N\ 235.
1316 Jaargang.
1888:
Donderdag
4 October.
Middelburg 3 October.
Kerknieuws.
Dit blad verschijnt d a g e 1 ij k s,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per 3/m. franco 2.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Advertentiën: 20 Cent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten, enz.: van 1-7 regels ƒ1.50;
iedere regel meer ƒ0.20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
MIDDËLBURGSGI
Agenten te Vlissingen: P. Gr. de Vet Mestdagh Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: P. van dee Peijl, te Zierikzee: A. C. de Mooij en te Tholen: W. A. van Nieuwenhuijzen.
Verder worden door alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aangenomen en nemen ook bet algemeen advertentiebureau van Nijgh van Ditmme te Rotterdam, en de firma B. van dek
Kamp te Groningen, voor de Noordelijke provinciën, annonces aan. Hoofdagenten voor bet Buitenlandte Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube Cie., John F. Jones, opvolger;
voor België A. Geosjean Co. te Brussel.
ONS INSULINDE.
II.
(Slot.)
Na de algemeene beschouwingen, in ons vorig
nonimer medegedeeld, wijdt de beer Kielstra
vooral zijn aandacht aan bet zevende hoofdstuk
der Memorie, dat handelt over de opiumpacht,
Java's grootste ramp.
Naar zijne meening is geen onderdeel der finan-
cieeele huishouding van Java, dat eerder geheele
hervorming eischt dan dit zoowel ter wille
der bevolking als in het belang van het Neder-
landsch gezag. Vele andere belastingen hoeveel
hare regeling ook te wenschen moge overlaten
kunnen nog te goeder trouw verdedigers vinden;
met de diep onzedelijk opiumpacht is dat niet
het geval. De opiumpachters maken van hun
intellectueel en financieel overwicht over den
Javaan gebruik om hem zooveel mogelijk te be
derven en uit te zuigen de regeering verleent
hun daarbij haren krachtigen steun ter wille van
de hooge pachtsommen. Het pachtstelsel leidt
onvermijdelijk tot groven smokkelhandelen deze
geeft aanleiding tot ondermijning van het gezag,
door de uitvoerders der bevelen der regeering in
de binnenlanden maar al te veel in afhankelijk,
heid te brengen van de pachters en sluikers.
Dit toont de heer Kielstra in den breede aan,
en hij geeft verder een overzicht van de geschie
denis der opiumpacht.
Aan het einde daarvan geeft de schrijver als
zijne meening te kennen dat het niet aangaat de
Chineezen van de misbruiken de schuld te geven.
Wij hebben hen tot pachters, tot smokkelaars,
tot lichaam- en zielbedervers van de inlandsche
bevolking gemaakt.
»Hen, die de Chineezen uitmaken voor al wat
leelijk is daarmede trachtende de tekortkv>-
ming van het Nederlandsche bestuur te bedekken
zouden wij" zegt de heer Kielstra, »er wel op
willen wijzen, dat de meeste bankinstellingen en
groote handelshuizen in Indië zich bedienen van
Chineesche kassiers, omdat zij in deze het meeste
vertrouwen meenen te kunnen stellen.
»Wij hebben trouwens uit de regeeringsverslagen
gezien, dat ook meermalen Europeanen en niet
altijd uit de »»heffe des volks""! gemoeid
waren in vieze opiumzaken.
»Neen, het kwaad zit niet in de personen, maar
in het stelselen daar is, naar onze overtuiging,
maar éen middel om het kwaad niet langer te
aten voortwoekeren: wat de heer Brooshooft noemt
onvoorwaardelijke loslating van het pachtstelsel.
»Er is, gelooven wij, niet aan te denken het
gebruik van opium te verbieden. De utopisten, die
dat zouden willen, dienen vooraf de proef te nemen
met een verbod van het gebruik van sterken drank
in het vaderland.
»Maar er zou al zeer veel gewonnen zijn, indien
men den weg insloeg van eigen exploitatie of
regie, waarbij ook ijverige en vertrouwbare Chi
neezen goede diensten zouden kunnen bewijzen.
Men geve vaste, niet te lage bezoldigingen aan
den opiumagent in elke residentie en aan de kit
houders, zoodat deze geen belang meer hebben
bij uitbreiding van het debiet, maar er slechts
belang bij hebben om zich te onthouden van
knoeierijen waardoor zij hunne betrekking bij de
regie zouden verliezen.
»Dan eerst kan onze Europeesche en inlandsche
politie krachtig tegen den smokkelhandel optreden;
dan eerst kan zij dat doen met duurzaam goed
gevolg, en dan brengt 's lands financieel belang
ook mede tot bestrijding van den smokkelhandel
geene onkosten te sparen.
»Dan kan men langzamerhand het opiumver
bruik beperken, door geleidelijk de kitten op te
heffen waar het debiet gering blijkt te zijn.
»Dan kan er ook een einde komen aan de hemel
tergende vexatiën, waaraan de bevolking nu door
hare landgenooten de spionnen van den pachter
en de van den pachter afhankelijke politie
wordt blootgesteld.
»De heer Brooshooft meent dat de totale winst
van den staat door invoering eener regie niet
dalen zou. Wij deelen deze meening niet, wij
gelooven dat er weldra veel minder opium ge
bruikt zou worden, en dat de inkomsten, uit het
opium te trekken, van lieverlede aanzienlijk zou
den afnemen.
»Maar hoe dit moge zijn wanneer, om met
ïtaffles te spreken, eene goede staatkunde en de
humaniteit beide eenen maatregel dringend noodig
maken, dan mag men hem niet achterwege laten
uit overwegingen van financieelen aard. En zeker
is het dat de bevordering van volkswelvaart,
uit de beperking van het opium gebruik voort
vloeiende, langs andere wegen de schatkist ten
goede komen."
De heer Kielstra meende het juist nu het goede
oogenblik om de opiumpacht ter sprake te bren
gen. »De tegenwoordige driejarige pachttermijn
is met het einde van het jaar 1889 verstreken
men heeft dus nu nog een jaar den tijd om, in
al de residentiën op Java, het noodige voor te
bereiden voor eene nieuwe regeling, en wanneer
met dien tijd gewoekerd wordt, zal hij voldoend zijn.
»Wij zijn overtuigd", aldus luidt het slot
van zijn opstel dat èn de minister van koloniën,
èn de gouverneur-generaal niets liever zullen zien
dan vermindering van opium gebruik, zij het ook
met schade voor de Indische kas. Zij hebben des
te meer kans dat doel te bereiken wanneer zij
gesteund worden door de publieke opinie." Om
deze te helpen opwekken, schreef de heer Kielstra
zijn opstel, van oordeel zijnde dat de regeering
van beide staatslieden reeds in gezegende herin
nering zoude blijven, wanneer zij ook al
stellen zij in menig ander opzicht de verwachting
van velen te leur er slechts in konden slagen
deze éene, groote hervorming tot stand te bren
gende afschaffing der immoreele opium-ver
pachtingen en hare gevolgen en daarmede, het her
stel van den eerbied voor het gezag en voor de wet.
Door eene vergissing in het ons gisteren gezon
den telegram meldden wij dat bet voorstel der
heeren Lohman en Schaepman tot herziening van
het reglement van orde der Tweede kamer reeds
bij eindstemming was aangenomen. Dat is niet
zoo.
Op verzoek der voorstellers werd besloten de
eindstemming uit te stellen tot een nader te be
palen dag, te i einde het nog eens na te zien en
nadere voorstellen te doen tot verbetering van
redactie. Zij verzochten tevens, daarin te worden
bijgestaan door de commissie van rapporteurs,
met wie zij reeds, zooals de heer Schaepman dit,
tot groote hilariteit, opmerkte, zoo aangenaam
kennis maakten en met den voorzitter. Het re
glement kan dan 1 November in werking treden.
Door de kamer is hierna met 78 tegen 4 stem
men aangenomen het ontwerp tot verlenging van
het contract met het stoombootveer Enkhuizen
Stavoren, waarbij een derde groote boot in
dienst zal komen. De regeering stelde eene ver
beterde dienstregeling spoedig in uitzicht.
Eveneens werd aangenomen de overeenkomst
betreffende de verplaatsing der werkplaatsen voor
het materieel te Haarlem.
Ten slotte is dien dag aangevangen het debat
over het analytisch verslag, dat door den heer
Borgesius sterk bestreden werd.
Uit Goes wordt ons geschreven
Bij de regeering bestaat het voornemen tot
verbouwing der bovenverdieping van het admini
stratiegebouw onzer strafgevangenis, tot lokaliteit
waar het kantongerecht zijne zittingen houden
kan en waar ook het bureau gevestigd zal worden.
Tot dusverre hield het kantongerecht zijne
zittingen op het stadhuis en trok de gemeente
daarvan eene jaarlijksche huur van 500, welke
post van ontvangst dan natuurlijk komt te ver
vallen.
Die bezuinigingsmaatregel is voor de gemeente
een belangrijk verlies, maar men kan niet zeggen
dat de regeering in deze onbillijk is. 500 jaar
lijksche huur vertegenwoordigt (a 4 pet.) een
kapitaal van 12.500, en zooveel zal het bedrag
der verbouwing in de verste verte niet beloopen,
zoodat het werkelijk bezuiniging mag heeten.
Nog moet men in aanmerking nemen dat die
bovenverdieping voor een groot deel, zoo niet
geheel ongebruikt is, en men het dus de regeering
niet kwalijk nemen kan dat zij gebruik maakt
van een eigen lokaliteit in plaats van die van
anderen te huren.
Maar als Goesenaars betreuren wij het dat de
aandacht der regeering niet op iets anders is
gevallen, waarop bezuinigd zou kunnen worden.
Kolonel van Zuyleu spoort in het lib ld met een
warm woord tot deelneming aan de Parijsche
tentoonstelling aan en wijst o. a. op den steun,
dien de nijverheid in andere landen ondervindt,
ook waar officieele deelneming achterwege blijft.
Terwijl het Belgisch subsidie de commissie in
staat stelt de inzenders te helpen tegen 10 fr.
per M1 vloeroppervlak, is onze commissie verplicht
ƒ40 te vragen.
Kol. Van. Z'nylen heeft twee voorname redenen,
waarom wij niet weg mogen blijven, in de eerste
plaats een staathuishoudkundige, om der wille van
den handel, in de tweede een staatkundige, om het
buitenland te toonen, wat wij met onze koloniën
nog vermogen. Maar om iets tot stand te brengen
moet er geld zijn en blijft de regeering in gebreke
dan moeten Nederlandsche belangstellenden en
belanghebbenden helpen.
De Nederlandsche commissie voor de Parijsche
tentoonstelling nu verzoekt ons het volgende ter
kennis van belanghebbenden te brengen.
Het hoofdbestuur te Parijs had aanvankelijk
besloten alle voedingsmiddelen, zoowel van Fran-
sche als van vreemde herkomst, te vereenigen in
éen groot gebouw op de Quai dl Or say, le palais
des produits alimentaires, waar de inzenders een
zeer hoog bedrag voor plaatsruimte zouden heb
ben te betalen.
Op veler aandrang is echter op dit besluit in
zooverre teruggekomen, dat alleen de Fransche
inzendingen van dien groep in bedoeld gebouw
zullen komen, terwijl de vreemde landen hunne
inzendingen van dien aard afzonderlijk zullen
exposeeren in de gebouwen, waar ook de afdee-
ling landbouw haar plaats zal vinden.
Deze wijziging stelt de Nederlandsche commissie
in staat het plaatstarief voor de voedingsmidde
len aanmerkelijk te verminderen. De inzenders
van dien groep zullen thans 20 per M1 vloer
oppervlakte, of 10 per M1 muuroppervlakte
hebben te betalen, waaronder ook de transport
kosten naar Parijs heen en terug begrepen zijn.
Overigens zijn op deze inzendingen de gewone
bepalingen van het algemeen reglement voor de
Nederlandsche afdeeling toepasselijk.
Meerdere inlichtingen, zoo schriftelijke als mon
delinge, zullen gaarne worden verstrekt door het
bestuur der commissiewaarvan het bureau,
Heerengracht 435, Amsterdam, dagelijks van 10
2 uur is geopend.
In de N. R. Crt komt de heer H. Burger op
tegen de berichten omtrent de ruwheid, de hand
tastelijkheid, de mishandelingen, waaraan de a-
leden van het Leidsche studentenkorps zouden
blootstaan. Hij waarschuwt tegen de lichtvaar
dige wijze, waarop sommige persorganen hunne
taak, het publiek voor te lichten, opvatten en
wil de ouders geruststellen.
»Wat nu is het geval zoo schrijft hij. »Wij
hebben een groentijd, zooals wij dien sinds jaren
kennen, met zijne joligheid en gezelligheid, fees
ten en examens, visites, groenentafels en groen-
partijtjes, sophismenrijke debatten, oude en nieuwe
geestigheden. Hierbij zou dan »handtastelijkheden"
moeten worden gevoegddoch die treden bij al
het genoemde zoozeer op den achtergrond de
wet der gewoonte (een officieele groentijd bestaat
nietverbiedt ze zoo absoluut, dat toen zij zich
evenals wel eens vroeger, en slechts bij enkele
jongere korpsleden, begonnen te vertoonen, de
publieke opinie er snel een einde aan heeft ge
maakt. Als een uitvloeisel van die opinie mag
worden beschouwd eene proclamatie, door het
collegium aangeplakt in de studenten- en in de
groenen-societeit, waarbij de oudere korpsleden
werden opgewekt, door hun invloed elke moge
lijke uiting van ruwheid bij de jongeren te on
derdrukken, en waarbij »ten overvloede" straf
werd bedreigd. Deze opinie is zoo algemeen, dat
toen, vóór enkele dagen, de quaestie in de korps
vergadering ter sprake kwam, hier eene volkomen
eenstemmigheid heerschte en een woord van
sympathie met het optreden van het collegium
zeer algemeen is toegejuicht-
»Van handtastelijkheden nu en dan ook geen
sprake meerom van mishandeling, rouw en
vernietigde gezondheden niet eens te reppen. De
proclamatie is slechts een bewijs van de activiteit
van het tegenwoordig collegium, en duidt geens
zins op buitengewone omstandigheden.
»Hoe komen nu onze schriktijdingen in de we
reld Zeer eenvoudig Een Leidsch dagblad
verslaggever ontdekte toevallig de slechts intra
muros aangeplakte proclamatie, en drukte die
bij vergissing in zijn orgaan af. Dit laatste be
tuigde zelf in een volgend nummer zijii spijt
over de plaatsgevonden opname."
Die opname gaf anderen bladen het sein te
phantaseeren in 's Blaue hinein
Voor de gezamenlijke uitgaven voor den aanleg
van staatsspoorwegen, in het jaar 1889 te doen,
wordt ƒ3.774000 geraamd. Daar het vermoedelijk
batig slot van vorige dienstjaren op 1.679000 is
begroot, moet de bijdrage voor den aanleg van
staatsspoorwegen uit de middelen van 1889 op
ƒ2.095000 gesteld worden.
Van de werken voor de volgens de wetten van
1860 en van 1873 aangelegde lijnen zijn nog te
maken de voltooiing der stations te Amsterdam
en de oprichting van een definitief hoofdgebouw
op het station te Nijmegen.
Met den 16en dezer worden geplaatst aan boord
van Zr Ms stoomschip Van Galen de adelborsten
le klasse L. P. W. van der Wal, B. Tack, R. van
Leent, J. P. F. van der Mieden van Opmeer, P.
H. Z. Marcella, G. van Hulstijn, G. J. van Gendt,
C. Witsen Elias, jhr L.F.Martini, J. S. A. Kroon,
C. Craandijk, J. Birnie, A. C. de Joncheere, J. B.
M. ten Bosch en de adjunct-administrateur H. G.
Havik.
Te Amsterdam is overleden de heer Joh. O.
Zimmerman, koopman en oud-lid van gedep. staten
van Noord-Holland. Hij was ook een gelukkig
beoefenaar der letterkunde, en vele jaren tegelijk
met zijn vriend Potgieter, wiens werken hij heeft
verzameld, redacteur van De Gids, in welk tijd
schrift men vroeger menig opstel van zijne hand,
fijn gestileerd en tintelend van geest, aantrof.
Zimmerman was in 1828 te Batavia geboren
en met hart en ziel de liberale beginselen toe
gedaan.
De Globe van October bevatkeizer Friedrich
de politie te Berlijnde wonderen van La Plata;
is snel en heet eten schadelijk Anita Gari
baldi een zonderlinge audiëntiede fluittaal.
Lantaarn no. 19 bevat een plaat: Het militai
risme in gevaar. Teekening door J. Holswilder.
En verderBrieven aan Keesje door Willy (no.
1 Excentriciteit). Een schrijfster van naam in de
toekomst (De Motten in ons midden.) door Henr.
v. d. M. Nog eens Multatuli en het wetenschap
pelijk knaagdier door J. J. van Laar. A. J. de
Bull door J. H. R.
Tegelijk met een vierden druk van Vosmaer'»
Amazone verschijnt binnenkort een nieuw onvol
tooid gebleven werk van denzelfden schrijver.
Onder den titel Eene inwijding zullen wij hier,
naar 'f Vad. meldt, het verhaal ontvangen van
een huweljjksreize door Zwitserland en Italië.
Volgens het verslag der voornaamste gebeurte
nissen in het gouvernement Atjeh en onderhoo-
righeden, loopende van 3 tot 18 Augustus, werden
op Groot Atjeh verscheidene posten in de linie,
vooral Lambaroe, zoomede ook de stoomtram, nu
en dan nogal beschoten. De telephonische ge
meenschap werd hier en daar verbroken en eenige
honderden strekkende meters draad door Atjehers
medegenomenterwijl ook de rails der trambaan
op eenige plaatsen door den vijand werden be
schadigd; bij het herstellen der aangerichte schade
werd op de arbeiders en de tot dekking aange
wezen militairen geschoten, waarbij éen arbeider
en éen inlandsch fuselier gewond werden.
Wat de onderhoorigheden betreft, op de west
kust bleef de toestand stationair.
Te Melaboe was het wederom rustigonze ver
sterking aldaar werd niet meer beschoten.
In den namiddag van den 18den Juli werden
te Edi twee oppassers van den Radja op weg naar
Koele Edi door een viertal personen overvallen,
zwaar verwond en van hunne geweren beroofd.
Wie de aanvallers waren, kwas nog niet met
zekerheid bekend.
Op den lOen Augustus werd in de bovenstreken
van Segli wederom een vrij hevig gevecht gele
verd tusschen Toekoe Bintara Tjoemboek en Toe
koe Bintara Kempangan. Omtrent den uitslag
waren nog geene berichten ontvangenvolgens
geruchten zou de eerste overwinnaar zyn geble
ven èn Boesoeh hernomen hebben.
Op onze versterking te Segli, waar sedert den
29en Juli bijna geen schot was gevallen, werden
op den 17en Augustus weder eenige schoten
gelost.
De weersgesteldheid bleef zeer warm, droog
en drukkend.
In de Atjehsche kampongs breidde de pok
ziekte zich niet uit. De gezondheidstoestand was
minder gunstig; de stand der beri-beri echter
gunstig, terwijl het ziekte- en sterftecijfer lager
was dan in den vorigen verslagtijd.
Beroepen te Yelzen de heer G. P. Kruijff, pred.
te Domburg.
Bedankt voor het beroep naar Zierikzee door
den heer Kan, predikant te Yelp.