BUITENLAND. Briefwisseling, Ingezonden stukken. Handelsberichten, Algemeen Overzicht. De Duitschers en Czechen in Bohemen. Het klokgelui op Woensdag. Een repliek. Graanmarkten, enz. hier gewoonte is den voorsteller in de gelegen heid te stellen zijn motieven te ontwikkelen. Later verklaart ook nog een derde lid zijn steun te geven. De heer Den Bouwmeester brengt vervolgens ter sprake de aanbesteding der steenkolen. De gascommissie hier schijnt geen publieke aanbe steding te wenschen jaren lang leverde dezelfde firma en betaalde de fabriek tamelijk hooge prijzen. Dit jaar heeft eene onderhandsche aan besteding plaats gehaddoch ook daarmede is de spreker niet tevreden. Langs den thans ge volgden weg heeft men zeer weinig contröle. Een particulier, die zijn eigen zaken doet, mag dien wpg volgen maar eene gemeente is volgens spreker verplicht publieke aanbesteding te hou den. Ook de buizen, nooodig voor de vernieuwing der buizenleiding, zijn niet publiek besteed en spreker vraagt of het niet wenschelijk is dat de raad zich over de wijze van aanbesteding uit- spreke. De heer J. A. van Hoek deelt de meening niet van den heer Schorer dat de gasfabriek een zuiver privaatrechtelijk eigendom is van de gemeente. Hij acht dan ook de inrichting der administratie, zooals die thans geschiedt, mogelijk en verdedig baar. De heer Erroerins herinnert eraan dat ten vorigen jare de thans gevolgde wijze van het verrekenen der kosten voor straatverlichting is aangenomen en acht het niet noodig daar nu weder verandering te brengen. De heer Tak, die vroeger reeds gepleit heeft voor publieke aanbesteding van alle gemeente- leveranciën, zal daarover na de duidelijke inlich tingen van den heer Den Bouwmeester nu niet spreken. Hij ondersteunt echter ten volle hetgeen door dat lid is gezegd. De heer W. J. Sprenger wijst er nog op dat de meeste gasfabrieken in Nederland onderhands de kolen besteden en acht op reeds vroeger door hem in den raad ontwikkelde gronden publieke aanbesteding gevaarlijk. De heer E. P. Schorer verdedigt nog nader zijne meening en geeft de verzekering dat, wan neer nu ten opzichte daarvan hetzelfde besluit wordt genomen als ten vorigen jare, hij met zijn meening niet meer bij den raad zal aan kloppen. De heer J. A. van Hoek acht het bedenkelijk dat de gascommissie zich, wat betreft publieke aanbesteding, zoude laten leiden door de meening van een paar leden van den raad en geeft in overweging omtrent deze kwestie een raadsbesluit uit te lokken. De heer Van der Harst verdedigt ook nog het thans gevolgde systeem van aanbesteding. De kolen voldoen en geven gas in voldoende hoeveelheid. De heer Den Bouwmeester zegt niet te begrijpen, waar het gevaar schuilt dat de heer Sprenger vreest. L. i. kan men bij zoodanige aanbesteding alle eischen stellen, die bedrog voorkomen. Spreker heeft voor zich een lijst van 16 gasfa brieken in verschillende gemeenten, die publiek aanbesteden en tot belangrijk lager prijs mogelijk dezelfde kolen ontvangen. De voorzitter stelt alsnu aan de orde het voorstel van den heer De Ligny tot verlaging van den gasprijs tot 8 cent de M3. De heer Tak zegt dat, wanneer de begrooting voor de fabriek niet vergezeld was van eene voor de toekomst vrees aanjagende memorie van toe lichting, zeker voor het voorstel van den heer De Ligny veel was te zeggen. Nu echter nu voor het vervolg groote uitgaven te wachten zullen zijn en ofschoon de sommen niet geraamd zijn het vast staat dat het een groot bedrag zal wezen, dient men voorzichtig te wezen. Waar de noodige uitgaven niet bekend zijn is de raad niet in staat een juist oordeel te vellen en eerst als de gascom - missie hare plannen tot uitbreiding der fabriek heeft ingediend acht deze spreker behandeling van het voorstel des heeren De Ligny mogelijk. Hij stelt dan ook voor de behandeling ervan tot zoolang uit te stellen. De heer De Ligny acht den gasprijs zoo hoog dat hij geen bezwaar zou hebben zijn voorstel te handhaven maar verklaart nu hij de overtui ging heeft dat het geen kans van slagen heeft het gedane voorstel terug te nemen om het later opnieuw aan de leden van den raad voor te leggen. De heer W. J. Sprenger is tegen het denkbeeld om de beslissing aan te houden, op grond dat een deel der te wachten vernieuwingen en wel de grootste nog niet noodzakelijk zijn en alleen noodig worden, indien de vermeerdering der pro ductie van gas toeneemt in dezelfde mate als thans het geval is. De heer De Ligny deelt de meening van den heer Sprenger niet. Z. i. moeten de voorgestelde vernieuwingen in elk geval geschieden. Het voorstel De Ligny wordt alsnu beschouwd als vervallen. De voorzitter stelt in verband met het late uur voor, thans de beraadslaging over de be grooting der gasfabriek uit te stellen tot eene heden over 8 dagen te houden vergadering, waarin dan ook de gemeente-begrooting in bé handeling zal komen. Alzoo wordt besloten. De brief, door het bestuurjover de brandweer, dd. 24 Januari 1888 aan burg. en wetb. gericht, waarop de heer Tak in de raadszitting van gisteren doelde, luidt als volgt: »In antwoord op uwe missive van den 13 dezer no. 8, waarbij onze meening werd gevraagd omtrent het verzoek der Vereeniging voor "het houden van toezicht op het redden van goederen ingeval van brand, om bij uitslaanden brand in de gemeente de brandklok te doen luiden, hebben wij de eer u te berichten dat ons de inwilliging van het ver zoek ongeraden voorkomt. Bij een eenigszins belangrijken brand is dit, ook zonder het luiden der klok, spoedig in de gemeente bekend, zoodat de leden van bovenge noemde vereeniging o. i. tijdig genoeg naar het terrein van den brand zich kunnen begeven het is dan ook, zoolang de vereeniging bestaat, niet voorgekomen, dat haar niet tijdig optreden eenig ongerief heeft veroorzaakt. Eene vraag van meer belang is of ten behoeve van de ambtenaren en bedienden aan de brand spuiten eenig middel te vinden is om den brand aan hen bekend te makenhet luiden der klok komt ons echter ook hiervoor niet gewenscht voor.'' De bekende schrijver in den Temps van brieven demonstratie van de zijde van het volk tegen Protitch plaats. De reeds zoo kritieke binnen- landsche politieke toestand van Servië is zonder twijfel door den jongsten plotselingen coup van koning Milan niet verbeterd. kabinetswijzigingen alles wat men omtrent het optreden der Czechische partij verneemt, moeten, dunkt ons, bij den schrijver zelf wantrou wen aan de uitkomst zijner goede verwachtin gen doen rijzen. over buitenlandsche politiek wijdt zijn jongste schrijven aan het feit, dat de laatste weken alle overige gebeurtenissen in de Europeesche staat kunde op den achtergrond heeft gedrongenhet bezoek van keizer Wilhelm aan Weenen en Rome. Als van zelf geeft hem dit aanleiding te spreken over de betrekkingen tusschen Italië en Frankrijk. »De moralist en geschiedschrijver zoo beweert hij hebben niet genoeg rekening gehouden met de plaats, welke de nationale ij delheid in het leven der volken inneemt. Is niet het gevoel van voldoening, dat ons in eigen oog verheft, wanneer wij ons vaderland beroemd en benijd zien, de kracht, die de Duitsche eenheid deed zegevieren over particularistische neigingen en belangen Bij gebreke van de herinnering aan eigen roem, gevoelden de Italianen zich vereerd door het bondgenootschap met een groote mo gendheid en zagen deze alliantie bezegeld door het bezoek van den machtigsten souverein van Europa. Waarom zou men zich nu ver wonderen, dat hun eigenliefde levendig hier door gevleid is Terwijl zich in deze vreugde bovendien een gevoel van heimelijke voldoening mengde. In hun oog hadden zij een overwinning behaald op hun naburen, voorheen hun bondge- nooten, ja zelfs hun weldoeners, heden als hun vijanden uitgekreten zonder dat wij hun eenig ander nadeel toegevoegd hebben dan dat wij ons niet door hen uit Tunis hebben laten verdringen. »Het zou gevaarlijk voor ons zijn niet te wil len begrijpen wat Italië zoo hoogen prijs op het bondgenootschap met Duitschland doet stellen, maar het zou verkeerd zijn om er zich over te verontrusten. Er bestaat geen twijfel aanof Berlijn zoekt in plaats van den onstuimigen Crispi op te hitsen hem tegen te houden, en zoolang Crispi niet te Berlijn verlof ontvangt om den vrede te verstoren, zal hij zich er mede moeten vergenoegen zich als vijand van Frankrijk voor te doen. Ik voeg hieraan toe, dat wij slechts in de kaart van dezen staatsman zouden spelen, indien wij op zijn uittartingen met iets anders dan met onverschilligheid antwoordden. De wijsheid schrijft voor het in het leven roepen van kwesties te vermijden en kalm Italië laten gebogen gaan onder het gewicht zijner handelspolitiek en mi litaire en maritieme uitgaven, de prijs zijner alliantiën." Wat de beteekenis van keizer Wilhelms reis voor den algemeenen politieken toestand betreft, zoo is de schrijver in den Temps van oordeel, dat deze is gelijk zij was bij den dood van diens vader. De vrees voor een oorlog, welke hij nooit gedeeld heeft, is nu zelf verdwenen, zoodat het volgens hem slechts uit gewoonte is, wanneer men nog voortgaat hoofdschuddend over den buitenland- schen politieken toestand te spreken. Een verrassende tijding wordt uit Servië gemeld. Koning Milan zal nu al zijn aandacht wijden aan de echtscheiding-kwestie en zijn wil zien door te drijven. Zoo heette het in een bericht over 's konings terugkomst te Belgrado. Spoe diger dan men verwachtte is de koninklijke wensch vervuld. De echtscheiding is tot stand gekomen. Wat het merkwaardigste daarbij is: ze werd niet door de synode of het consistorie ook niet dooi de Sobranja maar door den metropolitaan per soonlijk uitgesproken. In het te Belgrado ver schijnende officieele blad wordt een schrijven van den koning aan den metropolitaan Theodosius openbaar gemaakt, waarin uiteengezet wordt dat de door den koning ingestelde pogingen om tot eene vreedzame oplossing der huwelijks-geschillen te geraken, vruchteloos zijn geweestvoorts wordt de aandacht gevestigd op de onvoorwaarde lijke wijze waarop de koningin alle voorstellen tot verzoening van de hand gewezen heeft, op de weigering der synode en de tegen de wetten indruischende houding van het consistorie, en ten slotte op de koninklijke privilegiën een beroep gedaan. Omdat uit eene particuliere aange legenheid van het koninklijke huis eene, den staat en de nationale dynastie bedreigende voort durend vloeiende, bron van moeilijkheden werd gemaakt, verzoekt de koning den metropolitaan, lettende op het belang van den staat, uit zijne, hem als opperherder der onafhankelijke Servische kerk toekomende, machtsvolkomenheid den huwe lijksband te verbreken. Daarop volgt dan de uitspraak van den metropolitaan, het den 5en October 1875 in de kathedraal te Belgrado naar Griekschen ritus gesloten huwelijk van koning Milan met Nathalie, geboren Kecbko, ontbonden verklarende. Als redenen voor die uitspraak worden aangevoerd De verklaring des konings dat onder de bestaande omstandigheden het voort duren van den echt onmogelijk is en dat alle pogingen om eene verzoening te bewerken mis lukt zijn, alsmede de machtsvolkomenheid, over eenkomstig de uitspraak van Christus: »Wat gij op aarde verbindt, blijft ook in den hemel vereenigdwat gij op aarde ontbindt, wordt ook in den hemel ontbonden," verleend aan de apos telen en hunne opvolgers, dus ook aan den op perherder der zelfstandige Servische kerk. Daar- bjj wordt nog gevoegd, dat rekening moest worden gehouden met de onschendbaarheid en onverant woordelijkheid van den gezalfden monarch, en met de belangen van staat, dynastie en kerk De verklaring is gedateerd 12 October ouden stijl* Begrijpelijkerwijze heerscht buiten Servië ver rassing over deze onverwachte oplossing, binnen het rijk groote opwinding. Tegelijkertijd is thans de reeds zoo lang aangekondigde en wedersproken ministerieele crisis uitgebroken .Generaal Protitch, de tegenwoordige minister van oorlog, wordt als nieuw minister-president genoemd. Genoemde generaal speelde in de echtscheidings-geschiedenis een gewichtige rol. Hij werd door den koning naar Wiesbaden gezonden om koningin Nathalie te bewegen in de scheiding te willigen. Bij zjjn terugkomst te Belgrado vond een vijandelijke Het bericht omtrent het bevel, door kei zer Frans Jozef aan zijn maarschalk gegeven om in het archief alle documenten op te zoeken, welke betrekking hebben op de laatste koningskroning in Praag, was na de jongste wijziging in het kabinet-Taaffe voldoende om in ernst de gedachte te wekken, dat Oostenrijks keizer er niet langer afkeerig van is de wenschen der Czechen te ver vullen en zich met de kroon van Wenzeslaus te tooien. Welke gevolgen zou deze daad voor de Oostenrijksche monarchie hebben Een artikeldie Slavisirung Böhmens in de Köln. Ztg geeft op deze vraag een antwoord. Hoewel het Keulsehe blad ook in deze kwestie geen onpartijdig beoordeelaar is. is de conclusie van een Duitsch orgaan, dat een der vurigste verdedigers van de Duitsch-Oostenrijksche alliantie is, belang rijk genoeg om deze onzen lezers mede te deelen. Met cijfers toont de schrijver van het artikel aan, hoe in Bohemen het Czechische element, dat nog ten tijde van Metternich une quantiténégligeable een onbekende nationaliteit was, in de laatste jaren de Duitschers bijna geheel verdrongen heeft. Adel, geestelijkheid, beambtenstand zijn »vercze- chiseerd," alleen de industrieele en handelswereld en voor het grootste deel de zeer talrijke Joden in Bohemen, blijven de Duitsche taal en den Duit- schen stam getrouw. Terwijl de oudere Boheemsche aristocraten ter nauwernood een paar woorden Czechisch konden radbraken, is dit tegenwoordig de spreektaal bij de adellijke families. In stede als voorheen de keizerstad aan den Donau kiest de adel heden het grijze Praag tot zijn winter-residentie. Naast de oude aristocratie neemt de geestelijkheid een zeer vijandige houding tegenover het Deutschtum aan. In die mate dat de Boheemsche priester, wiens invloed daar als elders op de groote massa aanzienlijk is, een politiek agitator is geworden. De derde stand, die der beambten, houdt met adel en geestelijkheid gelijken tred en is eveneens goed Czechisch. Rekening houdend met deze omstandigheden acht de Köln. Ztg het een won der, dat Bohemen niet reeds geheel Slavisch is geworden, wat zij toeschrijft aan de halsstarigheid der bewoners van de noordwestelijke districten, die sterker weerstand bieden dan de meer mee gaande Oostenrijkers. Daar bovendien het antise mitisme in Bohemen nog geen wortel heeft gescho ten, zijn nog de talrijke joodsche fabrikanten en kooplieden met de Duitschers vereenigd. Niettemin behaalden de Czechen gedurende de laatste tien jaar een onverwacht succes. Het bestuur der districten, de leiding der gemeenten is bijna geheel in handen der Czechen. Een nieuwe kiesregeling ten opzichte van het groot grondbezit verschafte der Czeski-club een vermeer dering van 23 stemmen de hervorming van de kamers van koophandel te Praag, Budweis en Pilsen bezorgde hun vier nieuwe mandaten. Kort op elkander volgde de oprichting van een Cze chische universiteit, van drie Czechische staats- industriescholen, van verschillende gymnasiën en inrichtingen van lager onderwijs. Onlangs heeft nog bovendien de afgetreden minister Yon Prazak door het invoeren van het Czechisch als dienst- taal bij de Oberlandsgerichten Praag en Brunn een kring van Czechische rechters in het leven ge roepen. Overal dringen de Czechen zich op den voorgrond. Er blijft den Duitschers niets anders over dan krachtig vast te houden, wat zij nog bezitten. Maar tegenover het streven der Duitschers om naar gelang van de Duitsche of Czechische distric ten het bestuur van Bohemen tusschen beide nationaliteiten te verdeelen, stellen de Czechen als laatsten oischeen eenig zelfstandig koninkrijk Bohemen. De Oostenrijksche regeering, welke twijfelt aan de on verbreekbare trouw harerDuitsche onderdanen, neigt meer naar den kant der Czechen. Een bondgenootschap met het machtige Duitsche rijk als bolwerk tegen buitenlandsche vijanden is der Oostenrijksche monarchie welkom, maar zij vreest tegelijkertijd voor zich zelf de stamverwante nei gingen van een deel harer eigen onderdanen met de burgers van den naburigen staat. Een Slavisch Bohemen tusschen het Duitsche rijk en haar zuiver Duitsche erflanden zou elke vereeniging onmogelijk maken. Bovendien hoopt zij steeds vaster de Czechen aan het keizerrijk te verbinden, wanneer zij hun wenschen inwilligt. Ondanks dit alles hoopt de schrijver van het artikel, ofschoon hij alle hoop op een weder - Germaniseering van Bohemen heeft laten varen, dat de «Oostenrijksche regeering, teneinde het kwaad zoo langzaam mogelijk voort te doen woe keren of het geheel op te houden, in gelijke mate licht en schaduw zal verdeelen en paal en perk stellen aan het drijven der Panslavistisch-Jong- Czechische agitatoren. De meerderheid der beide nationaliteiten in Boheme is nog altijd dynastiek de materieele belangen van beide volksstammen, gelijk intelligent en arbeidzaam, zijn dezelfde en verwijzen hen naar Oostenrijkde Czechische be schaving heeft met Moskou niets te doen, zij is van Westerschen oorsprong. Uit al deze gronden vleit zich de schrijver met de hoop, dat Bohemen trots Taaffe, geestelijkheid, jong- en oud-Czechen blijven zal wat het iseen provincie van het keizerrijk Oostenrjjk, en dat de tegenwoordige strooming niet voortduurt, die tot een Slavisch koninkrijk van den heiligen Wenzeslaus en dien tengevolge tot het federalisme en het Finis Austriae leiden moet. De jongste overwinning der Czechen bij de Mijnheer de Redacteur Met verlangen zag ik gisteren avond naar uwe courant uit; in de eerste plaats omdat ik belangstelde in hetgeen onze vroede mannen, in raadsvergadering bijeen, hadden besproken, en in de tweede plaats omdat ik nieuwsgierig was, wat het klokgelui gisteren middag tebeteekenen had. Wat het eerste betreft ben ik volkomen tevre den, wat het tweede aangaat zeer teleurge steld. En ik zal niet de eenige zijn, want bijna iedereen, die het luiden der klok hoorde en de opschudding op de straten zag, had gaarne op heldering ontvangen, wat er mede bedoeld werd. Mogelijk wordt reeds heden avond mijne nieuws gierigheid voldaan, zoo niet dan draagt misschien dit stukje ertoe bij, dat licht kome in deze duis ternis. Dank voor de opname W. Wij zijn iets wijzer dan de schrjjver. Wij hoorden nl. maar zekerheid hebben wij hier omtrent nog niet dat het hierbij een proef gold, in hoever de gewone klok op oogenblikken van brand zou kunnen voldoen om alarm te maken, en hoe lang éen man het in beweging brengen van die klok kan volhouden. Naar men ons tevens zeide bleek dat dit laatste slechts gedurende vijf minuten kan geschieden. (Red.) Mijnheer de redacteur. Daar in het ingezonden stuk in uw nommer van gisteren, geteekend Een werkman, de Middel- burgsche broodfabriek, zij het dan ook op zeer verdachte wijze, betrokken wordt in de kwestie van een coöperatieve broodbakkerij, vermeenen wij een antwoord daarop niet in de pen te mogen houden. Indien de inzender werkelijk meent dat hier ter stede aan eene onderlinge bakkerij behoefte bestaat, dan zijn wij zoo vrij met hem in meening te verschillen. Onze ervaring toch heeft daarvoor ons nog geen enkel motief aan de hand gedaan, want, ofschoon het prijsverschil van twee cent per kilo van het brood der fabriek met dat der bakkers toch niet zoo onbelangrijk is en van de zijde van den werkman vooral den noodigen steun zou doen verwachten, kunnen wij de verzekering geven dat de steun aan de fabriek in hoofdzaak verleend wordt door het meer gegoede burgerpubliek, dat wij daarvoor dan ook gaarne erkentelijk zijn. In gevallen, waarin wij in de gelegenheid wa ren daarop bij den werkman te wijzen, werd ons geantwoord»de fabriek levert niet op crediet en wij zijn dus verplicht van de bakkers brood te nemen." Indien dit de werkelijke reden is, dan toch kan eene eigene bakkerij geen reden van bestaan heb ben, want de grootste kracht der coöperatie ligt juist in de contante betaling. Zoo evenwel het voorstel van een werkman ge hoor mocht vinden en eene vergadering van be langstellenden daaruit moge volgen, zijn wij gaarne bereid te onderhandelen over de levering, zoowel te Ylissingen als hier ter stede, van een zekere hoeveelheid brood tot den laagst mogelijken prijs, teneinde van onze zijde te bewijzen dat wij de belangen van den werkman zooveel mogelijk willen helpen bevorderen en daardoor de fabriek aan de oorspronkelijke bedoeling harer oprichting doen beantwoorden. Onder dankzegging voor de afgestane ruimte in uw blad. Hoogachtend, Middelburg, Middelburgsche broodfabriek, 25 Oct. 88. Jeilonimus Co. Aan de heeren Yan der Mieden van Opmeer te Middelburg en J. Kooiman te Goes. Morgen hopen wij aan uw verlangen te voldoen. Heden was er geen plaats. Middelburg, 25 October. Van jarige en nieuwe tarwe was de aanvoer redelijk, van witte boonen ruim en van de overige peulvruchten minder. De veldarbeid verhindert het dorschen. Jarige Wal- chersche tarwe werd gekocht tot 30 ct. hooger. De blankste nieuwe dito voor zaaiïng prijshoudend; geringe, bruinkleurige onbegeerdzaairogge en baksoort 10 ct. lager winter- en zomergerst goed prijshoudend; Walchersche witte boonen,meestal niet droog, f 1,- - lagerdito bruine boonen 25 a 50 cent lagerplatte- of tuinboonen prijshou dend groene kookerwten goed gevraagd en 25 ct. hooger; winter koolzaad niet aangeboden; puik droog zomerzaad eender in prijsjarige Walchersche tarwe ƒ8,70 a ƒ8,80; nieuwe zaai dito ƒ7,50; gewone soort ƒ6,90 a ƒ7 zaairogge ƒ6baksoort ƒ5,80 a 5,90wintergerst ƒ5,80 a ƒ5,90; zomergerst ƒ4,90 a ƒ5; witte boonen de hardste ƒ13 a ƒ13,25 betaald, zachtere soort naar ratobruine boonen 15,25 a 15,50 groene kookerwten ƒ10 a ƒ10,25; platte- of tuinboonen 5,25 a 5,50; puik droog zomerzaad ƒ11,50 gehouden, mindere soort 11 raapolie 30 patento'ie 32 per vat op 6/w., contant ƒ1 korting. Boter 0.85 a 0.95 per kilo. Eieren 5.— per 100 stuks.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1888 | | pagina 3