N°. 9.
132e Jaargang.
1889.
Y rijdag
11 Januari.
Rijks-belastingen.
Deze courant verschijnt d a g e 1 ij k s
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco f 2.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 cent.
Advertentiën: 20 cent per regel. Bij abonnement lager.
Geboorte-, Trouw-, Dood-, en andere familieberichten met de daarop
betrekking hebbende dankbetuigingenvan 17 regels 1.50
iedere regel meer ƒ0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
BEKENDMAKINGEN.
Middelburg 10 Januari.
FEUILLETON,
Waarheid, onwaarschijnlijker dan verdichting.
Uit het Engelsch.
Van Mrs ALEXANDER.
LETTEREN EN KUNST.
MIDDELBI III,Sllll (llllilM.
Thermometer. Agenten te VlissingenP. Gr. de Vet Mestdagh Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: F. v. d. Peijl, te ZierikzeeA. C. de Mooij en te TkolenW. A. van Advertentiën
Middelburg 10 Jan. vm. 8 u. 37 gr. Nieuwenüuijzen.Verder worden door alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aangenomen, en nemen ook het algemeen advertentie- moeten des namiddags te een uur
m. 12 u. 41 gr. av. 4 u. 40 gr. F. bureau van Nijgh Van Ditmab. te Rotterdam, en de firma B. van der Kamp te Groningen, voor de Noordelijke provinciën, annonces aan.Hoofdagenten voor het i aan het bureau bezorgd zijn, willen
VerwachtZ. wind. Buitenlandte Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube Cie., John F. Jones, opvolger, voor België A. Gkosjean Co. te Brussel. zij des avonds nog worden opgenomen.
De burgemeester van Middelburg maakt
bekend: dat bij hem ontvangen en aan den ont
vanger der directe belastingen ter invordering
is verzonden het door den provincialen inspec
teur der directe belastingen enz. te Middelburg,
den 8en Januari 1889, invorderbaar verklaarde
kohier der grondbelasting op de gebouwde en
ongebouwde eigendommen, voor het dienstjaar
1889, met uitnoodiging aan ieder, wien zulks
aangaat, om, na bekomen kennisgeving van
zijnen aanslag, ten spoedigste het door hem
verschuldigde te kwijten, met herinnering
tevens, dat de bezwaren, welke dienaangaande
mochten bestaan, binnen drie maanden na
heden behooren te worden ingediend.
Hiervan is heden afkondiging geschied waar
het behoort.
Middelburg, den 9 Januari 1889.
De burgemeester voornoemd,
S C H O R E R.
In het jongste nummer van de Vragen des tijds
worden door dr G. W. Bruinsma de bureau's
tot onderzoek van levensmiddelen behandeld.
Hij wjjst er op dat er een wet bestaat,
waardoor de kooper tegen oneerlijkheid van de
zjjde van den verkooper wordt beschermd, nl.
de wet betreffende de maten, gewichten en
weegwerktuigen. De uitvoering dezer wet kost
veel geld en op de jongste staatsbegrooting is
aan tractementen enz. alleen voor dit doel
f 116100 uitgetrokken.
En waartoe eigenlijk? vraagt de schrijver.
Alleen om de hoeveelheid te controleeren.
Vroeger, toen er minder eenheid bestond in de
stelsels van maten en gewichten, was het
ongetwijfeld een wijze maatregel om preventief
op te treden tegen den onkundigen kooper,
tegenovtr het eigenbelang van den verkooper,
dat maar al te gemakkelijk gelegenheid tot
bedrog zou aangrijpentegenwoordig is echter
toezicht op de hoeveelheid der ontvangen
koopwaar bijna onder bereik van ieder.
Daarbij komt dat deze wet al zeer weinig
consequent wordt doorgezet. Men geeft bijv.
nauwkeurig acht op de lengte der te leveren
koopwaar, maar de breedte laat men vrij.
Flesschen worden geheel naar willekeur ge
maakt enz.
De toestanden voor handel en nijverheid zijn
in den laatsten tijd geheel gewijzigdde hoe
veelheid der koopwaren was vroeger de hoofd
zaak, thans geldt het de hoedanigheid, daar
alle middelen door den verkooper worden ter
hand genomen om zjjn voortbrengsels eeD beter
en aanzienlijker voorkomen te geven. De boe
veelheid heeft bij de beoordeeling der meeste
koopwaren veel van haar waarde verloren, de
hoedanigheid treedt op den voorgrond.
De staat trouwens heeft den eersten stap
reeds op dit terrein gezet door het keuren van
01
TWEEDE HOOFDSTUK.
Met vuur p e 1 e n,
- »Heb ik u te lang laten wachten, vader
lief?" riep Elsie, toen zij eindelijk haar ge-
duldigen ouden heer weer opzocht en op de
bank naast hem neer viel.
»Nu ja, gij zjjt een beetje langer wegge
bleven dan gewoonlijk. Ik heb twee couranten
uitgelezen en een dutje gedaan, maar gij hebt
zeker genoten van de schilderijen, hé?"
>0 ja, heel, heel veel; de heer Glynn
weet er veel van en heeft mij een heele boel
uitgelegd, dat ik niet begreep. Ik heb nog
nooit zooveel aan den salon gehad als dezen
keer. Wilt gij nog eens met ons medegaan,
mijnheer Glynn
>Het zal mij zeer aangenaam zijn" ant
woordde deze met hoffeljjke bedaardheid »maar
ik vrees dat ik over een dag of tien Parijs
Kal moeten verlaten," voegde hij er bij.
»Laat on« dan de volgende week gaan,"
goud- en zilverwerk en door het visiteeren
van den vöorraad in de apotheken. En juist
bij dit laatste zou het minder noodig geacht
kunnen worden, daar men staat tegenover een
klasse van personen, die slechts na een reeks
van examens de toestemming krijgen tot den
verkoop en over 't geheel volstrekt niet behooren
tot een categorie van burgers, die bijzonder
wantrouwen verdienen.
Naar aanleiding van dit een en ander komt
de schrijver tot de stelling, dat de Neder-
landsche staat, uit bijoogmerken in enkele
gevallen toezicht uitoefenende op de hoedanig
heid van koopwaren en jaarlijks een ton gouds
opofferende voor toezicht op de hoeveelheid
der goederen in den handel, minstens een tweede
ton zou kunnen nemen, om den kooper zooveel
mogelijk voor te lichten omtrent de innerlijke
waarde der door hem gekochte waren. Hierbij
verdient nog overweging, dat de staat, door
geld te stempelen, den verkooper de absolute
waarde waarborgt, terwijl de kooper daaren
tegen alleen zekerheid krijgt wat maat en
gewicht betreftvoor 't overige moet hij op
eigen kennis vertrouwen. Gelijke rechten en
gelijke bescherming dienden beiden partijen te
worden toegekend.
In andere landen zjjn hieromtrent reeds lang
voorschriften gegeven, wat de schrijver bewijst
door na te gaan hoe het gesteld is in Engeland,
in Duitschland, Zwitserland, Oostenrijk, België,
Frankrijk enz., om daarna stil te staan bjj de
toestanden hier te lande.
Reeds in 1870 is door de inspecteurs van het
geneeskundig staatstoezicht een ontwerp-reor-
ganisatie voor het onderzoek van levensmiddelen
en een ontwerp-strafwet, daarbij behoorende,
bij de regeering ingediend. Een en ander is
bljjven liggen. Hoofdinhoud van 't ontwerp
was de regeling van het onderzoek der levens
middelen door een of meer leden van den ge
neeskundigen raad. Dit onderzoek zou echter
repressief, niet preventief zijn.
In het nieuwe strafwetboek zijn de bepalingen,
welke in dat ontwerp voorkwamen, in hoofd
zaak opgenomen, bij welke gelegenheid er
echter door wijlen den heer Idserda op gewezen
werd, dat de voorschriften in hoofdzaak een
doode letter zonden blijven, als er van rijks
wege geen gelegenheid werd gegeven om de
verschillende waren te doen onderzoeken. De
minister van justitie, de heer Modderman,
beaamde de juistheid dezer opmerking maai
er is tot heden nog geen spoor van begin te con-
stateeren, zoodat er alle vrees bestaat dat de
evengenoemde wetsbepalingen doode letter zul
len blijven. Wat sedert is gebeurd met de
verontreiniging van anijszaad door dolle kervel
en de invoering van vergiftigde ster-anjjs, be
wijst dat het strafwetboek geen afdoende maat
regelen aan de hand doet, gelijk zulks even
eens bewezen wordt door het nieuwe wetsont
werp op de knoeierijen in den boterhandel.
Ook het resultaat van het onderzoek naar
salicyl in bier, het vorige jaar door de regee
ring uitgelokt, leverde niets op. Wel consta
teerden alle geneeskundige raden het veelvuldig
voorkomen van salicylzuur in bier, maar de
regeering nam geen enkelen maatregel. Zoo
zal het ook wel gaan met de saccharine, met
zei Elsie, zonder zich aan die mededeeling te
storen.
>Heel goed, ma lelie" hernam haar vader
»maar nu moeten wij weghet is zes uur en
ik heb Vincent ten eten gevraagdwij moeten
over zaken spreken."
Elsie zweeg, maar er kwam een droeve uit
drukking op haar sprekend gelaat. »Als gij
zaken te verhandelen hebt, mag ik dan bij
Antoinette gaan eten
O, jou ondeugd gij zijt heuseh onvrien
delijk tegen den armen Vincent, en het is toch
zoo'n goede jongen iedereen houdt van hem,
behalve gij."
»Ik houd niet van hem, en ik zing niet
gaarne voor hem."
»Zie nu eens aan, en hij was toch al een
vriend van uw vader voor dat neen niet
voordat gij geboren waart. Nu, doe zooals gij
wilt. Hé, daar is de oude heerChauvot; dien
moet ik spreken."
Hij liep weg en was weldra in een druk ge
sprek met een dikken Franschman gewikkeld,
stak zijn arm door den zijnen en wandelde met
hem voort, gevolgd door Elsie en Glynn.
»Dus is Vincent een van de vrienden
van uw vader, die geen genade in uwe oogen
vinden. Wat heeft hij misdreven vroeg Glynn.
ïNiets, ik kan geen reden geven voor
mijn afkeermaar hij zit hier," haar hand
op haar hart leggende, »en wil niet weg."
»En ik deel hem met even weinig reden",
hernam Glynn,
het hier en daar gevraagde toezicht op vleesch,
enz.
Trouwens het is, naar dr Bruinsma doet uit
komen, minder door toevoeging van meer of
minder schadelijke of vreemde bestanddeelen
aan de levensmiddelen dat de volksvoeding
lijdt, het geldt hier voornamelijk het wegne
men van sommige deelen, zooals het ontroomen
van melk, het uittrekken van kaneel, het
wegnemen van cacaoboter van de chocolade,
het verdunnen of vermengen met stoffen van
mindere waarde, als chocolade en suiker met
meel, honing met suikerstroop, thee met afge
trokken bladeren, enz. Tegen dergelijke oneer
lijke praktijken staat de gewone kooper onbe
schermd. Wil de regeering iets doendan
dient zij preventief te handelen en bij voorbaat
vast te stellen welke vermenging, welke bij
voeging, welke verandering in 't algemeen en
voor ieder bepaald geval als schadelijk en
daarom door de wet strafbaar is aan te mer
ken. Wat de gemeentebesturen hier en daar
doen, werkt in zekeren zin zeer nuttig, maar
is onvoldoende. Alleen door de oprichting van
bureau's vanwege den staat, tof onderzoek dei-
levensmiddelen, is voldoende zekerheid te ver
krijgen.
Dr Bruinsma zou een bureau wenschen op
iedere 10,000 inwoners. De hoofden der politie
in iedere gemeente zouden het recht hebben,
van alle levensmiddelen, die te koop werden
aangeboden, tegen betaling van den marktprijs
een monster te nemen en te doen onderzoeken,
om daarna den uitslag bekend te maken. Ieder
verkooper zou voorts het recht hebben volgens
een vast tarief levensmiddelen te doen onder
zoeken en van den uitslag gebruik te maken
bij den verkoop. Voorts zou de wet moeten
bepalen dat geen levensmiddelen mogen worden
te koop gesteld of verkocht onder benamingen
in strijd met hun waren aard of met onjuiste
opgaaf hunner samenstellingterwijl zij de
regeering het recht zou geven sommige bena
mingen of het gebruiken van kleurstoffen of
andere toevoegingen bij levensmiddelen te
verbieden.
Wat de uitvoering betreft, herinnert dr.
Bruinsma aan een vroeger door hem geleverd
betoog, dat er in Nederland staatsinrichtingen
dienden te bestaan, waardoor overal op gemak
kelijke en min kostbare wijze geneesmiddelen
aan het volk kunnen worden verstrekt. Breidde
men zulke inrichtingen iets uit en plaatste
men apothekers aan het hoofd hun tegen
woordige opleiding maakt er hen uitstekend
geschikt voor dan zou een aaneensluitend
geheel en een zeer goed toezicht verkregen zijn.
De firma wed" J. H. C. Kakebeeke te Goes ver
zoekt de G. Ct mee te deelen dat een bericht om
trent voorloopige onderhandelingen over
een terrein, waarop hare fabriek zou herbouwd
worden, een bericht dat in ons blad voor
kwam voorbarig en onjuist is.
Wrj laten nu aan onzen berichtgever over de
meer of mindere juistheid van zijn bericht te
handhaven. Mocht hij zich soms vergist hebben,
dan zullen wij hem daarover echter niet al te
hard vallen, omdat wij weten hoe moeilijk het
»Zoo, daar ben ik blij om, het is zeker
heel verkeerd, maar het is een troost voor mij
dat een ander even onverstandig is als ik.
Mevrouw Davilliers en Antoinette vinden
hem heel aardig."
Voor de deur van mevrouw Davilliers bleef
Elsie staan en zei tot Lambert»Ik zal nu
maar naar binnen gaan, komt gij niet mee om
mevrouw goeden dag te zeggen en gij ook
vervolgde zij tot Glynn, »zjj zal blij zijn van
u te zien." j
Glynn stemde toe en na een kwartiertje
gepraat te hebben met een kring v#n bljjkbaar
fatsoenlijke, degelijke gasten, werd hij hartelijk
verzocht om zijn bezoek te herhalen en verliet
het huis met Lambert, in het bewustzijn dat
er een nieuwe schakel gevoegd was in de
tooverketen, die zich om hem heen slin
gerde.
»Dat is een knappe, beschaafde vrouw",
zei Lambert op den toen van een kenner,
zoo'dra zij buiten waren, »en haar dochter ook.
Ik beschouw het altijd als een groot voorrecht
dat Elsie met haar in kennis is gekomen,
want, onder ons gezegd en gebleven, geen van
mijn kennissen waren geschikt om een jonge
dame in de wereld te brengen. Ik kan u ver
zekeren dat het zwaar werk ismaar mevrouw
Davilliers heeft mij heerlijk geholpen. Gij
hebt geen begrip van al de vieren en vijven,
die zij van mij gevergd heeitZoudt gij niet
denken dat een jong meisje heel goed in
haars vaders huis kon wonen met een meid,
vaak is, om juiste inlichtingen te verkrijgen
daar niet ieder gelegenheid heeft officieele
opgaven te bekomen en men allicht geneigd
is om, wanneer daartoe slechts even aanleiding
hestaat, iets minder juist te noemen, omdat
men liever niets gemeld had gezien.
Wij namen voornamelijk het bericht op om
de hier loopende geruchten te weerleggen dat
de firma plan had -haar fabriek te Middelburg
of te Vlissingen te bouwen. Het schijnt dus
dat daaromtrent nog niets is beslist.
Bij beschikking van den minister van binnen!,
zaken is bepaald datlo. de districts-veearts
L. Swart te Dordrecht tijdelijk zal zijn ont
heven van het veeartsenijkundig staatstoezicht
op Zuid-Beveland en dat eiland wordt aange
wezen als werkkring van den tjjdeljjken bui-
tengewonen districtsveearts E. L. van Mervennée
te Goes, aan wien in het bijzonder is opgedragen
een onderzoek van de aldaar voorgekomen ge
vallen van trichinen-ziekte onder varkens en
de bestrijding daarvan 2o. de gemeente Goes
zal zijn de standplaats van den tijdelijken
buitengewonen districts-veearts E. L. van Mer
vennée en 3o. dat een en ander zal ingaan op
11 Januari e. k.
In tegenspraak met de tamelijk optimistis-
sche mededeeling van Het Centrum vernéemt de
Avondp. van een zijde, die volkomen onderricht
kan zijn, dat de ziekte, waaraan dr Schaepman
lijdende is, en die hem buitenslands genezing
doet zoeken, wel degelijk van ernstigen aard is
en zelfs vreezen doet, dat hij op den-duur veel
minder van zijn krachten zal kunnen vergen
dan tot dusver.
Naar men verneemt, heeft de staatscommissie
voor de herziening van het Indische strafrecht,
het wetb. van strafr. voor Europeanen in eerste
lezing vastgesteld.
Het vertrek van den nieuwbenoemden gouver
neur van Suriname, jhr. mr. M. A. de Savornin
Lohman, is bepaald op den 12n Januari des
morgens van Amsterdam. Z. E. verlaat ver
moedelijk den dag te voren de residentie.
De Argentijnsche republiek
maakt het onderwerp uit van eene bespre
king in de Allgem. Scliweizer Zeit. en daarin
wordt weder juist geen verkwikkelijk tafereel
opgehangen van de toestanden, die in Argen
tinië heerschen. Ook daar, waar de arbeid zoo
goed betaald heet, zijn werkstakingen aan de
orde van den dag, en dat, als overal, van
wege de lage loonen. Merkwaardig is in dit
opzicht een verzoek, gericht door 400 werk
stakers tot zekere spoorwegmaatschappij, in
wier fabrieken ze tot dusver arbeidden. Het
luidt aldus
»De stjjgende prjjzeD der levensmiddelen, dei-
huren en noodwendige behoeften, waarmee de
verdiensten hoegenaamd geen tred hielden,
hebben onzen toestand sinds lang onhoudbaar
gemaaktsparen kunnen we slechts dan, als
als Celistine, om haar te bedienen? Volstrekt
niet. Mevrouw zei dat ik een juffrouw van
gezelschap voor haar moest hebben en heeft
madame Weber voor ons gezocht, Nu gaan
zij Antoinette uithuwelijken aan een deftigen,
rjjken jongen graaf, dat zal weer een steun te
meer voor Elsie zijn. Ik geloof dat alle voor
bereidende maatregelen bijna gereed zijn, en
daarna wordt hij als pretendent voorgesteld."
»Wat een afschuwelijke manier", riep
Glynn uit.
- »Dat zie ik niet in, een braaf meisje zal
gaan houden van eiken man, die een goed
echtgenoot voor /haar is en God alleen weet,
welk een verlichting het voor een ouderhart
is om te weten dat alles in orde is en dat zijn
dochter veilig is, onder de bescherming van
een flinken echtgenoot." Hij zei dit met
gevoel.
»Een mariage de convenances mag ook
zijn goede zijden hebben, maar de kwade zijn
toch overwegend."
»Ik ben nog al voor het stelsel, ofschoon
onze Amerikaansche meisjes er niet toe te
krijgen zouden zijn."
>Zijt gij een-Amerikaanvroeg Glynn,
aangemoedigd door dien vertrouwelijken toon
i— »Genaturaliseerd. Ik was genoodzaakt
door de vervolgingen van het gouvernement,
toen ik nog een knaap was, mijn vaderland
te verlaten en mijn stand vaarwel te zeggen,
want ik kan u verzekeren dat de Lamoerts
van Ballybough tot de beste families in Ierland
we honger en dorst willen lijden. Wat wij
beweren is zoo algemeen nis waar erkend, dat
we geen nadere verklaring ervan behoeven te
geven. Onze toestand wordt iederen dag on
gunstiger. De eisch naar Tervulling onzer
nooden dwingt ons om een verhooging der
loonen te verzoeken. Wij hopen dat onze chef
het rechtmatige van ons verzoek der maat
schappij onder de oogen zal brengen."
Inderdaad zijn, als hier beweerd wordt, de
levensmiddelen in Argentinië de laatste jaren
zeer gestegen. Vóór den aanvang van den
goud- of »dwang"-koers betaalde men voor een
groote ongemeubelde kamer 9 nacionales per
maand (ƒ22.50 ongeveer), thans moet men-0
nacionales betalen. Een halve liter wijn
kostte vroeger 20 ets., thans 50, en dan is
hij nog niet van de beste soort. Terwijl
men vroeger voor 30 per 'maand kost
en inwoning bekomen kon eischt men
thans reeds 90en zoo gaat het in
alles. De loonen zijn niet noemenswaard ver
hoogd wel zijn vele behoeften tot het dubbele,
drie- en viervoudige in prijs gestegen. Zoo
is sedert den 1 Nov. het brood aanmerkelijk
duurder geworden en .'kleiner. Voor het
beste brood betaalt men per half kilo 25 ct.
neemt men het van mindere hoedanigheid, dan
bekomt men voor dien prijs bijna kilo.
Nu zal men vragen, zegt de berichtgever van
het Duitsche blad, hoe in een land met meer
dan 200 landbouwers-koloniën, zoo iets mogelijk
is Het antwoord daarop kan kort zijn. Er
heerscht in Argentinië een formeele Carneual
in het speculeeren, in het op touw zetten van
ondernemingen en in het bedriegen, zoowel als
in het opnemen van geld en schulden maken.
Indien deze speculatie- en leenwoede, die haar
voelhoorns over heel la Plata uitstrekt, niet
door de gunst, die men haar bewjjst, daaraan
was vastgeketend, zouden do toestanden gansch
anders zijn en stond de goudkoers, de onder
gang des lands, al lang zeer laag of beneden pari.
Ten slotte maakt de correspondent nog gewag
van vele rampen die de landbouwende bevolking
daar treffen, waaronder de overstroomingen van
groote rivieren, die tal van menschenlevens
kosten en zeer groote schade aanrichten. In
waarheid kan hij dan ook zeggen, geen voor
Europeanen aanlokkelijk beeld van Argentinië
te hebben geschetst. Doch, verklaart hij, de
agenten, die de landverhuizing, naar La Plata
aanraden, zullen zich wel wachten zulks open
baar te maken. Standaard
Blijkens het jaarverslag van den raad
van beheer der Kon. vereeniging Het Neder-
landsch Tooneel werden in het seizoen 1887/88
opgevoerd 32 stukken uit het Fransch, 5 uit
het Engelsch, 1 uit het Italiaansch, 1 uit het
Spaansch en 17 oorspronkelijke, te zamen 74,
waarvan 23 nieuwe.
Het aantal stukken zegt de raad van
beheer getuigt van het geringe aantal
schouwburgbezoekers ten onzent. In doorsnede
toch beleeft een nieuw stuk in ons vaderland
niet meer dan zeven voorstellingen. Het meer-
behoordendit is nu vijf en dertig jaar ge
leden ik wil u wel bekennen dat ik het
somtijds heel hard gehad heb, maar dat houd
ik voor mij zelf. Mevrouw D. gelooft dat ik
door en door een groot heer ben en dat is
beter voor haar en al wat ik voor mijne dier
bare Elsie verlang."
Nu waren zij voor het huis van Lambert,
»Mijn waarde vriend, ik 'weet dat ik op u
vertrouwen kan", zei hij en reikte Glynn de
hand.
Deze schudde haar harteljjk en begaf zich
naar zijn hotel, peinzende over de zonderlinge
tegenstellingen, die zijn Oude vriend ten toon
spreidde en het gekke geval van in vertrouwen
genomen te worden door den vader van het
meisje, tegen wier bekoorlijkheden hij besloten
had zich te harden.
Er waren veertien dagen verloopen, al te
snel verloopen en Glynn bevond zich nog te
Parijs, 'tls waar, de plannen, die een reis
naar Berlijn vereischt zouden hebben, waren
vervallen en hij moest dus iets langer in de
Fransche hoofdstad blijven, maar nu was hij
vrij en had nog een paar weken tot zijn be
schikking.
Om allerlei geldige redenen kwam hij vaab
in la Rue de VEveque en was ook een welkome
gast bij mevr. Davilliers, die verklaarde dat
hij waardig was een Franschman te zjjn.
Hij zorgde er steeds voor om haar al zjjn
aandacht te wjjden wanneer zjj in de kamer