nieuwjaars collecte. M1DDELBURGSCHECOURANT BEKENDMAKINGEN. 8 F E ÜTLI E T O N~ Het Russische huwelijk. Pensioenwetten. BIJVOEGSÉL Middelburg 15 December. Door FREDERIK HASTINGS. men billijk. Andere leden meenden dat de wet niet behoort te treden op het gebied van het huiselijk leven. Straf te stellen op de daad der ouders scheen hun alleen oirbaar, waar van eigen lijke mishandeling sprake is. In de eerste plaats werd door sommige leden aangedrongen op uit breiding van het verbod van kinderarbeid tot den veldarbeid. Daartegen werd aangevoerd dat de veldarbeid, waar de kinderen dien verrichten in of voor het bedrijf hunner ouders, volstrekt niet schadeloos is. Andere leden vroegen een verbod van het in loondienst verrichten van veldar beid voor kinderen beneden 12 of 10 jaren. Ook werd gevraagd welke vruchten de vaststelling van gemeentelijke verordeningen tot beperking van den veldarbeid hebben opgeleverd. De wen- sckelijkkeid werd bepleit om het verbod van kinderarbeid tot den leeftijd van 13 jaren uittel breiden. Door zeer vele leden werd echter het tegenovergesteld gevoelen verdedigd. Van uit breiding tot den dertienjarigen leeftijd kon naar hunne meening in geen geval sprake zijn voor dat een voortgezet onderzoek meer licht had ver spreid over de vraag in hoeverre de belangen der nijverheid door die uitbreiding zou worden benadeeld. Eenige leden betreurden het dat de bepalingen omtrent de inrichting van fabrieken en werk plaatsen ter bevordering van de veiligheid en gezondheid der werklieden niet reeds in dit ont werp zijn opgenomen. Hiertegen werd aangevoerd dat voor dergelijke bepalingen eerst de uitslag van het onderzoek behoort te worden afgew at. Verschillende leden meenden dat bepalingen, welke geen betrekking hebben op overmatigen arbeid, in dit wetsontwerp niet t'huis behoorden De definitie van het woord arbeid kwam onvol doende voor en men drong aan op nadere bepaling van het begrip van arbeid. Eveneens verlangde men eene nadere omschrijving van hetgeen onder werkplaats verstaan moet worden. Betoogd werd dat de werkzaamheden in de open lucht vermeld bonden worden. Gewezen werd op de verschil lende werkzaamheden bij land- en tuinbouw, die niet in de open lucht worden verricht. Men vroeg wat te verstaan is onder werkzaamheden die in eene stalling plegen voor te komen. Wat de ar tikelen betreft wees men er op, dat gesproken wordt van het doen verrichten van arbeid en vroeg naar de bedoeling daarvan. Men keurde het goed dat niet van bepaalde soorten van fabrieken en werkplaatsen gesproken wordt maar van bepaalde soorten van arbeid. Ge vraagd werd of het niet wenschelijk is, waar men eenmaal maatregelen verordent omtrent den arbeid van vrouwen, dien arbeid ook te noemen, daar er verschillende werkzaamheden zijn, gevaarlijker voor vrouwen dan voor mannen. De methode van wet geving werd door sommige leden niet goedgekeurd. Sommige leden wilden de bepaling van de rusturen aan den werkgevers overlaten. Gewezen werd op het bezwaar dat het produceeren van geboorte extracten kan opleveren voor degenen, die buitens lands geboren zijn. Enkele leden achtten het bedenkelijk dat de rustdagen voor de Israëlieten niet bij de wet zelve worden vastgesteld, evenals die voor anderen. Sommige leden achtten het bedenkelijk aan zoovele ambtenaren de bevoegdheid te verleenen ten allen tijde recht van toegang te geven tot alle fabrieken, werkplaatsen en vaar tuigen gevraagd werd of werkplaatsen, behoorende tot vakscholen, werden uitgezonderd, zoomede of onder militairen dienst ook de dienst der marine is begrepen. Ten slotte wenschten enkele leden geconstateerd te zien, dat art. 82 van de wet op het lager onderwijs door deze wet niet zal vervallen. De Indische Gids voor December bevat Het systeem-Ples bij de gouvernements-koffie- cultuur ter Sumatra's Westkust, door V. S. Het loon van de koffieplantende bevolking op Java, in verband met art. 56 van het regee- rings-reglement, door L. Wessels. De over gang van gedwongene tot vrije koffiecultuur door D. F. van Alphen. Décentralisatie van bestuur in Ned.-Indië, door P. C. Huyser. Dirk van Hogendorp, als economisch-politisch hervormer van Nederlandsch-Indië geschetst, door J. Frank (slot) Varia. Ontwikkeling van Britsch-Borneo door Nederlanders. Het éche c der Duitsche kolonie op Afrika's Oost kust. Een opiumregie. Een vleiend oordeel over den nieuwen gouverneur-generaal. Parle mentaire werkzaamheid, tot heil van Indië. Maandelijksche revue van brochures en van tijd schrift- en dagbladartikelen. Wetenschap en industrie. Een woord van prof. mr P. A. van der Lith en prof. dr C. M. Kan bij hun optreden als redacteuren der «koloniale literatuur" van de Indische Gids. Oorzaken en bestrijding der sereh-ziekte in het suikerriet op Java, door dr A. M. Prins. Financieel overzicht, door E. Rittner Bos. Een nieuw industrieel tijdperk in Britsch-Indië voordracht van sir William Wilson Hunter in het Royal Colonial Institute te Londen Feuilleton Kebon Aroem, Waarheid en Ver dichting uit Insulinde, door Rob (slot). De staatscommissie van 1881 stelde ten aanzien van de pensioenregeling der burgerlijke ambte naren in hoofdzaak voor: lo de met staatshulp bestaande drie fondsen voor weduwen en weezen van burgerlijke ambte naren, namelijk het weduwenfonds voor de geëm ployeerden tot het algemeen bestuur behoorende, het weduwen-pensioenfonds van het korps inge nieurs van den waterstaat en het weduwen-pen sioenfonds voor de opzichters van den waterstaat voor verdere deelneming te sluiten, in dier voege, dat de tegenwoordige deelhebbers, tegen betaling van de door hen, volgens de bestaande reglemen ten, te leveren bijdragen, ook voor hunne nog te verwachten traktements- of rangverkoogingen gerechtigd blijven tot weduwenpensioen overeen komstig de bestaande reglementendat de aan die fondsen tbana verleende staatshulp, met name die uit de zoogenaamde kanselarij-leges, vervalt en dat, na afloop van al de met inachtneming van dat een en ander, thans op die fondsen drukkende verplichtingen over hunne eventueele saldo's later door de wet zal worden beschikt 2o. het pensioenfonds voor burgerlijke ambte naren op te heffen en daarentegen een algemeen weduwen- en weezenfonds voor burgerlijke amb tenaren op te richten de kapitalen en baten, tot eerstgenoemd fonds behoorende, aan laatstgemeld fonds toe te kennen en dit te belasten met de pensioenen, bij den overgang uit eerstgemeld fonds betaald wordende, de pensioenen der bur gerlijke ambtenaren zelve, welke na den overgang krachtens de bestaande of een nieuwe wet worden toegekend, te brengen ten laste van den staat, maar voor die pensioenen voortaan geene bij dragen meer te vorderen; in het nieuwe wedu wenfonds te doen deelen alle burgerlijke ambte naren, geen deelgerechtigden zijnde in één der drie thans bestaande, sub lo genoemde, wedu- wenfondsen, en welde toekomstige ambtenaren tegen eene jaarlijksche bijdrage van vijf percent van hunne bezoldiging of later pensioen, en de bestaande ambtenaren a. wat hunne bij 't in werking treden der nieuwe regeling genoten wordende bezoldiging aangaat, waarvoor aan het pensioenfonds werd bijgedragen, en het tegen aanzuivering der bij dragen, die zij nog aan dat fonds te betalen had den, of indien zij die bijdragen geheel hadden aangezuiverd, zonder eenige verdere bijdragen, en b. wat hunne latere traktementsverhoogingen en de vroeger genoten wedde betreft, waarvoor niets aan het pensioenfonds werd bijgedragen, mede tegen een jaarlijksche bijdrage van vijf percent daarover 3o. het weduwenpensioenfonds te bepalen op 1/4 van de laatstgenoten bezoldiging, tot een maximum van 600, doch met 1/5 verhooging daarvan voor ieder kind beneden den leeftijd van 18 jaren, zonder dat echter het weduwenpensioen, met inbegrip van het maximum der verhoogin gen, 1200 zal kunnen overschrijden. De thans ingediende ontwerpen geven in hoofd zaak de voorstellen der staatscommissie terug, behoudens enkele wijzigingen. Volgens het rapport zullen al de bezittingen van het burgerlijk pensioenfonds worden over gedragen aan het op te richten weduwen- en weezenfonds, hetwelk daarentegen zou worden belast niet alleen met de voldoening der inge volge de wet toe te kennen weduwen- en weezen- pensioenen, maar ook met de uitbetaling van de, bij het in werking treden der wet ten laste van het pensioenfonds, reeds verleende pensioenen. Het regeeringsvoorstel gaat uit van het beginsel dat uit de bezittingen van het pensioenfonds, aan het nieuw op te richten weduwen- en weezenfonds niet meer zal worden uitgekeerd dan noodig is om een kapitaal te vormen, waarvan de interesten, met de bijdragen der ambtenaren, voldoende zal zijn om de ingevolge de nieuwe regeling te ver leenen weduwen- en weezenpensioenen te voldoen. Wat daarenboven in het pensioenfonds aanwezig van de van Maandag 17 December 1888. N°. 298. De burgemeester en wethouders van Middelburg, maken bekend dat de commissie, die zich in de laatste jaren op hunne uitnoodiging welwillend heeft belast met het verzamelen van giften en het doen van eene uitdeeling van eetwaren en brandstoffen op dLen Nieuwjaarsdag-, zich dit jaar weder heeft bereid verklaard tot datzelfde doel werk zaam te zijn dat deze commissie op Maandag den IS liecemtoer a. s., te beginnen des middags te 12 uren, eene inzameling aan de huizen dei- ingezetenen zal houden, terwijl burgemeester en wethouders, het doel en streven dezer commissie zeer waardeerende, de vrijheid nemen, haar an dermaal bij de ingezetenen ten dringendste aan te bevelen. Middelburg, 14 December 1888. De burgemeester en wethouders voornoemd, S C H O R E R. De Secretaris, A. DE VULDER YAN NOORDEN. De staat van de opbrengst der rijksmiddelen over November maakt weder een tamelijk goed figuur. Het totaal is 342.000 meer dan ver leden jaar en aan die vermeerdering hebben al die middelen deel, die den besten maatstaf voor den stand der volkswelvaart bieden. De wederom buitengemeen booge opbrengst van het successie recht 202.000), wordt bijna geneutraliseerd door de geringere opbrengst der domeinen f 183,000), die verleden jaar in November bijzonder veel opbrachten. De grond van dat verschil is ons onbekendreeds meermalen vroe gen wij, waarom geen specificatie van dit middel kan worden gegeven, waardoor licht zon worden verstrekt. Zeer vreemd dunkt ons de geringe opbrengst der posterijen, nl. 377.000 of een ton minder dan verleden jaar, terwijl de maand October omgekeerd meer dan een ton boven het vorig jaar steeg, met het ongekend hooge bedrag van 612.000. En dat bij een middel, dat aan weinig schommelingen onderhevig isWie ver klaart het raadsel De belangrijkste cijfers zijn voor de afgeloopen maand de suikeraecjjns f 035.000 (-f f 230.000) vleeschaccijns f 372.000 (-f /"20.00Ü), de loodsgelden 126.000 (4- 11.000) en de registratierechten 736.000 117.000). De stijging van het per soneel blijft zeer langzaam gaandat was aan het eind der 11 maanden slechts ƒ38,000 hooger dan verleden jaar; intusschen is de stijging ge rekend over het dienstjaar 1888/89, vergeleken met het vorige, 86,000. Men kan vermoeden, dat aan 't eind van het jaar de totale raming met 4 a 5 millioen zal worden overschreden. (Vad.J Onder het opschrift Multatuli als taalman schreef dezer dagen de anti-revolutionnaire N. Prov. Gron. Ct. de volgende opmerkelijke beschouwing. »Tot behoud onzer taal wekten we op tot het lezen van dichters en schrijvers nit de Bilderdijksehe school. Ziehier een tweede vraag Mag Multatuli óók genoemd worden onder hen van wie men leeren kan Hollandsch te schrijven Ons bedunkens ja, mits onder een ernstig voor behoud. Namelijk dat men schifte tusschen zijne werken en dat aankomende leerlingen ze niet lezen, dan gelijk Beets eens voor Byron vroeg, onder goede leiding. De leiding is noodig, omdat de schitterende vorm zoo vaak een schadelijk bestanddeel bevat De rijken zorgen voor een groot zilveren blad met een brood en een massief hoog zoutvat, met zout gevuld. Als het tijd is om naar de kerk te gaan neemt de vader van den bruidegom een portret van Christus en zwaait dat kruiselings driemaal boven het hoofd van zijn zoon; daarop houdt hij het hem voor om te kussen en geeft het aan de moeder, die er het zelfde mede doet. Yervolgens neemt hij het brood van het blad en zwaait er ook zoo mede, met het zoutvat er in gestokenmaar dat wordt niet gekust. Men zegt dat het een zeer slecht voorteeken is, wan neer het zoutvat bij die bewegingen op den grond valt. Gedurende deze plechtigheid wordt er niets gesproken, behalve de woorden »In naam des Vaders, enz." De zoon kust zijn ouders de hand, en zij omhelzen hem, en zoodra deze kleine huiselijke dienst afgeloopen is, begeeft de bruigom zich naar de kerk. De bruid, die een dito tooneel heeft doorgemaaktkomt spoedig, voorafgegaan door »boyarin", die getooid met en men dus, het eerste genietende, voor het tweede moet worden gewaarschuwd, En schifting tusschen de werken van Multatuli is noodig, omdat de toenemende mate van zijn ongeloof en zijne verbittering tegen de samenleving een toenemend nadeeligen invloed op zijn schrijven heeft gehad. Zoo staan zijn Max Havelaar, zijn Een en Ander, zijn Vorstenschool in vele opzichten ver boven een zeer groot gedeelte van zijn Ideeën, niet alleen om den inhond, maar ook om den vorm. Het gemaniëreerde van zijn stijl in later tijd, dat zooveel navolgers heeft gevonden men bootst juist altijd bet slechte naheeft Beets eens ge zegd wordt in de opgenoemde werken niet of veel minder gevonden. Ook uit zijn meesterschap over de taal wenschen wij dus dat men van Multatuli leere, mits onder het gemaakte voorbehoud. Want noch wat zijn streven, noch wat zijn taal betreft zijn wij de opvatting van Dr. Swart Abra- hamsz toegedaan, als zou men hier slechts te doen gehad hebben met iemand, die tengevolge van nerveuze krankheid abnormaal en daarom eigen lijk ontoerekenbaar was. In de Gids, die eens den onsterfelijken Havelaar bij bet publiek inleidde onder den titel«Eer. boek voor den Koning", had dat niet moeten worden gezegd. Het artikel van Dr. Swart Abrahamsz is voor ons niets anders dan de poging van zekere rich ting, die naar Multatuli als boet-profeet niet heeft willen hooren, toen het tijd was om de schuld van koloniale onbekeerlijkheid van zich af te schuiven, door hem voor abnormaal te verklaren. Op die wjjze kan men alle genieën wegcijferen en allen, die op krachtiger toon dan anderen de waarheid verkondigen, voor hniten hun zinnen verklaren. De minister van binnenlandsche zaken heeft, naar aanleiding van het meermalen voorgekomen feit, dat voor bewaring van gemeente-archieven op niet-regelmatige wijze wordt zorg gedragen, nog onlangs werd een gemeente-archief, aanvan gende met 1534, als scheurpapier verkocht, den commissarissen des konings verzocht de gemeente besturen andermaal met ernst namens hem uit te noodigen, vóór het opruimen van archieven het advies van den archivaris in de provincie in te winnen en de burgemeesters aan te schrijven, hun steeds onmiddellijk kennis te geven van elk gemeenteraadsbesluit tot verkoop of vernietiging van archieven. Bij het departement van oorlog zijn, naar men meldt, verscheidene wetsontwerpen in gereedheid gebracht in verband met eene nieuwe organisatie der strjjdkrachten, zoodat spoedig na het eind verslag der staatscommissie de indiening van de noodige voorstellen kan verwacht worden. De achj onderwijzers, die door den raad van Smilde eervol ontslagen werden, met het doel hun jaarwedden te verminderen, hebben in een adres aan Z. M. den koning verzocht dit raad- besluit te vernietigen. Het door den minister Mackay iu de Tweede kamer-zitting van Donderdag omtrent deze kwestie gesprokene, geeft grond voor de verwachting dat zij niet aan een doovemans deur zullen kloppen- Door de Yereenigde Rotterdamsche tooneelisten zal spoedig een oorspronkelijk tooneelspel van den heer M. Hom worden opgevoerd. Het is getiteldHet geheim van mevrouw Richon. De hoofdrollen zijn verdeeld onder de dames Catha- rina Beersmans, Marie Yink en BurlageVer- woert, de heeren D. Haspels en E. Tartaud. Volgens het voorloopig verslag over het wets ontwerp, houdende bepalingen tot het tegengaan van overmatigen arbeid van jeugdige personen en vrouwen, betreurden sommige leden het dat de minister zich van eene uiteenzetting van beginselen had onthouden. Anderen daarentegen meenden dat de minister daaraan goed had gedaan. Groot verschil van gevoelen bleek te bestaan omtrent de vraag, of de ouders aansprakelijk behooren te worden gesteld voor het in dienst nemen hunner kinderen door anderen in strijd met de bepalingen der wet. Verscheidene leden achtten dit volko- 'rT MIMWMW—W—WBB—IM—W een scharlaken rood zijden hemd, zwart fluwee- len broek en hooge laarzen en blootshoofds, de gewijde schilderij voor haar uitdraagt. Het jonge paar ontmoet elkaar aan de deur en begeeft zich hand aan hand naar het »naloy", een klein altaar, gelijk aan een kleinen, lagen, vierkanten lessenaar. Het is zeer licht en wordt gemak kelijk van de eene schilderij naar de andere verplaatst. Er ligt een tapjjt voor het jonge paar en een mannekoor heft een lied aan zonder hegeleiding, dat zeer schoon en stichtelijk klinkt. De eenige woorden, die men er van verstaan kan, zijn«Gospodi, gospodi, gospodi pismilis die telkens herhaald worden, en gelijk staan met »o God, zij ons gunstig" Het jonge paar knielt driemaal; daarop gaat de gouden poort of deur in het breede rijkvergulde, beschilderde altaars- scherm open en de priester verschijnt in zijn volle ornaat. Hij maakt het teeken des kruises hoven hunne hoofden en geeft hun twee was kaarsen, met linten versierd in de hand. Er wordt met wierook gezwaaid en de dienst begint. Na twee korte gebeden gaat de priester naar het altaar en haalt twee dikke gouden iingen, die gedurende de verloving gedragen zijn en hem vooraf gegeven worden, opdat hij ze op den troon of het hoogaltaar legge. Hij geeft ze thans met enkele woorden aan het jonge paar, dat ze drie maal verruilt. I Dit beteekent dat voortaan hnn vreugde zorgen, gedachten en daden steeds wederkeerig en in goede verstandhouding moeten zijn. Na nog eenige gebeden en de Litany voor de keizerlijke familie, beeft de zoogenaamde «kro ning" plaats. De bruidsjonker spreidt een roos- kleurigen zakdoek voor bet bruidspaar uit, waarop zij moeten gaan staan. Men zegt dat er onder het volk een bijgeloof bestaat, dat degeen, die het eerst zijn voet op den zakdoek zet, de haas in huis zal zijn. Men overhaast zich na tuurlijk wel niet, maar ieder doet toch beleefd zijn best om de eerste te zijn. Onder andere vragen doet de priester ook deze veelbeteeke- nende«Hebt gij vroeger wel eens uw woord aan een ander gegeven Dit moet voor som mige heeren en dames een netelig geval zijn'; maar zij mogen de woorden van het formulier bezigen: «ik heb mijn woord niet gegeven, eerwaarde vader", ofschoon wij vreezen dat de waarheid daardoor vaak te kort gedaan wordt. Nog een paar gebeden, en dan verschijnt de lezer met een blad, waarop twee zilveren kronen liggen, versierd met de medaillons van den Heiland en de H. Maagd. De priester maakt het teeken des kruises, met éen kroon boven het hoofd van den bruidegom en zegt overluid«De dienaar Gods, M wordt gekroond met de dienstmaagd Gods, V in naam des Yaders enz." Daarop houdt hij den bruidegom het medaillon van den Heiland voor om het te kussen en zét hem de kroon op het hoofd. Somtijds houdt de bruidsjon ker de kroon een paar duim boven het hoofd van den bruidegom, maar de armeren dragen haar liever zelf. Daar die kroon groot en zwaar is, wordt er een doek onder gestopt om te belet ten dat zij afvalt. Dezelfde plechtigheid wordt met de bruid verricht en na een gebed wordt de gemeenschappelijke beker gebracht. Die is met wijn en water gevuld, en nadat de priester hem gezegend heeft, houdt hij hem het bruidspaar voor, dat er driemaal uitdrinkt, als een zinne beeld van het gelijkelijk deelen van alle vreugde en smart. Dit heeft ook betrekking op de ge woonte in de oud-Grieksche kerk dat jongge huwden op hun trouwdag het H. Avondmaal gebruikten. Na bet drinken uit den beker volgen weer gebeden en de priester legt onder zijne stola de handen der jong gehuwden in een. Dit be teekent de onverbreekbaarheid van den bond- Dan volgen zij hem driemaal, hand in hand om het «naloy" als het zinnebeeld van hun eeuwig durende vereeniging, en het geluk van hun nieuwe leven. Weer een gebed en de kronen worden afgenomen. Daarop verzoekt de priester het jonge paar om elkaar een kus te geven. Vroe ger werden de kronen een week gedragen maar nu zijn een paar minuten genoeg. Ten slotte

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1888 | | pagina 5