7erkoopingen en aanbestedingen. Ingezonden stukken. Ons lager ondervyijs in de Tweede kamer. Aan wien de schuld? beroep te Zierikzee, en 4. Van de Plasse, onbez. rijksveldwachter en jachtopziener te 's Heer Arendskerke. Bij het omploegen van een stuk bouwland te Driewegen is een oude gouden munt te voor schijn gekomen. Bij onderzoek bleek het een zoogenaamde Philipsgulden te zijn naar den heilige, die erop is afgebeeld, en geslagen door Philips den Schoone, graaf van Holland. Deze munt is gemaakt te Brugge in Vlaanderen omtrent het jaar 1499. Vrijdagnamiddag werd het stoffelijk over schot van den heer M. Schalkwijk, burgemeester van Ellemeet en Eikerzee, in eerstgemelde ge meente grafwaarts gebracht. Zeven koetsen, waarin familieleden en vrienden, de predikant en secre taris van Ellemeet zich bevondenvolgden de lijkkoets naar de algemeene begraafplaats al waai de lijkkist in den familiegrafkelder werd bijgezet. De leden van den raad der beide gemeenten stonden met eene talrijke schare belangstellenden den lijkstoet op te wachten. Met het oog op den hoogbejaarden vader van den overledene wer den, om dezen niet te diep te schokken, geene toespraken gehouden. Gaarne had men wel ver diende hulde aan den overledene gebracht, die, ofschoon nog slechts 15 maanden het burgemees terschap bekleedende, door zjjn ijver en toewij ding reeds het algemeen vertrouwen genoot en van wien men zich nog veel mocht beloven. Al gemeen is dan ook de droefheid over zijn vioegen dood en de deelneming in den zwaren rouw, waarin zijn hooggeachte familie .is gedompeld. Door den minister van justitie is ter kennis van belanghebbenden gebracht, dat vooreerst geen gelegenheid bestaat tot plaatsing bij de rijksveld- wacht en dat mitsdien de na heden tot dat einde ingediend wordende verzoeken zullen worden ge houden buiten beschikking. Ook te Utrecht is den heer P. A. Morin, bij gelegenheid van zijn jubilée-voorstelling, alle hulde gebracht. Waarmee men de politie al niet lastig valt Te Amsterdam heeft iemand bij de politie een klacht ingediend tegen een barbier, omdat die hem den halven knevel had afgeschoren De politie zal hem vermoedelijk wel den raad gegeven hebben, de andere helft ook maar weg te laten nemen 1 Bij Koudum (Friesland) is een landbouwer van een beladen hooiwagen gevallen, die hem daarna over 't hoofd reed, dat verpletterd werd. De dienstbode van een landbouwer te Weert geraakte Dinsdag, bij ongeluk, met haar krui wagen, tusschen de wieken van een in beweging zijnden molen. Twee ribben en een arm werden haar stuk geslagen, en ook inwendig zwaar ge kneusd, werd zij in het ziekenhuis opgenomen zij verkeert in levensgevaar. Eene rare slaapplaats koos een dronken man te Breda, n. 1. een varkenshok bij een hovenier. Hij werd daar zoo ziek gevonden dat hij naar het ziekenhuis moest worden vervoerd. In het door vele onzer landgenooten bezochte en bekende Limburgsch plaatsjeValkenburg over leed dezer dagen Maria Magermans, in den ouder dom van ruim acht-en-tachtig jaren. Hoewel deze naam den meesten lezers onbekend zal zijn, is hij toch niet geheel en al van geschiedkun dige beteekenis ontbloot. Hij voert ons terug naar het einde der vorige eeuw, toen de Fransche republiek, na de inne ming der stad Maastricht in 1794, meester van alle landen aan deze zijde van den Rijn en daarmede ook van geheel Limburg, bij de wet van 19 Fructidor an 5 (5 September 1797) aan alle geestelijken den eed van trouw en gehoorzaam heid aan de constitutie der republiek en tevens van haat aan het koningschap voorschreef. Tegen deze laatste bepaling verzetten zich bijna alle Limburgsche geestelijken, waaronder ook de toenmalige pastoor van Valkenburg, Ser- vaas van Widdershoven genaamd. Uit zijn ambt dientengevolge ontzet, uit de door hem bewoonde pastorie verbannen, bleef hij, niettegenstaande het strenge verbod, het zielenherdersambt waar nemen. Ontdekt, op heeterdaad betrapt, vluchtte hij met zijne getrouwen in de onderaardsche mergel groeven te Valkenburg. Ruim twee jaren heb ben zij in deze sombere spelonken doorgebracht. Velen dezer zijn hier gestorven; een twaalftal heeft er het eerste levenslicht aanschouwd en werd er door de hand van den eerwaarden pas toor Widdershoven gedoopt. De namen dezer personen ziet men nog op de wanden van het primitieve kerkje, in die dagen in dezen mergelsteen gehouwen. De laatste luidde: »Maria Magermans" en behoorde toe aan het onlangs gestorven vrouwtje. Menigmaal hebben zij, die gedurende de laatste jaren eenige dagen in het liefelijk plaatsje heb ben doorgebracht, bij den ingang der groeven dat stokoud moedertje met grijze haren, rimpelig gelaat en gekromden rug gadegeslagen, onbe wust dat deze nog de eenige levende herinnering was van een belangwekkend en vreeselijk ver leden. (N. R. C Naar aanleiding van een bericht betreffende kaasvervalsching in Nederland, wordt gemeld »Er worden hier te lande twee kwaliteiten van vervalschte kaas vervaardigdeene zeer goede kwaliteit in Noord-Holland en eene zeer inferieure soort te Oss (Noord-Brabant). Deze laatste kon echter zulke slechte prijzen bedingen, dat er geen voordeel mede te behalen was, waarom de bereiding aldaar niet is voortgezet. De bereiding steunt op het volgendeDoor centrifugeering wordt aan de melk de room ont nomen en van de afgeroomde melk wordt, evenals bij de Leidsche en Friesche kaas, die echter altijd nog eenig vet bevat, kaas gemaakt, doch bij de zoogenaamde kunstkaas onder toevoeging van oleomargarine met of zonder aardnotenolie (geen varkensvet), die het afgeroomde vet vervangen moeten, om dit product als vette of zoetemelksche kaas in den handel te brengen. Deze vervalsching heeft reeds zeer de aandacht der regeering getrokken, die natuurlijk niet be letten kan, dat iedereen zijn product vervaardigt, zooals hij verkiest, maar het bedrog van verkoop der kaas, uit afgeroomde melk gemaakt, onder den naam van vette kaas kan strafbaar stellen en bij de aanstaande wet op den verkoop van kunstboter ook dit product kan opnemen. Langs scheikundigen weg kan, door bepaling der vluchtige vetzuren, de aanwezigheid van margarine in kaas, evenals in boter, gemakkelijk geconstateerd worden." Een ingezetene van Haarlem heeft een nieuw middel aangewend om muizen te vangen. Een plaat bordpapier, besmeerd met vogellijm, werd des avonds door hem in de kamer gelegd, met het gevolg, dat den volgenden ochtend niet minder dan veertien muizen elkander verschrikt zaten aan te kijken op deze beperkte kleverige vlakte. De Engelsche bladen melden, dat Spurgeon ernstig ziek is. De Duitsche spion, te Nizza gevat, Kilian van Hohenberg, is tot 5 jaar tuchthuisstraf ver oordeeld. Het cijferschrift voor geheime telegrammen, aan keizer Frederik toebehoorend dat onlangs als uit zijn nalatenschap gestolen werd verklaard, van welken diefstal een officieus Berlijnsch blad zeer opvallend in verband met Mackenzie melding maakte, is teruggevonden onder de papieren van een vleugel-adjudant des keizers, waarbij het uit vergissing was neergelegd. Generaal Boulanger woonde met zijn familie Donderdagavond in een der Parijsche theaters een voorstelling bij. Gedurende de pauze wilde zijn vrienden een manifestatie te zijnen gunste uitlokken maar zij werden door heftig gefluit en gejouw der overige toeschouwers spoedig tot zwijgen gebracht. Later werden bij den uitgang de demonstraties herhaald en werden vrienden en vijanden van den generaal handgemeen. De politie arresteerde ver scheidene personen. Het aantal werkstakers in Yorkshire bedraagt reeds 35.000. Op een meeting van mijnwerkers te Ayrshire werd eveneens besloten het werk te staken wanneer niet de eigenaars de verlangde 10 verhooging toestaan. Door dit besluit worden 12.000 personen getroffen. Aan den minister Yon Giers zond de czaar Donderdag het volgend telegram »De keizerin en ik wenschen van ganscher harte u geluk met het vijftigjarig jubilé van uw eervollen en moei tevollen dienst voor het rijk. Wij betreuren het zeer, niet persoonlijk u onzen gelukwensch te kunnen brengen. God schenke u kracht en ge zondheid vele jaren bij de verdere uitoefening van uwen dienst tot welzijn en roem van Rus land". Tevens ontving de heer Giers de Wladi- mirorde eerste klasse. De keizer van Duitschland heeft het be schermheerschap over de vrijmetselarij in Duitsch land aanvaard. Merkwaardige huwelijksgeschenk en. Dezer dagen vierde de dochter van een dierentemmer te Londen haar bruiloft met eveneens een dierentem mer. Onder de talrijke geschenken behoorden van den vader der bruid vier leeuwen, van een vriend een jonge panter, van een der bruidsjonkers een paar ratelslangen en eindelijk nog een kaal konijn, dat onder de bruilofstgasten, goede kenners van natuur-historische phenomenen, niet weinig opzien baarde. Van onder de puinhoopen van het te Mos kou ingestorte huis zijn 16 lijken en 24 gekwet sten te voorschijn gehaald. In het geheel werden 50 personen bedolven. Een ongepaste grap. Terwijl een reiziger per veloc'ipède een oogenblik in een herberg te Wattenscheid rustte, kwam een schrijnwerkers leerling voorbij en goot over het zadel van de buitenstaande volocipède een halve pot lijm uit. Zonder eenig kwaad vermoeden, besteeg de rei ziger later zijn zetel, maar te Bochum komende, kostte het vrij wat moeite ros en ruiter te scheiden. Een tragische liefdesgeschiedenis. Voor eenige dagen keerde een Fransche familie van haar zomerverblijf in de provincie te Madrid terug. Met haar was een negentienjarig jong meisje van buitengewone schoonheid en verwant aan maarschalk Mac Mahon. Onmiddelijk na aankomst werd zij in een vrouwenklooster onder gebracht. Zij beminde namelijk een jongen Franschman van aristocratische familie, maar haar ouders weigerden toestemming tot een huwe lijk te geven en ontsloegen zich op bovengenoemde wijze van haar dochter. Ondanks het strenge toezicht ontving zij een brief van haar verloofde, waarin hijmet het oog op den tegenstand barer ouders, haar van haar belofte ontsloeg en verzocht hem te vergeten. Het meisje was wanhopend, kreeg een zenuwtoeval, werd ziek en overleed na enkele dagen onder de hevigste pijnen. De geneesheer die voor de lijkschouwing ge roepen werd, weigerde het verlof tot de teraarde bestelling te geven en constateerde vergiftiging. De politie van het gebeurde in kennis gesteld, liet het lijk van mile Mac Mahon naar 't gerechts gebouw overbrengen. Verdere bijzonderheden ontbreken nog. De Parijsche correspondent van den Times deelt mede, dat in de Fransche hoofdstad op twee achtereenvolgende Zondagen balionwedstrijden zijn gehouden, waarvan de baten voor liefdadige doeleinden werden bestemd. De eerste maal waren er zes, de volgende keer acht deelnemers, terwijl op aanstaanden Zondag tien ballons om den prijs zullen kampen. De eerste prijs is tweemaal gewonnen door den heer Louis Godard, den zoon van den beroemden lucht reiziger en zelf eigenaar van een ballon-fabriek. Zijn ballon daalde met nog twee passagiers, ta La Verriere, op tien kilometer afstand van de klokkentoren van Chevreuse, welke als eindpnnt was geisozen. Zijn mededingers landden op 19 en 29 kilometer van Chevreuse. Het afdeelingsonderzoek in de Tweede kamer van hoofdstuk V (Binnenlandsclie zaken) der staatsbegrooting gaf aanleiding tot bespreking van een groot aantal onderwerpen. Onze ruimte laat niet toe die besprekingen alle op te nemen wij moeten ons dus bepalen tot die welke betrekking hebben op ons lager onder wijs* dat op dit oogenblik een belangrijk keer punt doorleeft. Bij de desbetreffende afdeeling werd uitvoerig van gedachten gewisseld over de maatregelen der regeering ten opzichte der opleiding van onder wijzend personeel. Het standpunt der regeering in deze werd min juist geoordeeld door de be strijders van de voorstellen tot opheffing dei- beurzen bij de rijkskweekscholen, vermindering der normaallessen en eventueele opheffing van een kweekschool. Het aantal onderwijzers zou volgens hen blijken niet te groot te zijn. Met 1 Januari 1887 waren bij lange na niet het door art. 24 der schoolwet gevorderde aantal onder wijzers op de scholen tegenwoordig op 1 Januari 1889 zullen waarschijnlijk nog een 800tal ont breken. Daarbij verlaten velen het onderwijs of dienen dit elders, in onze overzeesche bezittingen en zelfs in de Transvaal. Minstens dus achten zij de maatregelen der regeering voorbarig. Zoo lang geen wijziging der wet van 1878 hieromtrent is ingediend en geen voorstel is gedaan tot ver lenging van den termijn van 1 Januari 1891, was de regeering niet verantwoord de gelegenheid tot vorming van onderwijzers in te krimpen. Door anderen werd hiertegen opgemerkt dat de weinige geneigdheid van verschillende gemeenten om aan de bepaling der wet van 1878 betreffende de sterkte van het onderwijzend personeel op 1 Januari 1888 te voldoen, waar men rekening houdt met den feitelijken toestand, alleszins natuurlijk is te achten. En wat betreft den toestand op 1 Januari 1891, hieromtrent wenschte men, al vorens een oordeel uit te spreken, inlichtingen van de regeering te ontvangen. De tegenwoordige toestand is onhoudbaar, wat den overvloed van onderwijzend personeel betreft, waardoor een daling van traktementen ontstaat. Zelfs hebben enkele besturen onderwijzers ontslagen, nadat ze zeker waren dat bij eene mindere bezoldiging zich tal van sollicitanten zouden voordoen'. De meer derheid meende echter dat ook ten deze de ge wone regelen van vraag en aanbod behoorden te gelden. Verscheidene leden keurden af dat door onder scheidene gemeentebesturen aan kinderen van 12jarigen leeftijd het bezoek der lagere school ontzegd isanderen hadden tegen dergelijke verandering minder bezwaar. Op wijziging van het K. B. betreffende de inrichting der schoollo kalen, dat in de residentie aanleiding zou hebben gegeven tot moeielijkheden, werd door sommigen aangedrongen. Men vroeg welke kweekschool voor opheffing in aanmerking zou komen; som migen hadden liever dan dit en het afschaffen der beurzen vereenvoudiging van de inrichting der kweekscholen gewenscht en het trekken van de leerscholen aan de gemeenten. Andere leden vonden dat de onderwijzers, aan de kweekscholen opgeleidveelal minder geschikt waren voor plattelands-gemeenten dan de leerlingen dei- normaallessen. De afschaffing der toelagen bij de rijkskweek scholen voor nieuw toetelaten kweekelingen vond bij velen bestrijding. Zij achtten het verkeerd de inrichtingen, welke het beste gedeelte van het onderwijzend personeel opleveren, de kweek scholen, aan te tasten, en de normaallessen, wier resultaten voorzeker minder gunstig zijn, intact te laten. Door dezen maatregel zullen de kweek scholen alleen bezocht worden door leerlingen uit de gemeenten, waar ze gevestigd zijn, wat den bloei der inrichtingen niet zal bevorderen. Andere leden juichten den voorgestelden maat regel ten zeerste toe. Het werd eindelijk tijd terug te komen op de kostbaar en weinig doel matige inrichting der kweekscholen. Een mid denweg werd nog aangegeven door hen, die in overweging gaven niet tot geheele, maar gedeel telijke of geleidelijke opheffing der beurzen over te gaan. De intrekking van het subsidie ten behoeve der kweekscholen voor onderwijzeressen te Haar lem en Arnhem werd uitvoerig besproken. Vele leden meenden dat de staat zelf verplicht zou worden dergelijke scholen op fe richten, anderen wezen er op dat de regeering toch nog drie ge meentelijke inrichtingen van dezen aard subsidi eert. Als het bovendien in de bedoeling lag wettelijke regelen te ontwerpen voor de subsidi- eering ware het beter geweest althans tot 1 Nov. 1890 met het subsidie voort te gaan. Wat dien maatregel zelf betreft, werd het vreemd gevonden dat juist deze regeering. die altoos verklaard had het particulier initiatief te willen steunen, allen steun daaraan wil onttrekken; hiertegenover verklaarden anderen voorzeker be reid te zijn krachtig het particulier initiatief te willen steunen, wanneer het zich niet ten minste, als hier in eene bepaalde richting die der Maatschappij tot nut van 7 Algemeen openbaarde. Anderen meenden dat de regeering best alle in richtingen van dien aard gelijkelijk had kunnen steunen, in plaats van aan alle steun te onthouden. Het vervallen van voorbereidende klassen, aan normaallessen verbonden, werdjdoor 'sommige zeer afgekeurdvele andere leden zouden aan die opheffing gaarne hun stem geven. Evenzoo vond het vervallen van het subsidie voor de kweek school voor bewaarschoolhouderessen te Leiden afkeuring en toejuiching. Door den heer Vermeulen is eene nota overge legd, inhoudende eenige hoofdbepalingen, die z. i. bij eene nieuwe regeling van de drie takken van onderwijs in overweging behooren genomen te worden en tot grondslag behoorden te strekken van eene reorganisatie van het onderwijs in 't algemeen. De nota is ingediend niet geheel zonder voorkennis, maar toch zonder gehouden overleg met bevriende medeleden. Men wenschte wel de zienswijze der regeering over die nota te kennen. Wat het lager onderwijs betreft zegt die nota Bij de regeling van het lager onderwijs sta op den voorgrond lo. dat de overheid behoort te zorgen voor- gelegenheid om voldoend lager onderwijs te ge nieten in alle gemeenten des rijks, zonder dat iemand gedwongen worde zijne kinderen te zenden naar eene school, waar eene andere godsdienstige meening geleerd of gehuldigd wordt dan de zijne is 2o. dat die zorg zich echter zooveel mogelijk heeft te bepalen tot het houden van toezicht en het subsidieeren van onderwijsverstrekt aan kinderen van on- en minvermogenden 3o. dat onderwijs direct door het rijk of de ge meente alleen behoort verstrekt te worden voor zooverre het bijzonder onderwijs te kort schiet 4o. dat het onderwijs van overheidswege zoo danig moet verstrekt worden dat de godsdienstige overtuiging van geene ouders van schoolgaande kinderen gekrenkt worde 5o. dat van vermogende ouders mag gevorderd worden dat de kosten van het lager onderwijs hunner kinderen door hen zal vergoed worden 6o. dat de voorkeur, door min- of onvermogende ouders gegeven aan eene bijzondere school, hetzij deze een confessioneel karakter drage of niet, geen reden mag zijn voor rijk of gemeente om financieele tegemoetkoming voor het onderwijs hunner kinderen te weigeren Met het oog op deze verschillende punten schijnt wenschelijk dat, wat aangaat de onderwijzers de bepaling, dat niemand hetzij bijzonder, hetzij openbaar lager onderwijs mag geven, zonder in het bezit te zijn eener akte, verkregen na met goed gevolg afgelegd examen, blijve gehandhaafd. Deze akten mogen zijn vierderlei, de eerste, die van adspirant onderwijzer, worde uitgereikt d'oor den schoolopziener aan kweekelin gen, die op de tegenwoordige wijze minstens een jaar in de school werkzaam geweest, en daarvan een gunstig getuigschrift van het hoofd der school ontvangen hebben. Dit diploma geve recht tot het behulpzaam zijn in de school in het geven van onderwijs onder toezicht en verantwoordelijk heid van een hooger gediplomeerden onderwijzer. De eischen voor de tweede akte staan ongeveer gelijk met die voor het tegenwoordige (hulp) onder wijzersexamen die voor de derde met de eischen van het tegenwoordige hoofdonderwijzersexamen, minus de wiskunde en de Nederlandsche letter kunde die voor de vierde omvatten de geheele lagere wiskunde, de beginselen der Nederlandsche letterkunde en voorts de beginselen van een der levende talen. Voor het verkrijgen van elk der drie laatstgenoemde akten worde een minimum leeftijd vastgesteld. Het rijkstoezicht worde uitgeoefend door inspec teurs en schoolopzieners. De tegenwoordig be staande hiërarchische graden worden dus van drie op twee teruggebracht. Als beginsel worde aangenomen, dat door alle welhebbeuden de volle kosten van het lager on derwijs, door hunne kinderen genoten, worden vergoed. Het rijk en de gemeente komen alleen onvermogenden en minvermogenden bij het be kostigen van het elementair onderwijs te hulp, onverschillig of door hen aan de openbare dan wel aan de bijzondere school de voorkeur worde gegeven. Remissiën echter worden aan hen, die niet tot de on- en minvermogenden kunnen gerekend wor den, toegestaan, indien meer dan één hunner kinderen gelijktijdig dezelfde lagere school be zoeken. Als onvermogend worden beschouwd ouders, die niet bij machte zijn eenig schoolgeld voor hunne kinderen te betalen. Als minvermogend zij, die niet in staat zijn, ook zelfs voor één kind, de helft van het normale schoolgeld op te brengen. Het bedrag van het normale schoolgeld wordt berekend door de som der uitgaven, gedurende het vorig schooljaar gedaan voor onderhoud van gebouwen, onderwijzerstraktementen en leermid delen, te deelen door het gemiddeld getal der schoolgaande kinderen. Wat die nota zegt omtrent Hooger en Middel baar onderwijs, deelen wij later mee. De levering van aardappelen voor het gar nizoen Middelburg tot 15 Juni 1889 is thans toegewezen aan A. Jobse alhier voor den prijs van 3.49 per hectoliter. In den loop van 1888 hebben er in de omgeving van het station te Terneuzen (rangeerplaats, los- kade enz.) niet minder dan, zegt men, twaalf ongelukken plaats gehad, waarvan enkele met doodelijken afloop. Het ongeluk, Donderdagavond een beambte van de spoorweg-maatschappij overkomen, heeft het dozijn voltallig gemaakt. Zieker kunnen onvoor zichtigheid en onoplettendheid als de voornaamste oorzaken worden beschouwdmaar zijn zij de eenige? Ik veroorloof mij de vraagis er bij de werk. zaainheden, zoowel aan de loskade als op het stationsterrein, voldoend toezicht Zoo niet, dan kan er niet genoeg op worden aangedrongen daarin ten spoedigste te voorzien. Ieder, die een kijkje gaat nemen, vooral aan de loskade, zal het verwonderen dat er niet meer ongelukken plaats hebben. ImmerB de ruimte is voor gemakkelijken en geregelden arbeid te gering. De justitie schijnt bij enkele der vroegere ac cidenten een onderzoek te hebben ingesteld zonder resultaat, althans men heeft er niets van vernomen. Het is te hopen dat zij thans met dubbele gestrengheid zal trachten op te sporen, wie verantwoordelijk moet worden gesteld voor den dood van den jeugdigen beambte, omdat een strafrechterlijke vervolging zeker veel zal bijdragen tot verbetering van den toestand. Terneuzen, 26 Oct. '88. Een Neuzenaar. Gedrukt bij D. G. Kröber Jr., te Middelburg.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1888 | | pagina 6