131® Jaargang. 1888. N\ 257. Dinsdag 30 October. Dit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per 3/m. franco 2. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent. Advertentiën; 20 Cent per regel. Geboorte-, Trouw-, Doodberichten, enz.van 1-7 regels ƒ1.50; iedere regel meer ƒ0.20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Bij deze oonrant behoort een BIJVOEGSEL, Middelburg 29 October. Landbouw, ONZE LEESTAFEL, MIDDELBURGS» Agenten te Vlissingen: P. G. de Yet Mestdagh Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: P. van der Peul, te Zierikzee: A. C. de Mooij en te Tliolen: W. A. van Nieuwenhuijzen. Verder worden door alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aangenomen- en nemen ook het algemeen advertentiebureau van Nijgh van Ditmar te Rotterdam, en de firma B. van der Kamp te Groningen, voor de Noordelijke provinciën, annonces aan. Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube Cie., John F. Jones, opvolger; voor België A. Grosjean Co. te Brussel. Met de gebruikelijke eerbewijzen ontvangen, heeft de heer mr C. Pynacker Hordijk den 29 September zijn intocht te Batavia gehouden. De heer Yan Rees, de afgetreden gouverneur- generaal verwelkomde zijn opvolgerwaarop laatstgenoemde antwoordde. De daarbij gewisselde woorden verdienen wel bijzondere aandacht. De heer Yan Rees wees vooral en met nadruk op de moeielijke omstandigheden, waaronder hij het bestuur had gevoerd, op de'rampen van aller lei aard die Indië hadden getroffen, op het gebrek aan samenwerking ja den tegenstand, door hem van de regeering in Nederland ondervonden. Hij was overtuigd dat hij naar zijne beste krachten gedaan had, wat hij onder die omstandigheden doen kon tot vervulling van de taak, die hij had op zich genomen in het land dat hij lief had en dat hij als zijn tweede vaderland beschouwde, en niet aan hem had het gelegen, dat zijn wil op onmacht was afgestuit. Hij prees den heer Pijn- acker Hordijk gelukkig omdat deze hier kwam in de volle kracht van den mannelijken leeftijd, en hij wenschte van harte, dat zijn opvolger on der Gods zegen en de samenwerking van de regeering in Nederland meer voor deze gewesten zou kunnen doen dan het hem gegeven was, waarop te meer kans bestond, omdat de rampen der laatste jaren thans voorbij waren en er veel ter uitvoering was voorbereid. Met heldere duidelijke stem sprak, volgens de Java Bodede heer Pijnaclter Hordijk zijn dank uit voor de hartelijke woorden van welkomst, en waar hij daarop met eene korte rede zou antwoor den, lag het in den aard der zaak dat het niet zou zijn een weerslag op hetgeen de heer Yan Rees had gezegd, daar deze den blik had gewend naar het verledene, en hij de toekomst in het oog had_ Hij had de betrekking van gouverneur-generaal niet begeerd, en aangenaam zou het hem zijn geweest, indien koning en ministers op een ander het oog hadden laten vallen, doch dit was geen grond voor hem geweest de benoeming niet aan te nemen. Eene van de redenen, die hem hadden doen aarzelen en doen bedenken of hij wel de geschikte opvolger zou zijn van den heer Yan Rees, was dat hij de ervaring miste, die deze zoo ruimschoots bezat, doch het was meer voor gekomen dat mannen zonder eenige persoonlijke ervaring van Indische toestanden tot zegen van Indië als gouverneur-generaal waren werkzaam geweest, en bij de beraadslagingen over het regeeringsreglement was het zelfs gezegd dat het wel goed was, indien nu en dan zulk een man in deze gewesten het bestuur voerde. De heer Yan Rees zou uit eene andere ambtsbekleeding nog weten (de spreker glimlachte bij deze herin nering aan de dagen toen hij minister was van binnenl. zaken en de heer Van Ree3 voorzitter der Tweede kamer) hoe hij gewoon was uit eigen oogen te zien, naar eigen inzicht te handelen. Doch daarom stelde hij wel degelijk prijs op de adviezen van anderen, zoo van ambtenaren als van particulieren, die in Indië belang stelden hij zou die der colleges en ambtenaren, welke hij hoopte dat onbevangen zouden worden uitgebracht, in den eersten tijd vooral zeer noodig hebben, en met de meeste zorg zou hij ze nagaan en erop letten. Bij zijn bestuur zou hij zijne aandacht gevestigd houden op het belang van den Nederlandschen staat, op dat van de Nederlandsche ingezetenen, die voor den bloei en de ontwikkeling van Indië onmisbaar zijn, maar eveneens en in volle mate op dat der Inlandsche bevolking, want hij onder schreef geheel de woorden in zekere openings rede geplaatst, dat onze heerschappij een zegen moet zijn voor Indië. Hij zou daarom de stoffe lijke ontwikkeling van die bevolking trachten te bevorderen, maar niet minder de zedelijke en in- tellectueele, en dit laatste kon het best geschie den door het goede voorbeeld van de Europeesche en inlandsche ambtenaren. Het was hier de plaats niet en ook geene usantie bij eene gelegenheid als deze een geheel bestuurs-programma te geven, doch éen punt wilde hij toch aanroeren, iets dat in de laatste tijden gebleken was, en dat was het bederf in de Indische ambtenaars- Wereld dat kwaad moest gestuit worden, daarmee moest het uit zijn. Ten slotte uitte hjj den wensch dat hettden heer "Van Rees verder goed mocht gaan, dat hij behouden in het vaderland mocht aankomen en daar nog vele gelukkige jaren moch t doorbrengen. De gemeenteraad van Middelburg houdt Woens dag, des namiddags te 1 uur, eene vergadering tot het nemen van een besluit i. z. verhuring bovenlokalen van den waarborg ter behandeling van het rapport burg. en weth. op het adres van J. Vos om tegemoetkoming in zijne personeele belastingder rekening en begrooting van do concertzaaleen brief der commissie van het be stuur van den Vlissingschen rijweg betreffende roeiing van boomeneen brief van het burg. armbestuur betreffende dekking van het tekort op de rekening van het touwpluizen ter voortzétting van de behandeling der begrooting voor de gas fabriek voor 1889 en ter behandeling van de gemeentebegrooting voor 1889. Heden morgen vergaderden in het gewone lokaal de leden der afdeeling Walcheren van de Maatsch. t. bev. van landbouw en veeteelt in Zeeland 1 onder voorzitterschap van den heer J. Riemens. Sléchts een klein aantal leden was tegenwoor dig, terwijl de voorzitter der afdeeling Heinkens- zand, de heer E. van den Bosch, de vergadering bijwoonde. In de eerste plaats werd behandeld de in de vorige bijeenkomst aangehouden vraag of de afdeeling zich voor al zijne leden zal abonneeren op een Hederlandsch Landbouw Weekblad. Door het bestuur werd, in verband met de groote kosten die zoodanig abonnement voor de afdeeling zoude na zich sleepen, voorgesteld dit niet te doen. Een der aanwezigen deed de vraag of het geen overweging verdienen zou om in de voornaamste herberg van elke gemeente der afdeeling een exemplaar van het weekblad ter lezing te leggen, mits het benoodigd aantal exemplaren, b. v. 40, tot denzelfden prijs worde beschikbaar gesteld als voor de leden wordt geeischt. Een ander lid achtte het nuttig in elke ge meente een exemplaar onder de leden der afdee ling te doen circuleeren. Beide denkbeelden werden bestreden, wijl men meende dat het gewenschte resultaat er niet door zou worden verkregen. De bestrijders meenden dat de exploitatie van het weekblad aan het particulier initiatief moest worden overgelaten. Ook werd voorgesteld een exemplaar te nemen ten behoeve der bibliotheek. De beide eerste voorstellen, gecombineerd in stemming gebracht, met bepaling dat in elke gemeente een paar exemplaren zullen circuleeren, werden aangenomen met 23 tegen 9 stemmen. Daarna was aan de orde de benoeming van drie personen als keurmeesters van hengsten, aan te bevelen aan het hoofdbestuur naar aanleiding van een besluit van de Prov. staten van 13 Juli 1888, ter bevordering en aanmoediging der paar denfokkerij in Zeeland. Door het bestuur werden in alphabetische volg orde aanbevolen de heeren G. Born, P. Franeke, G. Geschiere, J. J. Hendrikse, C. Mazure en S. Wisse Pz. De uitslag van de stemming was dat gekozen werden de heeren C. Mazure met 29 en J. J. Hendrikse met 19 stemmen, terwijl de heeren G. Born 16, P. Franeke 15 en G. Geschiere 11 stemmen bekwamen en op de heeren S. Wisse Pz., A. Franeke, A. Meeuwse, J. Koene en J. Riemens éene stem was uitgebracht. Bij tweede vrije stemming, noodig voor den derden persoon, omdat geen der candidaten de volstrekte meerderheid bekwam, verkregen de heeren G. Born 10, P. Franeke 9, G. Geschiere 3 en A. Franeke 3 stemmen, terwijl op andere personen 1 stem werd uitgebracht. Eene herstemming tusschen de heeren Born en Franeke had tot uitslag dat de heer G. Born werd gekozen met 21 stemmen tegen 12 op den heer P. Franeke. Besloten werd dat, wanneer een der gekozenen voor de voordracht mocht bedanken, het lid dat na de gekozenen de meeste stemmen verkreeg zal worden voorgedragen. Alsnu was aan de orde de benoeming van zes bestuursleden ter voorziening in de door perio dieke aftreding ontstane vacatures, waarvoor het bestuur 12 personen aanbeval, t. w. de heeren J. Riemens, H. J. E. Gerlach, G. Born, G. Ge schiere, A. van Waarde, P. Melis, M. Bakker, M. Franeke, S. Kodde Lz., J. Langebeeke, Js. Maas en J. Polderdijk. Hierbij werd mededeeling gedaan van een schrijven van den heer P. Melis, houdende ÏÏSricht dat hij voor eene eventueele benoeming niet meer wenscht in aanmerking te komen. De uitslag der stemming was dat herkozen werden de heeren J. Riemens met 33, G. Geschiere met 31, G. Bom met 30, A. van Waarde met 29 en H. J. E. Gerlach met 20 van de 34 stemmen- Voorts verkregen de heeren M. Franeke 15, J. Polderdijk 14, J. Langebeeke 7, S. Kodde Lz. 6, M. Bakker 3, Js. Maas 3, C. Barendse, C. Reijnierse en J. Marinissen ieder 2 stemmen, terwijl op de heeren P. Pouwer en A. Meeuse 1 stem was uit gebracht Voor het zesde bestuurslid werden bij tweede vrije stemming uitgebracht 35 stemmen, doch ver kreeg niemand de volstrekte meerderheid. De stem men waren als volgt verdeeld: J. Polderdijk 13, M. Franeke 11, tusschen welke twee personen herstemming moest plaats hebben, P. Pouwer 5 en S. Kodde Lz., J. Langebeeke, C. Barendse, C. Reijnierse, J. van den Broeke en J. Marinissen ieder een. Bij de herstemming werd de heer M. Franeke met 21 van de 35 stemmen gekozen, terwijl de heer J. Polderdijk 13 stemmen verkreeg en een briefje van onwaarde was. De gekozen heeren, met uitzondering van den heer Born, ter vergadering tegenwoordig, verklaar den de benoeming aan te nemen. Den heer Born zal van den uitslag der stemming worden kennis gegeven. Devoorzitterdeed mededeeling dat zijn mandaat, slechts voor een jaar door hem aangenomen, den eersten Januari 1889 weder ter beschikking dei- leden komt en stelde voor tot de verkiezing van een nieuwen voorzitter overtegaan. Op voorstel van een der leden werd de heer J. Riemens met acclamatie herkozen. Hij ver klaarde zich bereid die betrekking opnieuw op zich te nemen. Alsnu was aan de orde de benoeming van twee afgevaardigden en twee plaatsvervangende afgevaardigden bij de vergaderingen van het hoofdbestuur, bij de algemeene vergadering en. bij de tentoonstelling in 1889. Nadat de heer J. Riemens bij acclamatie als le afgevaardigde was aangewezen, werd bij stem ming uitgemaakt dat als tweede afgevaardigde zitting nemen zal de heer G. Geschiere. Als plaatsvervangers wees de vergadering aan de heeren W. Maas en J. Peper. Allen verklaar den zich bereid de betrekking te aanvaarden. De voorzitter wenschte vervolgens den nieuw gekozen bestuursleden geluk met hunne benoeming en sprak de hoop uit dat zij in het belang der afd. en der maatschappij nuttig zullen werkzaam zijn. Hierna werd overgelegd en aan de leden aan geboden een gedrukt rapport van de commissie, den 14en Mei 1888 benoemd tot het doen van onderzoek betreffende de bereiding van boter in zuivelfabrieken, benevens de statuten der ver- eeniging dc coöperatieve stoomzuivelfabriek te Tjummarum, uit welk rapport wij in een vorig verslag het een en ander mededeelden. Het bestuur was van oordeel dat het met het doen drukken van dit verslag gedaan had wat op zijn weg lag en dat thans de zaak aan het particulier initiatief dient te worden overgelaten. Een der leden verklaarde zich door dit voorstel teleurgesteld. Hij achtte het jammer dat de subsidie voor verbetering van het paardenras ook niet voor een deel kan ten goede komen voor verbetering in de zuivelbereiding. Wanneer de zaak met het doen drukken van het rapport enz. moet afloopen dan veronderstelde deze spreker dat niets bereikt worden zal en de bedoeling van hen, die de zaak der zuivelberei ding hebben gereleveerd, volstrekt niet zal worden verwezenlijkt. Een ander lid merkte op dat aan de subsidie ter bevordering van de paardenfokkerij niet kan geraakt worden. Hij achtte het echter eveneens wenschelijk dat aan de zuivelbereiding iets werde gedaan en opperde het denkbeeld of uit de batige saldo's der rekening van de maatschappij niet een bedrag kon worden bestemd voor het uit loven van een flinke premie aan hen, die een fabriek mochten wenschen op te richten. Dat lid gaf i» overweging het bestuur uit te noodigen eenige exemplaren te zenden aan het hoofdbestuur en de afgevaardigden ter vergadering van het hoofdbestuur op te dragen daar de zaak ter sprake te brengen. Nog een ander lid meende dat door het be kendmaken van het rapport gedaan i s, wat vooreerst te doen valt- Z. i. moeten thans de landbouwers de zaak bi espreken en moet door hen het initiatief genomen worden tot de stichting eener coöperatieve vereeniging. Blijkt dan voor lichting of steun noodig, dan kan men zich wenden tot het hoofdbestuur. Door den voorzitter werd die laatste meening gedeeld. Hij wees erop dat in onze streek land bouw de eerste factor is in het boerenbedrijf, terwijl de zuivelbereiding slechts in de tweede plaats komt en achtte het vooreerst den tijd nog niet om vanwege de afdeeling op te treden. Van andere zijde werd aangetoond dat de toe stand hier en in Friesland gelijk is. Daar vindt men evenals hier landbouwers die acht tot tien koeien houden. Yan denzelfden kant werd in het breede gewezen op de groote nuttigheid van de oprichting eener zuivelfabriek, die zeer in het belang en voordeel van de Walcbersche boeren werd geacht. Men was van oordeel dat, wanneer slechts een fabriek tot stand kon gebracht wor den, weldra meer dergelijke inrichtingen zouden verrijzen. Na deze gedachtenwisseling deed een der leden het voorstel om de zaak aan te houden en op eene volgende vergadering daarop nader terug te komen, Hiermede vereenigden de aanwezigen zich. Ook vereenigde de vergadering zich met een voorstel van het bestuur om ten behoeve van de bibliotheek een crediet van 25 toe te staan. Door den secretaris werd nog medegedeeld dat enkele opmerkingen met betrekking tot den ah manak door hem ter kennis van de drukkers gebracht zijn, die de toezegging gedaan hebben zooveel mogelijk aan de geopperde bezwaren te zullen te gemoet komen. Verschillende personen deden mededeelingen omtrent den uitslag, door hen verkregen bij proefnemingen met Thoma's phosphate of slak- kenmeel. De uitkomsten werden door verschil lende sprekers geroemd, vooral op vaste weiden. Andere daarentegen, die het in den tuin en op kunstweide gebezigd hebben, verklaarden er geen resultaat van bemerkt te hebben. Een der leden vestigde nog de aandacht op art. 68 der wet op de besmettelijke ziekten van 20 Juli 1870 (Stbl n° 13) met betrekking tot besmettelijke vlekziekte bij varkens. Hij wees erop dat het bij het voorkomen van die ziekte verboden is het vleesch van afgemaakte varkens in consumptie te brengen alvorens het door den betrokken ambtenaar is gekeurd. Nu komt het meermalen voor dat die ambtenaar niet dadelijk gereed is voor de keuring en de spreker vroeg of er geen mogelijkheid zou bestaan om, vooral des zomers, de belanghebbenden spoediger van dienst te zijn. Deze zaak werd besproken zonder dat echter eene oplossing der vraag werd aan de hand gedaan. Als een zeldzaamheid en als bewijs van de onder landbouwers spreekwoordelijke bewering ■tliet zaad kan wonderen doenmeldt men ons uit Yerseke, dat Zaterdag aldaar het laatste ge deelte van een grooten akker zomerkoolzaad ge- dorscht is. Toen de gewone oogsttijd was aangebroken stond het gewas zoo slecht, dat het alleen waarde had voor de mestvaalt. Daarom liet de eigenaar het staan om af te wachten, of een gunstige nazomer er iets aan verbeteren wilde. En werkelijk hebben de laatste weken het zoodanig opgeknapt dat het een puiben en overvloedigen oogst heeft opgeleverd, Als vervolg op het door ons Zaterdag geschrevene hebben wij thans de aangename taak de aandacht van onzen lezerskring te vestigen op eene uitgaaf, bestemd voor ouderen maar tevens, evenals de in ons vorig nommer besprokene, zeer geschikt voor geschenk met het a. St Nicolaasfeest. Het publiek dankt die aan de ondernemende firma Gebr. E. en M. Cohen. Wat is aantrekkelijker voor menig jeugdig lezer dan reisbeschrijvingen verhalen van stoute toch ten, die, in het belang van de wetenschap gedaan vaak met levensgevaar gepaard gingen Maar ook meer gevorderden van leeftijd vinden daarin hun lievelingslectuur en wij houden ons dan ook overtuigd dat de firma Cohen onder alle klassen van lezers koopers vinden zal voor de vier deelen, die zij thans tegen billijken prijs verkrijgbaar stelt. Onder den algemeenen naam van Het Boek dei- Reizen en Ontdekkingen. Tochten, Avonturen en Reisverhalen uit alle Werelddeelen door de beroemdste Reizigers, verzameld en uitgegeven voor (het Nederlandsche volk bracht zij vier royaal octavo deelen bijeen, onder de afzonderlijke titels Over berg en rots, Door zee en Woud, Bij krijg en jacht,

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1888 | | pagina 1