Onderwijs. Verspreide Berichten waarin zij eene herziening van de wet op het lager onderwijs aangeeft. De conclusie, waartoe de commissie komt, schijnt ons zoo belangrijk dat wij meenden daaraan een plaatsje te moeten afstaan, zoo spoedig plaatsruimte dit toeliet. Die commissie nu schrijft aan het slot van haar rapport »De commissie, aan het einde barer taak ge komen, betreurt het met den hoogleeraar Buys, dat wij heden in geen gunstiger toestand ver- keeren, tengevolge van een zuiver conservatief bedrijf der liberale partij. »Met hem is zij het eens, dat de schoolstrijd zich niet ter zijde laat schuiven, en dat er hier te lande aan geenejgezonde organisatie van politieke partijen gedacht kan worden, zoolang op dit ge bied geen toestand geschapen is, waarin allen kunnen berusten. »Als vrije mannen, die onder geen enkelen in vloed staan, rekenden de leden onzer vereeniging zich in de eerste plaats geroepen, de wondeplek- ken aan te wijzen en naar middelen tot herstel te zoeken. >Om duidelijk te zijn resumeeren wij Het is naar onze meening wenschelijk dat de staat gelijke subsidie verleene aan alle scholen voor onvermogenden, ook der kerkelijke dat evenzoo de scholen voor minvermogenden door den staat worden gesubsidieerd; met dien verstande, dat aan de scholen een minimum school geld wordt geheven en geen toegang aan kin deven van de bezittende klasse wordt verleend dat hij het verleenen van genoemde subsidie aan bijzondere scholen de voorwaarde wordt ge steld, dat aan deze scholen hetzelfde aantal uren als bij het openbare onderwijs, voor het maat schappelijk onderwijs, bij de wet vermeld, be stemd zijn dat, zoolang leerplicht nog niet is ingevoerd, het programma voor bovengenoemde inrichtingen naar omstandigheden, wordt ingekrompen dat naast het Middelb. O. een flink, volledig U. L. O. bestaat, waarvan de kosten door de ouders, hij hoofdeltjken omslag, naar ieders draag kracht betaald worden dat het Openb., hetzij Midd. of L. O. met geen overheerschend monopolie begiftigd wordt dat bevoorrechting, als onder de thans vigee- rende wetten, wordt opgeheven dat het rijk op onbekrompen wijze de middelen verschaft, die noodig zijn om voortdurend in een bekwaam onderwijzers-personeel te voorzien dat meer dan voorheen voor de practische opleiding van den onderwijzer gezorgd wordt dat, om dit doel te bereiken, de akte van huip ond. weder in het leven wordt geroepen, met de bepaling, dat deze op zeventienjarigen leeftijd kan verkregen worden dat voortaan de akte van onderwijzer op ne gentienjarigen leeftijd wordt verleend dat eene afzonderlijke akte voor wiskunde bij het lager onderwijs kan verkregen worden dat het examen voor hoofdond. in tweeën wordt gesplitst met minstens een jaar tusschenruimte dat na een goed afgelegd examen in het eerste gedeelte, die akte van hoofdond. 2e klasse wordt uitgereikt dat aan den hoofdond. 2e klasse, na een vol doend examen in het tweede gedeelte, de akte van hoofdond. Ie klasse wordt verleend dat de vergelijkende examens als ondoeltreffend worden afgeschaft dat de openb. scholen, naar zekeren maatstaf, in klassen worden verdeeld dat de hoofdonderwijzersakte tweede klasse alleen recht geeft om aan het hoofd te staan eener openb. school van de laagste klasse dat, om aan het hoofd eener bijzondere school te staan, de volledige akte van hoofdonderwijzer vereisehi wordt dat de hoofden van openbare scholen geleidelijk bevorderd worden van de eerste klasse van scholen naar de daarop volgende dat de cijfers, bij de akte-examens verkregen, hij elke benoeming geraadple egd worden dat de leden der commissiëu van plaatselijk toezicht voortaan voor een derde benoemd wor den door de gezamenlijke hoofden van scholen in de gemeenten en voor het overige door den gemeenteraad dat de vergadering dier commiasiën toegankelijk zijn voor de hoofden van genoemde scholen dat het rijkstoezicht behoorlijk bezoldigd en aanzienlijk uitgebreid wordt dat de akte-examens voortaan rechtstreeks door commissiën, uit dit rijkstoezicht samengesteld, worden afgenomen dat voorts herhaald schoolbezoek voor dit toe zicht hoofdzaak zij dat het opmaken van statistieken, als zijnde meer tijdroovend dan vruchtbaar, tot een mini mum beperkt wordt dat voortaan tot schoolopziener hoofden van scholen gekozen worden, die jaren lang kennis en ervaring hebben opgedaan op het gebied van het lager onderwijs, hetzij openbaar of bijzonder; dat er waarborgen gevonden worden, dat allen, die op eenigevlei wijze met het toezicht op het onderwijs worden belast, zich in de uitoefening hunner functiën door geenerlei voorliefde, noch tot het openbaar noch tot het bijzonder onder wijs, zullen laten leiden dat, om elke machtsoverschrijding, om iedere bijzondere opvatting van het mandaat te voor. komen, de werking van elk deel van het school toezicht nauwkeurig dient afgebakend te worden." Inhoud van de October aflevering van de Nieuwe Gids. Een zaak van Eer, door Ph. Hack van Outheusden. Natuurwetenschap en wijsbegeerte, door I. P. I. Gl Bolland. Ons dubbel Ik, door dr F. van Eeden. Gedichten, door Willem Kloos. Boekbeoordeelingen, door Albert Yerwey, Jac. van Looy en mr M. Gr. L. Lotsy. Kunst. Impres sie IV, door I. Staphorst. De opleiding van Tooneelspelers, door F. v/d Goes. Varia (Zola gedekoreerd en Academielid), door L. v. Deyssel. Voor de scholen met den hijbei werd dit jaar ge collecteerd te Westkapelle met Poppekerke (Herv. kerk) ƒ13.80, Sluis met Heille en St. Anna ter Muiden f 148.70^, en Tholen met Schakerlo, Poort vliet, N. Strijen, Scherpenisse en St. Maartensdijk (huizen en kerk) f 48.63J. Voor eene verkiezing van twee leden van den raad te Rotterdam stemden gisteren van de 7060 kiezers er 2110. Bij de vorige verkiezingen bedroeg dit getal 3836. Het is of de belangstelling van de nieuwe kiezers, die toch al niet bijster warm zijn, reeds aan het verflauwen is. Naar de betrekking van directeur der N.- Amstelsche waterleiding (salaris 1500 gl.) dingen een groot aantal personen, onder wie zich ver scheidene ingenieurs, gepensioneerde officieren, stuurlieden, machinisten, opzichters, kantoor- en waterklerken bevinden. Voor de betrekking van kraandraaier (salaris 800 gl.) deden zich 130 liefhebbers op. In een der soldatenkamers van de genie» kazerne te Utrecht kregen twee soldaten hevigen twist met elkaar. Een van hen maakte zich daarbij zoo woedend, dat hij een mes greep en dit tot aan het hecht in de zijde van zijn krijgsmakker stak. De verwonde werd onmiddellijk naar het hospitaal vervoerd, terwijl de dader in voorloopig arrest werd gebracht. Op het St. Jansveld te Utrecht is een wiel rijder met zijn voertuig tegen een ladder, die op straat lag, gereden, waarbij hij met het hoofd tusschen de sporten viel en zoodanig gekneld geraakte, dat een sport doorgezaagd moest wor den, om hem te bevrijden. Gewond werd hij naar huis gebracht. De brievengaarder van het hulppostkantoor 35 der wet van het verbod om een beroep uitte oefenen uitdrukkelijk en zonder eenige beperking het geven van onderwijs uitzondert, komen ons alleszins juist voor. Hoe de minister Mackay, waar de wet zegtde onderwijzer mag privaat lessen geven, het kan verantwoorden, dat hij aan de gemeentebesturen het recht geeft te zeg gen de onderwijzer magigeen privaatlessen geven, is ons onbegrijpelijk. »Drijft hem teedere bezorgdheid voor het open baar onderwijs, dat wel eens lijden kon onder te veelvuldige privaatlessen van den onderwijzer? Waar dit zich werkelijk mocht voordoen, zal het schooltoezicht hebben in te grijpen, een pre ventief voorschrift is onwettig." Dezer dagen las men in verschillende Londen- sche bladen de volgende roerende annonce »Ik ben zes jaar oud en zeer zoet, maar toch behan delen mijn ouders mij slecht, zij geven mij niet te eten en daar ik dat op den duur niet verdra gen kan, verzoek ik goeden menscken mij in huis te nemen." Onder deze annence stond in enkele bladen een noot der redactie, waarin deze verhaalde, dat een klein meisje blootsvoets op haar bureau was ge komen en de annonce, welke met een kinderhand op vierregelig papier geschreven was, gebracht had. Op deze advertentie kwamen ongeveer zeven honderd brieven inhet was een formeele strijd om het kind, dat eindelijk aan lady Garmont, een hofdame van koningin Victoria, werd toegezegd. Weinige dagen later verscheen de kleine, rijk gekleed, op de verschillende redactie-bureau's twee bedienden in livrei bevonden zich in kaar gevolg. Ze kwam bedanken voor de kosteloos geplaatste annonce, die zoo goed aan het doel had beantwoord. Als een nieuwe proeve hoe geduldig het papier is, nemen ook wij het bovenstaand verhaal op, dat in verschillende bladen voorkomt. Wanneer het waar is, wat wij ons niet mogen veroorloven te betwijfelen, dan zijn er nu geen weeshuizen of dergelijke inrichtingen meer noodig; een »vierregelig papier" is voldoende en de kosten der advertentie - die intusschen de meeste dag bladen om het menschlievende doel wel kosteloos zullen willen plaatsen om ongelukkige kinderen binnen weinige dagen bij voorname families onder dak te doen brengen en zelfs een paar lakeien als gevolg te geven. (Arnh. Crtj. Door de haast, waarmede de couranten vorm moest opgemaakt worden, is gisteren het bericht omtrent het niet aanvragen van ontslag door officieren der schutterij te Vlissingen op eene ver keerde plaats gezet. Van eene andere zijde meldt men ons echter heden dat wel degelijk ontslag gevraagd maar die aanvrage later weder teruggenomen is. Wij zullen nu de zaak laten rusten, totdat zij een eenigszins vaster vorm heeft verkregen. De verkiezing van een lid van de Tweede kamer in het hoofdkiesdistrict Lochem, noodig geworden door de benoeming van den heer A. baron Schimmelpenninck van der Oye van Nijenbeek tot commissaris des komngs in Utrecht, is be paald op den 30en October a. en herstemming zoo noodig op 13 November d. a. v. In de St. Crt is opgenomen het verslag dei- commissie heiast met het examineeren van hen die eene acte van bekwaamheid van middelbaar onderwijs in de landbouwkunde of de acte voor lager onderwijs in dat vak, bedoeld hij kon. besl, van 3 Aug. 1879 {Stbl. no. 148) wenschen te ver krijgen. Den 17en dezer zullen te Utrecht bijeenkomen gedelegeerden van de verschillende Nederlandsche spoorwegen om te raadplegen over de beperkte Zondagsdienstregeling. gezicht van die schuldige vrouw walgde mij. >Gij ziet", zei de heer Rayner, »dat zij op het oogenblik buiten staat is om zich te verde digen. Ik hoop dat zij zich later van allen blaam zal kunnen zuiveren en ook misschien van erger dingen dan het onschuldig overreiken van gestolen voorwerpen van den eenen gauwdief aan den anderen, zonder wellicht zelf eenig begrip te hebben van de misdaad, waarin zij betrokken was. Ik zal alles doen wat in mijn vermogen is om de justitie ter zijde te staan. De dokter komt morgenochtend en die zal u zeggen of er kans bestaat dat zij zich verantwoorden kan. Intusschen moet gij hier bljjven logeeren. Juffr. Christie, wilt gij aan vrouw Jennings zeggen dat zij de kamer naast die van mevrouw en mij gereed maakt." Die naam Jennings bracht mij in de war maar ik bedacht mij dat de keukenmeid zoo heettede kamer van mevrouw en hemSliep hij dan in huis sedert zijn vrouw naar boven verhuisd was De keukenmeid bromde erg, toen ik haar dit bevel overbracht. Waarom moest er zooveel omhaal gemaakt worden. Waarom had mijnheer van daag juist Jansje naar de hoeve van Wright gezonden om de rekening van het graan te be talen, nu er een logé was en zooveel meer werk En zij mocht den nacht overblijven als de mist dikker werd, terwijl hij wist dat zij zich dit geen tweemaal zou laten zeggen als Pieter Wright thuis was. Zij wist wel hoe het gaan zou, Jansje kwam niet terug voor morgenmiddag en dan De le-luit.-kwartierm. W. F. de Vulder van Noorden, die voor den tijd van 5 jaren gedeta cheerd is geweest bij het leger in Ned.-Indië, zal in December e. k. naar Nederland terugkeeren. Over het algemeen ontmoette de overeenkomst met de stoomvaartmaatschappij Zeelandwaarvan de wettelijke bekrachtiging bij ontwerp wordt gevraagd, weinig tegenkanting in de afdeelingen der Tweede kamer, op grond dat de gunstige verwachtingen die men van bedoelde maatschappij onder de werking van het postcontraet gekoesterd had, op glansrijke wijze waren bewaarheid en dat na afloop der loopende overeenkomst aan eene niet-Ternieuwing van het contract niet kan wor den gedacht. Intusschen zou men gaarne eenige inlichtingen hebben ontvangen omtrent de financieele gevolgen, welke de beide vorige contracten met de Mu Zeeland voor deze en den staat hebben opgeleverd. Waarom, zoo werd gevraagd, worden bij de be rekening van hetgeen de maatschappij in het vorige jaar met het vervoer, van vreemde brie venmalen verdiend heeft, uitsluitend de eerste vier weken van de maand November van dat jaar tot grondslag genomen en niet een langer tijdsverloop Men zou er voorts prijs op gesteld hebben te vernemen, welke de invloed van den tweeden, dagelijkschen dienst op het vervoer is geweest. Aan hen die oordeelden dat de regeering bij deze postregeling met het buitenland dan ook moet trachten den dagdienst te vermijden, werd geantwoord dat deze dienst eene voorname be hoefte was van het internationaal postverkeer en dat, waar de maatschappij dit offer niet te zwaar vond, mocht worden aangenomen dat het ook niet al te drukkend was en de staat van zijn standpunt er voorzeker geen bezwaar in had te zien. Wat betreft de te rooskleurige voorstelling der financieele resultaten van de overeenkomst, werd het navolgende opgemerkt. De waarborgsom van 260.000, tegen 151.000 vroeger, is ongetwijfeld hoog te noemen met het oog op de omstandigheid dat de staat zich ten behoeve der lijn Vlissingen Queensborongh reeds zeer aanzienlijke uitgaven heeft getroost. Te meer geldt dit bezwaar waai de mogelijkheid bestaat dat de staat krachtens de overeenkomst gedurende een of meerjaren tot uitbetaling dier som zal kunnen verplicht worden, ook al is het vervoer van vreemde brievenmalen over Vlissingen—Queensbo rough in die mate ver minderd, dat de daaraan verbonden voordeelen aanzienlijk achteruitgingen. Ook werd herinnerd, dat de Belgische regeering alle pogingen in het werk stelt om het Duitsche vervoer over Ostende te leiden, hetgeen op de opbrengst der transitrechten een grooten invloed zou uitoefenen. Hiertegen voerde men aan, dat van de zijde van België over Ostende eene sterke concurrentie werd gevoerd en de financieele resul taten der maatschappij Zeeland niet gunstig waven; over 1887 was geen dividend aan de aandeelhou ders uitgekeerd en de vooruitzichten over 1888 waren evenmin gunstig. De verschillende artikelen van het contract gaven voorts aanleiding tot opmerkingen. Het werd echter niet noodig geacht om, zooals thans geschiedt, den dubbelen dienst, ook op Zondag van staatswege te bedingen en contractueel te garandeeren. Kan, zoo werd verder door sommi gen gevraagd, de regeering geene maatregelen nemen, dat het personeel althans om den anderen Zondag een rustdag heeft Volgens sommiger oordeel zou het wenschelij- ker zijn geweest zoo den staat het recht ware toegekend, desverkiezende de maatschappij te dwingen hare nieuwe booten hier te lande te doen houwen, wanneer zulks, naar het oordeel der regeering, even goed en goedkoop als in het bui tenland had kunnen geschieden. Het Handelsblad bevatte dezer dagen een rap port van de Vereeniging van hoofden van bijzondere scholen, welke voor eigen rekening zijn gesticht, Zoo jammerde zij voort totdat de heer Rayner in eens verscheen en heel goedig zei »Ik vrees dat ik u heel wat drukte op den hals gehaald heb, met Jansje zoo gedachteloos permissie te geven om uit te blijven, daarom heb ik juffrouw Saunders gevraagd om het werk van Jansje boven ie doen totdat zij terug komt daarentegen zult gij dan wel zoo goed willen zijn haar bij Sara te vervangen gedurende hare onvermijdelijke afwezigheid." Dit bracht haar eensklaps tot zwijgen. Het was een verdiende straf voer haar gepruttel, want ar was geen plicht dien zij akeliger vond dan het zitten bij die bewusteloozg Sara, zelfs in hare kalme oogenblikken. Latei' zei zij mij dat de verpleegster heel goed was zoodra Sara druk begon te worden, kwam ze binnen en ont hief haar van de taak om naar die akelige wartaal te luisteren. Ik liet mijnheer met de keukenmeid alleen en keerde naar Haidee terug. Op het theeuur kwam mijnheer met den rechercheur binnen, dien hij mijnheer Maynard noemde en als een logé behandelde. De heer Maynard praatte nog al aardig en was zeer beleefd tegen mevrouw, wier koele manier hem ontzag scheen in te boezemen. Hij ging vroeg naar zijn kamer en toen mevrouw weg was, bleef ik nog wat opred deren, gelijk mijnheer mij verzocht had. »De gebeurtenissen van dezen dag hebben mij meer geschokt dan gij denkt, kind", zei hij en streek verward met zjjn hand door zijn haar. »Die sluwe Sara leek altijd zoo eerlijk en toch weet ik niet wat i'k gelooven moet." »En gij weet wel dat valies, dat ik in den kelder heb gevonden fluisterde ik. Hij schrikte, »Hemel, dat heb ik vergeten, of liever ik heb er niet meer aan gedacht, daar ik het be schouwde als een vrucht uwer opgewekte ver beelding, na het ongeval van Sara, schielijk in verband gebracht met uw herinnering aan den ouden Tom Parkes, die een koffer over het gras perk droeg. Waar zijn de sleutels van de provi siekamer, kind vroeg hij gejaagd. »Wij moeten dadelijk naar den kelder gaan en de hemel sta ons bij als hetgeen ik voor uw phantasie hield, mocht blijken waarheid te zijn Ik wees hem bevend de sleutels, die ik bjj mij droeg, en vergezelde hem zeer tegen mijn zin naar den linkervleugel. Hij nam mij de sleutels af, maar was zoo zenuwachtig dat hij dien van de deur niet vinden kon, zoodat ik hem helpen moest. Wij gingen de kamer door. Daar lag de zwarte tasch naast het luik, waar ik hem neergezet had toen ik het ringetje ontwaarde. Ik stak er mijn hand door en tilde het weer op en de heer Rayner ging schielijk naar beneden, terwijl ik hem bijlichtte. »Neen, kind, ik zie niets", zei hij rondziende. »Kijk door de ladder heenhet stond er achter." Hij keek er achter, er naast, stak zijn arm uit en zag mij toen met een uitdrukking van ver lichting op het gelaat aan. >Het is Goddank slechts het spel uwer verbeelding geweest, kind, er is niets te zien." »Geen houten tafel riep ik uit. >Neen niets dan water." ^Misschien is het water gestegen en heeft haar overstroomd »Kom zelf naar beneden om te zien. Of zijt gij hang »Neen, ik ben niet hang", zei ik aarzelend. Hij kwam hoven en nam de kaars aan, terwijl ik de ladder afging. Aan het aantal treden merkte ik dat het water op dezelfde hoogte was ge blevenmaar de tafel en het valies waren verdwenen. Plotseling opziende zag ik hoe het gelaat van den heer Rayner bij het flikkerende licht der kaars ontsierd werd door een spotach- tigen glimlach, die zijn fraaie trekken leelijk en ontzettend maakten. »Laat mij er uit", zei ik scherp. Hij stak mij de hand toe en toen ik waggelend den boven sten sport bereikt had, sloeg hij zijn arm om mij heen om mij te ondersteunen. Maar ik was zoo ontdaan van de ontdekking dat mijn verhaal mijn waar verhaal gelogenstraft was en door dien blik op zijn gelaat, dat ik mij losrukte, de gang door holde, de tochtdeur openduwde en eerst bij de tafel in de vestibule bleef' staan om adem te scheppen. In een oogwenk stond hij naast mij en werktuigelijk liet ik mjj nasr het salon geleiden. Hij bracht mij brandewijn en water, maakte mijn voorhoofd nat en zei vrien delijk dat ik niet bang moest zjjn, want dat ik spoedig dit sombere huis zou verlaten en in een mooie natuur alles vergeten wat mij nu veront rustte. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1888 | | pagina 6