131e Jaargang. 1888: N\ 242: V rijdag 12 October. Middelburg 11 October. Ksrknïettws. Landbouw, Dit blad verschijnt d a g e 1 ij k s, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per 3/m. franco 3. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent. Advertentiën; 30 Cent per regel: Geboorte-, Trouw-, Doodberichten, enz.: van 1-7 regels ƒ1.50; iedere regel meer ƒ0.30. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte: MIDDELBLRGSC Agenten te Vlissingen: P. Gr. de Vet Mestdagh Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: F. van der Peijl, te Zierikzee: A. C. de Mooij en te Tholen: W. A. van Nieuwenhuijzen. Verder worden door alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aangenomen en nemen ook het algemeen advertentiebureau van Nijgh van Ditmar te Rotterdam, en de firma B. van db» Kamp te Groningen, voor de Noordelijke provinciën, annonces aan. Hoofdagenten voor het Buitenlandte Parijs en Londen, de Compagnie générale de PublicitS'étrangère G. L. Daitbe Cie., John F. Jones, opvolger; voor België A. Grosjean Co. te Brussel. Het stroo als veevoeder. Ende bet geschiedde in den jare achttienhonderd en zooveel, dat zekere boer in zijn stal een ont dekking deed, die eenmaal zijnen collega's ten goede komen en hunne verwondering wekken zou over 's mans vernuft. Maar belaas de fakkel des lichts, die hij over de gansche boerderij in ons koninkrijk wilde ontsteken, werd gedoofd door de xütkomsten van een proef van dertig dagen, die hoopvol werd ondernomen, maar met vreeselijke teleurstellingen eindigde. Ons hoertje wilde zijn vee uitsluitend met stroo voederen en zijn hooi in contanten omzetten. Aanvankelijk ging alles goed en 's mans hoop kreeg voedsel. Maar na een veer tien dagen kwam er een kink in den kabel, de hoop werd twijfelachtig. De koeien nl. gaven heel wat minder melk, dan ze in de weide deden, en de levenslust bij de paarden nam ook niet toe. Edoch, zou dat wel op rekening van de stfoovoe dering mogen gesteld worden Nog eens een veertien dagen geprobeerd vAls alles zich nog eens ten beste keerde, je weet het toch maar niet, hoe heerlijk zou de ontdekking zijn, hoe grootsch in hare gevolgen." We weten niet of 's mans illusiën ook in den slaap zijnen geest bezighielden, maar wel, dat hij na verloop van een maand zijne proefnemingen staakte en heul en troost zocht bij hooi, koeken haver. »Het vee won niet, schier geen sprake van melk, vleescb en kracht." Waarom ook vooraf niet eens geraadpleegd met deskundigen, die zouden hem toch bij een eventueele moge lijkheid de eer der ontdekking niet betwist hebbenGeachte lezerszouden er nog zulke lieden zijn 't Is in hun eigen belang niet te hopen, maar zoo ze er zijn, dat ze dan dit opstel mogen lezen en tot inkeer komen. De mensch zal bij brood alleen niet leven, maar evenmin zal het vee uitsluitend stroo krijgen. Men versta ons echter welwe wenschen het stroo als voedingsmiddel niet te negligeeren, maar het alleen als aanvulsel te gebruiken. Stroo kan op zich zelf geen voedsel zijn, hoogstens kan men het leven der dieren er mee onderhouden, maar van voortbrengen, in den vorm van melk, vleesoh of kracht, kan geen sprake zijn. 't Is daartoe te arm aan voedende bestanddeelen. Natuurlijk zijn alle stroosoorten niet eender en men brengt het dan ook met de eene verder dan met de andere. Wat een verschil b. v. tusscben erwten- en boo- nenstroo, het eerste is oneindig veel beter, dan het laatste, maar toch zonder een estratje, zon der een ruime hijgift van veel beter spul, blijft het gewaagd om met stroo alleen van wal te steken. »Een overmatige stroovoedering", zegt Kubn, »is verspilling, welke een kanker in vele boerderijen is. Eeuwig gebrek aan strooistroo, weinige en slechte mest, slecht gevoederd vee, geringe en toch -kostbare dienstverrichtingen." Stroo bewijst groote diensten bij de veehouderij èn ter verkrijging van mest èn als aanvulsel bij het gewone, krachtige voer. Op zich zelve bezit het stroo natuurlijk ook voedingswaarde, het eene meer dan het andere. Behalve dat de soort in aanmerking komt, doet hier ook veel ter zake de wijze waarop het gewonnen is, zijn gehalte aan korrels en zijn al of niet vermengd zijn met voederkruiden, die toevallig bij den oogst er in blijven zitten. Naarmate het stroo bij den oogst rijper is, zal bet ook minder voedzaam zijn, om dat de halm hoe langs zoo meer houtachtig wordt en zijne beste bestanddeelen verliest. Stroo van betrekkelijk groen gemaaid graan is dus voedzamer, dan dat van geel-rijp koren, en over het algemeen zijn de bovenste deelen en de hal men altijd heter dan de onderste. Wie het dichtst bij het vuur zit, warmt zich het bestzoo ook hier. De sapbeweging, noodig voor de korrel vorming, gaat van onderen naar bovenals bet stoppeldeel dus zijn voorraad sap beeft afgestaan en sterft, is er in bet halmdeel nog leven en be weging; en is het magazijn in de korrel vol, dan is het leven nog niet geheel gebluscht en wat nog goeds voorbanden is, wordt neergelegd in bet, aan de aar grenzende, stengeldeel en in de kafbladeren. Bevatten de aren onvolkomen korrels, die nie t üitgedorscht worden, dan verhoogen deze natuur lijk de voederwaarde van het stroo. Stroo, dat tengevolge van een bewaren op luchtige plaatsen door en doör droog is, is ook houtachtiger en daardoor minder voedzaam dan buigzaam stroo, dat toegankelijker is voor het speeksel en de maagsappen, maar door bewaren ook meer kan lijden dan hard stroo. De ondervinding toch leert, dat hooi en stroo stoffig kunnen worden door schimmelsoorten en zwamsporen en dat ze dan van hun voederwaarde verliezen en nadeelig voor de gezondheid kunnen zijn. Afgezien nog hier van, verliest lang voer altijd ten opzichte van zijn stikstof gehalte en wel stroo meer dan hooi, maar desniettegenstaande dient men er toch eenigen voorraad van te hebben, èn met het oog op schrale jaren, èn omdat het voeren van versch hooi en stroo vóór bet uitgezweet is, wel eens nadeelig voor de gezondheid van bet vee kan zijn. Over bet algemeen acht men het stroo van zomerkoren als voedingsmiddel hooger dan dat van wintergraan, maar het is niet zoo goed als erwtenstroo, dat echter weer moeilijker verteer baar is en een stoppende werking op de ver teringswerktuigen uitoefent. Het wordt alleen aangewend bij herkauwende dieren, om het hooi geheel of gedeeltelijk te vervangen, echter niet met terzijdestelling van het krachtvoer; 150 a 175 pond erwtenstroo wordt in voedingswaarde gelijk gesteld met 100 pond hooi. Roggestroo is het hardst en wordt het moeiel jkst verteerd men wil dat het een prikkelende werking uit oefent op de verteringsorganen. Gerststroo is het zachtst en bij voorkeur geeft men het aan het melk vee; het trekt gretig vocht aan uit deu dampkring en is daardoor ook het meest onderhevig aan bederf. Haverstroo wordt door bijna alle dieren hit liefst genuttigd, maar wijl het een bittere stof bevat, die, naar men wil, zelfs aan de melk een bijsmaak geeft, mag men het, voorzichtigheids halve, liever aan paarden, schapen en gustvee geven, dan aan melkkoeien. Tarwestroo is, bij overigens gelijke gesteldheid, b. v. ten opzichte van den maaltijd en de zuiverheid, of der vermen ging met gras en klaver, voor de koeien bepaald boven het roggestroo te verkiezen. Koolzaadstroo wordt, wel is waar, door de koeien eenigszins uitge vreten, maar men mag het toch liever den schapen geven. Deze zijn al zeer dankbare verbruikers van stroo, zeggen de boeren. Al naar mate men het nemen wilals hun mond eender ingericht was als die van een rund, d. i. als ze niet zoo'n be weeglijke bovenlip hadden, zouden ze in de wijze, waarop ze het stroo ge- en verbruiken, gelijk staan met de koeien. Maar in den bestaanden toestand kunnen ze bet fijne kaf en de achter gebleven korrels beter uit bet stroo tot zich nemen dan de koe. Ze snuffelen meer het beste op en laten de grovere deelen liggen, als wisten ze, dat er toch ook nog een bedje dient gespreid te worden. Maar geef se eens haksel, denkt ge dan dat ze er een beter gebruik van maken dan het rundvee? Men doet in alle gevallen ver standig als men het stroo, dat als strooisel dienst zal moeten doen, eerst door de schapen laat uit vreten. Wat de voedende waarde der verschillende stroosoorten betreft, men stelt te dien opzichte 300 pond tarwe-, 350 pond rogge-, 220 pond gerst-, 220 pond haverstroo respectievelijk gelijk aan 100 pond hooi, en door geen kunstbewerking wordt die waarde verhoogd. Wel kookt en stoomt men hier en daar op groote boerderijen bet halm voeder, maar een belangrijk grootere voedzaam heid wordt daardoor niet teweeg gebracht. Alleen worden de weefsels er losser door en meer toe gankelijk gemaakt voor de verteringsvochten, het kauwen wordt gemakkelijker en het voeder sma kelijker, terwijl de vertering spoediger plaats heeft en er dientengevolge weer spoediger voedsel kan worden opgenomen. Wat verteert er van het stroo? Plus minus de helft. Een voldoend voedsel kan stroo dus nooit genoemd wovden. Desniettemin is zijn dienst in andere opzichten zeer belangrijk. Daarop willen we echter een anderen keer wijzen. Ja voêren en voéden is twee, beste vrind I Hoe eenvoudig de zaak ook rnoog' schijnen, Maar wilt ge, dat uw vee n een voerder steeds vind', Doe dan veel van het stroo uit de ruiven verdwijnen. En geef wat meer hooi en daarnevens een koek, Al betaalt ge hiervoor wat meer centen, Geloof maar gerust in uw aanteek'ninghoek, Zult ge zien, dat ge krijgt een steeds hoogere rente. Geef stroo naast het hooi en doe 't niet andersom, Ec verwaarloos ook niet uw groenvoeder Men hield u wellicht voor te wijs (zegge dom), Als ge niet van uw vee toondet zijn de behoeder. Bedenk dat de winst uit het voeder slechts komt, En dat eigenbelang n moet leiden. Geeft gij steeds volop, ook het vee betaalt prompt, lïn tevredenheid woont zoo altijd bij u beiden. Kudelstaart. G. Dros. Voor sophismen is de Standaard niet beducht dit blijkt voor de zooveelste maal uit zijn artikel tegen de keeren Fabius, Huber en De Geer al worden hunne namen ook niet genoemd in hunne houding ten aanzien van het voorstel- Lohman-Schaepman. Zij stelt het »zich niet schikken naar partij verband" gelijk met niet medegaan met de partjj bij verkiezingen. Is het loopen in het gareel van eene partij-organisatie immoreel, dan mogen de kamerleden dit ook niet bij de stembus van de kiezers vergen. Het blad verliest, zegt de ArnhCrt, geheel uit het oog, dat het bij de stembus de verkiezing van personen geldt. De goeden zijn meer dan een. Of men den eenen liberaal of den anderen, den eenen anti-liberaal of den anderen kiest het beginsel lijdt er niet onder; het is maar een kwestie van persoonlijke voorkeur, die men terwille van het gemeenschappelijk belang prijs kan geven. Maai bij het beoordeel en van een voorstel staat een volksvertegenwoordiger op een geheel ander stand punt. Dan geldt het niet de keus tusschen twee goede dingen, maar de aanneming of verwerping van eene bepaalde daad, die men of goed öf ver keerd acht, en terwille van eene partij mag men zijn overtuiging niet verloochenen. Een zeldzaam voorkomend geval in de rechts praktijk heeft zich, naar men ons schrijft, te IJzendijke voorgedaan. Een zevental personen, waarvan de meesten met handenarbeid hun brood moeten verdienen, werden ten verzoeke der verwerende partij opge roepen om voor het gerechtshof te 's Bosch ge tuigenis der waarheid af te leggen in de vordering tot levensonderhoud, die eene van tafel en bed gescheidene eebtgenoote tegen baar onwilligen aspirant ex-wederhelft te Astin had ingesteld. De getuigen moesten hiervoor drie dagen en twee nachten reizen en verbljjven en kregen, in weerwil der toegeschatte hoogere taxe van den president, met hun zevenen slechts 40 ter verdeeling, zoodat enkelen onder hen niet wisten op welke wijze thuis te komen en zij, zonder de medehulp van anderen, zich door de politie van post tot post naar hunne woonplaatsen hadden moeten doen teruggeleiden. Tengevolge hiervan hebben de misleiden zich gewend tot den minister van justitie, opdat deze, in overleg met zijn.' ambtgenoot van oorlog, het daarheen leiden moge dat door den verweerder, die wachtmeester der maréchaussée is, de taxe alsnog ten volle worde uitbetaald. Te zijner tijd zal de uitslag in dit blad wor den medegedeeld. De heer H. Burger antwoordt nog op het ingezonden stuk van A. in de Amst. over den groentijd te Leiden. Hij handhaaft daarin zijn standpunt, en verzekert dat zijn beweringen niet voortkomen uit kwalijk begrepen esprit de corps, zooals A. meent, maar wijl het zijne overtuiging is. Dat door zeer enkele overmoedige jongelieden klappen of duwen zijn uitgedeeld, kan onder de bestaande omstandigheden moeilijk tegen den groentijd worden aangevoerdA. zal toch ook wel weten, dat men, ook zonder groentijd, wel eens klappen kan oploopen. De houdmg van collegium en korpsvergadering doet, dunkt den heer Burger, duidelijk zien, dat de studenten zelve al wat naar handtastelijkheid zweemt met kracht uit het groenwezen weren. De eerste-luitenant F. Hammacher van het 2e bataljon 3e regement infanterie te Middelburg is overgeplaatst bij bet 5e bataljon te Bergen op Zoom. Tot assistent bij bet onderwijs in het binnen gasthuis te Amsterdam is benoemd de heer J. Hocke Hoogenboom, arts. Bjj kon. besluit is jhr mr A. F. de Savornin Lohman, lid van de Tweede kamer der staten- generaal, benoemd tot lid der commissie, belast met het afnemen der diplomatieke examens. Aan 16 Atjehsche hoofden zullen over 1889 toelagen, 'ten bedrage te zamen van ƒ45.000, worden uitbetaald. Als nieuwe toelage komt daaronder voor een van ƒ4800 aan Toeankoe Pangeran Abdoel Madjid, die een neef is en tekens schoonvader van den zoogenaamden pretendent- sultan Toeankoe Daoed, en die in het vorige jaar in onderwerping is gekomen. De regeering koestert van deze onderwerping gunstige verwach tingen voor de verbetering der toestanden in Atjeh. Bovendien geniet nog een lid der oude sultans-familie in Atjeb een toelage van 4800. De heer L. F. A. Westerbeek van Eerten, pred. te Meerkerk, heeft het beroep naar Seroos- kerke aangenomen. Beroepen bij de Ned. Herv. gemeente Zaam- slag de heer S. Sleeswijk Visser, pred. te Rijsoort. Men schrijft ons De afd. Oostbnrg der Maatschappij ter be vordering van landbouw en veeteelt in Zeeland hield Woensdag eene vergadering, die door een zeer groot aantal leden werd bijgewoond en deze belangstelling ten volle verdiende om 't geen er te behandelen was. Waarlijk onze landbouwers bezoeken die ver gaderingen zeer getrouw en het verdient waar deering, dat zij hunne sympathie betuigen door de bijeenkomst bij te wonen, al viel zulks nu voor velen niet zoo gemakkelijk met het oog op de vertrekuren van de tram. Onder de ingekomen stukken behoorde eene missive van het hoofdbestuur, waarbij het advies der aid. werd gevraagd aangaande de wensche- lijkheid van de verschijning van een goed land bouw weekblad, waaraan, zooals het hoofdbestuur zich uitdrukt, in ons land werkelijk behoefte bestaat. Besloten werd het weekblad voor een jaar te nemen. Vervolgens werd in bespreking gebracht de missive van 't hoofdbestuur, waarin bet vraagt aanwijzing van drie personen uit elke en ook uit deze afdeeling, geschikt om deel uit te maken van eene commissie tot keuring van paarden, met het o og op de verbetering van bet paardenras. Door de vergadering werden in die commissie gekozen de beeren P. de Muijnk te St. Kruis, M. Lucieer, veearts te IJzendijke, en Pol. Mabesoone te Sluis, wijk St. Anna ter Mniden. Daarna besprak de heer Vorsterman van Oyen de groote kosten en moeilijkbeden, verbonden aan de keuring van vee aan de Belgische grenzen, en gaf als zijn oordeel te kennen dat het op den weg dezer maatschappij ligt te trachten daarin verandering te brengen. Nadat deze toestand door hem in 't breede waa ontvouwd en zeer uitgebreide discussiën daarover waren gevoerd, stelde de heer v.Oyen het volgende voor: lo. Aan de bevoegde autoriteiten aan te vrage n om de keuring van vee, dat in Nederland ingevoerd wordt om te grazen, te doen plaats hebben op bepaalde dagen in de maanden April, Mei, Juli, Augustus en September van ieder jaar en wel aan De Brakke, te Moershöofde, Stroobrugge, Middelburg (I. V.), Westcapelle, Veldzicht, Mollekot en de Maagd van Gent. 2e Dag, uur en prijs van die keuringen bekend te maken door plakbrieven, waarvan er in iedere gemeente, welke in België en Nederland aan de grenzen ligt, drie worden uitgezet. 3e De reiskosten van den deskundige op de vastgestelde dagen te nemen voor rekening van de provincie, en 4e Bij afkeuring van eenig stuk vee een beroep toe te laten op den districts-veearts. Keurt deze het afgekeurde stuk vee goed, dan komen zijne reiskosten ten laste van de provincie; keurt bij het af dan moet de persoon, die de herkeuring vraagt, de kosten dragen. De voorsteller zette in 't breede uiteen, hoe de toepassing van de Nederl. wet op thans bestaande wjze een geest van ontevredenheid heeft doen ontstaan in België, een geest, die zich openbaarde eerst in wat gemopper, daarna in geklaag en eindelijk in verzet. Hoe verbroederend er ook op taal- en andere congressen gesproken wordt, toch is een haat geboren van den adellijken en ook van den industrieelen Vlaming tegen den Hollander, Met te meer kracht drong de heer V. Oyen aan zijn voorstel in omvraag té brengen, toen de heer M. Luteijn Mazure mededeelde, dat de hooge regeering het voorstel des heeren Van O jen reeds in behandeling heeft genomen. De vergadering vereenigde zich daarmede. »Persoonljjk belang", aldus eindigde de voorstel ler, »he'o ik hierbj hoegenaamd geen, maar ge dreven door den wensch den landbouwer van nut te kunnen zjn, beb ik niet geaarzeld dit onder werp tot volle klaarheid te brengen en uit den wensch dat dit den landbouwer aan on ze grenzen ten nutte moge zjnJ'

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1888 | | pagina 1