N\ 270.
131® Jaargang.
1888.
Woensdag
14 November.
Middelburg 13 November,
Kerknieuws.
Rechtszaken,
Landbouw,
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per 3/m. franco 2.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Advertentiën; 20 Cent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten, enz.van 1-7 regels ƒ1.50;
iedere regel meer ƒ0.20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
CöllRANT.
Agenten te Vlissingen: P. G. de Vet Mestdagh Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: P. van der Peul. te Zierikzee: A. C. de Mooij en te Tliolen: "W. A. van Nieuwenhuuzen.
Verder worden door alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aangenomen en nemen ook het algemeen advertentiebureau van Nijgh van Ditmar te Botterdam, en de firma B. van der
Kamt te Groningen, voor de Noordelijke provinciën, annonces aan. Hoofdagenten voor het Buitenlandte Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daijbe Cie., John F. Jones, opvolger
voor België A. Grosjean Co. te Brussel.
Wij ontvangen van de commissie voor de
Zeeuiusche Tentoonstelling van Nijverheid en Kunst,
toegepast op nijverheid, henevens wedstrijd voor den
handwerksman, de verblijdende tijding dat, dank
zij de gewaardeerde blijken van instemming die
zij tot dusverre mocht ontvangen, door haar
besloten is beide in de maanden Mei en Juni
1889 te doen plaats hebben.
Hierbij dient echter niet vergeten te worden
dat de deelneming aan de tentoon stelling
nog algemeener moet worden, wil deze een
juist beeld ons geven van hetgeen Zeeland kan
leveren op het door de commissie bedoeld gebied
en de industrieelen in ons gewest daardoor ge
tuigenis afleggendat zij bij landgenoot en
vreemde niet achter staan.
Elk industrieel bedenke wel dat, zooals wij
vroeger schreven, zulk een provinciale tentoon
stelling het publiek gelegenheid geeft te zien
wat in de provincie zelf kan gedaan worden en
eene inzending dus hare rente ruimschoots kan
opbrengen.
Maar vooral ook op den wedstrijd voor den
handwerksman willen wij nog even wijzen. Nu
de winter voor de deur staat heeft ieder werkman
alle gelegenheid om zich toe te leggen op het
vervaardigen van een werkstuk, waarmee hij zich
in het strijdperk kan begeven om daaruit wel
licht als overwinnaar weer te keeren. En al
moge hij geen prijs behalen, de tijd, aan dien
arbeid besteed, is nooit verloren nuttig kan die
in ieder geval hem zijn, waar hij zich ontwikkelde
in zijn vak.
Laten de werklieden eens flink de handen uit
de mouwsteken. De commissie v?„n den wedstrijd
zal niet liever dan hunne toezeggingen tot deel
neming ontvangen. En het geheel zal er des
te beter door slagen.
Men schrijft ons
Gelijk te Hoedekenskerke is het schoolverzuim
dooi geheel Zuid-Beveland. Wel zullen de lagere
klassen op de meeste plaatsen beter bezet zijn,
zeker te Nisse waar de veldarbeid aan kinderen
beneden tien jaar verboden is, doch het school
verzuim is werkelijk dit najaar en den gepasseerden
zomer schrikbarend te noemen. Billijkerwijze moet
men echter rekening houden met de tijdsomstan
digheden. Wie heeft ooit alle veldgewassen zoo
laat zien oogsten? Van Juli af zijn onze boeren
en arbeiders met hun werk geheel van koers. En
thans nu er nog aardappelen, suikerbieten, mangels
en paardenpenen te velde staan, er ieder oogen-
blik sneeuw, strenge vorst of regen kan komen
en bovendien de dagen zoo kort worden, kan
waarlijk noch vrouwen-, noch kinderhand gemist
worden.
Natuurlijk wordt overigens het exploiteeren
van jonge kinderen geenszins goedgekeurd.
Ik wilde er maar op wijzen, dat 1888 eene uit
zondering op den regel maakt. In gewone jaren
komt met 1 Oct. een kleine voorhoede de gedunde
schoolbevolking vermeerderen, terwijl met 1 Nov.
de hoofdmacht aanrukt om op dag- en avondschool
het hun toekomende deel wetenschap te vermees
teren en ook wel om meesters paedagogische gaven
duchtig op de proef te stellen. 1 Dec. eindelijk
komt nog een achterhoede opdagen van enkele
groote jongens, veteranen, met gespierde knuisten
en soms tamelijk ontwikkelde vermogens. Zij
verwekken veel ontzag onder de mannelijke
schoolbevolking en menig piepjong onderwijzer
heeft het evenmin op hen voorzien, doch er zijn
flinke jongens onder, die werkelijk het vroeger
geleerde komen herhalen en uitstekend hun best
doen, al zijn het geen heiligen, zooals iedere lieve
huismoeder eischt dat andersmans kinderen moeten
zijn. Sommigen dezer oudgedienden bezoeken enkel
de avondschool.
Wat verder den leerplicht betreft, wie zou niet
wenschen, dat het nog eenmaal zoover kwam,
dat ieder mensch goed lezen, schrijven en rekenen
leerde; doch dat men bij eventueele invoering van
leerplicht toch vooral rekening houde met de
finantieele draagkracht van het volk, want de
kosten van het onderwijs zouden zeer stijgen
dat men stad en dorp niet over éen kam schere,
vooral de plaatselijke toestanden niet over het
hoofd zie, dit heeft reeds verbittering genoeg
verwekt, en ook nooit vergete, dat een domme
jongen dom blijft, hoe het onderwijs ook verbe
terd en hoe hoog het ook opgevoerd moge worden.
Naar wij vernemen is door den heer D. Jeras
aan het burgerlijk armbestuur alhier een 'schrijven
gericht, houdende mededeeling dat hij met 1 Janu
ari a. wenscht op te houden voorzitter en lid
van dat bestuur te zijn.
Dat bericht zal zeker door onze stadgenooten
met leedwezen vernomen worden. De heer Jeras
heeft jaren lang getoond zijne niet gemakkelijke
taak ernstig op te vatten en daaraan zijn goede
krachten gewijd. Waar velen hem dan zeker ook
gaarne nog langer aan het hoofd van dien tak
van dienst hadden gezien, mogen wij echter niet
anders dan zijn besluit eerbiedigen en hem erken
telijkheid betoonen voor de goede diensten, door
hem aan de gemeente in deze betrekking bewezen.
Ook vernemen wij dat de heer jhr mr P. D. van
Citters jr., die sedert 1868 in hetzelfde college
zitting had en evenals de heer Jeras met 1 Ja
nuari a. aan de beurt van aftreding is, niet
verlangt opnieuw als lid van het burgerlijk arm
bestuur te worden voorgedragen.
Door dit besluit is dus eene tweede zetel in
het armbestuur vacant, een die eveneens jaren
lang met eere werd vervuld. Den heer Yan
Citters mag zeker ook een woord van lof en
waardering voor zijne toewijding aan deze nut
tige zaak niet onthouden worden.
Zondag morgen wordt te Vlissingen verwacht
het kon. Eng. stoomjacht Victoria and Albert,
aan boord waarvan Z. K. H. de prins van Wales
zich zal bevinden.
Zondag avond zal waarschijnlijk de weduwe van
keizer Frederik per gewonen mailtrein te
Vlissingen aankomen om met de Victoria and
Albert de reis naar Engeland te maken.
Volgens een ander berichtgever wordt het jacht
eerst Maandag te Vlissingen gewacht en dus ook
H. M. de keizerin.
Uit Vlissingen wordt ons geschreven
De Vlissingsche zeeloods J. Verharen, die Maan
dag de torpedoboot Cerberus naar zee heeft ge
loodst en op verzoek van den gezagvoerder naar
bet Engelsch kanaal was medegevaren, keerde
heden morgen van daar per mailboot op zijne
standplaats terug.
Het vaartuig was gisteren avond te 5 uren te
Dover aangekomen. Hoewel het in zee en vooral
onder de Engelsche kust zeer onstuimig weder
was, heeft de Cerberus toch bewezen goed zee te
kunnen bouwen en nam het weinig water over.
De loods, hoewel aanvankelijk niet zonder vrees
om met dit kleine vaartuig verder mede te gaan
dan hij verplicht was (tot buiten de uiterton van
het zeegat), verklaarde nu dat hij gerust mede
naar Indië had durven gaan.
Met het oog op den mist was den zeeloods ver
zocht verder mee te varen dan die uiterton.
Hoewel de mist steeds was toegenomen, de baro
meter dalende was en te Dover storm uit het
zuiden was gerapporteerd, dacht de Cerberus toch
heden morgen de reis voort te zetten.
Aanvankelijk is dus reeds alles naar wensch
geloopen.
Bij kon. besluit is benoemd
tot rechter in de arrond.-rechtb. te Breda mr
A. P. L. Nelissen, thans rechter in de arrond.-
recht. te Maastrichttot rechter-plaatsverv. in
de arrond.-rechtb. te 's-Hertogenbosck mr P. C
't Hooft, adv. en proc. aldaarbij het gerechts
hof te 's-Hertogeirbosch tot pres. mr T. H.(Bon
dam, thans vice-pres. van gemeld collegetot
vice-pres. van voormeld gerechtshof jhr mrP. M.
F. van Meeuwen, thans adv.-gen. bij gemeld
college
tot notaris binnen het arrond. Arnhem, ter
standplaats Beek, gem. Ubbergen, H. J. H. Li-
bourel, thans notaris te Oldenzaal.
Bij kon. beal. is aan den commies der posterijen
4de kl., M. W. L. J. Aertnijs, op zijn verzoek,
een eervol ontslag uit die betrekking verleend,
en zijn benoemd tot commiezen der posterijen 4de
kl. G. H. Mulder en Ph. Van Zuiden, thans sur
numerairs der posterijen.
De maatschappij van geneeskunde heeft zich
bij adres tot den minister van binnenlandsche
zaken gewend, met verzoek maatregelen te
nemen tegen het uitoefenen der orthopaedie en
massage door niet-geneeskundigen, zonder aan
wijzing en voortdurend toezicht van geneeskun
digen.
Tevens heeft zij verzocht bij de volkstelling in
in 1889 het aantal blinden, doofstommen, idioten
en krankzinnigen te laten tellen.
Nog vraagt zij, net toezicht op het slachtvee
te verscherpen en, om hondsdolheid te voorkomen,
do honden voortdurend te muilkorven.
Aan den minister van financiën werd verzocht
de geneeskundigen te ontheffen van het betalen
van patent.
In het regeeringsantwoord op het kamerverslag
omtrent de Indische begrooting ver
klaart de minister van koloniën nog het zeer te zul
len waardeeren, wanneer de behandeling nog in dit
jaar wordt beëindigdde late indiening was
vooral 't gevolg van zijn verlangen om zooveel
mogelijk partij te trekken van de op verschillende
tijdstippen uit Indië ontvangen nota's van wij
zigingen. Waardeerende de van hem gekoesterde
verwachtingen ook van leden der tegenwoordige
minderheid wijst de minister erop dat de belang
stelling, die de ingediende begrooting mocht
hebben opgewekt, wel eens het gevolg geweest
kan zijn van te hooge spanning der gekoesterde
verwachtingen, terwijl de tijd, sedert zijn optreden
verloopen, te kort was om belangrijke verande
ringen of verbeteringen te mogen verwachten.
Ook had de aftreding van den heer van Rees,
onmiddellijk na 's ministers optreden, de zaak
niet vergemakkelijkt. Gelijkt deze begrooting op
die zijner ambtsvoorgangers, daaruit blijkt dat
hij niet dan met kalmte en bedachtzaamheid van
hun inzichten en maatregelen wenscht af te
wijken. Uit niets blijkt dat de minister de ge
wone driejaarlijksche opiumverpachtingen denkt
te handhaven, al mocht hij geen verandering
brengen in de gesloten overeenkomsten, die eerst
met 1889 eindigen. Reeds werd de gouv.-gen. uit-
genoodigd er tegen te waken dat de opiumkitten
tegelijk tot bordeelen gemaakt en buiten de door
het bestuur aangewezen verkoopplaatsen nog
geheime kitten geduld werden, 's Konings mach
tiging is verkregen om den gouv.-gen. uit te
noodigen op die eilanden, waar nog geen ver
koop van opium door de regeering is toegelaten,
zich van invoer der opiumpacht te onthouden en
om dien landvoogd te raadplegen omtrent eene
intrekking van de opiumpacht in Atjeh en de
afdeeling Goron Talo. De minister verzekert
dat hij niet genegen is met zijn verleden te breken
en andere beginselen toe te passen dan als ka
merlid door hem verdedigd intusschen is hij als
bewindsman van de omstandigheden afhankelijk
ten aanzien van de te nemen maatregelen. De
nieuwbenoemde gouv.-gen. heeft zich met het
programma der openingsrede vereenigd en van
geen belangrijk verschil van inzichten in koloniale
zaken met den minister doen blijken.
Bij de benoemingen van de heeren Sol en De
Savornin Lobman heeft alleen 's lands belang
gegolden de min. twijfelt niet of de heer Lohman
tot een waardig bekleeden der hem opgedragen
betrekking de noodige. eigenschappen bezit. Tot
zijn brief aan de Nederlandsche zendingsvereeni-
gingen, inhoudende een krachtige aansporing tot
uitbreiding ran het getal zendelingen en het
tegengaan van den Islam, gaf aanleiding de op
roeping van een Duitschen zendeling om buiten-
landsche zendelingen tot dat doel aan te sporen-
De minister achtte het goede en vaderlands
lievende staatkunde dat de Nederl. christen zich
de eer van zulk een arbeid boven den vreemde
ling toeeigende. Bovendien wilde hij door de aan
schrijving het werk der christenzending in eere
herstellen, opdat de Indische ambtenaren niet
langer meenen mochten dat het christendom in
Indië behoort te worden geweerd en gedwarsboomd.
Pressie op de bevolking ten voordee'e van den
ehristelijken godsdienst heeft hij niet bedoeld. Hij
wenscht een ieder de belijdenis van zijn godsdienst
vrij te laten. Elke regeering behoort zich te ont
houden eenigen godsdienst, welke ook, hetzij van
geloof of van ongeloof, op te dringen. Te ver gaat
echter de voorzichtigheid de beweging onder de
voorstanders van den Islam, waarbij de uitroeiing
van alle ongeloovigen als een heiligen godsdienst
plicht wordt aanbevolen, te bezweren met 'een
verloochening van en een zwijgen over het chris
tendom. Dergelijke staatkunde zon bij de belijders
van den Islam, voor wie kerk en staat slechts
als éen kunnen gedacht worden, geen anderen
indruk kunnen achterlaten dan dat de Neder
landsche christenen heidenen zijn.
Eene aanschrjjving aan het Indisch bestuur om
den leerlingen, die tot den cbristelijken godsdienst
behooren, vrijheid te geven een uur later op de
gouvernements-scholen te komen, ten einde hun
godsdienstplichten te kunnen vervullen, is van
den minister niet uitgegaan de gouv.-gen. heeft
uit eigen beweging een besluit in dien zin genomen.
Bij de Ned. Herv. gemeente te Vlissingen, is
tot predikant beroepen, vacature Klomp, de heer
J. Ossewaarde te Sluis.
Arrondissements-rechtbank te Middelburg.
Heden, Dinsdag, zijn veroordeeld wegens
diefstal: A. D., 13 j., Graauw, tot 3 b.
s. 3 d. h.P. H. K, 13 j., schoenmakersjongen,
Middelburg, tot f 1 b. s. 1 d. h.D. B., 39 j.,
werkman Westdorpe, tot 1 m. gev.J.N., 59 j.,
verlaten vrouw van C. M., Axel, tot 3 d. gev.
S. B., 37 j., hvr. van A. S., arbeidster West
dorpe, tot 3 b. s. 3 d. h.; en J. F. M., 33 j.,
koopman St. Jansteen, tot 5 b. s. 5 d. h.
mishandeling: A. J. v. R., 23 j. en P. J.
v. R., 18 j., werklieden St Jansteen, ieder tot f 12
b. s. 12 d. h., en K, H., 13 j., koewachter Cain-
perland, tot 3 d. gev., en
w e der s p a n n i g h e i d en vernieling:
H. V., 54 j., werkman Oostburg, tot 1 m. gev.
Allen in de kosten.
Vrijgesproken zijn F. J. de K., 19 j., en F. v. R.,
19 j., klompenmakers Clinge, beklaagd van mis
handeling, en L. de V., 13 j., koewachter Sas
van Gent, beklaagd van diefstal.
Kantongerecht te Middelburg
Heden, Dinsdag, zijn veroordeeld: I. D. J. M.t
Middelburg wegens het in 't openbaar houden
van eene voor de eerbaarheid aanstootelijke toe
spraak tot 1 b. s. 1 d.I. B. K., Heinbenszand,
en P. F., 's Heer Arendskerke wegens dronken
schap en wateren buiten de bakken ieder tot
1 b. s. 1 d. en 0.50 b. s. 1 d.J. V., J. W.
F., "Vlissingen, wegens straatschenderij, ieder tot
ƒ1 b. s. 1 d.L. de R., C. H., Vlissingen, we
gens 't rapen van schelpen van de steenglooiing
van een waterkeerenden dijk, ieder tot 1 b. s. 1
d.M. K., J. S., Vlissingen, wegens het rapen
van mosselen op de werken van een zeedijk zon
der toestemming ieder tot f 1 b. s. 1 d.P. J.
B., Vlissingen, wegens straatschenderij tot ƒ0.50
b. s. 1 d.J. D. v. K., Middelburg, wegens het
wateren buiten de bakken tot 0.50 b. s. 1 d.
Verder wegens dronkenschap A. V., Middel
burg, O. N., Rotterdam, A. P., Sliedrecht, H.B.,
W. A. K., J. B., C. de M., Vlissingen, ieder tot
1 b. s. 1 d.J. S., Middelburg tot 2 b. van
f 5 s. 2 d. elke b., P. C., Middelburg, N. J. Vlis
singen, ieder tot 5 b. s. 2d.; A.R. Kz., West-
kapelle en A. H. B., Vlissingen ieder tot 3 b.
s. 2 d.D. B., Middelburg, tot 2 d. hecht.
En allen in de kosten van het geding.
Men schrijft ons uit Schouwen:
Zagen wij in het begin der vorige week op de
landerijen eene algemeene drukte, en mannen,
vrouwen en kinderen zich reppen om de laatste
gewassen van de akkers te rooven, plotseling
veranderde die bedrijvigheid in akelige stilte op
het ontvolkte veld.
De wintervorst zwaaide zijnen ijzigen scepter
en op zijn bevel was alle veldarbeid gestaakt.
Is de opbrengst der suikerbieten en mangel-
wortels beneden het middelmatige, de vroeg in
vallende vorst zal die schade nog helpen ver-
grooten door de vele wortelen, die nog op en in
het land zijn en ontwijfelbaar zeer zullen lijden.
Zoolang de suikerbieten alhier zijn verbouwd,
heeft de opbrengst zulk een laag cijfer niet gehad.
Onderscheidene akkers brengen nauwelijks het
genoten voorschot op, zoodat men zich den zieke-
lijken toestand dier verbouwers genoegzaam kan
voorstellen als men weet dat die voorschotten bij
sommigen waarschijnlijk reeds in de uitgaven van
het vorige jaar zijn geboekt.
De suikerfabrikant graaft voor vele verbouwers
van suikerbieten een graf en wel door de aan
lokkelijke voorschotten, waarhij zij zich veroor
loven die soort zaad te geven, wel he bij een groot
suikergehalte een zeer kleine opbrengst geven.
En wat doen de meeste verbouwers Zij krom
men zich gedwee onder het juk, hun opgelegd
en leven in de meening of maken zich diets, dat
men zonder bieténverbouw geen genoegzame
vruchtwisseling kan hebben. Doch hoe spoedig
zouden zij tot een andere wetenschap komen, in
dien de milde hand der voorschotten gesloten
bleef! Dan zou men op een uur afstand der
ladingsplaatsen geen bieten zien verbouwen, dan
zou men met geen wagenvrachten ter waarde van
elf gulden een halven dag zoek maken, dan zou
men ook mensch en dier daardoor niet zien ver
ouderen vóór zijn tijd. De ondervinding leert
echter dat alles zijn tijd heeft en wij willen hopen
dat ook dit eens en liefst spoedigtot het
verleden zal behooren.