N. POLDERMAN. N°. 5. 132e Jaargang. 1889. Maandag 7 Januari. Aan is kiezers in kt district Ttolei. Brieyen uit de Hofstad. Deze courant verschijnt d a g e 1 ij k s met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco f 2. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 cent. Advertentiën20 cent per regel. Bij abonnement lager. Geboorte-, Trouw-, Dood-, en andere familieberichten met de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen: van 17 regels 1.50; iedere regel meer 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. BEKENDMAKINGEN. Schuldvorderingen ten laste der gemeente. Middelburg 5 Januari «ELBIHHE (III WW I. Thermometer. Agenten te Vlissingen: P. G. de Vey Mestdagh Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: F. v. d. Peijl, te Zierikzee: A. C. de Mooij en te TholenW. A. van Advertentiën Middelburg 5 Jan. vm. 8 u. 25 gr. Nieuwenhüijzen. Verder worden door alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aangenomen, en nemen ook het algemeen advertentie- moeten des namiddags te een uur m. 12 u. 26 gr. av. 4 u. 27 gr. F. bureau van Nijgh Van Ditmaii te Rotterdam, en de firma B. van der Kamp te Groningen, voor de Noordelijke provinciën, annonces aan.Hoofdagenten voor het I aan het bureau bezorgd zijn, willen Verwachtverand. wind. Buitenland: te Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère Gr. L. Daüre Cie., John F. Jones, opvolger, voor België A. Grosjean Co. te Brussel. zij des avonds nog worden opgenomen. Dinsdag 8 Januari wacht u eene gewich tige taak. En waar hierbij het belang van de liberale zaak op het spel staat, meenen wij gerech tigd te zijn een enkel woord nog tot u te richten. Er kan door u bij deze verkiezing geen winst behaald worden de zetel was bezet door een liberaal man. Het komt er dus op aan dien te behouden of te verliezen. En dat verlies zou ditmaal vooral zich ernstig doen gevoelen, omdat het de kracht verlammen zou der liberalen voor den ge- wichtigen strijd die dit jaar in alle districten voor de Provinciale staten moet gestreden worden, terwijl daartegenover eene overwin ning der anti liberalen voor hen een spoorslag wezen zou tot verdubbelden ijver bij die algemeene verkiezingen. Alen rekene er dus op, dat hunnerzijds alle krachten zullen worden ingespannen, want de kans staat voor hen ditmaal bij zonder gunstig. Geen aaneengesloten partij bevindt zich tegenover hen. Terwijl zij steeds zich scharen rond èen candidaat, wien ooknaar rechts noch links ooit wijken geen persoon zoeken maar den triomf hunner beginselen, is onder de libe ralen in uw district eene betreurenswaardige scheuring ontstaan. Durft men, met de nieuwe kiezers voor «ogen, het doen aankomen op eene her- Btemming Wij achten dit een waagstuk. Maar bovendien, stelteen der liberale candidaten komt met denanti-revolutionnairen in herstemmingvalt er dan nog wel op een zege te rekenen De ervaring leert het tegendeelen te minder is die dan te wachten omdat als vanzelf de tegenpartij dan dubbel krachtig zal optreden en boven dien onder uwe gelederen de weerslag zich zal doen gevoelen van den tweespalt, die zich bij eerste stemming heeft voorgedaan. Onze hoop dat er nog een vergelijk getroffen zal worden, is, tot ons leedwezen, niet ver wezenlijkt. Alaar daarom te meer is het plicht zich, afgescheiden van de meer of mindere ver diensten van de beide personen, met alle macht, eendrachtig te verecnigen op den candidaat, die door de kiesvereeniging is gesteld. Wat baat alle overleg, wanneer men ten slotte zich toch niet aan den uitslag houdt, en de zelfverlooching mist om afstand te doen van alle gevoeligheid en het oog alleen gericht te houden op de belangen der partij Bij vele zaken gebeuren er immers feiten, waarmee men zich niet vereenigen kanen juist onze tegenstanders geven in deze altijd een zeer goed voorbeeld van aaneensluiting. Wanneer straks de strijd is afgeloopen, beginne men wederom onderling te overleg gen om te voorkomen wat thans oorzaak van tweedracht is geworden wij zeiven gaven een uitstekend middel daartoe aan de hand. Maar thans brengen alle liberalen, die de partij een dienst willen bewijzen, wier blik verder reikt dan het heden en die ook letten op het gevaar voor het vervolg, hun stem nit op den heer De burgemeester en wethouders van Middel burg noodigen de ingezetenen, die eenige schuld vorderingen hebben ten laste der gemeente over bet dienstjaar 1888, uit, om die, met de noodige bewijsstukken, vóór of uiterlijk op den 15 Fe bruari a. s. ter gemeente-secretarie in te zenden, terwijl zij bij niet nakoming daarvan, behoudens de bepalingen van art. 288 der gemeentewet, het zich zeiven zullen te wijten hebben, wan neer hun later geene leveringen van wege de gemeente meer mochten worden opgedragen. Middelburg, 4 Januari 1889. De Burgemeester en wethouders voornoemd, S C H O R E R. De Secretaris, A. DE VULDER VAN NOORDEN. De burgemeester en wethouders van Middel burg maken bekend dat bij raadsbesluit van den 20en Juni 1888 aan den heer D. J. PEN- NOCK eene jaarlijkscbe subsidie ter zake van zijne thans in werking gebrachte oiit-aiiet- tingsoven is toegekend o. a. op voorwaarde, dat aan particulieren voor het met dien oven ontsmetten niet meer in rekening worde gebracht danvoor een bed f 4voor een peluw 1.25 voor een kussen 0.75 voor een twee-persoons matras 4.50 voor een één persoons matras f 3.50 voor een wollen deken f O.GO voor een sitsen deken 1.25 voor een éen-persoons springveeren matras 3voor een twee-persoons springveeren matras f 6 voor wollen kleedingstukken, per pak van 10 kilo f 1 voor wollen gordijnen en andere wollen stoffen, per 10 kilo 0.75 en voor goederen welke hierboven niet zijn genoemd een bedrag dat wordt berekend voor de ont smetting van die zaken, welke hiervoren zijn genoemd en daarmede het meest overeenkomen. Middelburg, 4 Januari 1889. De burgemeester en wethouders voornoemd, SCHORER. De Secretaris, A. DE VULDER VAN NOORDEN. 4 Januari 1889. Wie een mensch wil leeren kennen zooals bij werkelijk is, moet niet oordeelen naar de erva ringen, die hij op den laatsten en op den eersten dag van bet jaar opdoet. De meesten toonen zich dan anders, hetzij beter, hetzij slechter, dan zij zijn. Het oudejaarsavond-licht doet de menscben in den regel gunstiger uitkomen. Er zijn er en niet weinigen ook die nooit ter kerk gaan, behalve op oudejaarsavond. Dien dag wordt in vele gezinnen het etensuur aan merkelijk vroeger dan gewoonlijk gesteld, opdat men tijdig gereed zij vóór den aanvang dei- godsdienstoefening, die ondanks bet late uur, waarop tegenwoordig de daardoor, zeer oneigen aardig middagmaal geheeten, bezigheid wordt verricht, altijd nog wordt gehouden op hetzelfde uur "Is vijftig en meer jaren geleden, toen onze grootouders zooveel vroeger op den dag hun hoofdmaal gebruikten. De beeren komen nu een anderhalf uur eerder tehuis dan andere dagen, want er wordt vroeg gegeten omdat er avondkerk is, en deze zouden zij, en nog minder hunne eebtgenooten, niet gaarne verzuimen. Al kwam men het gansche jaar niet in de kerk, en al heet men daaraan niet meer te doen, zooals men bet in onzen practiscben tijd noemt, dien éénen avond wijken talloos velen van die gewoonte af. Het is of men zijn verzuim van twee en vijftig Zondagen en van even zoovele andere dagen, waarop de wekelijkscbe avond kerk wordt gehouden, op den laatsten dag des jaars wil trachten goed te maken, en misschien maakt men zich zei ven wel wijs, dat dit wer kelijk wel goed gemaakt wordt op die manier, door zich de drogreden «eind goed, al goed op te dringen. Ik voor mij zal niet beweren, dat er iets goeds te maken is, en dat de gere gelde kerkganger beter mensch is dan bij, die het bedehuis niet bezoekt, maar de pelgrims van oudejaarsavond schijnen er toch anders over te denken, want waarom anders gaan zij op den laatsten dag van bet jaar naar de kerk, die zij driehonderd vierenzestig dagen onbezocht lieten Het is niet aan te nemen, dat zij er dan alleen behoefte aan zouden gevoelen; bun jaarlijkscbe kerkgang moet dus wel een gevolg zijD van de overweging, dat die plichtmatig is, en daar dat plichtsgevoel dan weer een vol jaar gaat sluimeren, had ik recht te zeggen, dat zij zich op oudejaarsdag beter voordoen, althans beter in eigen oog en in dat van andere kerkgangers, dan zij zijn. Andere menschen nemen juist bij de jaars verwisseling den schijn aan van slechter te wezen dan inderdaad het geval is. Bij die ge legenheid worden velen tot de ondeugd van huichelen gebracht, terwijl zij overigens mis schien heel oprechte lieden zijn. Het is ook wel verleidelijk als men telkens een kwartje kan verdienen door eens even «heil en zegen" te wenschen. Die woorden zijn zoo gemakkelijk uit te spreken, en er is meer geld mede te maken dan door een ganschen dag zwaar te werken het spreekt echter van zelf, dat de wenschen voor verreweg het meerendeel gehui cheld pijn, JNiet, dat de lui juist het tegendeel wenschen van hetgeen zij op nieuwjaarsdag aan onze dienstboden ter overbrenging naar den heer of de vrouw des huizes komen vertellen, och neendit is alleen dan het geval als geen fooitje volgt, dan wenschen zij, minstens in stilte, soms zelfs bardop, dat «kale volk" naai den duivel of mompelen zoo iets van het te genovergestelde van een «zalig uiteinde", zoo iets van een erg onaangename bezigheid, die het gevolg is van gebrek aan versche luijht. Maar zoolang zij nog leven in de hoop of de verwachting van hun heilbede met klinkende munt beloond te zullen zien, en als de hoop niet is teleurgesteld, gunnen zij den ruilden gever nog wel een beter lothet zou ook jammer voor hen zijn als hij vóór het volgende nieuwjaar kwam te sterven, want dan zouden zij weer een fooi moeten missen. Veel edeler drijfveer dan deze bij uitstek egoïstische ligt echter niet aan hun wenschen ten grondslag overigens is de vervulling daarvan hun vol komen onverschillig, en daarom huichelen zij bij het uitspreken er van, want wie zulke sa- cramenteele woorden nit en ze niet oprecht meent, huichelt. En hoe kan het ook anders? Wat ter wereld bekommert een aschman of een bediende van de gasfabriek zich om het welvaren van een mensch, dien hij waar schijnlijk nooit heeft gesproken en tot wien hij in geene andere betrekking staat, dan dat hij dagelijks de asck weghaalt, die uit den haard van genen valt, dat deze het gas brandt, hetwelk gestookt wordt in de fabriek, waar hij werkt Om het lieve geld is het natuurlijk alleen te doen, en daarvoor worden nog wel erger dingen gedattn dan huichelen en liegen. Bij den rondgang op Nieuwjaarsdag blijft men ten minste gelukkig vrij wel verschoond van dien gekunstelden klaagtoon, die bij gewone, dagelijksche bedelarij dienst moet doen om harten te vermurven en beurzen te openen. Wel loopt er ook zoo'n gewone bedelaar eens onder, die in den eersten dag van het jaar een bijzonder gunstige gelegenheid ziet om wat geld op te halen en dan ook maar brutaalweg aan het wenschen gaat, maar de meerderheid vertoont ten minste vroolijke gezichten en spreekt met gewone stem. In zoover liegt en huichelt zij in elk geval minder dan de bedelaars van professie, die de straten en grachten der residentie tegenwoordig in grooten getale bevolken. Als men die lui ziet en hoort zou men meenen met menschen te doen te hebben, voor wie elke vreugdestraal is gedoofd, die altijd somher en treurig gestemd zijn, maar indien zij eens een enkelen keer uit den gewonen plooi worden gebracht bemerkt men wel, dat dit niet zoo is. Een treffend voorbeeld daarvan ondervond ik onlangs, toen ik een meisje met lucifers ont moette, dat gewoon is haar verzoek om een aalmoes steeds kracht hij te zetten door de verzekering «och meneer het gaat zoo slecht Zij bedoelt haren lucifershandel, en ik geloof haar gaarne, want het doosje dat zij den voor bijganger aanbiedt, gelijkt wel altijd hetzelfde vuile en vieze exemplaar, dat dus soms dagen onverkocht schijnt te blijven. Of intusschen de ontvangst van geld, bij wijze van schenking in stede van door een koopcontract verkregen, ook zoo slecht gaat, laat zij wijselijk in het middeD. Natuurlijk duwde zij mij weder zoo'n onoogelijk doosje onder den neus, een zóó smerig exemplaar, dat niet licht iemand het in zijn zak zou willen steken, al kreeg hij een dubbeltje toe. Reeds om deze reden begreep ik, dat de verkoop niet gemakkelijk ging, maar daarenboven kende ik haar immer terugkee- rende klacht over den geringen omzet, en om haar te voorkomen antwoordde ik terstond op haar aanzoek tot koopen met hare eigene woorden vragenderwijs «het gaat zoo slecht niet waar, kind En een luide schaterlach, gepaard aan den uitroep: «o, meneer weet het al!" verving den klaagtoon, en ik werd verder door het meisje met rust gelaten, niet slechts toen, maar ook in het vervolgzij scheen het uiterlijk van dien meneer, die het al weet, onthouden te hebben. Ik beveel dit probate middel tot wering van bedelarij mijnen lezers aan, die ook bedelaars met een van buiten geleerd lesje mochten kennen. Bij den brand, die eergisterenavond hier het beruchte café-chantant Alcazar voor een groot deel verwoestte, moet, om het op zijn zachtst uit te drukken, gebleken zijn, dat onze nieuwe brandweer nog niet ten volle in werking is. De meeste ingezetenen zullen zeker niet ge dacht hebben dat alles thans nog niet in orde is, nu reeds zoo lange tijd is verloopen sedert het besluit tot reorganisatie zij konden het echter Woensdagavond ten allen overvloede door eigen aanschouwing bemerken, dat die reorganisatie nog niet is, zooals zij worden moet. Op het drukke avonduur, waarop het onheil optstond, had rnen recht te verwachten, dat onmiddellijk een aantal spuiten zouden aanrukken, en toch duurde het ongeveer een half uur voor de eereté gemeentelijke spuit op het terrein was, en de stoomspuit kwam zóo laat, dat haar personeel bij aankomst door het volk werd uitgejouwd en uitgefloten. Dat er een geruimen tijd verliep is zeker niet geheel aan de beambten dei- brandweer te wijten, maar voor een deel ook aan de ambtenaren van politie ter plaatse, waaronder nog wel een van hoogeren rang. Deze schenen het hoofd zoodanig kwijt te zijn, dat zij iemand naar den politie-post aan den nog al verwijderden schouwburg zonden, om het bericht van den brand per telephoon te doen overbrengen waarbeen dit noodig was om hulp te verkrijgen, terwijl een paar huizen van het brandende gebouw verwijderd zich het hoofd bureau bevindt van de telephoon-geleiding. waarmede alle politie- en brandweer-stations verbonden zijn. Het is te verwachten, dat het materieel nu spoedig geheel in orde zal zijn, maar als het personeel, van wier kalmte en beleid hij dergelijke ongevallen zooveel afhangt, van deze twee hoofdvereischten niet een vol doende dosis bezit, haat de rest nog betrekkelijk weinig, en zijn groote onheilen nog niet zooveel als mogelijk is te voorkomen. Waren eergisterenavond niet eenige particu lieren in de omliggende gerechtsgebouwen zóó krachtdadig opgetreden, dan zou de brand onge twijfeld een veel grootere uitbreiding hebben verkregen, d la barbe van eene ten koste van zooveel geld gereorganiseerde brandweer. Het nu uitgebrande gebouw te missen, is zeker geen verlies voor de residentie, maar als de omgeving daarvan vernield ware, zon de schade ontzettend geweest zijn, niet slechts de materieele, want die is nog te herstellen, maar men denke aan de rechterlijke archieven en dergelijke niet te vervangen zaken. Daarvoor helpt zelfs geen assurantie. En dan vergete men niet, dat hij een lang uitblijven van het brandweer-personeel dikwijls menschenlevens op het spel staan. Maar ook al is de opruiming van een gelegenheid als Alcazar een voordeel, dit neemt niet weg, dat tot behoud ook van zulk een gebouw al het mogelijke zoodra mogelijk moet gedaan worden; de verzekering-maatschappij heeft daarop een zeker recht. Yan verzekering gesproken, weten mijn lezers wel, waarom tot veler verwondering zelfs de besliste tegenstander van het tegenwoordig regeeringsbeleid, de heer Goeman Borgesius, bij de laatste begrootings-debatten de personen dei- meeste ministers zoo inde hoogte heeft gestoken? Mr Borgesius is directeur van een verzekering- maatschappij tegen ongelnkken, en de heeren ministers hebben zich hij hem zeer hoog geas sureerd tegen parlementaire ongelukken, zóó vertelde een grappenmaker onder de kamerleden in de koffiekamer. Be Zeeuw gevoelt nog altijd spijt over de anders «zoo royale Middelburgsche courant Voor zooveel medelijden zijn wij wezenlijk gevoelig maar wij weten toch waarlijk niet wat wij doen moeten om het blad te ontheffen van de bekommernis, waarin het om onzentwil verkeert. Het geldt nog altijd onze eenvoudige mede- deeling omtrent het blad De Klok, datinWolvega het licht ziet. Toen de verschijning daarvan werd aangekundigd, wist men te melden dat dit blad zou gewijd zijn aan de belangen van de radicalen en de anti-revolutionnairen. Na de uitgave van het eerste nommer werden namen van redacteuren genoemd en gezegd dat zjj radicale en anti-revolutionnaire tendenzen hadden. Toen wij hiervan mede- deeling deden, voegden wij daarbij als tegen wicht van die beweringen hoe de Standaard verklaarde dat zijne partij met dit orgaan niets te maken had. De bedoeling van die samenvoeging, om juist het door anderen verspreide bericht op den voet te doen volgen door de tegenspraak van het hoofdorgaan der anti-revolutionnaire partij, wilde de Zeeuw maar niet vatten, zelfs niet nadat wij getracht hadden door eene vergelij king onze bedoeling te yerduidelijken. Wij bleven bij zijn redactie onder verdenking van te hebben willen insinueeren, en op die herhaalde beschuldiging moesten wij wel zwijgen, omdat wij geen kans zagen ons duidelijker nit te drukken dan wij deden. Nu willen wij vermelden dat de tegenspraak van de Standaard omtrent de verhouding tusschen de partij en het blad volkomen juist kan ge weest zijn, zonder dat daarom geheel onwaar behoefde te wezen het eerste bericht omtrent redacteuren met anti-revolutionnaire tendenzen. In het district Schoterland hebben anti-revolu tionnairen ook wel eens meegewerkt aan eene verkiezing, terwijl toch de Standaard en de partij zelve alle schuld aan het gebeurde van zich afwierpen. Zoo kan het ook wezen met de redactie van de Klok. En al dankt nu dat blad den heer Domela Nieuwenhuis voor zijn optreden in de kamer en valt het den heer Okma hard om zijn zwijgen op die plaats, dit bewijst nog niets anders dan dat op het punt der volksbelangen de redactie meer bevredigd wordt door het radicale dan door het anti-revolutionnaire kamerlid. Wij voor ons trekken in deze geen partijwij bepaalden ons tot mededeeling en, slechts ge dwongen door de Zeeuw, maakten wij eenige opmerkingen. Eerst in dagen van verkiezingen zullen wij de bedoeling der heeren van de Klok duidelijk kunnen leeren kennen. En zoolang zullen wij maar wachten, al is er alle kans dat tegen dien tijd, na drie jaar, de Klok al lang heeft opgehouden te luiden. De dertiende jaargang van het jaarhoekje, uitsluitend ten behoeve harer leden, uitgegeven door de Maatschappij tot bevordering van land bouw en veeteelt in Zeeland, is in het gewone eenvoudige doch solide gewaad gestoken en bevat evenals altijd tal van nuttige opgaven en wenken. Door den heer G. A. Vorsterman van Oyen worden weer eenige landbouwkundige opmer kingen en aanteekeningen medegedeeld omtrent bloemen en insecten en over weiden. Het handig werkje, gedrukt zooals men dat van de firma J. C. W. Altorffer alhier ge woon is, zal zeker weer met genoegen worden ter hand genomen en met goed gevolg ge raadpleegd. De heer P. J. van de Sande, uitgever van de Terneuzensche courant, biedt zijnen begunsti gers een portefeuille kalender aan, die netjes in verschillende kleuren gedrukt is. Te Goes overleed heden nacht een algemeen geacht burgereen man die een werkzaam leven achter zich heeft, nl. dr. G. T. Callenfels. Hij werd den 16 Oct. 1800 te Sluis geboren, studeerde te Gent, promoveerde daar in 1824 tot doctor in de medicijnen en vestigde zich te Goes. In 1840 behaalde hij ook te Leiden den doctoralen titel. Als lid van den raad, een betrekking die hij tot zijn dood jaren lang heeft vervuld, heeft hij zich nooit bij een der partijen aangesloten, en steeds met een onpartijdigen blik de zaken bekeken. Ook in vele andere betrekkingen, zooals lid en voorzitter van de gezondheids-commissie, president van de commissie op het beheer dei- kerkelijke goederen der Ned. Herv. gemeente, maakte hij zich zeer verdienstelijk. De herinnei-ing aan den goeden «dokter Callenfels" zal zeker in Goes nog lang blijven voortleven. Het Centrum noemt de bewering van het Vaderland, dat dl- Schaépman «wegens ernstige ongesteldheid voor een tijdlang naar het Zuiden gaat", zeer overdreven. Dr Schaépman heeft tot ontspanning van de vele vermoeiende werkzaamheden der laatste dagen eene kleine vaeantie genomen, doch hieraan behoeft geen hijzonder onrustbarende strekking.te worden toegekend. De benoemde officier van gezondheid 2de kl. bij de zeemacht D. P. van Nouhuys, arts, wordt met den löden dezer geplaatst aan boord Zr. Ms. wachtschip te Hellevoetsluis, om tevens dienst te doen in de maritieme ziekeninriebting aldaar. De mail, gedateerd Batavia 30 Nov., bracht, het verslag van den gouverneur van Atjeh, loopende tot 11 November. Daarin wordt omtrent de twee Europeeschedeserteurs van Lampeneroet nog gemeld, dat zij zich in de IV Moekims ophouden bij Toekoe Omar, die zijn voornemen om zich naar de Westkust te begeven, nog altijd niet ten uitvoer gelegd heeft. Enkele posten werden zwak, Siroen in den morgen van 2 dezer vrij hevig beschoten. Ook werden de troepen, die naar de schijf schoten dan wel huiten de versterking patrouilleerden, door enkele schoten verontrust. Pogingen tot het invoeren van oorlogscon trabande op de Noord- en Oostkust kwamen nog telken svoor. De gezondheidstoestand bleef ongunstig. Dage lijks werden gemiddeld 29 lijders in het hospitaal opgenomen, waarvan 13 met beri-beri, zoodat de Btand der ziekte ongunstiger is geworden dan gedurende den vorigen verslagtijd, toen gemid deld dagelijks 11 beri-berilijders werden op^ genomen,

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1889 | | pagina 1