Laatste Berichten,
Moopp ei TerpMiip in Eeeiail.
5 F E U I L L E T O N.
Verspreide berichten.
Novelle van T. COMBS.
het bedoelde stuk, bij vergelijking met ander
schrift van beklaagde, door dezen moest geschreven
zijn.
Een tweetal veldwachters uit Maldeghem ver
klaarden dat het stuk papier, dat den deskundigen
als bewijsstuk ter vergelijking met het briefje aan
Verhage had gediend, in hunne tegenwoordigheid
op het commissariaat van politie te Maldeghem
door De C. was geschreven. Bekl. staat daar niet
gunstig bekend.
Als vijfde getuige werd gehoord L. du Pon te
Sluis. Deze verklaarde De C. niet te kennen,
nooit zaken met hem gedaan te hebben en het
hem vertoonde hierboven gemelde briefje niet
van zijne hand.
Vervolgens werden gehoord Jan Verhage, bene
vens diens zoon en dochter, die een omstandig
verhaal deden, hoe zich de zaak had toegedragen,
welk verhaal overeenstemde met hetgeen De C.
hierboven wordt ten laste gelegd.
Door den ambtenaar van het openbaar ministerie,
die het aan De C. te laste gelegde feit wettig
en overtuigend bewezen achtte, werd schuldig
verklaring van De C. geëischt aan valschheid in
geschrift en het opzettelijk gebruik maken van
het valsche stuk en zijne veroordeeling tot twee
jaren gevangenisstraf en in de kosten van het ge
ding. Uitspraak ook hierin heden over acht dagen-
Eveneens werd bij verstek behandeld de zaak
tegen C. E. P., vroeger winkelier te Middelburg,
thans wonende te Grand Rapids, (Noord-Amerika)
beklaagd dat hij in Mei 1887 zich heeft vervoegd bij
de Coöperatieve Voorschot-Vereeniging en spaarbank
te Middelburg, met verzoek om een voorschot van
ƒ500, daarbij valschelijk voorgevende dat onder
anderen Johannes Kaland, opzichter te West-
kapelle, zijn solidaire borg zou zijndat, dit
voorschot met de door hem opgegeven borgen
toegestaan zijnde, hij zich op 28 Mei 1887 bij
die vereeniging heeft vervoegd om dat voorschot
te ontvangen, waartoe hij heeft afgegeven eene
schuldbekentenis luidende als volgt
«Ik ondergeteekende, Cornelis Eduard Plugge,
van beroep winkelier wonende te Middelburg
erken bij deze van de Coöperatieve Voorschot-
Vereeniging met spaarbank te Middelburgop de
voorwaarden, in hare mij bekende statuten uitge
drukt, op heden een voorschot ontvangen te heb
ben ter som van vijfhonderd gulden voor den tijd
van zes maanden en alzoo terug te geven den
27 November 1887. En verklaren wij mede on-
dergeteekendenDaniel Roelse van beroep win
kelier, wonende te Koudekerke en Johannes
Kaland, van beroep opzichter wonende te West-
kapelle, voor gemelden Cornelis Eduard Plugge
ons hoofdelijk, onder afstand der voorrechten
van uitwinning en schuldsplitsing, te stellen tot
borgen voor de terugbetaling van gemeld voor
schot met de mogelijk te beloopen boeten en
kosten, overeenkomstig de gemelde statuten.
Het voorschot is terstond opvorderbaar, zoodra
de schuldenaar of een zijner borgen zich met der
woon buiten Walcheren begeeft.
De ondergeteekenden verklaren, ter executie
dezer domicilie te kiezen ten kantore van de
Coöperatieve Voorschot- Vereeniging met spaarbank
te Middelburg.
Middelburg 27 Mei 1887, (get.) C. E. Plugge
goed voor vijfhonderd gulden (get.) D. Roelse.
Goed voor vijfhonderd gulden (get.) J. Kaland."
zijnde de daarop voorkomende woorden «goed
voor vijfhonderd gulden J. Kaland", zooals hem
beklaagde bekend was, valsch, in strijd met de
waarheid en niet door genoemden Kaland ge
schreven dat hij beklaagde alzoo opzettelijk
van dat valsche stuk heeft gebruik gemaakt, om
bedoeld voorschot te verkrijgen, zooals hij dan
ook verkregen heeft of in plaats daarvoor eene
schuldbekentenis van gelijk bedrag wegens een
voorschot dat door hem vroeger ontvangen en
op 27 Mei 1887 vervallen was.
Door het openbaar ministerie waren in deze zaak
12 getuigen gedagvaard.
De getuigen-deskundigen J. van Sluijs en P. G.
de Jager, die het bedoelde van valschheid ver
dachte stuk hebben onderzocht en met het schrift
van Kaland vergeleken, verklaren dat de geïn
crimineerde woorden niet door dezen zijn geschre
ven. De deskundigen oordeelden dat de bedoelde
woorden geschreven zijn door iemand, die nog
school gaat of eerst kortelings de school heeft
verlaten.
Als derde en vierde getuige werden gehoord
een tweetal bestuurders der betrokken vereeniging,
die echter omtrent de zaak geen inlichting konden
geven. Een hunner verklaarde alleen dat de
schuldbekentenissen der Coöperatieve voorschotver-
eeniging in den regel aan de voorschot vragenden
in blanco worden uitgereikt, die zelve voor de
invulling zorgen.
Als vijfde getuige trad op de heer mr M. J. de
Witt Hamer, die den 28 Mei 1887 de bewuste
schulbekentenis van P. heeft ontvangen.
Dezen getuige werd gevraagd, of het hem bekend
was dat P. uit Amerika een brief heeft gezonden,
waarin hij mededeelde dat Kaland wel niet de
bedoelde handteekening gezet had maar een zijner-
kinderen, dat Kaland zijne toestemming tot borg-
MBVfiOUW.
Uit het Fransch.
L
Dien avond had juffrouw Doline meer tijd noodig
dan anders om het kluwen harer indrukken te ont
warren, zij moest eerst haar wang en toen haar
voorhoofd op haar hand leggen en lang naar den
berg kijken. Van lieverlede doortintelde een
aangenaam gevoel haar geheele wezen, zij begon
te lachen, hare wangen gloeidenzij vond het
zeer aangenaam om voor vijf en dertig jaar aan
gezien te worden, als men tien jaar ouder is. Eerst
had zij niet geweten, wat zij er van denken moest,
nu merkte zij gaandeweg dat die vergissing kaar
genoegen deed. Die nieuwe gezel was wel aardig,
hij praatte goed morgen zou zij geheel op haar
gemak met hem zijn. Maar wat een gek idéé
van hem om bij het binnenkomen te zeggen
»Dag mevr
Doline kon dit niet verder uitwerken, zoo hevig
was de schok. Dit was de ontroering, die zij twee
en een half uur vroeger had moeten gevoelen en
die nu hare bestemming bereikte. In het een
tonige, afgezonderd leven, dat Dolineleidde, was
stelling had gegeven. Dit had getuige wel verno- j
men maar uit de tweede hand.
Kaland is bij getuige geweest en heeft hem ver
klaard dat de handteekening niet van hem was
en ook niet door zijne vrouw of kinderen was
gesteld.
De heer A. de Yulder van Noorden, eveneens
bestuurslid der vereenigingverklaarde tegen
woordig geweest te zijn op de vergadering, waarin
P. de nieuwe schuldbekentenis tegen de oude
inwisselde.
De eerste borg, D. Roelse, die meermalen borg
was voor P., verklaarde zelf nooit geteekend te
hebben, omdat hij niet kon schrijven. Zijne
vrouw teekende voor hem met zijn medeweten
en toestemming. Dit was den bekl. bekend.
De vrouw van D. Roelse was de achtste getuige,
Haar verklaring kwam met die van haren man
overeen,
Johannes Kaland legde daarna zijne verklaring
af. Hij verklaarde in Nov. 1886 borg geweest
te zijn voor den tijd van een half jaar en voor
ƒ500.
Getuige wist dat die borgstelling verviel met
Mei 1887 en nimmer heeft de beklaagde, die elke
week een of tweemaal bij getuige aan huis kwam,
hem meer over eene nieuwe borgstelling gespro
ken. Hij noch een zijner huisgenooten heeft dan
ook het stuk in kwestie geteekend en hem is
niet bekend, wie zijn naam op het papier heeft
gezet. Getuige verklaarde ook pertinent dat hij
niemand gemachtigd had zijn naam te gebruiken.
Vervolgens werd de vrouw van Kaland gehoord
hare verklaring stemde overeen met die van haai
man.
De laatst gehoorde getuigen waren twee doch
ters van J. Kaland. De eerste wist niets mede
te deelen en de tweede evenmin. Het eenige
wat de tweede dochter kon zeggen was dat haar
vader in 1886 borg was geweest.
Eindelijk werd J. Kaland nog eens gehoord
hij bleef bij zijne vroeger afgelegde getuigenis.
De ambtenaar van het openbaar ministerie
vroeg daarop de zitting gedurende eenigen tijd
te schorsen en tevens het bevel van de rechtbank
om den heer mr Jacobse Boudewijnse als getuige
op te roepen.
Dit verzoek werd ingewilligd.
De zitting heropend zijnde, werd den heer
Boudewijnse, die verschenen was, gevraagd of de
getuige Kaland kort vóór het vertrek van P. bij
hem geweest is naar aanleiding van de borgstel
ling voor dezen. Toen heeft hij zich niet ver
dedigd, maar later heeft jhij, in tegenwoordigheid
van dezen getuige en van den heer,De Witt Hamer,
aan den president verklaard dat misschien zijn
vrouw lof dochter zijn naam had gezet.
De heer De Witt Hamer was echter van mee
ning dat dit niet door Kaland maar door
Plugge gezegd was.
De ambtenaar van het openbaar ministerie
meent dat de eenige vraag die beantwoord moest
worden deze is is de rechter overtuigd dat hier
met opzet van een valsch stuk gebruik gemaakt
isj? en de ambtenaar is vast overtuigd dat het
antwoord bevestigend luiden moet.
Yerder toonde de ambtenaar aan dat alle ele
menten van valschheid hier aanwezig waren.
Spreker achtte het te laste gelegde feit wettig
en overtuigend bewezen.
De ambtenaar noemde het gepleegde feit zeer
ernstig, te meer wijl P. wist dat de eerste borg
niets bezit en de tweede handteekening valsch was.
Wegens valschheid in geschrifte en het opzette
lijk gebruik maken daarvan eischte de ambtenaar
veroordeeling van beklaagde tot een gevangenis
straf van drie jaren.
(Jok in deze zaak is de uitspraak op heden
over 8 dagen bepaald.
Door dezelfde rechtbank zijn heden veroor
deeld wegens
mis.h'andeling: D. v. W., 41 j., gep. marinier,
Terneuzen, tot 7 d. gev., en H. v. K., 50 j., arbei
der, Waarde, tot 8 b. s. 6 d. h.
diefstal: A. N., 16 j., arbeider, 's Graven
polder, driemaal tot 1 m. gev.en W. N., 17 j.,
arbeider, 's Gravenpolder, tot 1 m. gev., en
heling: J. d. 63 j., hvr. van A. S., bier
huishoudster, 1s Gravenpolder, tot 1 m. gev.
Allen in de kosten,
Vrijgesproken zijn J. M., 30 j., werkman,
Krabbendijke, beklaagd van mishandeling, en
M. H. 19 j., arbeider, 's Gravenpolder, beklaagd
van diefstal.
Uit Goes wordt ons geschreven
De afdeeling Goes van den Ned. Vrouwenbond
tot verhooging van het zedelijk bewustzijn hield Don
derdagavond in de consistoriekamer der Herv.
kerk alhier eene bijeenkomst, die door ongeveer
40 dames bezocht werd. Als spreekster trad op
mevrouw Clercq van Hogendorp te 's Hage, die
de komst van een vreemdeling een gewichtige
gebeurtenismaar hog veel gewichtiger, ontzet
tender en indrukwekkender, was het feit om
mevrouw genoemd te worden, als het geheele
dorp weet dat men ongehuwd is. MevrouwDat
was een nieuw denkbeeld, een nieuw inzicht, iets
van een openbaring Mevrouw en waarom eigen
lijk niet? Waarom had zij daar nooit aan ge
dacht Als zij in plaats van juffrouw Doline
Bergu te zijn gebleven, nu mevrouw was
mevrouw wie Dat gebied der mogelijkheden
was te duizelingwekkend om er zich op te wagen.
Doline kreeg een schok, een soort verblinding.
Zij legde de hand voor de oogen en bleef zoo
onbewegelijk zitten. Yan alles wat er in die
laatste uren gebeurd was, wist zij alleen nog
maar dat woord mevrouw O God Wat be-
teekende dat al niet! Ach, als de marskramer,
die haar dat mesje had gegeven Maar hij was
nooit teruggekomen en om de waarheid te
zeggen, had zij nooit meer om hem gedacht-
Van daag eerst besefte zij, hoe anders alles had
kunnen zijn.
Zij stond langzaam op en ging naar het spie
geltje dat boven de latafel hing. Nadat zij met de
hand haar haar had glad gestreken, bekeek zij
haar evenbeeld, knikte tegen zich zelf en zei
«dag mevrouw Zij herhaalde het nog eens om
eene boeiende novelle voorlas, waarin zij wees
op het nut van den bond. Met belangstelling
werd zij door de aanwezigen gevolgd, terwijl daarna
verschillende dames inlichtingen vroegen. Door
het vertrek van mej. wed. J. Deegens—Keeman
,was er op dit oogenblik bij die afdeeling geen
bestuur, waarvoor nu werden aangewezen de dames:
Pompe van Meerdervoort—Saaijmans Vader, Mer-
vennée en VertregtDe Bruijne. De eerste, die
tegenwoordig was, nam de benoeming aan. Verder
werden nog twee dames ter assistentie aangewe
zen, n.l. mevrouw Huet en mevrouw V./d. Bilt La
Motthe, die zich daartoe bereid verklaarden. Door
bemoeiingen van mevr. Huet is in de laatste
dagen de afdeeling in ledental zeer toegenomen.
Werd er verleden jaar geklaagd dat de
wisschenbosschen slecht waren, dit jaar is het
nog erger.
Donderdag avond hield de notaris A. Gallis
Merens te Kapelle weer de gewone jaarlijksche
veiling, waarbij de opbrengst, die het vorige jaar
nog ruim 700 was, thans ruim 100 minder
beliep. Voor sommige bosschen, die het vorige
jaar 60 a 70 gulden opbrachten, werd nu niets
geboden, 't Is zoo schrijft men ons of de
ziekte in de wisschen van jaar tot jaar verergert.
De meeste tuiniers in Goes hebben een soort
(leerband genaamd) die welig en recht groeit,
goed beschot oplevert en weinig van de ziekte
weet. Zou de cultuur van deze soort op groote
schaal niet beter zijn De kweekers konden
eens de proef nemen en voor de Kapellenaren kon
dit van groot belang wezen.
Een drietal weken geleden wilde eene ge
brekkige bewoonster van een der Konyerhuisjes
te Noordgouwe zich van haren stoel oprichten
en greep daartoe de leuning van de kachel.
Deze zwikte daardoor om, zoodat zij een daarop
staanden pot met kokend water over het lijf kreeg.
De ongelukkige vrouw is Dinsdag in het zie
kenhuis te Zierikzee, werwaarts zij ter verpleging
vervoerd was geworden, na veel lijden aan de
gevolgen der bekomen brandwonden overleden.
De te Noordgouwe bestaande Konyerhuisjes,
ten getale van vijf, werden aldaar in 1650 ge
sticht door ridder Johan Konyer,
De liedertafel Oejening baart Kunst te Am
sterdam, directeur de heer Henry F. R. Brandts
Buys, heeft in beginsel besloten om in 1889 ter
gelegenheid van haar 35jarig bestaan, een grooten
internationalen wedstrijd te houden.
Den vereerders der Duitsche opera te Rot
terdam worden de duimschroeven aangelegd. De
directeur heeft hun medegedeelddat hem de
directie is aangeboden van een der eerste Duit
sche theaters. Tot 1 Dec. heeft hij het in beraad
gehouden. De vrienden van de opera zijn allen
opgeroepen om met elkander te beraadslagen.
In Den Haag is Donderdag Ochtend een niet
zeer druk bezochte bijeenkomst gehouden van
werkeloozen, waar op zeer bezadigde wijze werd
gesproken. Er werden vijf personen afgevaardigd
om den burgemeester ale wenschen te kennen te
geven, o. a. dat enkel werklieden uit de gemeente
de werken van deze zullen uitvoeren, beter toe
zicht te oefenen op het bouwen en op arbeid van
vrouwen en kinderen, den arbeidsdag bij gemeente
werken te verkorten, mangaten in de woningen
te maken voor 't geval van brandgevaar, gebruik
der subsidies van opera en schouwburg voor werk
verschaffing, enz. De burgemeester ontving twee
leden der commissie en had een vrij lang onder
houd met hen.
Te Stuttgart liep gisteren het gerucht, dat
het geheele ministerie zijn ontslag had ingediend
en het alleen zou intrekken, indien de koning er
in toestemde den Amerikaan Woodcock van het
hof te verwijderen.
Onder hen, die het huwelijk van de dochter
van generaal Boulanger bijwoonden, behoorde de
Italiaansche gezant, generaal Menabrea. De Tri-
buna gispt ten zeerste deze daad van Italië's ver
tegenwoordiger, daar zij een uitdagend karakter
tegenover de Fransche republiek draagt.
Bij het verlaten van de kathedraal na het
Te Deurn dankte koning George de aanzienlijke
volksmenigte voor haar blijken van sympathie en
uitte tevens zijn beste wenschen voor den natio-
nalen voorspoed van Griekenland.
Uit Samoa wordt gemeld dat koning Tama-
sese, den beschermeling der Duitschers, zich in
het binnenland heeft teruggetrokken en dat
Mataafa meester van den toestand is. De Duit
schers hebben Mataafa niet als koning erkend.
Admiraal Fairfax en verscheidene consuls hebben
besloten sommige wijken der hoofdstad en de
voorsteden neutraal te verklaren.
De Oostenrijksche regeeringsbladen bevatten
beter het genot te smaken, dat in die twee woor
den lag opgesloten. Daarna keerde zij naar het
venster terug en zag op den berg der «overpein
zingen" een zonderlingen nevel hangen. Wat
zou er uit dien nevel voortkomen
II.
Den volgenden morgen had de heer Virgile,
die om zes uur opstond, reeds ontbeten, een
cigaar gerookt, terwijl hij naar zijn appelboom
keek, en al een uur aan zijn werkbank gezeten,
toen Hector Pointuz, zich; uitrekkende, beneden
kwam. In de keuken vond hij Doline, die hem
te nauwernood aanzag en hem de koffiekan en
de melkkan, die op de kachel stonden, stilzwij
gend aan wees. «Zou ik nu al in ongenade zijn"
vroeg hij zich afmaar trok het zich niet erg
aan en ging op zijn gemak ontbijten.
Onmogelijk om dien morgen een gesprek met
Doline aan te knoopen; zij liep voortdurend heen
en weer en sneed de belangrijkste opmerkingen
van den gezel af, door eensklaps weg te gaan.
Eindelijk stond Hector op, ging op den drempel
staan om een luchtje te scheppen en plukte een
takje maagdepalm, waarop hij ging kauwen.
«Het schijnt dat ik te laat ben," dacht hij,
«maar ik moet doen alsof ik het niet merk.
het verzoek, dat de gelden, bijeengebracht tot
viering van keizer Franz Jozeph's veertigjarig
regeerings-jubileum, door de gemeentelijke over
heden zullen worden besteed voor liefdadige
doeleinden.
De schade, door den brand in het Quirinaal
aangericht, wordt op 20.000 lire geraamd. Er
is een gerechtelijk onderzoek naar de oorzaak
ingesteld.
De Fransche commissie voor herziening dei-
grondwet heeft op de vraag, of de constitutie
een herziening behoeft, met zes tegen een stem
bevestigend geantwoord.
Er heeft een spoorwegdiefstal in Zuid-Westel.
Rusland ten koste van de keizerlijke familie plaats
gehad. Tusschen de stations Koveli en Goloby
is een deel van een goederen trein afgehaakt,
zoodat de machinist te Koveli aankomend be
merkte, dat hij onderweg 12 wagens verloren had.
Er bevonden zich goederen van den czaar in, die
opengebroken waren, terwijl veel gestolen is. Een
der wachters wordt gemist, men denkt dat hij
den trein afhaakte.
Er wordt storm verwacht op de westelijke
en noordelijke Britsche en Fransche kust tusschen
2 en 4 November.
Bij den diefstal in het postkantoor te Berlijn
van Zaterdag op Zondagnacht moet een bedrag
van éea millioen lires in Italiaansche papieren
zijn ontvreemd.
Toestand van Z. M. den koning.
De Staatscourant van heden bevat het volgende
bericht omtrent de ziekte van den koning
»Yolgens verklaring van Zijner Majesteits ge-
neesheeren is de gezondheidstoestand van Zjjne
Majesteit den koning in de laatste dagen niet
verbeterd.
Hoogst-Dezelve is op dit oogenblik lijdende aan
eene ontsteking der mond- en keelholte, waardoor
de voeding aanmerkelijk belemmerd wordt."
Donderdagavond kwam te 's Hage per telegraaf
het bericht dat dr Yinkhuijzen vooreerst op het
Loo zal blijven.
Op het paleis des konings aldaar lag het vol
gend telegram van Het Loo te lezen
«Toestand niet onmiddellijk' zorgwekkend.
»De geneesheer op Het Loo vindt ziekte zor
gelijk, zonder oogenblikkelijk gevaar."
De heden successievelijk uit 's Gravenhage ont
vangen berichten luiden als volgt
Het bulletin ten hove zegtde toestand van
Z. M. den koning is heden dezelfde als gisteren;
niet zorgelijker.
Heden ochtend zal een consult plaats hebben
met prof. Rosenstein.
Particuliere berichten van het Loo melden dat
de koning gisteren bij tusschenpoozen het bed
verliet. De mondontsteking blijft zorg eischen
maar de benauwdheden der laatste dagen zijn
verminderd. Heden ochtend is Z. M. opgestaan
en heeft eenigen tijd gewerkt.
Uit Amsterdam seint men ons nog Professor
Rosenstein is te 1,45 van het Loo te Leiden terug
gekeerd. De mondaandoening is van spruwach-
tigen aard.
Uit het Loo bericht men nog dat de koning
eenigermate beter is.
Prof. Rosenstein vond den toestand niet bepaald
ongunstig; de ontsteking is merkelijk verminderd,
het slikken gemakkelijker en de voeding beter.
De geneesheeren achtten den algemeenen toe
stand bevredigend, hoewel complicatiën niet uit
gesloten zijn.
Dr Vinkhuyzen vertrekt vermoedelijk heden
weer naar Den Haag.
Hamburg-. Twee der dieven, die den zak
aangeteekende brieven op het postkantoor te
Berlijn ontvreemdden, zijn alhier gevat. De waarde
der ontvreemde geldswaardige papieren is hoogst
aanzienlijk.
Datum. Plaats. Voorwerpen. lnformatiën.
2 Nov. Oostburg, Bouwland, Le Nobel.
2 Ouweikerk, Schapen, Bolle.
5 n VlissingeD, O verhoeken (verp)Ontv. reg.
Geen slaafsche voortvarendheidde patroon
zal zich toch genoeg vetmesten met mijn zweet,
zooals wij bjj de Internationale zeiden, indertijd
toen ik mij daar nog mee inliet. Nauwgezetheid
is de deugd van slaven Niet kwaad, Hector
niet kwaad 1"
Daarop besloot hij naar binnen te gaan. Hij
deed de deur der werkplaats open en zei schijn
baar verbaasd
«Al aan het werk!"
«Goeden morgen, Hector. Ik hoop dat gij
goed uitgerust zijt van de reis", zei de heer
Virgile goedhartig.
«Oja, ik heb goed geslapen, maar een
beetje lang naar het schijnt".
«Bij ons begint de dag van den horloge
maker 's zomers om zeven en eindigt om zeven.
Daar echter die gewoonte voor u, stedeling, wat
hard zal zijn, verg ik niet dat gij die in eens
aanneemt. Sta eiken ochtend een kwartier vroeger
op dan den vorigen, en ga een wandeling in
den tuin maken om u op te frisschen. Niets
stemt u beter voor het werk".
»De patroon is een goede vent", zei Hector
bij zichzelf en nam plaats aan zijn werkbank.
(Wordt vervolgd.)