N9: m
131® Jaargang.
1888.
Zaterdag
17 November.
Het verMen, tó Mei ei ie toekomst
Middelburg 16 November,
Dit blad verschijnt d a g e 1 ij k s,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per 3/m. franco 2.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Advertentiën; 20 Cent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten, enz.: van 1-7 regels ƒ1.50;
iedere regel meer ƒ0.20.
Groote letters wqpFdEB berekend naar plaatsruimte.
MIDDELBURGS» COURANT.
Agenten te Vlissingen: P. G. de Vet Mestdagh Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: F. van dee Peijl. te Zierikzee: A. C. de Mooij en te Tliolen: W. A. van Nieuwenhuijzen.
Verder worden door alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aangenomen- en nemen ook het algemeen advertentiebureau van Nijgh van Ditmae te Rotterdam, en de firma B. van dee
Kamp te Groningen, voor de Noordelijke provinciën, annonces aan. Hoofdagenten voor het Buitenlandte Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Datjbe Cie., John F. Jones, opvolger
voor België A. Geosjean Co. te Brussel.
I.
Het waren benarde tijden.
Het getal van hen, die nog getnigen zijn
geweest van de moeilijke dagen, onder Fransche
heerschappij doorgebracht, is zeer, zeer luttel;
maar de herinnering blijft in hun geslacht bij
traditie voortleven.
En in de geschiedboeken staat het opge-
teekend, welke ijzeren vuist ons omklemd hield,
hoe diep wij waren vernederd door de sterke
hand van den kleinen reus Napoleonhoe
treurig en droef alle droombeelden van vrijheid,
gelijkheid en broederschap waren opgegaan
in rook.
Ons bestek gedoogt niet hier een volledig
verhaal te doen van al de voorvallen, die
plaats hadden, nadat de Franschen als redders
waren ingehaald en Willem V, de stadhouder,
den 18en Januari 1795 ons land had verlaten,
omdat de nationale conventie in Frankrijk had
verklaard zich in geen verdrag met onze repu
bliek te willen inlaten, eer de stadhouder zich
had verwijderd. Wij stippen slechts enkele
punten aan.
De duur gekochte onafhankelijkheid der
Bataafsche republiek, aan Frankrijk betaald
met een honderd millioen, den afstand van
Maastricht, Vènlo en Staats-Ylaanderen en het
toelaten van Fransche bezetting in Vlissingen,
bleek alras niet meer dan schijn te wezen.
Zij was als 't ware vastgeklonken aan
Frankrijk en ondervond al de gevolgen van
de avontuurlijkheden en wisselvalligheden,
waaraan dit land wag blootgesteld. De oor-,
logen tusschen de Fransche republiek en En
geland vorderden herhaaldelijk hooge offers
onze buitenlandsehe bezittingen waren de prijs,
die de vijand van Frankrijk telkens van ons
nam; en schepen en millioenen moesten wij
den Franschen consul leveren om hem in zijne
plannen tegen het machtige Albion te steunen.
En toch konden wij aan zijn eischen nog niet
voldoen; zij werden trouwens steeds hooger
en hooger, en vermeerderden vooral toen Na
poleon het toppunt van zijn macht had bereikt
en als keizer op Frankrijks troon zetelde.
Wat hij toen voor zich en zijn land had
verkregeneen eenhoofdig bestuur, verlangde
hij ook voor Nederland een nieuwe grondwet,
waaraan het monarchaal beginsel ten grond
slag lag, werd door graaf Schimmélpenninck,
den gezant der Republiek te Parijs, ontworpen.
Het ontwerp droeg de goedkeuring van Napo
leon weg, werd aan het staatsbewind overgelegd,
bij het wetgevend lichaam ingediend en heette
in April 1805 door het volk goedgekeurd.
Het bekendewie zwijgt stemt toe werd in
deze in ruime mate van toepassing verklaard.
Rutger Jan Schimmelpenninck kwam als raad
pensionaris, bekleed met meer dan vorstelijk
gezag, aan het hoofdslechts de vrees dat
anders Napoleon tot inlijving van ons land
zou overgaan, had hem bewogen die waardig
heid zich te laten welgevallen, waarbij hij,
hoewel hij een wetgevend lichaam van negen
tien leden naast zich had, de vrije beschikking
had over vloot en leger, terwijl hij de buiten
landsehe gezanten, henevens de hoofdambte
naren en officieren aanstelde en hem het opper
bestuur over de geldmiddelen was toegekend
Uit die dagen dateert de regeling van het
toezicht op het lager onderwijs, die, eerst
beperkt tot de openbare scholen, later zich tot
alle, ook bijzondere inrichtingen uitstrekte
dit mocht eene goede verbetering heeten en
ook op ander terrein, dat der belastingen o. a.,
getuigde menige daad van den raadpensionaris
gunstig voor zijn bewind.
Het lag echter voor de hand dat een repu
bliek, op deze wijze geregeerd, meteen schijn
yan zelfstandigheid, streed tegen de bedoeling
van Napoleon en slechts geduld werd als
overgangstijdperk. Zulks bleek dan ook spoedig,
toen zich in eeïi' verzwakking van het gezicht
hij den raadpensionaris een gereede aanleiding
voordeed om hem van zijn taak te ontslaan.
Dit geschiedde en men weet het niet
tegenstaande krachtig verzet van velen, maar
ook met medewerking van anderen die geen
gevaar duchtten, werd Lodewijk Napoleon in
1806 tot koning van Holland benoemd, na
tuurlijk onder erkenning der oppermacht van
zijn broer, die op de bij hem gebruikelijke
wijze het wist te doen voorkomen alsof men
hier zelf gevraagd had om zulk een bestuurder.
Van dat oogenblik was het met de repu-
blikeinsche beginselen, waarnaar men in 1795
met zooveel opgewondenheid had gestreefd,
voor goed gedaan.
Wat men niet gewenscht had, moest men
thans zich getroosten, maar nog bovendien het
onteerende besef dragen dat men zijne zelf
standigheid had prijs gegeven en steeds meer
en meer onder Frankrijks scepter was geraakt.
En van welk Frankrijk
Ook daar waren de vrijheidsvrienden bitter
teleurgesteld. Bedwelmd door den wierook
der glorie op het slagveld, meegesleept door
het steeds toenemend succes, had men zich
laten vervoeren om den Corsieaan, den man
vol moed, van talent maar vol eerzucht en
zonder gevoel, steeds meer en meer te volgen
op al zijne avontuurlijke tochten. Het idee
van Frankrijks alleenheerschappij, Frankrijks
grootheid had het volk voor het grootste ge
deelte blind gemaakt voor de ellende, die dit
alles met zich sleepte, en het zijne droomen
van volkssoevereiniteit doen vergeten.
Het had zich aan het gezag van een koning ont
trokken om nog dieper te buigen voor een keizer.
En die keizer duldde geen gezag naast of
boven zich.
Lodewijk Napoleon, Holland's koning, over
wiens bestuur de gevoelens zeer verschillen
ondervond dit ook op zijn beurt. Hij had
zijne goede zijden hij gevoelde behoefte meer
te wezen dan een werktuig in 's keizers hand;
hij wilde voor het land, aan het hoofd waarvan
hij gesteld was, meer worden en zijn dan
een bestuurder.
Hij streefde er naar te vereenigen wat door
partijschappen gescheiden washij verzette
zich tegen alles, wat hij tegen het belang van
Holland achtte, tegen de conscriptie en de
vernietiging van de staatsschuldhij wilde
Nederlander worden, en zooveel hij kon, laat
het dan ook zijn niet zonder eerzuchtige be
doelingen, een eigen weg bewandelen, ten nutte
van het land, dat hij regeerde.
Maar door dit alles tartte hp den wil van
de hoogste macht, die van zijn broer en uit dat
oogpunt was trouwens ook zijn pogen onprac-
tisch en zijne houding onverdedigbaar.
Hij moest ten ouder gaan.
De oorlog met Engeland en de neerlaag,
door Frankrijk bij Trafalgar geleden, gaf Na
poleon aanleiding het bekende continentaal-
stelsel te verordenen, waarbij alle handel met
Groot-Brittannie was verboden het was de nek
slag voor onze handelaars.
Koning Lodewijk zag het inbreuk maken op
de strenge bepalingen van dit stelsel oogluikend
toeen leverde daardoor een gereede aanlei
ding om dit als wapen tegen hem te bezigen.
Tusschen den keizer en zijn broeder ontstond
een gespannen toestand, vooral toen den len
Februari 1810 Walcheren werd verklaard
als ingelijfd bij Frankrijk,
Wat baatte echter alle verzet, waaraan Lo
dewijk nog dacht. Na Zeeland, werd Bra
bant, een deel van Gelderland en een klein
deel van Holland onderworpenalle verzeke
ringen, afgelegd dat de onschendbaarheid
van Neerland's bezittingen zoude gewaarborgd
worden, werden te niet gedaan. En eindelijk
was Lodewijk wel gedwongen om heen te
gaan, wat hij ook 1 Juli 1810 heimelijk deed,
terwijl acht dagen later Holland bij Frankrijk
werd ingelijfd.
In de St. Crt. zijn opgenomen de statuten van
de vereeniging De kerkelijke kas te Arnemuiden.
Ah.- bestuurders- treden op J. Wisse, N. Corne-
lisse, C. Van Belaen, L. De Nooijer, L. Yan de
Ketterij en L. Wisse.
Bij kon. besluit is benoemd tot ontvanger der
registratie en domeinen te Boxmeer, D. E. J. F.
Mollerus, thans surnumerair der registratie en
domeinen.
Verder is aan R. L. Jansen, ex-directeur van het
rijkstelegraafkantoor te Middelburg, een pensioen
verleend van 927 'sjaars, en is de heer F, W.
van Haeften, arts, benoemd en aangesteld tot
officier van gezondheid der 2e klasse hij'het per
soneel van den geneeskundigen dienst van het
leger in Nederlandsch-Indië.
Naar men meldt heeft dezer dagen Z. M. de
koning wederom te zamen met de koningin en
de prinses het middagmaal gebruikt, wat gedu
rende geruimen tijd niet was geschied.
De toestand van den minister van marine was
gisteren vrij zorgelijk.
Heden voormiddag had ten raadhuize de inle
vering plaats van stembriefjes, tot benoeming
van zes leden voor de kamer van koophandel en
fabrieken alhier, ter vervulling der plaatsen van
hen, die met het einde dezes jaars aan de beurt
van aftreding zijn, zijnde de heeren mr. G. N.
de Stoppelaar, J. H. Snijders, P. F. J. van Burg,
J. Borsius, P. A. Verhulst en G. Alberts Lz.
Uitgebracht waren 29 stemmen, terwijl er 348
kiesgerechtigden zijn. De aftredende leden werden
allen herkozen, en wel de heeren mr G. N. de
Stoppelaar met 27, J. H. Snijders met 23, P. F. J.
'van Burg met 27, J. Borsius met 27, P. A. Ver
hulst met 28 en G. Alberts Lz. met 28 stemmen.
Verder waren nog uitgebracht op den heer
Ph. Boudewijnse 3stemmen terwijl de heeren: P. M.
Wibaut, W. van TJije, J. Fak Brouwer Mz., J. P.
Boudewijnse, M. v. Boven, M. G. Boasson, J. K.
van der Harst J.Jz. en A. A. Mes Gz. ieder 1
stem op zich vereenigden.
Als naar gewoonte was bij de soirée, gisteren
avond in de groote schuttershofzaal gegeven door
de Vereenigde Sociëteiten der schutterij en infanterie
alhier, ter herdenking van Neerlands 75-jarig
onafhankelijk volksbestaangeen enkele stoel
onbezet, en waren onderscheidene burgerlijke en
militaire autoriteiten aanwezig.
De zaal was keurig versierd, de vaderlandsche
kleuren prijkten allerwege, terwijl versiering van
frisch groen, schoone beelden en goed geschikte
wapens daarin de noodige afwisseling brachten.
Nadat het muziekkorps der dd. schutterij met
de uitvoering van Freuden klange den feestavond
geopend had, hoorden allen het Wien Neêrlands
bloeddat vervolgens weerklonk, staande aan.
Daarna sprak de heer J. C. Smits, president
der sociëteiten,een inleidend woord. ^Nederlanders!"
zeide hij »ons Vaderland viert een heugelijk feest
Op vele plaatsen verkondigen reeds heden de wap
perende vanen van tinnen en transen, dat door
Nederland eene gebeurtenis van groote beteekenis
wordt herdacht, 17 Nov. 1813 was de lang verbeide
dag gekomen, waarop de Oranjekleur aan ons volk
het sein gaf dat het uur was geslagen om het
vreemde juk aftewerpen.
- Ter herinnering aan die blijde gebeurtenis vieren
wij thans feest. En geen wonder.
Wij behoeven slechts de historiebladen van het
begin dezer eeuw op te slaan, en elke bladzijde
zal ons tafreelen doen aanschouwen van de diepe
vernedering onzer vaderen tijdens de Fransche
overscheersching.
Wij, die behooren tot een geslacht dat alleen
dagen van vrijheid heeft beleefd, kunnen het
ons nauwelijks voorstellen wat zij hebben geleden,
toen het vaderland werd opgelost in het Fran
sche keizerrijk. Wat zij hebben gevoeld toen
onze geliefde driekleur, de getuige van een glorie
rijk verleden, werd nedergehaald en onze rijke
taal overal verdrongen werd door het Fransch.
Ook Middelburg heeft in ruime mate gedeeld
in den druk der tijden; handel en nijverheid
waren verdwenen en de stad telde nog slechts
12,000 bewoners".
Aan de hand van onzen Tollens schetste de
spreker hierop den toestand van ons vaderland
te dier tijde.
»In het boek der wereldregeenng was echter
opgeteekend dat Nederland uit dien diepen afgrond
zou herrijzen, en dank zij de vaderlandsliefde van
j ons allen bekende mannen van dien tjjd werd de
vijand van onzen geboortegrond verdreven en de
Oranjebanier schitterend in top gehaald.
J.".! Neerland eens zoo trefsch verschenan,
Ais schaduw eens in rook verdwenen,
WordtIiijstBestaat ten tweeden keer.
»Er is voor de menschheid geen schooner schouw
spel dan de val eens dwingelands
»Deze woorden, in die jaren geuit, mogen vol-,
komen verklaarbaar zijn uit de vervoering des
tijds, zij behelzen niettemin eene onwaarheid.
NeenGrooter en schooner dan de val van een
dwingeland is de herleving van een volk.
Eene natie, die de ketenen verbreekt welke
hare maatschappelijke en zedelijke ontwikkeling
belemmeren, die de grootste inspanning en de
laatste krachten veil heeft voor het hoogste wat
de mensch hebben kan, »v r ij h e i d en zelf
standighei d", een onderdrukt volk dat in
het moedig opstaan toont, door de onderdrukking
wel gebogen, maar niet verlamd te zijn, en aan
de eindelijlce zege van het recht niet te wanhopen,
levert een schoon en verheven schouwspel.
Er is wel eens beweerd dat men in Middelburg
in die dagen den loop der gebeurtenissen al te
lijdelijk heeft afgewacht en weinig ijver heeft
betoond voor -de heilige zaak der verlossing van
het vaderland.
We laten de bevestiging daarvan aan de ge
schiedenis over.
Een ding moet mij echter van 't hart, Middel
burg kan zich ook nu niet beroemen veel belang
stelling te toonen in het Nationale feest, dat
overal elders met de meeste geestdrift wordt
gevierd. Het strekt deze vereenigde sociëteiten
tot eer heden avond een bewijs te geven van
hare gehechtheid aan Nederland en Oranje.
75 jaren zijn voorbijgegaan sinds onze vaderen
de slavenketen hebben losgerukt, 75 jaren lang
heeft het kleine Nederland, geregeerd door het
Oranjehuis, aan Europa getoond wat vaderlands
liefde vermag, 75 jaren geleden bracht het zien
der Oranjekleur het Nederlandsche volk ten
toppunt van geestdrift, en rees de dageraad der
vrijheid waarvan wij thans de rijke zegeningen
ondervinden.
Hierbij herinnerde de spreker aan de eenvoudige
doch grootsche woorden van Tollens, waarin hij
't vieren van 't vrijheidsfeest in zijn woning
beschrijft.
Gode zij dank zijn ook thans nog de namen:
vrijheid en Oranje voor Nederlandsche harten
geen ijdele klanken.
Gode zjj dank smeekt thans nog elk rechtge
aard Nederlander den hoogeren zegen af over
's konings dierbaar huis.
Ja, zoo eindigde de heer Smits verstomme
de mond die Oranje vloekt, en heffe het volk dat
éen is met Oranje de vaandels op, want met
Oranje was God altjjd voor Nederland.
Wij kennen het veldgeschrei van Neerlands
dapperen niet, maar dit is zeker dat, wanneer wij
onder die mannen werden opgeroepen ten strjjde,
wjj luide zouden uitroepen
»Met God, voor Oranje en Nederland
Na deze inleiding werd het Wilhelmus door
het muziekkorps aangeheven en door de annwe-
zigen staande aangehoord.
Met liet laatste levensuur van een Oranjeklant
werd het programma vervolgd, welk »gelegen-
heidsstuk", ziekelijk en zonderlingfvoor een feeste
lijke gelegenheid, alleen aan de wijze van opvoeren
en zeggen zijne redding dankte.
Veel meer succes had het aardige blijspel Het
zangvogeltje. De guitige bloemenverkoopster mag
een compliment voor haar zang en voor haar spel
niet ontbonden worden en haar Frits mag ook
gerust een groot deel der toejuichingen voor
zich nemen.
De Engelschman en zijn knecht brachten het
hunne toe tot het welslagen van dit blijspel.
Het spreekuur van den Dokter werd eveneens
vlug en aardig afgespeeld. De dokter en Jan
Spreeuw weerden zich dapper.
Het zou onheusch zijn te zwijgen van het
muziekkorps der dienstdoende schutterij, dat de
verschillende tooneelstukjes 'afwisselde door de-
zeer goede uitvoering van een drietal keurige
nommers.
De feestelijkheid werd besloten met een recht
geanimeerd bal, dat tot in den morgen den danslus-
tigen veel genot gaf.
Een ingezeten van Sneek heeft reeds lang voor
dat het artikel van mejuffrouw van Berlekom
in den Spectator verscheen, den graaf d'Estrey
inlichtingen gevraagd, hoe hij er toe kwam om
in de Nouvelle Revue de sprookjes van gezag aan
een onbekend Arabisch auteur toe te schrjjveq.