof. Spruyt zoo
stout den strijd tegen de ultra's onder de
katholieken had aangebonden.
Zijn open brief aan het raadslid, dat hem
had aangevallen, vond weinig openlijke be
strijding. De heer Van Ogtrop zelf zweeg
wat al geen bewijs ons toeschijnt van kracht
en vastheid van overtuiging dat hij met zijn
aanval op den hoogleeraar het recht aan
zijn zijde had. Eenige bedekte hatelijke
pogingen om den heer Spruyt als hoogleeraar
in discrediet te brengen en zijne onpartij
digheid in die betrekking in een verdacht
licht te stellen waren de gewone gevolgen
voor zijn recht om als vrij man zijn meening
te uiten. Gelukkig bleef echter een katho
liek student niet achter om voor de eer en
den goeden naam van prof. Spruyt op te
komen.
Alleen de Tijd bestreed in 't kort de ver
dediging van den Amsterdamschen hooglee
raar en dit gaf dezen aanleiding om bij den
tweeden druk aan zijn open brief een naschrift
te voegen, waarin lij opkomt tegen de critiek
van het katholieke blad, zijn standpunt tegen
over de ultramontanen handhaaft en nader
ontvouwt dat hunne eischen door de meeste
Nederlandsche katholieken nooit ingewilligd
zijn.
»En dat wel" zoo schrjft prof. Spruyt
aan het slot van het naschrift »om de voor
de hand liggende reden, dat zij ze nimmer
hebben vernomen. Hun geestelijke leidslieden
hebben nooit de rondborstige taal van Manning
doen hooren. Zij zjjn er steeds op uit geweest
de beteekenis der ongehoorde eischen, die Pins
IX stelde en waaraan het concilie na langen
tegenstand toegaf, zooveel mogeljk te verklei
nen. Nooit heeft men bun door een duidelijk
voorbeeld getoond, hoe moeiljk het is zoowel
een ijverig pauselijk partijganger als een goed
vaderlander te wezen. Trachten wj deze leemte
aan te vullen.
»Stel dat Leo XIII zijne geloovigen ten kruis
tocht oproeptdat hij verlangt dat- z j hem
gewapenderhand zullen helpen bij de herwin
ning zijner wereldljke macht. Wie zegt dat
eene dergeljke oproeping ondenkbaar is, ver
valt in een der door den Syllabus veroordeelde
dwalingen. Immers, de 24e der aldaar opge
noemde dwalingen luidt:
*De kerk heeft niet het vermogen stoffelijk
geweld te gebruiken en volstrekt geen middellijke
of onmiddellijke tijdelijke macht
»Hierbij wordt voor de kerk het recht om
geweld van wapenen te gebruiken opzettelijk
geëischt. De paus heeft alleen maar, bewe
rende dat kj ex cathedra spreekt over het ge
loof, of wel zich beroepende op de onbepaalde
macht ten aanzien van het bestuur der kerk,
tot wier welvaart zijne wereldljke macht noodig
zal z jn, tot ^gewetensplicht" te maken dat ieder
Christen zjne wereldljke doeleinden metter
daad bevorderen zal.
>Wat zou onder die omstandigheden de
plicht zjn van geloovige katholieken, die leden
z jn van onzen ministerraad
»ZuIlen wj eenige waarde mogen hechten
aan de immers tjdeljke belangen van
het vaderland, als bun eeuwig welzijn en dat
dor kerk op het spel staat Moeten z j niet,
ondanks al hun vaderlandsliefde, verklaren
Hoeveel het ons ook moge kosten het bestaan
van het vaderland in de waagschaal te stellen
ter wille van eene zaak, waarmede de meer
derheid der staatsburgers niets te maken heeft,
onze eerste plicht is den paus te gehoorzamen,
al zou het vaderland daarbj te gronde gaan
»Aan eene dergeljke mogelijkheid hebben
onze katholieke landgenooten tot dusverre
weinig of niet gedacht. Overtuigd, en terecht
overtuigd van kune warme vaderlandsliefde,
werpen zj het denkbeeld, dat zj in eenig geval
tegen bun vaderland partj zouden moeten
trekken, als een onmogeljke hersenschim van
zich. De belangen van den paus en die van
het vaderland moeten naar hunne meening
altijd samengaan wie de eene dient, die werkt
ook voor de andereiets wat zonder tw jfel in
veel gevallen doorgaat. Zoolang zj nu leven
in de overtuiging dat een botsing tusschen die
belangen niet mogeljk is, mag men hen geen
ultramontanen noemen. Zj zjn geloovige
katholieken, wier verbeeldingskracht niet leven
dig genoeg, of wier geschiedkundige kennis te
beperkt is om de gevallen te denken, waarin
hun vaderlandsliefde de vuurproef zou moeten
doorstaan.
*De ultramontaan daarentegen is de ver
klaarde aanhanger eener staatkunde, dieweldege-
ljk de oppermacht der pausen over alle staten wil
vestigen, en die bereid is aan dit ideaal de
tjdeljke welvaart vau zjn volk ten offer te
brengen. Hj is een vaderlandsloos man, een
wereldburger, evenals de socialist en de anar
chist. Hj is dat, omdat hj meent een booger
ideaal te kennen dan het welzjn van het volk,
waartoe hj door het toeval zjner geboorte be
hoort.
»Het komt niet bj mij op hem om die reden
te veroordeelen er zjn nog andere idealen dan
het heil van het vaderland. Ik duid hem niet
eens ten kwade dat ons vaderland bj zjne
politieke berekeningen een groote rol speelt.
Welk een triomf was bet uit het kettersehe
Nederland bonderden zouaven naar Rome te
zien optrekken ter verdediging van 's pausen
wereldljke machtEn hoeveel grooter triomf
zou het zjn als uit datzelfde Nederland de
beweging kon uitgaan, die tot herstel van die
wereldljke macht leiddeWat deert het den
ultramontaan dat Nederland daarbj wellicht
in groot gevaar komt Dat land kan onmogeljk
groote sympathie bj hem wekken, want wat
in onze oogen Neerland's eerekroon is, zjne
vroegt jdige erkenning en krachtige handhaving
van gewetensvrijheid, is immers voor den ultra
montaan eene verfoeilijke", eene »doemwaar-
dige" handelwjze.
»Wj protestanten mogen daarom den ultra-
montaanschen leiders te Rome niet euvel dui
den, dat zj er met alle macht naar streven
ons vaderland in eene richting voort te drj ven,
die wj verkeerd achten. Maar wel mogen wj
ons beklagen, dat zj niet openlfik voor hunne
bedoelingen uitkomen. Hunne kracht ligt in
de slinksche wegen, .waarlangs zj op bun doel
afgaan. Daardoor sleepen zj zooveel brave
katholieken mede, die zich verontwaardigd
zouden afwenden, als zj wisten wat de Ro-
meinsche Curie in het schild voert. Daardoor
halen zj zelfs protestanten over hunne zaak
te dienen. Niet slechts vrijzinnige protestan
ten, die, uit den aard der zaak zeer verdraag
zaam, ook meegaande zjn tegenover Rome,
vergetend dat Rome uit beginsel onverdraag
zaam is en kettervervolging eischt. Maar zelfs
onze Calvinisten, de geestverwanten der stoere
rondhoofden van Cromwell, het nageslacht van
vaderen, die de litteekens van Rome's bloedige
tyrannie op bet lichaam droegen, zelfs zj laten
de ultramontanen begaan, alsof er geen gevaar
dreigde. Hoe lang nog
»Wat de ware bedoelingen der ultramon
taanscbe politiek zjn, ontdekt alleen de ge-
scbiedvorscker, die de daden jder pausen met
hunne woorden vergeljkt en de verhandelingen
der concilie's nauwkeurig bestudeert. Ook
daarin wordt de volle waarheid niet medege
deeld maar door den onoprechten stjl heen
ziet men den onoprechten mensch, die ter sluiks
op zjn doel afgaat. Maar als de geloovigen
worden toegesproken door hun Herders, dan
zijn de scherpe nagels gewoonlijk min of meer,
en dikwijls geheel teruggetrokken. Dan is de
kerk de staat der vr jheid, de staat des vredes
Eleutheropolis, Irenopolis. Hoe konden de zoo
zwaar vervolgde Spaansche Joden, de Maranen,
die op 22 April 1593, en de Engelsche Puri
teinen, die enkele weken later te Amster
dam eindeljk voor hun voet de rust vonden,
die hun overal elders geweigerd werd, zulke
eerenamen geven aan het kettersehe Amster
dam Waarom gingen die verdwaasde lieden
niet naar Rome, waar de geniale Giordano
Bruno op 17 Februari 1600 de vrijheid en den
vrede vond, die de paus destjds den ketters
unde, den dood op den brandstapel
»Hoog boven den strijd der staatkundige
partjen staan de eeuwige eischen van eerlijk-
heid, waarheid en oprechtheid,
tdie overal
ontfangen zijnals hemelval,
en Oodt den Vader, anders geen',
voor oirsprong kennendaer niet een
der sterfelijcken deel aen liadt:
daer lijt noch ouderdom op vat'.
»Die eischen maken het voor ieder mensoh
gewetensplicht" de arglist, de geveinsdheid,
de sluwheid der ultramontaansche staatkunde
te veroordeelen. Geen onfeilbare paus kan door
zjn machtwoord wjzigingen brengen in dat
gene, wat hooger staat dan de tjdeljke en
veranderljke wereld, wier bestanddeelen als
rook en damp vervliegen, en waarin w j, zwakke
en dwalende menschen, voorbjgaan als scha
duwen aan een wand van heelden in een droom."
Tegen deze redeneering kwam, wat niet
te verwonderen was, de Tijd spoedig met
alle kracht op; en geschiedde de bestrijding
van dit blad bij de eerste verschijning van
prof. Spruyt's brochure wel niet vriendelijk
maar toch op den gewonen welwillenden
toon, dien wij van dat hoofdorgaan der
katholieken gewoon zijn, de beschouwing,
door zijn redactie gewijd aan het naschrift
van prof. Spruyt's Open briefmaakte hierop
een minder gunstige uitzondering.
Die redactie viel uit haar gewonen fijnen
schrijftrant; zij drong niet, zooals wij dit van
haar gewoon zijn, diep door in de kwestie, maar
maakte zich met algemeenheden ervan af,
en bekende dit zelf door de openhartige
verklaring, dat zij zich niet zou laten ver
leiden „tot een meer serieuze, een dieper
gaande bestrijding van 's heeren Spruyt's
brochure."
Waarom niet vragen wij op onze beurt.
Was het woord van dien hoogleeraar geen
ernstig antwoord waardig?
Of raakte hij door zijn betoog een teere
plek aansloeg zijn aanval een diepe wonde,
en wist men daarom niet beter te doen dan
zich met groote woorden uit een lastige
positie te redden
Naar ons gevoelen verdienen de ernstige
woorden van prof. Spruyt daarom des te
Dat is eeuwen zoo geweest en zal eeuwen
zoo blijven.
En willen zij, die met eerbiediging
van elks godsdienstige overtuiging steeds
strijden tegen overheerscliing op geestelijk
gebied; die er zich tegen verzetten dat het
welzijn van landen en volken kome onder
de macht van eene kerkelijke partij, welke
ook, den moed blijveu behouden en niet
wanhopen, dan is het noodig dat zich nu en
dan stemmen verheffen, zooals die van prof.
Spruyt.
Het wereldburgerschap heeft ook voor ons
zijne bekoorlijke zijde, omdat het bevorder
lijk kan zijn aan de verbroedering van alle
volkeren, het opheffen van de slagboomen,
die hen thans scheiden, het verhoogen der
kansen voor den vrede en vermindering van
den zwaren druk der uitgaven voor het leger
Dat is ons ideaal. Maar daarmee is
nauw verbonden de verheffing der volkeren
door geestesvrijheid en ontwikkeling.
Stelt de ultramontaan daartegenover zijn
ideaal, meent hij dat er geen geluk te vinden
is zonder dat men zich buigt aan de voeten
van bet hoofd zijner kerk, hem zij hot over
gelaten daarvoor te strijden.
Zijn macht is grootwij weten het.
Zijn strijdmiddelen zijn vele; wij erkennen
het.
Maar ook de kracht van het volk is niet
gering te achtenvan het volk dat ook hem
dwong naar zijn belangen te luisteren en dat
meer en meer hem zijn macht zal doen gevoelen.
En naast dat volk, tegenover den ultra
montaan, staan zoovele anderen die met het
Vaticaan geen rekening te houden hebben
en wier welzijn evenzeer bevorderd dient te
worden als dat der katholieken.
Zij, die daarvoor oog en oor hebben, die
algemeen volksgeluk hooger stellen dan den
bloei van een kerkgenootschapdie den
eeuwigdurenden strijd tegen het clericalisme
met al zijn gevaren maar tevens met zijn
ernstige noodzakelijkheid kennen, zullen zich
ongetwijfeld door het mannelijk woord van
prof. Spruyt aangemoedigd gevoelen tot ver
nieuwde krachtsontwikkeling, tot nieuwen lust
om dien goeden strijd te blijven strijden.
meer, en vooral in deze dagen nu aan alle
kanten de stoutmoedigheid der ultramon
tanen grooter wordt, niet het minst ook in
ons land, overweging en stemmen zij tot
nadenken,
Er zijn er die om politieke doeleinden
met deze machtige partij heulen.
Daar zijn er die uit vrees haar ontzien
en onmachtig zich gevoelen tot verzet.
Tal van goedgeloovige, eerlijke katholieken,
hoe vreedzaam en kalm zij ook zijn, laten
zich onwillekeurig meesleepen zonder dat
zij begrijpen en gevoelen waarheen men hen
voert.
En zij worden daardoor de dupe van zoo
menigen eer-of heerschzuchtige, die zich in
de gelederen der ultramontanen schaart,
Onder het opschriftHet christelijk bewustzijn
bevredigd lezen wij het volgende in het Volks
blad, orgaan van de Vereeniging t. b. v. h.
volksonderwijs.
Van eene zijde, wel in staat om goed te zijn
ingelicht, vernemen wij, dat aan >de levendige
begeerte", welke, volgens de openingsrede dei-
huidige regeering van 1 Mei, de uitslag der
verkiezingen opnieuw had aan het licht ge
bracht, »dat bij de regeling van het volkson
derwijs rekening worde gehouden met het
christelijk bewustzijn van het Nederlandsche
volk", voldoening geschonken zal worden hij
de weldra te wachten herziening van de wet
op het lager onderwijs, door het toekennen van
subsidie aan de bijzondere school, en wel naar
deze methode, dat van rijkswege, zoowel aan
het openbaar als aan het bijzonder onderwijs
eene bijdrage in de kosten zal worden verleend
naar den maatstaf van het aantal onderwij
zers, in elke school werkzaam. Omtrent het
bedrag dier bijdrage noch omtrent de vraag
of aan het toekennen dier bijdrage nog eeni-
gerlei voorwaarde verbonden zal wezen, hetzij
ten aanzien van den omvang van het on
derwijs hetzij met betrekking tot bouw en
inrichting der schoolis ons iets bekend
Maar wel meenen wij daarentegen met zeker
heid te kunnen zeggen, dat ook voor het open
baar onderwijs alleen de kosten van bezoldi
ging van het onderwijzend personeel voor zeker
deel van staatswege aan de gemeentebesturen
vergoed zullen worden, zoodat het tegenwoor
dige art. 45 der wet, omtrent de vaste ver
goeding van 30 pet. voor de onderwijskosten,
zou komen te vervallen".
De Haagsche briefschrijver der Zwolsche Crt-
noemt het bericht omtrent de reis van den
admiraal v. Cappelle naar Het Loo, als verband
houdende met de benoeming van een opperbe
velhebber voor tijd van oorlog, een canard,
's Konings adjudanten zijn nooit de tusschenper-
sonen tusschen Z. M. en de ministers, en degenen
die uit dit bericht opmaakten dat de admiraal
v. C. zelf de aangewezen persoon was voor die
eervolle maar zware taak, verkeerden in vol
komen dwaling.
Volgens een part. bericht uit Berlijn aan de
N. R. Crt. is de Duitsche regeering voornemen»,
tot vermeerdering van het personen- en handels
verkeer met het Oosten, eene rechtstreeksche
spoorwegverbinding te openen tusschen Konstan-
tinopel en Berlijn. Deze zou bepaaldelijk ten
doel hebben, het verkeer van Engeland, waartoe
tot dusver van den Ooster-sneltrein over Parijs
gebruik gemaakt werd, zoo mogelijk op de
Duitsche spoorwegen te leiden, en wel over
Vlissingen. Het is bekend dat de directie der
Fransche spoorwegen, naar aanleiding van de
Duitsche bepalingen op de passen voor Elsasz-
Lotharingen, door middel van den genoemden
sneltrein over Parijs, gepoogd heeft het recht
streeksche expres-verkeer naar het Oosten te
brengenopdeZwitsersche spoorwegen (de Arlberg-
lijn) en aldus Duitschland geheel daarvan uit
te sluiten. De nieuw ontworpen lijn over Buda-
Pesth zou de reis tusschen Londen, Berlijn en
Konstantinopel ongeveer twaalf uren korter
maken. Zij gaat niet over Weenen en bespaart
den reizigers uit Noord-Dnitschland, Nederland
en Engeland het thans bestaande oponthoud
van eenige uren aldaar.
Men schrijft ons
Ten bewijze dat eene geregelde dienst van
het Vasteland van Europa op Zuid-Afrika reden
van bestaan heeft, kan voorzeker het feit dienen
dat de op het stoomschip Drummond Castle van
de Castle Line, dat den 16en dezer van Londen
vertrekt, alle plaatsen voor 3e klasse passagiers
zijn bezet. Voor le en 2e klasse zijn nog
enkele plaatsen beschikbaar.
Naar wij tevens vernemen zijn voor het
stoomschip Warwick Castle, dat den 24en dezer
van Vlissingen vertrekt, reeds goederen naar
laatstgenoemde plaats onderweg.
De consul van het Duitsche rijk te Vlissin
gen W. Goebel is op zijn verzoek uit den
Duitschen rijksdienst ontslagen. (Vad.)
hebben,
en het
bestuur
om al
Uit Goes wordt ons geschreven
Zal de fabriek hier herbouwd worden of niet,
die vraag houdt velen bezig.
Niet om indiscreet in de overdenkingen der
betrokken firma in te dringen of haar aan te
sporen tot eene openbaarmaking van hare
voornemens, maar uit zuivere belangstelling in
het lot van vele gezinnen, doet men die vraag.
De vrees, dat deze tak van industrie elders
zal gevestigd worden, geeft enkelen correspon
denten van dagbladen mededeelingen in de pen,
die onmiddellijk als voorbarig en onjuist kunnen
worden gequalifieeerd, maar welker bedoeling
alleszins zuiver is, geïnspireerd als ze worden
door medelijden met zoovelen, die plotseling
van elk middel van bestaan zijn beroofd.
Vele overwegingen zullen moeten plaats
eer een definitief besluit is genomen,
zal aan het college van 't dagelijksch
of aan den gemeenteraad niet liggen
die faciliteiten te verleenen, waartoe
men in staat is èn die den wederopbouw kunnen
bevorderen. Er is hier geen sprake van het
verleenen van eenig privelegie, maar van con
currentie. Wanneer de plaats X eenige voor-
deelen aan de firma aanbiedt, hetzij dan van
geschikt terrein of andere, waarom zou dan
Goes b. v. de schepen, voor de fabriek bestemd,
niet kunnen vrijstellen van sas- en havengelden?
Als de groote handelsplaatsen van ons land
en daarbuiten voorgaan door allerlei verlok
kende aanbiedingen elkaar eene vlieg af te
vangen (men denke slechts aan de geschiedenis
van de Bremer Lloyd met het oog op Am
sterdamVlissingen—Antwerpen), dan is er
geen reden waarom kleinere plaatsen zouden
achterblijven in gunstbetooning aan industrieele
ondernemingen.
Liberaal of niet-liberaal doet niets ter zake,
omdat elk raadslid meewerken kan en mee
werken moet om de welvaart der gemeente, d.
der ingezetenen, te bevorderen.
Of de fabriek op hare oude plaats bij het
gasthuis zal worden opgebouwd, of aan de
oostzijde der haven, is den meesten Goesenaars
onverschillig. Hoofdzaak is of zij in deze ge
meente zal blijven.
Zeker is het, dat wij den dag zullen zegenen,
waarop de firma weduwe Kakebeeke Zoon
besluiten zal tot den wederopbouw der fabriek
in deze gemeente, en dat de ingezetenen meer
eden zullen hebben om op dien dag de vlag
uit te steken dan bij menige andere gele
genheid.
Donderdag verleent de minister van
geen audiëntie.
oorlog
Bp kon. besluit is bepaald, dat, met wijziging
van een vroeger besluit, de standplaats van het
kantoor der registratie en domeinen, thans tö