N. POLDERMAN.
N°. 5.
132e Jaargang.
1889.
Maandag
7 Januari.
Aan is kiezers in kt district Ttolei.
Brieyen uit de Hofstad.
Deze courant verschijnt d a g e 1 ij k s
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco f 2.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 cent.
Advertentiën20 cent per regel. Bij abonnement lager.
Geboorte-, Trouw-, Dood-, en andere familieberichten met de daarop
betrekking hebbende dankbetuigingen: van 17 regels 1.50;
iedere regel meer 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
BEKENDMAKINGEN.
Schuldvorderingen ten laste der
gemeente.
Middelburg 5 Januari
«ELBIHHE (III WW I.
Thermometer. Agenten te Vlissingen: P. G. de Vey Mestdagh Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: F. v. d. Peijl, te Zierikzee: A. C. de Mooij en te TholenW. A. van Advertentiën
Middelburg 5 Jan. vm. 8 u. 25 gr. Nieuwenhüijzen. Verder worden door alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aangenomen, en nemen ook het algemeen advertentie- moeten des namiddags te een uur
m. 12 u. 26 gr. av. 4 u. 27 gr. F. bureau van Nijgh Van Ditmaii te Rotterdam, en de firma B. van der Kamp te Groningen, voor de Noordelijke provinciën, annonces aan.Hoofdagenten voor het I aan het bureau bezorgd zijn, willen
Verwachtverand. wind.
Buitenland: te Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère Gr. L. Daüre Cie., John F. Jones, opvolger, voor België A. Grosjean Co. te Brussel. zij des avonds nog worden opgenomen.
Dinsdag 8 Januari wacht u eene gewich
tige taak.
En waar hierbij het belang van de liberale
zaak op het spel staat, meenen wij gerech
tigd te zijn een enkel woord nog tot u te
richten.
Er kan door u bij deze verkiezing geen
winst behaald worden de zetel was bezet
door een liberaal man.
Het komt er dus op aan dien te behouden
of te verliezen.
En dat verlies zou ditmaal vooral zich
ernstig doen gevoelen, omdat het de kracht
verlammen zou der liberalen voor den ge-
wichtigen strijd die dit jaar in alle districten
voor de Provinciale staten moet gestreden
worden, terwijl daartegenover eene overwin
ning der anti liberalen voor hen een spoorslag
wezen zou tot verdubbelden ijver bij die
algemeene verkiezingen.
Alen rekene er dus op, dat hunnerzijds
alle krachten zullen worden ingespannen,
want de kans staat voor hen ditmaal bij
zonder gunstig.
Geen aaneengesloten partij bevindt zich
tegenover hen.
Terwijl zij steeds zich scharen rond èen
candidaat, wien ooknaar rechts noch links
ooit wijken geen persoon zoeken maar den
triomf hunner beginselen, is onder de libe
ralen in uw district eene betreurenswaardige
scheuring ontstaan.
Durft men, met de nieuwe kiezers voor
«ogen, het doen aankomen op eene her-
Btemming
Wij achten dit een waagstuk.
Maar bovendien, stelteen der liberale
candidaten komt met denanti-revolutionnairen
in herstemmingvalt er dan nog wel op
een zege te rekenen De ervaring leert
het tegendeelen te minder is die dan te
wachten omdat als vanzelf de tegenpartij
dan dubbel krachtig zal optreden en boven
dien onder uwe gelederen de weerslag zich
zal doen gevoelen van den tweespalt, die zich
bij eerste stemming heeft voorgedaan.
Onze hoop dat er nog een vergelijk getroffen
zal worden, is, tot ons leedwezen, niet ver
wezenlijkt.
Alaar daarom te meer is het plicht zich,
afgescheiden van de meer of mindere ver
diensten van de beide personen, met alle
macht, eendrachtig te verecnigen op den
candidaat, die door de kiesvereeniging is
gesteld.
Wat baat alle overleg, wanneer men ten
slotte zich toch niet aan den uitslag houdt,
en de zelfverlooching mist om afstand te doen
van alle gevoeligheid en het oog alleen
gericht te houden op de belangen der partij
Bij vele zaken gebeuren er immers feiten,
waarmee men zich niet vereenigen kanen
juist onze tegenstanders geven in deze altijd
een zeer goed voorbeeld van aaneensluiting.
Wanneer straks de strijd is afgeloopen,
beginne men wederom onderling te overleg
gen om te voorkomen wat thans oorzaak
van tweedracht is geworden wij zeiven
gaven een uitstekend middel daartoe aan de
hand.
Maar thans brengen alle liberalen, die
de partij een dienst willen bewijzen, wier
blik verder reikt dan het heden en die
ook letten op het gevaar voor het vervolg,
hun stem nit op den heer
De burgemeester en wethouders van Middel
burg noodigen de ingezetenen, die eenige schuld
vorderingen hebben ten laste der gemeente over
bet dienstjaar 1888, uit, om die, met de noodige
bewijsstukken, vóór of uiterlijk op den 15 Fe
bruari a. s. ter gemeente-secretarie in te zenden,
terwijl zij bij niet nakoming daarvan, behoudens
de bepalingen van art. 288 der gemeentewet,
het zich zeiven zullen te wijten hebben, wan
neer hun later geene leveringen van wege de
gemeente meer mochten worden opgedragen.
Middelburg, 4 Januari 1889.
De Burgemeester en wethouders voornoemd,
S C H O R E R.
De Secretaris,
A. DE VULDER VAN NOORDEN.
De burgemeester en wethouders van Middel
burg maken bekend dat bij raadsbesluit van
den 20en Juni 1888 aan den heer D. J. PEN-
NOCK eene jaarlijkscbe subsidie ter zake van
zijne thans in werking gebrachte oiit-aiiet-
tingsoven is toegekend o. a. op voorwaarde,
dat aan particulieren voor het met dien oven
ontsmetten niet meer in rekening worde
gebracht danvoor een bed f 4voor een
peluw 1.25 voor een kussen 0.75 voor
een twee-persoons matras 4.50 voor een één
persoons matras f 3.50 voor een wollen deken
f O.GO voor een sitsen deken 1.25 voor
een éen-persoons springveeren matras 3voor
een twee-persoons springveeren matras f 6
voor wollen kleedingstukken, per pak van 10
kilo f 1 voor wollen gordijnen en andere
wollen stoffen, per 10 kilo 0.75 en voor
goederen welke hierboven niet zijn genoemd
een bedrag dat wordt berekend voor de ont
smetting van die zaken, welke hiervoren zijn
genoemd en daarmede het meest overeenkomen.
Middelburg, 4 Januari 1889.
De burgemeester en wethouders voornoemd,
SCHORER.
De Secretaris,
A. DE VULDER VAN NOORDEN.
4 Januari 1889.
Wie een mensch wil leeren kennen zooals bij
werkelijk is, moet niet oordeelen naar de erva
ringen, die hij op den laatsten en op den eersten
dag van bet jaar opdoet. De meesten toonen
zich dan anders, hetzij beter, hetzij slechter,
dan zij zijn. Het oudejaarsavond-licht doet de
menscben in den regel gunstiger uitkomen. Er
zijn er en niet weinigen ook die nooit
ter kerk gaan, behalve op oudejaarsavond. Dien
dag wordt in vele gezinnen het etensuur aan
merkelijk vroeger dan gewoonlijk gesteld, opdat
men tijdig gereed zij vóór den aanvang dei-
godsdienstoefening, die ondanks bet late uur,
waarop tegenwoordig de daardoor, zeer oneigen
aardig middagmaal geheeten, bezigheid wordt
verricht, altijd nog wordt gehouden op hetzelfde
uur "Is vijftig en meer jaren geleden, toen
onze grootouders zooveel vroeger op den dag
hun hoofdmaal gebruikten. De beeren komen
nu een anderhalf uur eerder tehuis dan andere
dagen, want er wordt vroeg gegeten omdat er
avondkerk is, en deze zouden zij, en nog minder
hunne eebtgenooten, niet gaarne verzuimen. Al
kwam men het gansche jaar niet in de kerk,
en al heet men daaraan niet meer te doen,
zooals men bet in onzen practiscben tijd noemt,
dien éénen avond wijken talloos velen van die
gewoonte af. Het is of men zijn verzuim van
twee en vijftig Zondagen en van even zoovele
andere dagen, waarop de wekelijkscbe avond
kerk wordt gehouden, op den laatsten dag des
jaars wil trachten goed te maken, en misschien
maakt men zich zei ven wel wijs, dat dit wer
kelijk wel goed gemaakt wordt op die manier,
door zich de drogreden «eind goed, al goed
op te dringen. Ik voor mij zal niet beweren,
dat er iets goeds te maken is, en dat de gere
gelde kerkganger beter mensch is dan bij, die
het bedehuis niet bezoekt, maar de pelgrims
van oudejaarsavond schijnen er toch anders
over te denken, want waarom anders gaan zij
op den laatsten dag van bet jaar naar de kerk,
die zij driehonderd vierenzestig dagen onbezocht
lieten Het is niet aan te nemen, dat zij er
dan alleen behoefte aan zouden gevoelen; bun
jaarlijkscbe kerkgang moet dus wel een gevolg
zijD van de overweging, dat die plichtmatig is,
en daar dat plichtsgevoel dan weer een vol
jaar gaat sluimeren, had ik recht te zeggen,
dat zij zich op oudejaarsdag beter voordoen,
althans beter in eigen oog en in dat van andere
kerkgangers, dan zij zijn.
Andere menschen nemen juist bij de jaars
verwisseling den schijn aan van slechter te
wezen dan inderdaad het geval is. Bij die ge
legenheid worden velen tot de ondeugd van
huichelen gebracht, terwijl zij overigens mis
schien heel oprechte lieden zijn. Het is ook
wel verleidelijk als men telkens een kwartje
kan verdienen door eens even «heil en zegen"
te wenschen. Die woorden zijn zoo gemakkelijk
uit te spreken, en er is meer geld mede te
maken dan door een ganschen dag zwaar te
werken het spreekt echter van zelf, dat de
wenschen voor verreweg het meerendeel gehui
cheld pijn, JNiet, dat de lui juist het tegendeel
wenschen van hetgeen zij op nieuwjaarsdag aan
onze dienstboden ter overbrenging naar den
heer of de vrouw des huizes komen vertellen,
och neendit is alleen dan het geval als geen
fooitje volgt, dan wenschen zij, minstens in
stilte, soms zelfs bardop, dat «kale volk" naai
den duivel of mompelen zoo iets van het te
genovergestelde van een «zalig uiteinde", zoo
iets van een erg onaangename bezigheid, die
het gevolg is van gebrek aan versche luijht.
Maar zoolang zij nog leven in de hoop of de
verwachting van hun heilbede met klinkende
munt beloond te zullen zien, en als de hoop
niet is teleurgesteld, gunnen zij den ruilden
gever nog wel een beter lothet zou ook
jammer voor hen zijn als hij vóór het volgende
nieuwjaar kwam te sterven, want dan zouden
zij weer een fooi moeten missen. Veel edeler
drijfveer dan deze bij uitstek egoïstische ligt
echter niet aan hun wenschen ten grondslag
overigens is de vervulling daarvan hun vol
komen onverschillig, en daarom huichelen zij
bij het uitspreken er van, want wie zulke sa-
cramenteele woorden nit en ze niet oprecht
meent, huichelt. En hoe kan het ook anders?
Wat ter wereld bekommert een aschman of een
bediende van de gasfabriek zich om het
welvaren van een mensch, dien hij waar
schijnlijk nooit heeft gesproken en tot wien
hij in geene andere betrekking staat, dan
dat hij dagelijks de asck weghaalt, die uit den
haard van genen valt, dat deze het gas brandt,
hetwelk gestookt wordt in de fabriek, waar hij
werkt Om het lieve geld is het natuurlijk
alleen te doen, en daarvoor worden nog wel
erger dingen gedattn dan huichelen en liegen.
Bij den rondgang op Nieuwjaarsdag blijft men
ten minste gelukkig vrij wel verschoond van
dien gekunstelden klaagtoon, die bij gewone,
dagelijksche bedelarij dienst moet doen om
harten te vermurven en beurzen te openen.
Wel loopt er ook zoo'n gewone bedelaar eens
onder, die in den eersten dag van het jaar een
bijzonder gunstige gelegenheid ziet om wat
geld op te halen en dan ook maar brutaalweg
aan het wenschen gaat, maar de meerderheid
vertoont ten minste vroolijke gezichten en
spreekt met gewone stem.
In zoover liegt en huichelt zij in elk geval
minder dan de bedelaars van professie, die de
straten en grachten der residentie tegenwoordig
in grooten getale bevolken.
Als men die lui ziet en hoort zou men meenen
met menschen te doen te hebben, voor wie
elke vreugdestraal is gedoofd, die altijd somher
en treurig gestemd zijn, maar indien zij eens
een enkelen keer uit den gewonen plooi worden
gebracht bemerkt men wel, dat dit niet zoo is.
Een treffend voorbeeld daarvan ondervond ik
onlangs, toen ik een meisje met lucifers ont
moette, dat gewoon is haar verzoek om een
aalmoes steeds kracht hij te zetten door de
verzekering «och meneer het gaat zoo slecht
Zij bedoelt haren lucifershandel, en ik geloof
haar gaarne, want het doosje dat zij den voor
bijganger aanbiedt, gelijkt wel altijd hetzelfde
vuile en vieze exemplaar, dat dus soms dagen
onverkocht schijnt te blijven. Of intusschen
de ontvangst van geld, bij wijze van schenking
in stede van door een koopcontract verkregen,
ook zoo slecht gaat, laat zij wijselijk in het
middeD. Natuurlijk duwde zij mij weder zoo'n
onoogelijk doosje onder den neus, een zóó
smerig exemplaar, dat niet licht iemand het
in zijn zak zou willen steken, al kreeg hij een
dubbeltje toe. Reeds om deze reden begreep
ik, dat de verkoop niet gemakkelijk ging, maar
daarenboven kende ik haar immer terugkee-
rende klacht over den geringen omzet, en om
haar te voorkomen antwoordde ik terstond op
haar aanzoek tot koopen met hare eigene
woorden vragenderwijs «het gaat zoo slecht
niet waar, kind En een luide schaterlach,
gepaard aan den uitroep: «o, meneer weet het
al!" verving den klaagtoon, en ik werd verder
door het meisje met rust gelaten, niet slechts
toen, maar ook in het vervolgzij scheen het
uiterlijk van dien meneer, die het al weet,
onthouden te hebben. Ik beveel dit probate
middel tot wering van bedelarij mijnen lezers
aan, die ook bedelaars met een van buiten
geleerd lesje mochten kennen.
Bij den brand, die eergisterenavond hier het
beruchte café-chantant Alcazar voor een groot
deel verwoestte, moet, om het op zijn zachtst
uit te drukken, gebleken zijn, dat onze nieuwe
brandweer nog niet ten volle in werking is.
De meeste ingezetenen zullen zeker niet ge
dacht hebben dat alles thans nog niet in orde is,
nu reeds zoo lange tijd is verloopen sedert het
besluit tot reorganisatie zij konden het echter
Woensdagavond ten allen overvloede door eigen
aanschouwing bemerken, dat die reorganisatie
nog niet is, zooals zij worden moet. Op het
drukke avonduur, waarop het onheil optstond,
had rnen recht te verwachten, dat onmiddellijk
een aantal spuiten zouden aanrukken, en toch
duurde het ongeveer een half uur voor de eereté
gemeentelijke spuit op het terrein was, en de
stoomspuit kwam zóo laat, dat haar personeel
bij aankomst door het volk werd uitgejouwd en
uitgefloten. Dat er een geruimen tijd verliep
is zeker niet geheel aan de beambten dei-
brandweer te wijten, maar voor een deel ook
aan de ambtenaren van politie ter plaatse,
waaronder nog wel een van hoogeren rang.
Deze schenen het hoofd zoodanig kwijt te zijn,
dat zij iemand naar den politie-post aan den
nog al verwijderden schouwburg zonden, om
het bericht van den brand per telephoon te
doen overbrengen waarbeen dit noodig was om
hulp te verkrijgen, terwijl een paar huizen van
het brandende gebouw verwijderd zich het hoofd
bureau bevindt van de telephoon-geleiding.
waarmede alle politie- en brandweer-stations
verbonden zijn. Het is te verwachten, dat het
materieel nu spoedig geheel in orde zal zijn,
maar als het personeel, van wier kalmte en
beleid hij dergelijke ongevallen zooveel afhangt,
van deze twee hoofdvereischten niet een vol
doende dosis bezit, haat de rest nog betrekkelijk
weinig, en zijn groote onheilen nog niet zooveel
als mogelijk is te voorkomen.
Waren eergisterenavond niet eenige particu
lieren in de omliggende gerechtsgebouwen zóó
krachtdadig opgetreden, dan zou de brand onge
twijfeld een veel grootere uitbreiding hebben
verkregen, d la barbe van eene ten koste van
zooveel geld gereorganiseerde brandweer. Het
nu uitgebrande gebouw te missen, is zeker geen
verlies voor de residentie, maar als de omgeving
daarvan vernield ware, zon de schade ontzettend
geweest zijn, niet slechts de materieele, want
die is nog te herstellen, maar men denke aan
de rechterlijke archieven en dergelijke niet te
vervangen zaken. Daarvoor helpt zelfs geen
assurantie. En dan vergete men niet, dat hij
een lang uitblijven van het brandweer-personeel
dikwijls menschenlevens op het spel staan. Maar
ook al is de opruiming van een gelegenheid als
Alcazar een voordeel, dit neemt niet weg, dat
tot behoud ook van zulk een gebouw al het
mogelijke zoodra mogelijk moet gedaan worden;
de verzekering-maatschappij heeft daarop een
zeker recht.
Yan verzekering gesproken, weten mijn lezers
wel, waarom tot veler verwondering zelfs de
besliste tegenstander van het tegenwoordig
regeeringsbeleid, de heer Goeman Borgesius, bij
de laatste begrootings-debatten de personen dei-
meeste ministers zoo inde hoogte heeft gestoken?
Mr Borgesius is directeur van een verzekering-
maatschappij tegen ongelnkken, en de heeren
ministers hebben zich hij hem zeer hoog geas
sureerd tegen parlementaire ongelukken, zóó
vertelde een grappenmaker onder de kamerleden
in de koffiekamer.
Be Zeeuw gevoelt nog altijd spijt over de
anders «zoo royale Middelburgsche courant
Voor zooveel medelijden zijn wij wezenlijk
gevoelig maar wij weten toch waarlijk niet
wat wij doen moeten om het blad te ontheffen
van de bekommernis, waarin het om onzentwil
verkeert.
Het geldt nog altijd onze eenvoudige mede-
deeling omtrent het blad De Klok, datinWolvega
het licht ziet. Toen de verschijning daarvan werd
aangekundigd, wist men te melden dat dit
blad zou gewijd zijn aan de belangen van de
radicalen en de anti-revolutionnairen.
Na de uitgave van het eerste nommer
werden namen van redacteuren genoemd en
gezegd dat zjj radicale en anti-revolutionnaire
tendenzen hadden. Toen wij hiervan mede-
deeling deden, voegden wij daarbij als tegen
wicht van die beweringen hoe de Standaard
verklaarde dat zijne partij met dit orgaan niets
te maken had.
De bedoeling van die samenvoeging, om juist
het door anderen verspreide bericht op den voet
te doen volgen door de tegenspraak van het
hoofdorgaan der anti-revolutionnaire partij,
wilde de Zeeuw maar niet vatten, zelfs niet
nadat wij getracht hadden door eene vergelij
king onze bedoeling te yerduidelijken.
Wij bleven bij zijn redactie onder verdenking
van te hebben willen insinueeren, en op die
herhaalde beschuldiging moesten wij wel zwijgen,
omdat wij geen kans zagen ons duidelijker
nit te drukken dan wij deden.
Nu willen wij vermelden dat de tegenspraak
van de Standaard omtrent de verhouding tusschen
de partij en het blad volkomen juist kan ge
weest zijn, zonder dat daarom geheel onwaar
behoefde te wezen het eerste bericht omtrent
redacteuren met anti-revolutionnaire tendenzen.
In het district Schoterland hebben anti-revolu
tionnairen ook wel eens meegewerkt aan eene
verkiezing, terwijl toch de Standaard en de partij
zelve alle schuld aan het gebeurde van zich
afwierpen.
Zoo kan het ook wezen met de redactie van
de Klok.
En al dankt nu dat blad den heer Domela
Nieuwenhuis voor zijn optreden in de kamer
en valt het den heer Okma hard om zijn zwijgen
op die plaats, dit bewijst nog niets anders dan
dat op het punt der volksbelangen de redactie
meer bevredigd wordt door het radicale dan
door het anti-revolutionnaire kamerlid.
Wij voor ons trekken in deze geen partijwij
bepaalden ons tot mededeeling en, slechts ge
dwongen door de Zeeuw, maakten wij eenige
opmerkingen.
Eerst in dagen van verkiezingen zullen wij
de bedoeling der heeren van de Klok duidelijk
kunnen leeren kennen. En zoolang zullen wij
maar wachten, al is er alle kans dat tegen
dien tijd, na drie jaar, de Klok al lang heeft
opgehouden te luiden.
De dertiende jaargang van het jaarhoekje,
uitsluitend ten behoeve harer leden, uitgegeven
door de Maatschappij tot bevordering van land
bouw en veeteelt in Zeeland, is in het gewone
eenvoudige doch solide gewaad gestoken en
bevat evenals altijd tal van nuttige opgaven
en wenken.
Door den heer G. A. Vorsterman van Oyen
worden weer eenige landbouwkundige opmer
kingen en aanteekeningen medegedeeld omtrent
bloemen en insecten en over weiden.
Het handig werkje, gedrukt zooals men dat
van de firma J. C. W. Altorffer alhier ge
woon is, zal zeker weer met genoegen worden
ter hand genomen en met goed gevolg ge
raadpleegd.
De heer P. J. van de Sande, uitgever van
de Terneuzensche courant, biedt zijnen begunsti
gers een portefeuille kalender aan, die netjes
in verschillende kleuren gedrukt is.
Te Goes overleed heden nacht een algemeen
geacht burgereen man die een werkzaam
leven achter zich heeft, nl. dr. G. T. Callenfels.
Hij werd den 16 Oct. 1800 te Sluis geboren,
studeerde te Gent, promoveerde daar in 1824
tot doctor in de medicijnen en vestigde zich te
Goes. In 1840 behaalde hij ook te Leiden
den doctoralen titel.
Als lid van den raad, een betrekking die hij
tot zijn dood jaren lang heeft vervuld, heeft
hij zich nooit bij een der partijen aangesloten,
en steeds met een onpartijdigen blik de zaken
bekeken.
Ook in vele andere betrekkingen, zooals lid
en voorzitter van de gezondheids-commissie,
president van de commissie op het beheer dei-
kerkelijke goederen der Ned. Herv. gemeente,
maakte hij zich zeer verdienstelijk.
De herinnei-ing aan den goeden «dokter
Callenfels" zal zeker in Goes nog lang blijven
voortleven.
Het Centrum noemt de bewering van het
Vaderland, dat dl- Schaépman «wegens ernstige
ongesteldheid voor een tijdlang naar het Zuiden
gaat", zeer overdreven.
Dr Schaépman heeft tot ontspanning van de
vele vermoeiende werkzaamheden der laatste
dagen eene kleine vaeantie genomen, doch
hieraan behoeft geen hijzonder onrustbarende
strekking.te worden toegekend.
De benoemde officier van gezondheid 2de kl.
bij de zeemacht D. P. van Nouhuys, arts, wordt
met den löden dezer geplaatst aan boord Zr. Ms.
wachtschip te Hellevoetsluis, om tevens dienst
te doen in de maritieme ziekeninriebting aldaar.
De mail, gedateerd Batavia 30 Nov., bracht,
het verslag van den gouverneur van Atjeh,
loopende tot 11 November. Daarin wordt omtrent
de twee Europeeschedeserteurs van Lampeneroet
nog gemeld, dat zij zich in de IV Moekims
ophouden bij Toekoe Omar, die zijn voornemen
om zich naar de Westkust te begeven, nog
altijd niet ten uitvoer gelegd heeft.
Enkele posten werden zwak, Siroen in den
morgen van 2 dezer vrij hevig beschoten. Ook
werden de troepen, die naar de schijf schoten
dan wel huiten de versterking patrouilleerden,
door enkele schoten verontrust.
Pogingen tot het invoeren van oorlogscon
trabande op de Noord- en Oostkust kwamen
nog telken svoor.
De gezondheidstoestand bleef ongunstig. Dage
lijks werden gemiddeld 29 lijders in het hospitaal
opgenomen, waarvan 13 met beri-beri, zoodat
de Btand der ziekte ongunstiger is geworden dan
gedurende den vorigen verslagtijd, toen gemid
deld dagelijks 11 beri-berilijders werden op^
genomen,