N\ 287. 131® Jaargang. 1888. Dinsdag 4 December. BEKENDMAKINGEN. Middelburg 3 December Rechtszaken* Verspreide berichten. Dit blad verschijnt d a g e 1 ij k s, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per 3/m. franco 2. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent. Advertentiën: 20 Cent per regel. Geboorte-, Trouw-, Doodberichten, enz.: van 1-7 regels ƒ1.50; iedere regel meer ƒ0.20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Veemarkt te Middelburg. MIDDELBURGSCHE COURANT. Agenten te Ylissingen: P. G. de Yit Mestdagh Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: F. van der Peijl. te Zierikzee: A. C. de Moou en te Tholen: NV. A. van Nieuwenhuijzen. Verder 'worden door alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aangenomen1 en nemen ook het algemeen advertentiebureau van Nijgh van Ditmar te Rotterdam, en de firma B. van der Kamp te Groningen, voor de Noordelijke provinciën, annonces aan. Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parijs en Londen, de Compagnie générale dePublicité étrangère G. L. Daube Cie., JohnP. Jones, opvolger voor België A. Grosjean Co. te Brussel. Donderdag den 6 Dec. a. s., van des voormid dags 8 tot des namiddags 4 uren. Middelburg, 3 December 1888. De burgemeester en wethouders voornoemd, SCHORER. De secretaris, A. DE VULDER VAN NOORDEN. De Arrihemsche courant bespreekt, evenals wij deden, de redevoering van den heer Ernest Naville over Zondagsrust. Zij zegt aan het begin harer beschouwing daarover het volgende »Het gebeurt niet dikwijls dat eene maatschappij of vereeniging een boekje laat vertalen om een paar couranten te bekeerendit bewijs van groote waardeering van het oordeel der pers, of wel van groote bekeeringszucht, geeft het bestuur der Nederlandsche vereeniging tot bevordering van Zon dagsrust, door de vertaling in het licht te zenden van eene op het congres te Genève gehouden redevoering van den heer Ernest Naville, met het doel om o. a. de Middelburgsche en de Arrihemsche courant voor het streven der vereeniging te winnen. De beleefdheid gebiedt ons, die kort geleden eenige beschouwingen aan dit streven wijdden, van de gedane moeite ernstige notitie te nemen. »Guluit bekennen wij, den heer Ernest Naville zelfs bij name en geruchte niet te kennen. Het genoemd bestuur zal deze bekentenis allicht ver bazen, omdat het «eenig werk van den heer Na ville aan te bevelen, of in te leiden op zijn minst genomen een gebrek aan tact" noemt. Doch het is nu eenmaal zoo. Gelukkig beoordee- len wij een geschrift niet naar den naam des schrijvers, maar naar den inhoud en de daarin aangevoerde argumenten. In deze. stemming de vertaling dezer redevoering opgenomen hebbende, vonden wij daarin een aangename lectuur, maar werden in geen enkel opzicht overtuigd. De losse, vlugge vertaling levert een zeer aardig, zeer amusant, maar erg congresachtig betoog, een spoedig uitgebrand vuurwerk, dat in de vrije lucht veel vertooning maakt, maar waaraan men zich binnenskamers niet warmen kan, omdat het de kachel zou doen uiteenspringen. «Indien het vraagstuk van de Zondagsrust zóo eenvoudig ware, dat het in eene congresspeech van een groot kwartier kon opgelost en afgedaan worden, dan waren de oplossing efi afdoening zonder twijfel reeds zeer lang geleden een gedane zaak. Dit is echter het geval niethet vraag stuk is integendeel van een zeer teederen aard en een grooten omvang. Niet zoozeer voor ons land, waar de Zondagsarbeid in de groote industrie en voor deze hoofdzakelijk kan eene beperkende wet practische gevolgen hebben niet noemens waardig is, en althans van oneindig minder beteekenis dan de sprekers en schrijvers over dit onderwerp willen doen gel ooven. Om deze reden is 't de vraag, of het bestuur wel verstandig heeft gedaan met dit boekske in het licht te zenden, dat argumenten uit den vreemde aanvoert, die in Nederlandsche toestanden kwalijk passen." Dit is éen groot bezwaar der Arnh. Crt tegen deze redevoering. Maar een tweede is de groote verwarring, die ook daarin héerscht tusschen de economische en de religieuse zijde der kwestie. «Men moet" zoo schrijft de Arnh. Crt. «waar 't de Zondagsrust geldt, kiezen of deelen. Of de Tien Geboden moeten het. eerste en het laatste argument wezen, en dan beslissen de bijbelwoorden van Exodus XX, 8—11, de kwestie voorgoed. Waar God ge sproken heeft, valt er niets bij te voegen, en al meende de economie de meest afdoende argumen ten tegen de Zondagsrust te hebben, tegenover het goddelijk gebod zou zij moeten zwijgen. Wil men daarentegen de noodzakelijkheid en voortref felijkheid van de Zondagsrust, beter gezegd van een periodieken rustdag, voor elk arbeidend mensch betoogen, dan moet men niet aankomen met het argument, aan den hij bel ontleend. Yoor hen, die er waarde aan hechten, is dit een alles afdoend argumenthet aan te voeren als een subsidiair motief tot versterking van zuiver economische argumenten, zou er veel van de waarde aan ont nemen." En nu was, wij wezen er ook reeds op, juist de eigenlijke bedoeling van de Zondagswet, die 4e heer Naville verlangde, toch ten slotte het kerkelijk belang. Opdat de enkele personen den rustdag kunnen heiligen, moet de maatschappij zich dien dag aantrekkende staatswet moet dus de burgers werkeloos, ledig en met hun tijd geen raad wetende aan de kerk overleveren, die hen dan wel tot heiliging van den dag des Hee- ren zal dwingen. Wanneer men zulke dingen in het vuur eener improvisatie op een congres hoort verkondigen door-een geestverwant spreker, dan hecht men er misschien, onder den indruk van het warme woord en de bezielde voordracht, meer instemming aan dan in een kalm debat. Dat een bezoeker van het Geneefsch congres dus, met Naville's denkbeelden over 't algemeen in genomen naar het vaderland terugkomt, is be grijpelijk. Maar niet begrijpelijk is netdat de Nederlandsche vereeniging tot bevordering van Zon dagsrust, die met nadruk de economische zijde van het vraagstuk van de Zondagsrust in statu ten en circulaires op den voorgrond stelt, en met opzet als tegenhanger optreedt van eene andere, die het door haar zorgvuldig vermeden woord van «heiliging van den dag des Heeren" tot leuze heeft, in kalm beraad een boekje in het licht zendt, waarin aldus tegen haar doel en hare methode in wordt gereageerd. Yooral niet wanneer ze tegenstanders bekeeren wil, die juist voor de religieuse argumenten doof blijven. Want een vertoog, dat uitgaat van het standpunt eene Zondagswet moet er wezen, desnoods op louter economische en -wereldlijke overwegingen berustend, maar opdat de Zondag geheiligd worde, zal die halve tegenstanders tot heele, de heele tot ernstige bestrijders maken". «Wie" zegt de Arnh. Crt ten slotte «op economische gronden een vollen rustdag na zes werkdagen eischt, moet tevreden zijn met welken dag der week ook. Stel dat in zekere Neder landsche stad zeven groote fabrieken zijn, wier chefs bezwijken voor den aandrang van de Zon dagsrustzendelingen en éen geheelen dag van de zeven aan hun werkvolk vrijgeven. Wat zou er, uit het oogpunt van economisch overleg, van recht en billijkheid niet uit dat van symmetrie of uniformiteit tegen te zeggen zijn, indien A. zijn volk Maandag, B. Dinsdag, C. Woensdag, D. Donderdag, E. Vrijdag, F. Zaterdag en alleen G. Zondag vrijgaf Immers niets Maar daarmede zou de bedoeling van den Geneefschen congres- redenaar niet bereikt zijn, noch de zaak dei- Zondagsheiliging veel gewonnen hebben. «Het spijt ons, dat we door dit werkje niet bekeerd zijn tot warme belijders van de beginselen en het streven der bovengenoemde vereeniging het doet ons dubbel leed, omdat wij niet denken dat onze confrère, op welks bekeering het mede toe gelegd was, de Middelburg sche Courant er anders over zal denken dan wij, zoodat de vertaling en uitgifte van het boekje verloren moeite zijn." Onze Arnhemsche zuster heeft het hij het rechte eind. Ook wij zijn door de beschouwing van den heer Naville in geen enkel opzicht aan het wankelen gebracht in onze overtuiging. In ons nommer van 23 November wezen wij er reeds op dat onze bezwaren tegen de beweging in het belang der Zondagsrust, zooals zij zich in hoofdzaak doet kennen, niet opgelost zijn en waarschuwden wij ook opnieuw tegen het stre ven van hen, die juist Zondagsrust zoo warm verdedigen om tot zg. Zondagsheiliging te geraken. Wij bepaalden ons toen slechts tot eene enkele opmerking omdat wjj reeds zoo dikwijls op het zelfde aambeeld sloegen en wij op het punt van bekeering niet zoo goedgeloovig zijn als het be stuur der vereeniging. Wij vleien ons volstrekt niet hen te bekeeren, die nu eenmaal op dit punt eene vaste overtuiging hebbenof toch niet te bewegen zijn de beide zijden van het vraagstuk van elkaar te scheiden. Bij den heer H. D. Tjeenk Willink te Haar lem is weder eene nieuwe editie van de Neder landsche Almanakthans voor 1889, verschenen, evenals vorige jaren keurig van uiterlijk en degelijk van inhoud. Behalve zeer fraaie kalenderplaten vinden wij er in goede portretten van landgenooten van beteekenis, die in 1888 overleden zijn. Yoor den titel prijkt het beeld van H. K. H. prinses Wilhelmina, terwijl wij van hetzelfde prinsesje met haar poney Baby ook op eene andere plaats het afbeeldsel vinden. Behalve tal van nuttige mededeelingen en bij schriften bij de plaatjes, bevat de almanak ook nog eene aardige vertelling. Eene heele bezending scheurkalenders is ons geworden van de firma W. J. Thieme en Co. te 'Zutphen. Het zijn Horn's Dichterlijke scheurkalender, ■en Nederlandsche scheurkalender, Internationale scheurkalender, G. Th. Boiris humoristische scheur kalender en eindelijke een Paedagogische scheur kalender, de laatste saamgesteld door den heer J, Knoppers W.Kz., hoofdonderwijzer te Eraneker. Hier kan, zooals men ziet, elk wat wils vinden. Wij vestigen de aandacht op de in dit nommer voorkomende advertentie betrekkelijk de door de keizerlijk Russische regeering uitgegeven 4% goudleening, groot ƒ239,000,000. De opbrengst dezer leening is bestemdlo tot aflossing van de 5 pet. buitenlandsche leening van 1877, en 2o tot de laatste afbetaling aan de staatsbank, ingevolge de keizerlijke ukase van 1/13 Januari 1881; en dus niet voor oorlogszuchtige doeleinden. Dat de groote geldmannen deze kolossale lee ning genomen hebben, geeft grond tot het ver moeden dat zij den Europeeschen vrede niet in gevaar achten. De minister van Waterstaat heeft bepaald: dat het goedkeuringsmerk gedurende het jaar 1889 te bezigen, zal zijnbij den ijk en herijk dei- maten en gewichten de letter Z in den gewonen drukvorm, schuin gesteld, bij den ijk van gas meters de koninklijke kroon en dat het merk van het kantoor, waar de eerBte stempeling heeft plaats gehad, voor Middelburg wezen zal het cijfer 12. Benoemd tot burgemeester van Wieringen de heer C. J. J. H. van Kempen. Apostolische rechtsbevoegdheid en vanhetleeraars- ambt, de Roomscheopperpriester eene macht noodigheeft, die aan niemand ondergeschikt, waarlijk zelfstandig isen dat mitsdien, door Gods bijzondere beschikking de opvolgers van den H. Petrus de tijdelijke macht hebben verkregen, welke bij den tegenwoordigen toestand der maat schappij voor een goede, een onbelemmerde leiding der kerk en der zielen alleszins noodzakelijk is en, ongerekend den wettigen oorsprong en de uitnemende en verscheidene titels, onschendbaar moet zijn volgens het duidelijk gebleken raads besluit der Goddelijke Voorzienigheid. Verder herhalen zij daarin de betuiging van liefdeen verknochtheid jegens Z. H., wraken op nieuw al wat wederrechtelijk gepleegd is of nog gepleegd zal worden tegen den Apostolischen StoeL en protesteeren en komen op tegen de kwelling, die Z. H. sinds de omverwerping van de tijde lijke macht des H. Stoels heeft te verduren, eene kwelling met den dag harder, met den dag min der overeen te brengen met de vrijheid der apos tolische bediening. En ten slotte verklaren zij dat de Paus van Rome, door geweld van wapenen beroofd, in dezen toestand «meer in vreemde dan in eigen macht", Zijn oppergezag geenszins veilig kan uitoefenen, en alzoo de gansche katholieke wereld, naar best vermogen, moet samenwerken, opdat het Hoofd der Kerk in dien toestand hersteld worde, waarin het raadsbesluit der Goddelijke Wijsheid de Roomsche Opperpriesters reeds voor eeuwen ge plaatst heeft, om vrijelijk en ongehinderd de macht, door Christus verleend, tot heil der vol keren aan te wenden. De minister van oorlog heeft aan de autori- teiten der landmacht een circulaire gericht omtrent den dienst van het leger op Zondag, in 't belang van 't vervullen der godsdienstplichten door de militairen. De minister verlangt dat diensten, welke gevoegelijk op een anderen dag kunnen worden verricht, op Zondag niet zullen worden veroorloofd, terwijl voor niet te vermijden diensten uren moeten worden gekozen buiten den tijd der godsdienstoefeningen. Slechts in spoedvereischende gevallen moeten door de militaire autoriteiten des Zondags zaken in behandeling worden geno men, terwijl bureauwerkzaamheden, het uitgeven en doen rondbrengen van orders en dergelijke, tot het strikt noodige moeten bepaald worden. Volgens de Zutphensche Ct. heeft de minister van buitenlandsche zaken zich tot onzen gezant te Berlijn gewend, om weder den onbelemmerden invoer van ons vee van de Duitsche regeering te verkrijgen. Het resultaat van die bemoeiingen is, dat voor het oogenblik het verbod «beperkt is tot herkomsten uit Gelderland", m. a. w. dus, dat het Nederlandsche vee in Duitschland mag ingevoerd worden, wanneer dit niet uit Gelder land afkomstig ia. Volgens een bericht uit Parijs zou de czaar uitgenoodigd worden als scheidsrechter op te treden in het geschil tusschen Frankrijk en ons land over de grensregeling van Guiana. Door de avrondissements-rechtbank te 's Graven- hage is, ter vervulling van eene opengevallen rechtersplaats in dat college, opgemaakt de navol gende alphabetische lijst van aanbeveling jhr mr J. P. Schuurbeque Boeije, rechter-plaatsvervanger in gemelde rechtbank, advocaat en procureur te 's Gravenhagemr A. E. Croockewit, rechter in de arr. rechtbank te Rotterdam en mr A. Hoeth, rechter in de arr. rechtbank te Leeuwarden. Bij kon. besluit is aan Ed. Jacobs de gouden, en aan J. W. Best de zilveren eerepenning toe gekend, bedoeld bij art. 13 der wet van 26 Mei 1870 Stblno 78), en voorts aan Ed. Jacobs, voor het tijdvak van 1 Dec. 1888 tot en met 30 Nov. 1889, een jaargeld van 1200 verleend, bestemd om hem in de gelegenheid te stellen zich in de schilderkunst te volmaken. Volgens bericht in de katholieke bladen zal de algemeene vergadering der Nederlandsche katholieken, om te protesteeren tegen den toestand des Pausen, niet den lOden, maar den 17den December te Utrecht gehouden worden. De aartsbisschop en de bisschoppen van Neder land hebben een adres gezonden aan Z. H. den paus, waain zij openlijk betuigen dat zij, over de algeheele handhaving van de waarheid en het gezag des Roomschen leerstoels, met beslistheid vasthouden en uitspreken wat de katholieke wereld belijdtdat, tot volledige uitoefening dei- De December-aflevering van De Globe bevat Schetsen uit Griekenland; De hertog van Reich; stadtMelbourne, de hoofdstad van Victoria; De vrouw van een troonopvolgerDoor Arizona In Doodsangst. (Episode uit den Fi-ansch-Duit- schen oorlog). Lantaarn no 23 bevat een plaatSchipbreu - kelingen. Teekening van J. Holswilder. En verder Jan van Beers door v. K.Schetsen van Ernst Ahlgren Levenswoorden en levensstrijd door F. O. v. d. KulkEen nieuw werk van Henrik Ibsen Inwijding door Vosmaer. Volgens de mail, dt. 3 Nov., luiden de berichten uit Atjeh gunstig wat de rust betreft. Bijna geen schot is op onze bezetting gelost in den tijd van 214 Oct. De gezondheidstoestand is echter helaa3 ongunstig en de beri-beri woedde hevig. Dagelijks werden gemiddeld 26 lijders in het hospitaal opgenomen, waarvan gemiddeld ruim 12 met beri-beri. Aan het Batav. Handelsblad meldt men uit het groot militair hospitaal dat na de laatste, van Atjeh aangekomen bezending beri-berilijders, het geheele aantal patiënten het ongehoord hooge cijfer van 700 bereikt heeft. In sommige zalen is het zóo vol, dat men tusschen de twee rijen kribben, die men in de vertrekken aantreft, nog een derde rij in de doorgang heeft moeten plaatsen. De behandeling der zaak De Rocheinont-Ver- stege c. s. is uitgestelder moet eerst nog een meer uitgebreid onderzoek plaats hebben. Heden morgen vroeg is op een hofsteedje aan den Ouden Veerschen weg alhier een arbeider, die bezig was water te putten, in den put gevallen. Hoewel men hem spoedig eruit haalde, warende levensgeesten reeds geweken. Te Goes is Zaterdag weer een inbreker ont dekt. Hij deed pogingen om een huis op den Oostsingel binnen te komen. De bewoners hoorden gerucht en zagen een lang manspersoon zich uit de voeten maken. Niet onmogelijk is tet dat dit dezelfde persoon is, die kort geleden inbraak pleegde en zich zonder herkend te zijn kon ver wijderen. De handboogschutterij Jacoba Van Begeren te Goes besloot haar veertigjarig bestaan den 15 Augustus 1889 feestelijk te vieren door het houden van een optocht, concours en concert. Uit Yerseke vertrekken morgen (Dinsdag) 14 gezinnen, uitmakende tezamen ruim 100per sonen, via Rotterdam naar de Argentijnsche republiek. Zondag had te hunner eere eene eigenaardige plechtigheid plaats in de Ned. herv. kerk. Zij waren uitgenoodigd daar zich te ver-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1888 | | pagina 1