N°. 3. 132e Jaargang. 1889. Vrijda 4 Januari. i r Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco f 2 Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 cent. Advertentiën: 20 cent per regel. Bij abonnement lager. Geboorte-, Trouw-, Dood-, en andere familieberichten met de daarop betrekking hebbende dankbetuigingenvan 17 regels 1.50 iedere regel meer ƒ0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Middelburg 3 Januari. MIDDEL IRANT Thermometer. Agenten te Vlissingen: P. G. de Vey Mestdagh Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te Krniningen: F. v.d. Peijl, te Zierikzee: A. C. de Mooij en-te TliolenW. A. van Advertentiën Middelburg 3 Jan. vm. 8 u. 28 gr. i Nieuwenhuijzen.Verder worden door alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aangenomen, en nemen ook het algemeen advertentie- moeten des namiddags te een uur m. 12 u. 30 gr. av. 4 u. 28 gr. F. j bureau van Nijgh Van Ditmar. te Rotterdam, en de firma B. van dee Kamp te Groningen, voor de Noordelijke provinciën, annonces aan.Hoofdagenten voor het aan het bureau bezorgd zijn, willen Buitenland: te Parijs en Londen, de Compagnie général&de Publicité étrangère G. L. Daube Cie., John F. Jones, opvolger, voor België A. Grosjean Co. te Brussel. j zij des avonds nog worden opgenomen Verwacht: verand. wind. Door de reizen van den jongen Duitsehen keizer naar Weenen en Rome en diens on dubbelzinnige vriendschapsbetuigingen voor zijn beide bondgenooten is de triple alliantie ten aanschouwe van de geheele wereld het offieieele stempel opgedrukt. Met minder luister dan de ontmoeting van keizer Wil helm met keizer Frans Jozef en koning Humbert gingen de samenkomsten der weder- zijdsche leidende staatslieden Crispi en Bismarck op Friedrichsruh, Crispi en Kalnoky te Eger gepaard, maar in beteekenis staan deze ongetwijfeld niet ten achter bij <iie der vorsten. Omtrent de strekking en de beteekenis van het verbond, tusschen het Duitsche rijk en Oostenrijk gesloten, is alle twijfel opge heven sedert het openbaar maken van de bepalingen van het tractaat van 7 October 1879. Nog onder den indruk van deze buitengewone politieke verrassing, Europa door Bismarck bereid, vernam de wereld uit den mond van den Duitsehen rijkskan selier een van die onomwonden verklaringen over den algemeenen politieken toestand, gelijk alleen deze staatsman den stouten moed heeft af te leggen. Met de fiere woorden„Wij Duitschers vreezen God en niets anders ter wereld," eindigde Bis- roareks rede. Sprak de rijkskanselier hier de waarheid Toen keizer Frederik zijn dochter met den verdreven vorst van Boel- garije wilde verloven, dreigde Bismarck liever zijn ambt te zullen neerleggen dan den keizer aller Russen te mishagen. Zoodra niet had keizer Wilhelm II den troon bestegen, of hij spoedde zich naar St Petersburg om den czaar rog vroeger dan zijn onderen en trouwen bondgenoot, den Oostenrijkschen keizer, te begroeten. Wanneer wij telkens weder opnieuw Duitschland zien sidderen, zoodra de czaar slechts zijn wenkbrauwen fronstwanneer wij de Duitsche officieuse pers alarmkreten hooren aanheffen, zoodra Russische troepen-afdeeliugen zich in bewe ging stellen, of haar wee en ach hooren roepen over het ondankbare Rusland, dat zich aan Pruisen, met welks koningshuis het door oude vriendschaps- en bloedver wantschapsbanden verbonden is, afwendt om de hand te reiken aan het republikeinsche Frankrijk; wanneer wij eindelijk den feilen strijd aanschouwen, door Bismarcks bladen tegen de Russische leening gevoerd, wijl deze Rusland de middelen moet schenken tot uitbreiding van zijn krijgstoerustingen, dan komt het ons voor, alsof Duitschlands groote staatsman nog iets meer vreest dan God alleen This terrible crisis in Europa heeft lord Salisbury den huidigen politieken toestand in ons werelddeel genoemd. De vrede bleef ook nog in 1888 bewaard, doch het is de vraag, of zulk een vrede gelijk de tegenwoordige op den duur minder verder felijk is voor het algemeen belang dan de oorlog. In Oostenrijk heeft de openbaarmaking van het tractaat een gunstigen invloed op de publieke opinie gehad, welke nog altijd twijfel koesterde aan Duitschlands eerlijkheid en oprechtheid ten opzichte van Oostenrijk. Populair is het bondgenootschap echter onder keizer Frans Jozefs onderdanen niet, wanneer men de kleine Duitsche minderheid en de Russenhatende en Russenvreezende Hongaren uitzondert. Altijd scherper wordt de strijd der nationaliteiten in het rijk der Habsburgers Het ministerie Taaffe hervormt zich, in strijd met zijn belofte boven de partijen te zullen staan, meer en meer in een partij- ministeriehet Duitsche element wordt verdrongen, dank zij ten deele het daarmee zich vereenzelvigend antisemitisme. Daaren tegen treden de Czecuen, ofschoon ook dezen pntUrljng verdeeld, stouter en stouter met hun eischen naar een onafhankelijk koninkrijk Boheme, dat slechts door een persoonlijken band met Oosten, ijk en Hongarije zal verbonden zijn, op. Gelijk aan Italië legt het bondgenootschap met den machtigsten militairen staat iu Europa aan Oostenrijk naast de lusten zware lasten op. Voor de weermiddelen des lands worden schier zonder ophouden dure offers van de bevolking gevorderd en haar ver tegenwoordigers toonen zich steeds bereid toe te staan wat de regeering vraagt, ten einde het rijk in voldoenden staat van tegenweer te stellen. Vraagt menwie is het dan die Europa dwingt steeds de hand aan de lont te houden? Is het Rusland? Is bet Frankrijk? Dreigt gevaar aan den Balkan Niemand zal een afdoend antwoord kunnen geven. Het is alles en niets, dat deze ongezonde spanning onderhoudt, omdat in het groote kruitmagazijn, dat Europa heet, slechts éen vonk het ver nielingswerk kan teweegbrengen. In het Oosten van Europa is uiterlijk niets veranderd, maar zoowel Roemenië als Servië doorleven een crisis, welker gevolgen voor beider politieke zelfstandigheid niet te voor zien zijn. Ruslands en Oostenrijks agenten wedijveren zonder ophouden in het bewerken der politieke partijen en der neutrale bevol king. In Roemenie is het liberale ministerie Bratiano afgetreden, maai niot dan na ge welddadige manifestaties, waarbij zelfs niet de persoon des konings gespaard bleef. In den loop van het jaar brak herhaaldelijk een oproer onder de boeren uit, maar telkens gelukte het der regeering deze agrarische beweging met geweld van wapenen te on derdrukken. Intusschen onderging het kabinet tenge volge van de samenstelling der nieuwe kamer een belangrijke wijziging; het werd met een paar conservatieve, d. z. Russischgezinde ministers aangevuld. Of hun optreden aan de buitenlandsche staatkunde van Roemenië, dat tot heden een sterke neiging jegens Oostenrijk en Duitschland aan den dag heeft gelegd, een andere wending zal geven, is nog niet gebleken. Ernstiger nog dan de binnenlandsche politieke toestand in Roemenië is die van Servië. Ministerieele crisissen, een echtschei ding op den troon, een koninklijke procla matie met aankondiging eener grondwets herziening, verkiezingen voor de groote Skoepschtina, die weder bij koninklijk besluit vernietigd werdeD, omdat de anti-regeerings- partij zegevierdeziehier een chaos van gebeurtenissen, waaruit misschien een nog grooter chaos zal ontspruiten. Koning Milan bracht niet alleen zijn eigen dynastie maar ook zijn land voor een afgrond zal de koning alleen of zullen wellicht beide te zamen den ge vaarlijken sprong met den ondergang be- koopen Of ook een derde geval is mogelijk het vraagstuk gelukkig volvoeren? Wanneer van een rijk geldt, wat van een schoone vrouw wordt gezegd, dat zij het meest te benijden is van wie het minst gesproken wordt dan mag Boelgarije zich aan het einde van dit jaar gelukkig prijzen. Schaars vloeien de laatste maanden de berich ten uit Sofia. Het joDge vorstendom schijnt den weg der ontwikkeling met vasten tred af te leggen. Het bleef dit jaar voor ongewenschte inmenging van de zijde van het machtige Rusland bewaard. Vorst Ferdinand heeft zich op den Boelgaarschen troon weten te handhaven, maar zoolang zijn heerschappij niet door de Europeesche mogendheden erkend is, blijft de vorstenkroon op zijn hoofd wankelen, en zoolang geen oplossing der Boelgaarsche kwestie is gevonden, bedreigi deze onzekerheid den vrede van Europa. De geschiedenis der overige staten in Europa gedurende het jaar 1888 kunnen wij in weinige woorden samenvatten. In Spanje aanschouwde men één voortdurende worsteling tusschen de liberale en conservatieve partijen, waarbij het ministerie-Sagasta zich met moeite, dan eens links, dan eens rechts wendend, wist te handhaven. Nog onlangs hoeft Sagasta zich genoodzaakt gezien ten gevolge van de geschillen, die onder de meer vrijzinnige en meer conservatieve bestand- deelen der regeeringspartij zijn gerezen over de democratische hervormingen der regeering, zijn ministerie te organiseeren. Ten deele was het Sagasta veroorloofd zijn liberaal programma te volvoeren, doch het is met het oog op de heftige oppositie, welke hij zoowel van de zijde der conservatieven als van den kant der ongeduldige democraten ondervindt, twijfelachtig, of hij het geheel ten uitvoer zal kunnen breDgen. Ondanks den onverzoenlijken strijd der politieke partgen, trots de intriges der Carlisten en de pogingen tot pronunciamento's, welke zich ook dit jaar in Spanje sporadisch vertoonden, kan de koningin-regentes zich op de alge meene achting en den eerbied harer onder danen beroemen. Herhaaldelijk werd Spanje's naam genoemd in verband met de triple alliantie, maar even dikwijls volgde de verzekering der SpaaDSche regeering, dat zij geenerlei bondgenootschap noch vóór noch tegen eenigen Europeeschen staat had aangegaan. Het was eveneens België, of juister uit gedrukt de Belgische regeering, welke men met recht of onrecht dit ligt tot hiertoe in twijfel rangschikte onder de overige staten, waarmede Duitschland krachtens de verklaring van den rijkskanselier een bond genootschap had aangegaan. Een enkele toespelling op dit verbond was voldoende om onder de Belgische bevolking, welke door nationaliteit en gezindheid meer sym pathie gevoelt voor de Fransehe republiek dan voor het Duitsche keizerrijk, onrust en ver ontwaardiging te wekken. In den binnenlandschen politieken toestand van België is niets veranderd. Van de oud liberalen kan men zeggen, wat eenmaal van de Bourbons gold ils n'ont rien appris ni rien oublié. Te vergeefs ziet men nog altijd naar een compromis tusschen de beide fracties der liberale partij uitde doctrinairen volharden in hun verouderde leerde radi calen blijven aandringen op een in waarheid vrijzinnig politiek programma, in de eerste plaats op grondwetsherziening. Waartoe deze droevige tweespalt voert, hebben de verkie zingen voor de kamers in Juni bewezen, waarbij de liberale partij een nog gevoeliger nederlaag dan in 1884 leed en zij de hoofdstad in de macht der clericalen zag overgaan. Terwijl de politieke partijen ten prooi aan kleingeestige personen-kwesties, onverdraag zaamheid en zelfzucht elkander bestrijden en den kostbaren tijd in nietsdoen verkwisten, ueemt de ontevredenheid onder dat deel der bevolking, dat reikhalzend naar verbetering van zijn ellendig lot uitziet, toe. Schriller worden de kreten, waarmede de arbeiders inwilliging van hun rechtmatige eischen vorderenruwer en verschrikkelijker de wijze, waarop zij, door misdadige leiders aangespoord, de regeering willen dwingen eindelijk het oor te leenen aan hun klachten. Uit de jongste beweging onder de arbeiders bevolking in de kolendistricten kunnen de Belgische regeering, de clericalen zoowel als de libéralen leeren, dat het spook dei- sociale revolutie zich niet door geweld van wapenen laat onderdrukkendat geen gendarmen en soldaten de sociale nooden lenigen en de ongeduldig roependen om recht tot zwijgen brengendat het volk zich niet langer met woorden en schoone beloften laat afschepen. Niet langer neemt het genoegen met de woorden „Gaat werken en laat aan hen, die bezittingen hebben, de zorg over om wetten te maken." Zoo oordeelt het volk in België en in alle overige staten. Wat de noordelijke staten van Europa betreft, beperkien zich de politieke ge beurtenissen in Noorwegen en Zweden tot een verschuiving van het evenwicht van de linker naar de rechterzijde. In Denemarken duurt de oude strijd tusschen het Folkething en het ministerie-Estrup voort. Pogingen tot een verzoening tusschen de meerderheid dei- volksvertegenwoordigingen en de regeering bleven zonder vruchten. Bij de viering vau 's konings jubilé is uit de houding der linker zijde in het Folkething gebleken, welk een klove er tusschen beide bestaat. Noch de uiterlijke luister van dit feest noch het bezoek van keizer Wilhelm te Kopenhagen kan koning Christiaan doen vergeten, hoe een aanzienlijk deel van zijn volk ernstig misnoegd is over zijn regeering. Behalve de Deensclie koning vierde even eens diens zoon, de koning van Griekenland, zijn regeeringsjubilé. Koning George mocht zich daarbij in de ondubbelzinnigste blijken van de liefde zijns volks verheugen. Een andere gebeurtenis in de geschiedenis van Griekenland gedurende dit jaar, waaraan zoowel door de Grieken zelve als door het overige Europa eenig gewicht gehecht werd, is de verloving van den kroonprins van Griekenland met de derde zuster van keizer Wilhelm, prinses Sophie van Pruisen. De goede verwachtingen, welke men in den aanvang des jaars meende te mogen koes teren, ten opzichte van de anti-protectionisti sche stroomingen, zich in de Vereenigde Staten van Amerika openbarend en van zoo groot belang ook voor ons werelddeel, zullen zich niet verwezenlijken. De presidentsverkiezing in Nov. 11. is geëindigd met de nederlaag der democraten. In Maart a. zal president Cleveland plaats maken voor generaal Har rison. De presidentsverkiezing werd met bijzondere belangstelling gadegeslagen, omdat ditmaal voor het eerst sedert een kwart eeuw niet de vraag op den voorgrond stond, of deze of gene partij de vette ambten zou verkrijgen, maar wijl er groote beginselen van het staatsleven in het spel waren. Ofschoon de democratische partij nooit open lijk het devies van den vrijen handel op haar vaandel heeft geschreven, gold zij al gemeen, vooral na de bekende boodschap van president Cleveland, als de kampioen voor den vrijen handel, waartoe zij als het ware door haar tegenstanders, de republi keinen, die het exclusiefste protectionisme in hun programma hebben opgenomen, gedwon gen werden. Met de republikeinen heeft alzoo het protectionisme in den strijd om deD presidentszetel gezegevierd. Wanneer wij ten slotte alle in vogelvlucht geschetste gebeurtenissen in ons werelddeel gedurende het jaar 1888 in één beeld willen samenvatten, dan zien wij hoe de krijgstoe rustingen van den eenen staat voor den anderen een prikkel waren om nog krachtiger militaire maatregelen te nemen; hoe Qp die wijze een goed deel van de eerlijke vruchten van den arbeid te loor ging om verslonden te worden door de improductieve uitgaven voor het militaire wezen. Handel en nijverheid bleven verlamd de toestand der arbeiders werd er door verergerd, en wat het verschrikkelijks! is het reeds zoo ondragelijke heden voor spelt een nog ontzettender toekomst. Maar verheffen zich uit de volkeren zelf dan geen stemmen om dezen te overtuigen, dat er op de menschheid andere plichten rusten dan haar zonen tot elkanders beulen en moorde naars te maken Gelukkig ja, in Italië en Frankrijk en elders zijn mannen opgestaan om het evangelie van den algemeenen vrede te verkondigen, maar hun vrede- en mensch- lievende pogingen zijn een druppel in den Oceaan. Zoolang de staten zich niet bij hen aansluiten, blijft hun streven een illuzie. Voorzeker met recht getuigen zij, dat de eerste staat, die den moed had met het militaire stelsel te breken, niet alleen ziju eigen welvaart zou zien toenemen, maar een zegen voor de volkeren, de menschheid zou zijn. Welke staat echter zal dezen moed bezitten Een nieuw jaar is aangebroken 1889. Frankrijk maakt zich gereed het eeuwfeest der groote revolutie te vieren. Wat evenwel is er in die honderd jaar geworden van die wat Fichte noemde rijke illustratie van den grooten tekstmenschenrecht en menschenwaarde? Men denke slechts aan de Londensche krotten en holen van zedebederf enmisdaid, aan de ellendige bevolking der groote mijndistricten Vóór 1789 hadden koning, adel en geestelijkheid alleen rechten, de burgers alleerr plich ten. De derde stand heeft zich toen, na zich van zijn allerrampzaligsten toestand bewust te zijn geworden, zijn rechten op gewelddadige wijze veroverd. Intusschen is een vierde stand opgewassen, die nu van den derden dezelfde rechten verlangt. Ook deze vierde stand geeft tenantwoord wat de abt Sièyes in zijn bekende brochure Qu'est ce que le tiers etat van den derden stand verklaarde op zijn vraag: „Wat ver langt hij „Iets te worden." En dit is althans een lichtstraal in het anders zoo somber tijdperk, dat wij doorleven in bijna alle rijken begint men hetzij dan uit vrees, hetzij uit zelfbehoud wetten voor te stellen om in de nooden van den vierden stand te voorzien, zijn wenschen in te willigen. Tijdige bevrediging van rechtma tige eischen is immers bet voorbehoedmiddel voor ernstiger gevaren, want wanneer een maal de vierde stand, het wachten moede, zich eveneens met geweld wilde verschaffen, wat hij als een recht vordert, zou men een nog onverzoenlijker worsteling aanschouwen dan die van 1789. Hoewel de vooruitzichten niet zeer be- mo°digend zijn, laten wij niet alle hoop varen, dat het jaar 1889 de menschheid weder een enkele schrede verder op de baan der ontwikkeling zal brengen en de regeeringen meer dan te voren streven zullen: naar het grootste geluk van het grootst aantal burgers. Professor Buys heeft weêr zijn stem doen hooren en wanneer hij dit doet, kan hij zeker zijn dat men naar hem luistert. Het Januari- nommer der Gids bevat een beschouwing van zijn hand over den politieken toestand van het oogenblik. In den aanloop daarvan wijst prof. Buys op de hardnekkige liefde van den minister van koloniën voor het Heilig Verbond, waarbjj de schrijver de commentaar voegt dat het niet de namen der vorsten zijn, die den heer Keu- chenius aantrekken, maar de beginselen, welke zij vertegenwoordigen, en het doel waartoe die beginselen tot samenwerking werden opgeroe pen d. w. z. de gemeenschappelijke strijd tegen alles wat uit de Fransehe omwenteling is voortgekomen. Die gemeenschappelijk geknoop te band is thans ook in ons staatkundig leven te bespeuren en het is te begrjjpen dat de herinnering aan vroegere dagen daardoor wordt verfrischt. In het eerste gedeelte van zijn artikel wijst de hoogleeraar op de weinige verandering, die in de kamer van honderd te bespeuren is tegen over de vroegere. De oude leden blijven op den voorgrond, de omslachtige voorbereiding is ge bleven, de behandeling der staatsbegrootingging al met dezelfde verschijnselen van vroeger ge paard. Ook ditmaal een vloed van woorden in den aanvang, en nauwelijks tijd om de voor stellen te noemen aan het slot. Vervolgens geeft de hoogleeraar een beknop te karakteristiek van de kamer en de onlangs gevoerde debatten. De belangrjjkste eigenaar digheid was ditmaal de groote kalmte en de bij uitstek hoffelijke toon. De critiek dor oppositie thans de liberalen was zoo gematigd mogelijk en met loftuitingen doorvlochten. Daarin is op zichzelf geen bijzondere verdienste gelegen, 't Is in hoofdzaak de vrucht van de omstandigheid, dat zich eindelijk weer eens de gelegenheid heeft oggedaan het parlementair stelsel zuiver toe te passen, iets wat in tien jaar het geval niet was geweest. Voor de liberale partij is hier een schoone taak weggelegd. Als zij zich hereid toont de pogingen der regeering te steunen en, naast de meerderheid staande, haar rijke ervaring en haar zeer uitnemende talenten beschikbaar Btelt teneinde de deugde lijkheid der aangeboden wetsontwerpen te ver- hoogen, dan zal zij in den goeden zin van het woord een leidende oppositie zijn en zich na verloop van drie jaren met heter gevolg aan de grillige kansen van de stembus kunnen onder werpen, dan wanneer zij op geen andere zege- teekenen heeft te wijzen dan op die, welke van haar tegenstreven en belemmeren getuigenis kunnen afleggen. Tot dusver is aldus gehandeld. Dat tegenover den heer Keuchenius een uitzon dering is gemaakt, is te begrijpen met 't oog op de houding, door hem aangenomen. Een minister, die aan zjjne kerkelijke sympathieën en antipathieën niet het stilzwijgen weet op te leggen en daarbij de eischen van de meest alle- daagsche voorzichtigheid uit het oog verliest, is een gevaarlek minister en gevaarlijker naar-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1889 | | pagina 1