Verspreide berichten.
FEUILLETON.
BLZENHOF.
Een vreeselijke gebeurtenis
zoover ons heugt eenig in de geschiedenis onzer
stad is in den afgeloopen nacht alhier voor
gevallen.
Omstreeks drie uren ontstond brand in de
Kortedelft wijk G no 14, welk perceel .bewoond
wordt door den broodbakker J. M.
In een oogwenk stond het gebouwtje van onder
tot boven in brand en werd het met al wat
er zich in bevond een prooi der vlammen.
Is de materieele schade aanzienlijk, allerver
schrikkelijkst is het dat vijf personen bij deze
ramp het leven verloren. De bijzonderheden, die
wij hieromtrent vernamen, laten wij hier volgen.
De bewoner M., wiens bakkerij zich in een
ander deel der stad bevindt, wordt telken nacht
te half drie gewekt en begeeft zich dan naar
zijne werkplaats. Dat was ook dezen nacht het
geval en zeer kort na zijn vertrek stond het huis
in laaie.
Een der overburen, door het knetteren der
vlammen gewekt, stond op, ontdekte den brand
en begaf zich dadelijk naar het aangetaste perceel.
Hij trachtte zich door de deur toegang te ver
schaffen, doch slaagde daarin niet, waarom hij de
winkelruit insloeg, en tegelijkertijd, door de vlam
men heen, door de 24jarige huishoudster van M.,
die zich in den winkel bevond, zich hoorde toe
roepen »Help, help, ik stikDe vuurgloed
en de uitstalling voor het raam zullen haar, die
vermoedelijk ook een der kinderen bij zich had,
waarschijnlijk belet hebben door deur of venster
te ontvluchten.
Hulp te bieden was den overbuur onmogelijk
alleen kon hij zich haasten brandalarm te maken. In
korten tijd waren de buren met de ramp in kennis
gesteld, weldra klonk het brandalarm door de
straten en rukte de brandweer aan.
Toen echter was in het brandende perceel
reeds het vreeselijk drama afgespeeld, waarbij de
bovengenoemde huishoudster, eene zuster van den
bewoner, en vier kinderen als slachtoffers vielen
deze kinderen waren een meisje van 9, een meisje
van 7, een meisje van bijna 3 en een jongetje
van 6 jaren.
De brand werd daarop door de brandweer ge-
bluscht en kon, hoezeer de belendende perceelen
reeds vuur hadden gevat, tot het eerst aangetaste
huis, dat totaal is uitgebrand en waarvan alleen
de gemetselde voorgevel is behouden, beperkt
blijven. Toch kregen de naastgelegen perceelen
nog vrij wat schade, niet weinig ook door het
water dat ter beveiliging er op en in werd gespoten.
Aan de overzijde van de Kortedelft zijn onder
scheidene spiegel- en andere ruiten door de hitte
gesprongen, is de verf van verschillende huizen
gebladderd en deed zich bjj een perceel reeds een
begin van brand voor, dat echter door de bewo
ners kon worden gestuit. Ook aan die zijde van de
straat is dus veel Bchade toegebracht.
Omtrent de oorzaak van den brand is uit den
aard der zaak zeer weinig te zeggen. De volgende
lezing is echter niet onwaarschijnlijk.
De bewoner, die, zooals boven gezegd is, telken
nacht wordt gewekt door zijn knecht, gaat, na
zich gekleed te hebben, naar beneden met een
petroleumlampje dat hij op de toonbank zet en
uitblaast, waarna hij de deur sluit. Vermoedelijk
is nu, zonder dat M. het bemerkte, bij het uit
blazen de vlam in dén oliehouder geslagen en
terwijl M. de deur achter zich sloot de lamp
gesprongen, de olie in vlam geraakt en zoo het
houtwerk in brand gekomen.
Dit is te meer verklaarbaar, omdatjte half drie
een nachtwaker het huis gepasseerd is en niets
heeft bemerkt en ook omdat in een oogwenk het
huis, van binnen geheel van hout, in laaie stond.
Het ligt voor de hand dat er vooral thans veel
gesproken wordt over de vraag, of er geen mo
gelijkheid heeft bestaan de slachtoffers van deze
vreeselijke ramp te redden.
Volgens getuigenis van overburen en andere
personen,die het eerst het onheil zagen, is daartoe
geen gelegenheid geweest. Veler gedachten waren
natuurljjk het eerst bij hen, die zich in het pand
63.
Uit het Engelsch.
Van FLORENCE WARREN.
HOOFDSTUK XXIX.
Het denkbeeld dat de heer des huizes zich
in een verborgen hoek, misschien in een kelder
dien niemand kende schuil hield, kwelde mij den
ganschen dag, terwijl ik te bed lag. Het was
een vreeselijke slag voor mij, dat iemand, die zoo
goed en vriendelijk was geweest eensklaps een
misdadiger bleek te zijn. En toch kon ik niet
gelooven dat hij zoo heel slecht was. En ik die
niets dan weldaden van hem ondervonden had
ik had onwetend zijn vervolging uitgelokt. Nu
kon ik slechts twee dingen doen voor hem bidden
dat hij berouw mocht hebben van hetgeen hij
misdreven had en als het mogelijk was hem doen
weien, hoe het denkbeeld mij folterde dat ik de
oorzaak van zjjn ongeluk was.
In weerwil van het verbod van den dokter
stond ik op, schreef een briefje, waarin ik hem
vergeving vroeg en hem uiteen zette, hoe ik in
alle onschuld den brief geschreven had, die zulke
noodlottige gevolgen voor hem had gehad. Ik
deelde hem mede dat het huis bewaakt werd en
weidia doorzocht zou worden en smeekte hem
om, zoo hij mocht ontsnappen, mij op de een of
andere wjjs te doen weten dat hij in veiligheid
was.
»Ik bid eiken morgen en avond voor u en
bevonden; een der overwonenden riep, nadat zij
den brand zag, dadelijk uit 't raam »denk in Gods
naam om de kinderen", maar reeds toen was er
geen kwestie meer van om in het huis te komen
en de reddende hand te bieden, o. a. aan de kleinen
die men nog voor een jder zoldervensters heeft
gezien. Van voren hen te bereiken was niet alleen
onmogelijk maar ook aan de achterzijde van het
huis, besloten als dit ligt tusschen twee hooge
muren, bestond daarvoor geen gelegenheid.
Tijdens den brand liep wel het gerucht dat
de kinderen en de zuster van M. gered waren,
doch spoedig bleek dat men hierbij op een dwaal
spoor was gebracht. Wel waren kinderen weg
gedragen, doch die behoorden aan een overbuur.
Het treurige feit is thans, dat de ongelukkige
vader, gisteren nog in het bezit van vier lieve
kinderen, thans alleen zijn jongste, dat te Leiden
bij zijn grootouders verbleef, heeft behouden. De
toestand, waarin hij verkeert, laat zich dan ook
beter denken dan beschrijven.
Heden morgen werden onder de puinhoopen
twee lijken, die van de huishoudster en een der
kinderen, gevonden en naar het gasthuis alhier
overgebracht. Later werden ook nog de verkoolde
overblijfselen van de andere kinderen ontdekt.
Gedurende den ganschen dag bewoog zich hedeiï
steeds een talrijke schaar van nieuwsgierigen
nabij het terrein van het onheil.
De inboedel van het verbrande perceel is ver
zekerd bij de brandassurantie-maatschappjj De
Oosterlinghet huis zelf bij de brandwaarborg
maatschappij voor gebouwen enz. in Zeeland,
onder directie van den heer P. B. van de Kreke.
De verschillende autoriteiten, de brandweer en
de schutterij waren zoo spoedig mogelijk ter
plaatse en ieder, zoowel de genoemde inwoners
als de leden der Yereeniging tot het redden van
goederen bij brand en andere burgers deden wat
zij konden om redding en hulp te bieden.
De spuit der militairen, die kwart vóór drie
uur gereed stond om uit te rukken, kon echter
de behulpzame hand niet bieden. Yolgens een
order van den burgemeester van Middelburg mag
deze spuit in het vervolg niet meer uitrukken
dan op zijn verzoek.
Er valt ook in deze gelukkig weêr te wijzen
op tal van daden van hulpvaardigheid en mede
werking om den brand te blusschen of de be
trokken en naastbij wonende personen te helpen.
Er zijn ons zelfs in 't bijzonder namen genoemd,
die zouden verdienen openlijk vermeld te worden.
Wij moeten ons daarvan echter onthouden, omdat
wij hierdoor allicht onbillijk zouden worden tegen
over anderen, die zoo zij zich niet even verdienste
lijk gedroegen dan toch ook deden wat in hun
vermogen was.
Meer waarde dan de openlijke vermelding van
hun naam moet voor hen hebben de zelfvoldoening
van ook het hunne te hebben bijgedragen om het
onheil zooveel mogelijk te beperken.
Gisteren avond heeft de politie alhier de
hand gelegd op twee jeugdige knapen die op
heeterdaad betrapt werden op diefstal met braak.
De twee kwajongens ieder een jaar of dertien
oud waren als volleerde inbrekers voorzien
van ijzeren wiggen en een ijzeren bout, waarmede
zij in een winkel in de lange Giststraat een raam
opschoven vervolgens namen zij eene worst weg.
Te Nieuwdorp werd Woensdag een hoeftje
groot 39.40 ar e vorkocht voor 1400. Huis
en schuur zjjn vóór eenige jaren nieuwe gebouw
waaraan ongeveer f 4000 werd besteed.
De gemeenteraad van Hoedekenskerke be
sloot in zijne vergadering van Woensdag bij den
minister van waterstaat aanvrage te doen tot
aansluiting van den telephoon van 's Gravenpolder
naar Goes.
In de vorige maand is te Waarde geboren
een kind van het mannelijk geslacht aan de
linkerzijde zonder arm of been—en aan de rechter
zijde slechts een klein stompje arm, een klein
gedeelte been, aan dit been een hand, waaraan
drie vingers en een duim. Niettegenstaande al
deze gebreken is het kind helaasgezond en
groeit goed.
In de gemeente Zaamslag is men in den
kan uw goedheid voor mij niet vergeten, wat gij
ook moogt misdreven hebben, en verlang het ook
niet", voegde ik er als p. s. bij. Daarop trok ik
mijn ochtendjapon aan en sloop langs de studeer
kamer, waar ik het briefje, aan hem geadresseerd
in de lade van zijn schrijftafel liet glijden, en
spoedde mij weer naar boven.
Mevrouw Manners kwam 's middags naar mij
kijken. Lorenzo had haar bijna alles verteld en
zij was veel harder in haar oordeel over den heer
Rayner dan ik heel onchristelijk vond ik
en boos op mij dat ik niet zoo streng was.
>Weet gij dan niet dat hij wilde dat Sara
zijn vrouw zou vermoorden, opdat hij met u kon
trouwen en toen Sara ziek werd en het niet doen
kon, wilde hij u schaken."
>Ja, maar nu die beide dingen hem niet
gelukt zijn, is het gemakkelijker om hem te
vergeven. Yindt gij niet dat ik daar mijn best
voor moet doen, mevrouw
»Dat weet ik niet kindliefmaar het moet
zeker veel inspanning kosten."
Zij vertelde mij dat Lorenzo, zoodra hij door
Jansje gehoord had wat er 's nachts gebeurd was,
naar dokter Lowe was gegaan en er op aan
gedrongen had dat Sara naar een krankzin
nigen gesticht vervoerd werd, dat is nog dien
zelfden dag geschied en ik heb haar niet meer
terug gezien.
Toen Jansje later boven kwam met een kopje
thee verzocht ik haar mij 'te helpen kleeden
want ik wilde naar mevrouw Rayner gaan en
uitvisschen of zij wist dat Sara weg was. Ik
laatsten tjjd niet trouwlustig. Bij eene bevolking
van ruim 2900 zielen kwam sinds Juli jl. geen
enkele huwelijksaangifte voor.
'tWare te hopen zoo schrijft onze bericht
gever dat deze geringe lust om te trouwen
dienstig kon zijn aan de welvaart der maat
schappij, want meermalen deed zich het feit voor
dat jonggehuwden uit armoede de ouderlijke wo
ning weder moesten opzoeken.
Te Sneek overleed, na een korte ongesteld,
heid, de heer M. Edzard Grefe, hoofd der stede
lijke muziek- en zangschool, officier-directeur der
stedelijke schutterij. De heer Grefe was jaren
geleden directeur van de te Goes bestaan heb
bende Harmonieaan welks bloei hij met volle
ambitie en toewijding arbeidde.
Naar aanleiding van dat overlijden schrijft
men uit Sneek aan het Dagblad
Tot diepe droefheid van de zijnen en ongetwijfeld
van allen, die den werkzamen, kundigen musicus
kenden, overleed de heer Edzard Grefe in den
ouderdom van 59 jaren. De muzikale kringen
verliezen in hem veelde muziekschool, wier
directeur hij sedert October 1875 was, mist thans
den hartelijk geliefden onderwijzerde veree-
niging Apollo een oprecht vriend en leermeester,
en onze schutterij een luitenant-kapelmeester,
wiens ledige plaats zeker niet licht zoo goed
vervuld zal kunnen worden.
Zaterdag deed zich het zeer zeldzame geval
voor dat bjj de staatsloterjj de honderdduizend,
met premie van dertigduizend gulden uitkwam,
op den dag der trekking van de laatste honderd
nommers.
Ditzelfde gebeurde ook ruim een jaar te voren,
en wel bij de 324e loterij op 11 Juni 1887.
Yóor dien tijd had, sedert het bestaan van de
staatsloterij, dergelijk zeldzaam geval zich slechts
tweemaal voorgedaan, en welbij de 69e loterij
op 8 October 1779, toen evenwel aan den hoogsten
prijs geen premie was verbonden, en wijders bij
de 229e loterij, op 21 Juni 1856, toen de ƒ130.000
viel te 's Gravenhage. Yerleden jaar kwam bij
het trekken der laatste 100 nommers de kapitale
prijs met het 96e nommer en jl. Zaterdag met
het 43e nommer er uit.
Een verpleegde in het Luthersche oude
mannen- en vrouwenhuis te Amsterdam is er met
een vrouwelijk bestje van door. Reeds sedert
eenige dagen zijn beiden spoorloos verdwenen.
De revue over de Italiaansche vloot te
Castellamare is uitmuntend geslaagd. Keizer
Wilhelm en de koning van Italië werden met
warmte door de aanzienlijke menigte toegejuicht.
Aan de marine werd eene ovatie gebracht.
Onder het geroep van Viva UmbertoViva
Gugüelmois het pantserschip Umberto van sta
pel geloopen.
Bij het ontbijt aan boord van het koninklijk
jacht Savooie stelde keizer Wilhelm een toast in
op den minister Crispi. Hij gaf hem voorts zijn
photographisch portret met een daarbij gevoegd
eigenhandig schrijven.
Keizer Wilhelm heeft Pompeji bezocht en door
een van die gelukkige toevallenwelke aan
vorstelijke bezoeken, daden of feestdagen ver
bonden zijn, werden tijdens zijn bezoek nieuwe
interessante uitgravingen gedaan. Er is een huis
ontdekt, dat belooft heerlijke fresco's te zullen
blootleggen200 arbeiders zijn te werk gesteld.
Yolgens de Münchener Neueste Nachrichten
heeft keizer Wilhelm verklaard, dat het proces
tegen Geffcken, naar hij geloofde, met het oog
op overwegende belangen wel op niets zal uit-
loopen. De bladen die Bismarck gunstig gezind
zijn, geven daarentegen na de beslissing, die
door het gerechtshof te Leipzig genomen is om
Geffcken niet uit de preventieve hechtenis te
ontslaan, te kennen dat zijne zaak blijkbaar eene
ernstiger wending krijgt.
Van anderen kant wordt gemeld, dat de rechter
van instructie Hirschfeldt naar Bazel gezonden ia,
om door tusschenkomst van den aldaar aange
komen keizerlijken hofmaarschalk Liebenau nauw
keurige inlichtingen over den gang der instructie
deed een shawl om en begaf mij door die akelige
groene deur naar den linkervleugel.
Juist toen ik bij de deur der provisiekamer
was, ging die heel zachtjes open en werd ik,
zonder dat ik weerstand kon bieden, door een
mannenarm naar binnen getrokken. Ik zag op
en dacht den heer Rayner te zienmaar hoe
ontstelde ik, toen ik mij in de macht zag van
Gordon, den man die op mij geschoten had. Het
was al zoo donker dat ik zijn gelaat bijna niet
zien kon, daar hij met zijn rug naar het raampje
stond.
»Beef zoo nietik had met u willen afreke
nen voordat ik dit huis verlietmaar dit heeft u ge
red" en hij toonde mij mijn brief aan mijnheer,
»Weet gij waar hij is vroeg ik levendig.
»Neen, mejuffrouw," sprak hij op zjjn onder-
danigen knechtstoon, »maar ik zou denken dat
hij op weg was naar Amerika, waar hij met u
wilde heengaan."
»Met mij Amerika
»Ja juffrouw. De jongejuffrouw Haidee zou
in Honden achtergebleven en naar Elzenhof terug
gebracht zijn."
»Maar ik zou niet gegaan zijn."
Pardon mejuffrouwmaar ik geloof niet
dat uw wil bestand zou geweest zijn tegen dien
van Jaap mijnheer Rayner, bedoel ik. En
als die brief niet bewezen had dat gij hem trouw
waart gebleven, zou ik u vermoord hebben. Het
verbaast mij dat hij niet teruggekomen is om u
te halen, daar hij zoo verzot op u is. Maar ik
denk dat hjj zich bedacht heeft. Ik neem deze
tegen Geffcken aan keizer Wilhelm in Italië te
doen toekomen.
Met de dagboek-kwestie brengt men de reis
van keizerin Frederik naar Kiel en de plotselinge
reis van prins Heinrich naar Italië in verband.
Nog altijd blijft men van oordeel, dat Bismarck
met zjjn vervolging tegen Geffcken niets anders
beoogt dan te voorkomen dat er nog meer ont
hullingen plaats vinden. Er moeten nl. nog
meer dagboeken van keizer Frederik voorhanden
zijn en die uit den tjjd van zjjn regentschap na
de aanslagen in 1878 en vooral die tjjdens den
Kullurlcampf veel merkwaardigs bevatten. Of
deze dagboeken nog in Londen zjjn of naar Ber-
ljjn zjjn teruggezonden, weet men nog niet juist.
De Oostenrjjksche rjjksraad is tegen 24
October bijeengeroepen.
De Petersburgsche Novosti brengen een aantal
interessante nieuwstijdingenin hoeverre ze op
waarheid berusten is een moeiljjk te beantwoorden
vraag. Tevergeefs zou keizer Wilhelm bjj zijn
bezoek te Kopenhagen op een alliantie met Dene
marken aangedrongen hebben. Ten slotte echter
verkreeg hjj de belofte van Denemarkens neutra
liteit in geval van een Europeeschen oorlog. In
ruil daarvoor stemde hjj toe in een huweljjk
van zjjn zuster, prinses Sofie, met den Griekschen
kroonprins.
De Novosti houden ondanks de tegenovergestelde
verzekeringen der Grieksche bladen vol, dat de
koning van Griekenland het voornemen koestert
te abdiqueeren. Yoorts wil het blad nog weten
dat de nuntius te Weenen, mgr. Galimberti in
ongenade is gevallen, wjjl hjj niet heeft kunnen
verkrjjgen, dat het bezoek van keizer Wilhelm
op het Vaticaan geheel in overeenstemming met
de wenschen van den paus plaats vond.
Niet het Marmorpalais te Potsdam maar
het slot Friedrichskron zal voortaan het zomerlust-
verbljjf van keizer Wilhelm zjjn.
Landgraaf Frederik Wilhelm van Hessen,
die onze koloniën in Indië bezocht, is daar op
een ongelukkige wjjze om het leven gekomen.
De vorst viel op de vaart tusschen Batavia en
Singapore overboord en verch-onk.
Met 12 tegen 11 stemmen heeft de raad
van Aberdeen het eereburgerschap aan Goachen
opgedragen.
Men heeft te Karlsruhe een poging aan
gewend om den anarchist Troppmann uit de ge
vangenis te bevrjjden. De wacht is thans versterkt.
De schilderjjen tentoonstelling te Munchen
wordt 28 Oct. gesloten. Het financiëeele re
sultaat zal zeer gunstig zjjn. Er werd voor
bijna een millioen aan schilderjjen verkocht.
De industrie-tentoonstelling aldaar is Maandag
11. gesloten.
Zooals wjj gisteren nog in een deel onzer
oplaag meldden is graaf RobilantItaliaansch
ambassadeur te Londen, aldaar na een korte
ongesteldheid overleden.
Robilant was vroeger gezant te Weenen en oud
minister van binnenlandsche zaken. Hjj was een
warm voorstander van de Duitsch-Oostenrjjksch-
Italiaansche alliantie.
Alphonse Daudet is bezig Vimmortel tot een
drama om te werken, dat in het Gymnase zal
opgevoerd worden.
Akte examens m Zeeland
Heden werden geëxamineerd 6 mann. cand.,
waarvan er 5 werden afgewezen.
Toegelaten is de heer A. van Waterschoot van
St. Jansteen-
De examens zjjn hiermede afgeloopen.
In het geheel zijn geëxamineerd 26 mann can-
didaten, waarvan toegelaten zjjn 11 en afgewe
zen 15.
Het aantal vrouw, candidaten bedroeg 12
daarvan werden 8 toegelaten en 4 afgewezen.
's Gravenhage. Tweede kamer. In
de heden gehouden zitting zjjn aangenomen alle
aan de orde gestelde wetsontwerpen, betreffende
naturalisaties, onteigening van een straat te
Haarlem, bekrachtiging van verkoop van grond
gelegenheid te baat om u verschooning te vragen
dat ik uw medaillon geleend heb, terwjjl gij te
Kraaienhorst logeerdet, maar daar ik zelf het
genoegen had gehad om het den heer Rayner van
lord Dalston te bezorgen vond ik het voorzich
tiger om het plaatje er achter weg te nemen,
vreezende dat het herkend mocht worden dooi
den heer Carruthers, in wiens dienst ik voor het
eerst kennis maakte met het landgoed van lord
Dalston."
»Mjjn medaillonriep ik uit, »dus was het
toch echt
»Ja juffrouw. Ik moest den heer Rayner
berispen over zijn onvoorzichtigheid om het u te
gevenmaar niets liep hem ooit tegen hoe
brutaal hjj ook was totdat hjj u op zjjn weg
ontmoette. Hjj was te teergevoelig. Als ik niet
overtuigd was dat hjj zich thans op weg bevindt
om in de Nieuwe Wereld zjjn geluk opnieuw te
beproeven, zou ik u op dit oogenblik zonder
aarzelen neerschieten."
Ik rilde, keek naar zjjne handen, die zeer smal
waren en zag dat hjj geen boeien meer aan had.
»Er is nu niets meer dat mij hier houdt, dus
vertrek ik van avond en als gjj er op gesteld
zjjt om te hooren hoe het mjj gaat, wend u dan
tot mjjn gewezen meester, den heer Carruthers
Hjj geleidde mjj beleefd naar de deur, liet mjj
uit en sloot zich weer op, terwjjl ik mjj bevend
naar de kamer van mevrouw begaf.
(Worat vervolgd.)