N'. 254. 131e Jaargang. 1888. i Vrijdag 26 October. Middelburg 25 October. Kerknieuws. Verspreide berichten. Dit blad verschijnt d a g e 1 ij k s, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per 3/m. franco 2. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent. Advertentiën: 20 Cent per regel. Geboorte-, Trouw-, Doodberichten, enz.: van 1-7 regels/l.50; iedere regel meer ƒ0.20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. MIDDELRURGSCHE COURANT. Agenten te Vlissingen: P. G-. de Vit Mestdagh Zoon, te Goes: A. A. W. Boeland, te Kruiningen: F. van der Peijl, te Zierikzee: A. C. de Mooij en te Tholen: W. A. van Nieu wenhuijzen. Verder worden door alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aangenomen- en nemen ook het algemeen advertentiebureau van Nijgh van Ditmar te Rotterdam, en de firma B. van de» Kamp te Groningen, voor de Noordelijke provinciën, annonces aan. Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube Cie., John F. Jones, opvolger; voor België A. Grosjean Co. te Brussel. De Wageninger adviseert bij de verkiezing te Lochem tot onthouding, ook al moet daardoor de liberaal het winnen. Wie er komt, is haar lood om oud ijzer. De anti-revolutionnaire candi- daat toch, al heet hij tot de droite te behooren, wat hem eenvoudig in een scheeve positie brengt, heeft zijn volle instemming met het «program" betuigd en is daarom voor de Wageninger even onaannemelijk als de liberaal. Al wordt dooi de verkiezing van den liberaal de positie van 't ministerie verzwakt, dit is voor het blad geen bezwaar. Haar ingenomenheid met het ministerie betreft volstrektelijk niet het door 't ministerie ingenomen standpunt want dit acht ze zwak en bedenkelijk maar sommige daden van enkele zijner leden. In de eigenlijke politiek heeft het kabinet nog nagenoeg niets gepresteerd. En over wat het van plan is te doen, schort ze alsnog haar oordeel op. Maar ze ban ter wille van 't kabinet niet besluiten de verkiezing van een man der droite ook maar eenigszins in de hand te werken, al ziet ze Mackay c. s. liever aan 't roer van staat dan anderen uit de liberale partij. Behooren de leden der droite zich los te maken van die der gauched. i. in de gegeven omstandigheden van Kuyper c. s., de ministers moeten dit evenzeer doen. Ook het onnatuurlijk verbond met de partij-Schaepman moet worden prijs gegeven. En zegt men«Maar dan valt de buit weder den liberalen in handen en is al de winst voor goed verloren", dan antwoordt de Wageninger lo die winst is van zeer verdacht allooi2o is op den duur toch niet te behouden 3o zal in elk geval slechts geringe vruchten afwerpen en 4o en hierop vooral drukt ze ze gelooft niet dat de liberalen ooit weer in 't bezit hunner vorige macht zullen komeneen liberaal ministerie zou van korten duur zijn. De toekomst is aan de Nationale of met welken anderen naam men de bedoelde richting of vereeniging van burgers wil aanduiden. Het mislukken toch van hare orga nisatie in 't begin dezes jaars, uit verschillende omstandigheden gemakkelijk te verklaren, bewijst niets tegen de mate harer politieke kracht. Be driegt der red. niet alles, dan behoort haar in de eerste tijden de toekomst." Hoop doet leven; zeggen wij. De schrijver der «Haagsche brieven" in de Zaan- landsche Ct. vestigt de aandacht op de kwestie van Borneo, die, naar zijn oordeel, een veel ernstiger karakter begint aan te nemen. Sedert geruimen tijd is er sprake van een Engelsch protectoraat over de bezittingen van de British North Borneo Comp., die door verdragen met de Sultans van Broenei en eenige andere staten belangrijk zonden worden uitgebreid en tot aan de grenzen van het Nederlandsche gedeelte van Borneo zouden reiken. Dat zulk een protecto raat in flagranten strijd is met de grondgedachte van het tractaat van 1824, hetwelk bovenal ten doel had gemeenschappelijk bezit in Indië tus- schen Engeland en Nederland uit te sluiten, dit acht de briefschrijver werkelijk in ernst niet voor tegenspraak vatbaar. En toch het schijnt dat men zich daarover zelfs niet met onze regeering verstaan heeft. Blijkens het verslag is het niet eenmaal aan de vertegenwoordiging bekend, of het protectaat reeds aanvaard is. «En juist daarom", zegt de briefschrijver verder, «komt het mij plichtmatig voor, dat de Neder landsche regeering zich in dezen niet onbetuigd late. We zijn een klein land, maar als koloni ale mogendheid hebben we althans nog het recht om mee te spreken, vooral wanneer onze eigene belangen op het spel staan. Indien we ons alles laten welgevallen, wat men tegenover ons onder neemt, zullen we weldra al onze tractaten als non-valeurs kunnen verscheuren. De zaak is van te groot belang om stillekens af te wachten wat het gouvernement van Her Gracious Majesty zal gelieven te doen. Een Engelsch protectoraat over een deel van Borneo zou weieens het begin kunnen worden van eene annexatie op groote schaal. «De vraag, die dan ook in de afdeelingen der Kamer is gedaan om met het oog op het Britsche protectoraat de grensregeling op Borneo te be spoedigen, heeft mij met wrevel vervuld. Want daardoor wordt eenvoudig als fait accompli aan vaard, wat men in strijd met het tractaat van Ï824 of minstens een twijfelachtig recht van Groot-Brittannië acht. Is dat een fiere houding? Neen, de Bornëo-quaestie moet door het Kabinet, waarin de heer Keuchenius een man van zoo grooten invloed is, grondig worden ter harte ge nomen. Niet de grensregeling, maar de quaestie van de positie die Engeland volgens de aangegane overeenkomst behoort in te nemen moet onder de oogen worden gezien. En dit te meer omdat, als ik mij de geschiedenis wèl herinner, enkele van de staatjes, die zich nu als vazallen aan de koningin van Engeland, keizerin van Indië, op dringen, door vroegere verdragen aan ons onder worpen zijn. Ook ons gezag tegenover de zelf standige staten in Indië staat dus bij de zaak op het spel. «Zal nu de heer Hartsen de man zijn, die deze inderdaad moeielijke quaestie naar eisch behan delen en tot eene bevredigende oplossing brengen zal De afdeelingen der kamer schenen er geene groote verwachtingen van te hebbendoch ik voor mij wil niet op de toekomst vooruitloopen. Staatslieden vallen soms mee ik wil dit in 's lands belang ook van den minister van buitenlandsche zaken hopen." Uit Buitenzorg wordt aan het Bat. Nieuwsblad een schrijven gericht, waarin gewezen wordt op het feit dat den heer Heyning, directeur van het land Pondok Gedeh, die met zijne familie naar het vaderland terugkeerde om herstel te vinden voor zijn zwaar geschokt zenuwgestel, bij zijn ver trek uitgeleide werd gedaan door ongeveer dertig inlandsche hoofden, waaronder ook de Panghoeloe, allen behoorende tot het land Pondok Gedeh. Aan het station waren ook alle hoofden op het perron, alsook de waarnemende directeur, de ad ministrateur van de suikerfabriek Srogol en een geëmployeerde van het land. Ieder was onder den indruk van het vertrek van een zeer geacht en bemind chef. De hoofden waren gedrukt, want zij gevoelden dat hun een groot verlies had getroffen. Uit deze demonstratie, die geheel uit eigen beweging plaats had, bleek, dat de bevolking, overtuigd van een rechtvaardig beheer, zich aan hare bestu«rders hecht. Het Dagblad voegt bij dit bericht de opmerking toe, hoe het merkwaardige der hartelijke bejege ning van den heer Heyning van de zijde der inlandsche bevolking nog wordt verhoogd dooi de omstandigheid, dat Pondok Gedeh naast Tjiomas gelegen is. Pondok Gedeh eene bezitting van de erven van graaf Yan den Bosch telt 30,000 opgezeten inlanders. Uit Yerseke schrijft men ons Het bericht in enkele bladen dat de tramlijnen YersekeVlake en WemeldingeHansweert ver zekerd waren en op 1 Dec. en 1 Jan. a. s. reeds in exploitatie zouden komen, trof hier velen als een donderslag bij een helderen hemel, behalve dat het hun niet deed schrikken. Verbeeld u, op 1 Dec. zou de tram rijden en iedereen waande de tramplannen reeds lang dood en begraven. 1 Dec. is niet meer zoo ver af en ik ging dus eens kijken of ik ergens een begin van uitvoering of aanvoer van materialen ontdekte. Men maakt, meende ik, in 5 weken maar geen tramweg van enkele kilometers. Maar ik vond niets. Toen wendde ik mij tot het hoofd der gemeente, maar die had noch officieus noch officieel iets vernomen, en hij verklaarde van het heele bericht niets te gelooven. Ik meen daarom belangstellenden en vooral lieden die zich vleien daardoor werk te kunnen krijgen, te moeten waarschuwen het be richt niet onvoorwaardelijk als waarheid aan te nemen. We zijn hier wel wat wantrouwend geworden omtrent tramplannen. Voor een paar jaar waren we: al veel verder, toen was de weg al uitgestoken en toch ging hij de doos in. 't Is te vreezen, dat het ditmaal niet anders zal zijn. Naar men ons meldt is door ged. staten van Zeeland aan den heer J. G. Gerritsen, burgemeester van Breskens c. s., concessie verleend tot het maken van een stoomtramweg langs den provin. cialen steenweg van Sluis naar de Belgische grens in aansluiting met een eerlang aan te leggen stoomtramlijn van Brugge over West-Cappelle naar hetzelfde punt dier grens. De eerste luitenant W. F. Hartman, van het 4e bataljon, 3e regiment Infanterie, [sedert 1 Augustus jl. gedetacheerd te Terneuzen, keert op 1 November a. met zijn onderhebbend detachement in zijn garnizoen Vlissingen terug. Onder voorzitterschap van den heer A. A. Mes Gz. werd gisterenavond in de beneden voor zaal van de sociëteit De Vergenoeging op de Groote markt alhier eene algemeene vergadering gehouden van de leden der afdeeling Middelburg der Vereeniging ter bevordering van fabriek- en handwerksnijverheid in Nederland. Behalve het betuur waren een twintigtal leden ter vergadering tegenwoordig, terwijl ook twee der werklieden, wien eereteekenen zijn toegekend, aanwezig waren. Onder de ingekomen stukken, waarvan den leden mededeeling werd gedaan, behoorde een schrijven van het hoofdbestuur, waarbij dit kennis geeft dat in de laatste algemeene vergadering besloten is dat het hoofdbestuur omtrent de meest ge- wenschte veranderingen in de tegenwoordige wijze van het protesteeren van wissels een ad vies zoude uitbrengen, daarin voorgelicht door eene commissie van deskundigen. Daar dit besluit genomen is naar aanleiding van de bespreking van het punt van beschrijving, door de afdeeling Middelburg in behandeling gebracht, noodigt het hoofdbestuur de afdeeling uit een deskundige aan te wijzen, die deel zou kunnen uitmaken van de bedoelde commissie. Wijl de heer C. A. Kouion in deze afdeeling bedoelde kwestie heeft ter sprake gebracht noo- digdede voorzitter, namens het bestuur, dit lid uit de afdeeling Middelburg in de bovengenoemde commissie te vertegenwoordigen. De heer Kou- Ion verklaarde zich hiertoe bereid. Vervolgens werd door den heer J. H. Will, afgevaardigde ter algemeene vergadering, een interessant en uitvoerig verslag uitgebracht om trent het den 6 en 7 Augustus in de residentie behandelde. Den afgevaardigde werd dank gebracht voor zijne bemoeiingen in deze. De rekening en verantwoording van den pen ningmeester over het afgeloopen dienstjaar werd daarna gedaan. De ontvangsten, aanvangende met een goed slot van vorige rekening ad 6.104, bedroegen met de contributiën van 134 leden 276.10 4 en de uitgaven gelijk bedrag met een batig saldo van 11.14§. De rekening werd goedgekeurd, onder dankbetuiging aan den penningmeester. Alsnu was aan de orde de uitreiking van de toegekende eereteekenen. Deze bestonden in eene zilveren medaille aan P. J. F. Kouion, die ge durende 50 jaren bij de firma wed. Doesburg Zn. als meubelmaker in dienst was, en aan C. W. Dhuy, die gedurende gelijk tijdvak de boekdruk kers firma U. F. Auer Zoon zijne trouwe dien sten wijdde, terwijl aan F. J. de la Coer, die gedurende 28 jaren bij de firma Gebr. Peek als koperslager werkzaam was, een getuigschrift werd geschonken. De voorzitter noemde deze taak zeker wel de meest aangename van den avond. In deze dagen, waarin vele onaangename verhoudingen tusschen patroons en werklieden zich voordoen, achtte spreker het een gelukkig verschijnsel een drietal Middelburgsche werklieden een dergelijk eereblijk te kunnen uitreiken. In de eerste plaats reikte de voorzitter het eereblijk uit van P. J. F. Kouion, dat wegens ongesteldheid van den begiftigde door diens patroon werd in ontvangst genomen. Zoowel dien patroon als den anderen patroons en den be kroonden werklieden wenschte de heer Mes in gepaste bewoordingen geluk. De bekroonde De la Coer dankte het bestuur voor het hem toegekende eereblijk en sprak de hoop uit dat eerlang ook een pensioenfonds tot nut van den werkman zal mogen tot stand komen. De heeren F. C. Doesburg, U. F. Auer jr en E. H. J. Peek betuigden eveneens hunne instem ming met de hun werklieden toegekende onder scheiding en spraken met hoogen lof van de oude getrouwen. De heer C. A. Kouion dankte èn het bestuur èn den heer Doesburg voor de eer, aan zijn vader bewezen. Eindelijk werd overgegaan tot de verkiezing van twee bestuursleden. In de eerste plaats ter voorziening in de vacature, ontstaan door het door den heer J. A. Frederiks gevraagd en door het bestuur eervol verleende ontslag, waarvoor werden aanbevolen de heeren D. G. Kröber Jr en A. van der Weele, en inde tweede plaats ter voorziening in de vacature ontstaan door de aftreding van den heer K. Baart. De heer Baart, gedurende 15 jaren secretaris der afdeeling, had pertinent verklaard voor geene benoeming in aanmerking te willen komen, wijl hij meent dat zijn ouderdom hein recht geeft op rust. Hartelijken dank bracht de voorzitter den heer Baart voor al hetgeen hij in het belang der af deeling verrichtte, hartelijken dank bracht hij hem namens zichzelven, namens het bestuur, en spreker meende in den geest der vergadering te spreken, ook namens de leden. Dat dit juist was gedacht bleek uit het applaus dat op de mededeeling van den voorzitter volgde. De heer Baart sprak, naar aanleiding van het geen de voorzitter zeide, ook nog een enkel woord. Hij verzekerde van oordeel te zijn dat zijn tijd van gaan gekomen was, dankte voor de waardeerende woorden hem gewijd, doch verklaarde in verband met een door een lid uitgesproken gedachte om hem te herkiezen, dat het gevraagd ontslag hem ernst wat en hij voor geene herbenoeming in aanmerking wenschte te komen. Daarna werden in zijne plaats aanbevolen de heeren P. D. Koning en Ph. Boudewijnse. Gekozen werden de heer D. G. Kröber jr. met 16 stemmen tegen 3 op den heer A. van der Weele en de heer P. D. Koning met 11 stemmen, tegen 6 op den heer Baart en 2 op den heer Boudewijnse. De heer Kröber verklaarde zich bereid de benoeming aan t« nemen, terwijl den heer Koning van zijne benoeming zal worden kennis gegeven. Ten slotte wekte de voorzitter de industrieele leden van de vereeniging op tot deelneming aan de Zeeuwsche tentoonstelling, öf, zoo zij zelve daaraan niet kunnen mededoen, anderen te be wegen de eer van onze goede stad Middelburg daarbij op te houden. De St. Ct van heden bevat de statuten der vereeniging De Kerkelijke kas, te St Annaland, erkend volgens de wet van 22 April 1855 (Stbl. no 32). De eerste maal treden als bestuurders op de heeren C. Hage Izn., C. Elenbaas Hzn., J. S. Pleune, P. Kodde Czn. en P. Vroegop Jzn. Benoemd tot hypotheekbewaarder te Heerenveen C. W. Andreae, ontvanger der registratie te Har- degarijp,tot ontvanger der registratie te Harde- garijp C. Bek, thans te Medemblik. Verder is, met ingang van 1 November a. benoemd tot adelborst der le kl. bij de zeemacht, de adelborst der 2e kl. le afdeeling bij het koninklijk instituut voor de marine te Willems oord D. J. A. G. F. van den Steen van Ommeren, met bepaling dat hij zal rang nemen tusschen de adelborsten der le kl. M. Schoo en A. A. Visser. De heer mr J. G. Patijn heeft reeds in handen van Z. M. den koning den eed afgelegd als advocaat-generaal bij den Hoogen raad. De verkiezing voor een lid der Tweede kamer voor het district Schiedam, in de plaats van ge noemden heer, is bepaald op Dinsdag 20 November a. en herstemming, zoo die noodig is, op 4 Decem ber d. a. v. Door de arr.-rechtbank te Breda is, ter ver vulling van eene opengevallen rechtersplaats in dat college, opgemaakt de navolgende alphabe- tische lijst van aanbeveling jhr. mr. W. Albevda van Ekenstein, commies bij het departement van justitiémr. E. R. E. Brants, substituut-griffier bij gemelde rechtbank en mr. A. P. L. Nelissen, rechter in de arr.- rechtbank te Maastricht. Blijkens bericht van Zr. Ms. minister-resident te Madrid heeft de Spaansche regeering de havens der staten Florida, Missisippi en Alabama met gele koorts besmet verklaard. Herkomsten van die plaatsen worden derhalve bij aankomst in Spanje aan quarantaine onderworpen. (St. Ct.) Z. D. H. de bisschop van Haarlem heeft den heer F. Th. M. Bührs, vicarius van Veere, benoemd tot pastoor te Leiderdorp, en in diens plaats benoemd den heer B. van Geldorp, kape laan te Naaldwijk. De synode der Ned Herv. kerk heeft eene uitnoodiging tot de gemeenten gericht om eene tweede collecte te houden ten behoeve van het fonds voor noodlijdende kerken en personen. De betrekkelijk geringe opbrengst van de eerste inzameling geeft daartoe aanleiding. Er gaat bijna geen dag om of men hoort van meer of minder ernstige branden of ongelukken, ontstaan door het gebruik van petroleum al*

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1888 | | pagina 1