N\ 231.
131e Jaargang.
1888:
Zaterdag
29 September.
Middelburg 28 September.
Dit blad verschijnt d a g e 1 ij k s,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per 3/m. franco 2.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Advertentiën: 20 Cent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten, enz.: van 1-7 regels ƒ1.50;
iedere regel meer ƒ0.20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Onderwijs.
Rechtszaken,
MIDDELBIIRGSC
Agenten te Vlissingen: P. G. de Yeï Mestdagh Zoon, te Goes; A. A. W. Bolland, te Kruiningen: Pvan dek Peijl, te Zierikzee: A. C. de Mooij en te Tholen: "WA. van Nieuwenhduzen.
Verder worden door alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aangenomen en nemen ook het algemeen advertentiebureau van Nijgh van Ditmak te Rotterdam, en de firma B. van der
Kamp te Groningen, voor de Noordelijke provinciën, annonces aan. Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicitó étrangère G. L. Daube Cie., John P. Jones, opvolger;
voor België A. Gkosjean Co. te Brussel.
■iPouvoir óblige Als de meerderheid der kamer
tegen den zin der minderheid eene regeling door
drijft, die zij zegt in het belang der minderheid
Voor te staan, dan drage zij ook van de doorge
dreven zaak de volle verantwoordelijkheid en als
de werkzaamheden der kamer, gelijk te verwachten
is, er door bedorven worden, dan ruste op die
meerderheid alleen de schuld". Aldus ongeveer
zoo schrijft de bewerker der kameroverzichten
in de N. R. Ct., eindigde de heer Rutgers
van Rozenburg Donderdag eene van die geestige
en snijdende redevoeringen, waarvan hij alleen
het geheim bezit. De uitslag der stemming over
art. 365 van het voorstel der heeren Lohman en
Schaepman echter logenstrafte het vermoeden van
den heer Rutgers. Met 49 tegen 44 stemmen
verwierp de kamer dit artikel, dat de verkiezing
der commissieleden door groepen van 20 leden
der kamer inhield. Deze uitslag werd verkregen
door de aaneensluiting der geheele liberale partij
waarvan de vijf Woensdag op het eind der
vergadering afwezige leden present waren
gesteund door de stemmen van de heeren Bahl-
mann, Fabius en Huber van de rechterzijde en
van den heer Domela Nieuwenhuis.
Aan deze stemming ging een debat vooraf, dat
juist niet naar den zin van de rechterzijde scheen
te zijn; althans tot tweemalen toe gaf de heer
Lohman te kénnen, dat hjj de discussie noodeloos
vond. Woensdag, meende hij, was door de aan
neming van art. 36a ten gunste van de commissiën
van voorbereiding met al hare ap- en dependentiën
beslist; het debat thans te heropenen had slechts
ten doel om door afstemming van art. 365 indirect
op de den vorigen dag gevallen beslissing terug
te komen.
Deze bewering werd afdoende bestreden door
den heer Yan Houten, die in het licht stelde dat
men door de aanneming van art. 36a op Woensdag
slechts in het reglement van orde had vastgesteld
wat thans reeds zonder eenige bepaling in dat
reglement geschiedtnl. dat er in bijzondere
gevallen voor het onderzoek van wetsontwerpen
bijzondere commissiën kunnen worden benoemd.
De kamer had de volle vrijheid behouden, alsnog
over de wijze van benoeming van de leden
dier commissiën elke beslissing te nemen, die
zij goedvond."
En zoo geschiedde het.
Wij namen deze regelen over, omdat de be
handeling van het vraagstuk gisteren, na de
Woensdag genomen beslissing, menig lezer zeker
niet duidelijk is geweest.
Het ontbrak in de zitting van Donderdag ook
niet aan scherpte, vooral van de zijde des heeren
Lohman.
Hij verweet, evenals Woensdag de heer Schaep
man, den liberalen partijdigheid bij het benoemen
van de commissiën van rapporteurs.
Dit gaf den heer De Beaufort aanleiding tot
eene pertinente tegenspraak en een beroep op
alle partijen; of het niet steeds bij de begrootiu-
gen de usantie was geweest, ook in secties, waai
de liberale partij de meerderheid had, een of meer
leden der rechterzijde tot rapporteurs te kiezen.
Nog het vorige jaar was de tegenwoordige mi
nister van koloniën rapporteur over de Indische
begrooting geworden in eene sectie, waar de libe
ralen in de meerderheid waren.
Eene grappige opmerking van den heer Schaep
man gaf ten slotte aanleiding tot vroolijkheid.
Bij art. 36e merkt de heer Veegens op, dat,
waar gesproken wordt van lid, niet kan gespro
ken worden van de afdeelingen, waartoe het be
hoort, maar dat hij beter is. Het lid is toch man
nelijk.
De heer Schaepman antwoordde dat het buiten
kijf is, dat een lid der kamer mannelijk is, doch
dat het grammaticaal beter is het onzijdig te
laten, hierbij natuurlijk niet denkende aan de
politieke richting.
Bet Vaderland meent dat Donderdag indirect
wèl op de Woensdag genomen beslissing is terug
gekomen, dank zij de voltallige opkomst der lin
kerzijde en een prijzenswaardige zelfstandigheid
van eenige leden der rechterzijde. De kamer
was, zegt het blad, trouwens no^geheel vrij, wat
de heer Lohman ook mocht beweren. Men kan
niet zeggen, dat er niet van beide zijden alle
zeilen werden bijgezet om van de aanwijzing der
bijzondere commissie van voorbereiding een par
tij-kwestie te maken. Evenwel bleven de heeren
Puber en Fabius aan hun votum tegen het stel-
»el hunner leiders getrouw, terwijl de heer Trava-
glino afwezig was en in zijn plaats de heer'Bahlman
tegen stemde. Het resultaat was, dat bij afwe
zigheid van nog 6 leden der rechterzijde het
voorstel-Lohman-Schaepman, om commissiën van
voorbereiding te doen benoemen door den voor
zitter, op voordracht van 20 leden voor elk lid
met 49 tegen 44 stemmen werd verworpen.
Na de beslissing over de pointe van het
voorstel der heeren Schaepman en Lohman ligt
het geheele stelsel van de leiders der meerder
heid ontzield.
Et tu Bruteriep de heer Lohman in wanhoop
en verontwaardiging den heer Fabius toe. Dat deze
«standaaxd"-drager hun nog den doodsteek moest
geven
De heer E. H. Stieltjes wijdt in den Ingenieur
een beschouwing aan den «belangrijken maatregel"
der opheffing van de afdeeling waterstaat B. Hij
keurt dezen onverwachten maatregel af, als niet
gerechtvaardigd door de meer en meer naderende
voltooiing van het in aanbouw zijnde staatsspoor-
wegnet. Immers, de afd. waterstaat B. was belast
met alles wat de spoorwegen betrof, niet alleen
met de staatsspoorwegen, maar met alle vraag
punten van exploitatie en uitbreiding, ook voor
particuliere spoorwegen, locaal spoorwegen, tram
wegen. Doordien de chef der afdeeling tevens
belast was met de leiding en het toezicht op den
aanleg der staatsspoorwegen, ontstond een gedeel
telijke samensmelting van dien aanleg met het
beheer over de spoorwegen in het algemeen.
«Naarmate de werkzaamheden voor dien aanleg
verminderden," zegt de schrijver, «namen die be
treffende het beheer, de uitbreiding enz. toe.
«Noodwendig moest bij den geheelen afloop
van den aanleg van staatsspoorwegen ontslag
worden verleend aan het tijdelijk personeel, bij
dien aanleg verbonden. Het lag echter voor de
hand, dat de afdeeling spoorwegen als zoodanig
behouden zou blijven, en dat zelfs een deel van
het personeel bij genoemden aanleg, dat sedert
lang feitelijk bij die afdeeling had gewerkt, daarbij
in vasten dienst zou overgaan.
«Dit is niet geschied. De geheele afdeeling
spoorwegen is opgeheven, en de vaste ambte
naren daarbjj zijn bij andere afdeelingen geplaatst.
De betrekking van chef der afdeeling is dienten
gevolge vervallen en aan de ambtenaren bij den
aanleg van S. S. is, ook voor zooverre zij werk
zaam waren bij de afdeeling spoorwegen, ontslag
verleend. Wel bleek de noodzakelijkheid technische
en administratieve krachten van den aanleg van
S. S. bij het departement te detacheeren, maar
deze hulp is slechts tijdelijk aangesteld, en het
heeft dus den schijn alsof het beheer der spoor
wegen in het vervolg slechts aan administratieve
krachten zal worden toevertrouwd.
«Deze regeling mag verwondering wekken,"
en de schrijver doet de nadeelen daarvan uitkomen.
Men moest beproefde werkkrachten behouden
bezuiniging wordt er niet door verkregen.al te
groote inkrimping van staatsbemoeiing is hier
zeer af te keuren, waar het een bezit van 250
millioen van den staat geldt. Een behoorlijke
controle, waaraan nog veel ontbreekt, eischt een
krachtige afd. voor de spoorwegen.
Nu door de Nieuwe Rotterdamsche maatschappij,
directie Alex. Faassen C een ernstige poging
wordt gedaan om voldoenden steun te krijgen
voor het geven van een zeker aantal voorstel
lingen, in het a. seizoen, te Middelburg en te
Goes, en waarschijnlijk de campagne spoedig zal
geopend worden met den Millioenen-oom, meenen
wij de aandacht onzer lezers te mogen vestigen
op hetgeen de bekende recensent van het Vader
land de heer Loffelt, die allerminst spoedig te
vreden is, over dit gezelschap schrijft, ook naar
aanleiding der opvoering van bovengenoemd stuk
op Woensdag avond. Hij zegt dan«Met zeer
veel genoegen woonde ik de voorstelling bij en
het publiek werd door het stuk zoo aangenaam
bezig gehouden, dat na elk bedrijf de artisten
teruggeroepen werden. Het blijspel is inderdaad
aardiger en tooneelmatiger, dan de helft der
stukken, die het Nederlandsch Tooneel sedert zijn
optreden op het repertoire gebracht heeft.
»Nu moet gezegd worden, dat de artisten der
Nieuwe Rotterdamsche Schouioburg-maatschappij de
rollen voor het meerendeel uitmuntend wisten te
bezetten. Ik wist niet, dat dit tooneelgezelschap
twee zulke voortreffelijke artisten bezat als de
heeren Alex. Faassen en M. vanNieuwland. Men
mag onze kleine steden, waar dit gezelschap
dikwijls optreedt, gelukwenschen met de gelegen
heid die hun gegeven is, zulke doordachte en
doorwerk te kunst te zien".
De heer Loffelt vindt deze voorstelling zoo be
langrijk dat hij zich voorstelt daarop nader in
een feuilleton terug te komen.
Ook de recensent van het Dagblad, mr De Y.
spreekt met veel lof over de opvoering van Een
Millioenen-oom.
Onder de periodieke werkjes, die geregeld de
persen der heeren J. C. en W. Altorffer alhier
verlaten, bekleedt Altorffers spoorweggids voor
Nederland eene voorname plaats. Dat het pret
tige en aangename lecteur is die duizenden namen
van plaatsen en tien duizenden cijfertjes wie zal
het beweren, maar dat de inhoud van het boekje
een zeer nuttige is zal zeker wel iedereen toe
stemmen.
Het boekje vindt om zijne practiche inrichting
en accurate bewerking veel koopers en ieder
maal dat een nieuwe dienstregeling verschijnt
zorgen de uitgevers voor een verbetering of ver
meerdering van den inhoud.
Ditmaal is aan het werkje toegevoegd een zeer
duidelijk schetsje der spoorweglijnen in Neder
land en van enkele buitenlandsche lijnen, terwijl
ook de opgaaf der doorgaande rijtuigen aanzien
lijk is vermeerderd.
De wintel-dienstregeling 1888/89 in dezen gids
zal als naar gewoonte wel zijn weg onder het
publiek vinden, te meer daar na al de aanvullin
gen toch de prijs op vijf centen is behouden.
De Standaard merkt op, dat het heengaan van
dr. Mezger een teleurstelling is, vooral na zijn
cordate weigering den vorigen zomer.
Toch rechtvaardigt dit, volgens het blad, niet
den toon, waarop thans over zijn heengaan ge
schreven wordt.
Dat heengaan blijft een verlies.
«Een verlies voor ons land, dat door Mezgers
naam in tal van kringen buitenaf den roep
herwon, van te kunnen bieden wat geen ander
land bood.
»E'en verlies voor onze stad, die om hem velen
trok, die anders zich om Amsterdam niet be
kreunden.
»Maar een verlies bovenal voor die velen, die
geen reis naar Wiesbaden aankunnen, en thans
te Amsterdam de gelegenheid missen zullen om
heul bij zijn massage te zoeken.
«Want wel, dit stemmen we toe, zullen er
andere doctoren opstaan, die zijn stelsel besten
digen, evengoed als Nonhebei dat te Brussel doet
maar masseerende geneesheeren telt ook het
buitenland bij menigteen toch kwam men uit
het buitenland steeds naar Amsterdam.
«Mag dan miskend, dat dr. Mezger voor de
kunst van massage een zeldzaam talent bezat en
matador in zijn vak was
«En laat hij, bij zijn heengaan, niet een monu
ment van zijn kunst achter in die velen in en
buiten Amsterdam, die nog strompelen en kwijnen
zouden, als Mezger's duim en vinger hun geen
verrassende genezing getooverd had
Uit Wiesbaden wordt aan de Frankfurter Zeitung
geschreven, dat de overeenkomst tussehen doctor
Mezger en de aandeelhouders van het Sanatorium
namens dezen onderteekend is door hofraad Bauer
en den heer Berthold Schiff. Yoorloopig zal de
geneesheer, die nog in dit jaar naar Wiesbaden
zal vertrekken, daar zijn consulten geven in een
gebouw, dat de maatschappij tot dit doel beeft
ingericht. Te Wiesbaden wordt er bijgevoegd
heerscht allseitige freudige Erregung.
Yoor hen, die kosteloos onderwijs wenschen te
ontvangen in den wapenhandel, is het vermoedelijk
niet overbodig te worden herinnerd aan de bepaling
dat de aanmelding voor 1 October moet geschieden
onder overlegging van eene geboorteakte, of van
een extract uit het geboorteregister, alsmede van
een certificaat van goed gedrag afgegeven door
den burgemeester der gemeente, waar de jongeling
woont. Zij, die zich vóór gemelden datum niet
hebben aangemeld, worden niet tot de cursussen
toegelaten.
De le luitenant-adjudant Pické, in garnizoen
te Roermond, wordt met 1 October gedetacheerd
aan da krijgsschool te 's Gravenhage.
De Delftsche Ct verneemt, dat door den minister
van koloniën tien Indische ambtenaren (allen
leerlingen der Delftsche instelling voor onderwijs
in de taal-, land- en volkenkunde van Ned.-Indië)
extra ter beschikking zijn gesteld van den gou
verneur-generaal van Ned.-Indië.
Behoudens mogelijke wijziging, geeft het blad
als volgt de namen van de geslaagden, naar
volgorde der ranglijst, die voor de ter beschik
baarstelling in aanmerking zullen komen F. W.
Steenstra Toussaint, P. Merkus Pz., H. J. de Groot,
N. A. van Barneveld, J. W. E. Wessels, J. C. S.
van Kraaijenoord, W. G. Blanken, C. J. Feith, A.
Ardesch, W. M. Brouwer.
Yolgens een gerucht, zal de minister van
koloniën voorstellen de betaling der bij de koffie
cultuur ingedeelden 1 per pikol te verhoogen.
Het ligt verder in zijn bedoeling de spoorlijn
naar Tjilatjap te voltooien.
Het vraagstuk van invoering van gemeentelijke
besturen is in Indië opnieuw aanhangig gemaakt.
De Locomotief geeft het volgende staaltje van
de traagheid waarmede de Indische regeering
maar al te vaak te werk gaat. Yier jaren ge
leden, nl. in Aug. 1884, werd door een van Se-
marang's ingezetenen de erfpacht van een perceel
aangevraagd in Soekaboemi, naar zeer oppervlak
kige schatting 200 bouws groot. Anderhalf jaar
later kreeg hij de beschikking, dat hij het land
mocht laten opmeten en zijne aanvrage dan in
overweging zou worden genomen tegen een canon
van 3 per bouw. Bij de opmeting bleek het
stuk 340 bouws groot te zijn. Daar een jaarlijk-
sche pachtsom van ruim 1000 hem te hoog was,
vroeg de aanvrager toen, de geheele uitgestrekt
heid te mogen hebben voor 1 canon per bouw,
of wel 200 bouws tegen 3 per bouw. In Sept.
des vorigen jaars was requestrant, die nog steeds
geen antwoord ontvangen had, zelf bij den G.-G.
op audiëntie, en kreeg de bepaalde toezegging,
dat op zijne aanvraag nu met spoed beslist zou
worden. Thans, in Aug. 1888, dus vier jaren na
dato, heeft hij die beschikking nog niet ontvangen
Het bericht dat de Pruisische regeering het
voornemen zou hebben het Duitsche gedeelte van
de lijn BokstelWesel aan te koopen, wordt
thans weer onjuist genoemd.
Tot deskundigen, belast met het afnemen der
naj aars-examens lager onderwijs in Zeeland, zijn
benoemd de heerenW. van Kamer, hoofd der
openb. school C te Ylissingen, voor de theorie
van onderwijs en opvoedingP. G. de Jager,
onderwijzer der R. N. lessen en hoofd der openb.
school A, en J. H. van Linschoten, hoofd eener
bijz. school, te Middelburg, voor lezen en Ned.
taalJ. Bevelander Schoo, directeur der R. N.
lessen te Oostburg, wonende te Groede, voor het
rekenenJ. Swart, onderwijzer der R. N. lessen
te Goes en hoofd der openb. school te 's Graven
polder, voor de aardrijkskunde en het schrijven
J. W. Slager, onderwijzer der R.1* N. lessen te
Tholen en hoofd der openb. school te St Anna-
land, voor de vaderlandsche geschiedenis-dr H
Japikse, leeraar aan de R. H. B. S. en onderwijzer
der R. N. lessen te Middelburg, voor de kennis
der natuur A. Cense, onderwijzer der R. N. lessen
te Middelburg, voor de vormleerA. Lijsen,
onderwijzer aan de rijks-kweekschool voor onder
wijzers te Middelburg, voor het zingenen de
damesS. H. W. Klaar, hoofd der openb. school
D, en J. Barends, onderwijzeres aan de rijksleer
school, te Middelburg, voor de nuttige handwerken
voor meisjes.
Benoemd tot onderwijzer te Poortvliet de
heer W. J. Boogaard te St. Philipsland.
Bij kon. besluit is benoemd tot rechter in de
arrondissements-rechtbank te Rotterdam, mr. G.
Polak Daniels, thans substituut-griffier bij gemeld
college.
Aan mr. A. Slingenberg is, op zijn daartoe
gedaan verzoek, met ingang van 1 October 1888,
eervol ontslag verleend als notaris te Coevorden.
Arrondissements-rechtbank te Middelburg
Heden, Yrijdag, zijn veroordeeld wegens
diefstal: P. d. L. 16 j., Camperland (Wis-
sekerke), P. K. 26 j. en P. P. 20 j., beiden Wis-
sekerke, landmansknechts, ieder tot 3 b. s. 3
d. h. en J. C. D. 11 j. en M. P. 10 jbeiden
Yerseke, ieder tot 1 b. s. 2 d. h.;
beschadiging van eensanders goed
M. V. 22 j., timmermansknecht Nieuwdorp, tot
7 d. gev.
w e d e r s p a n n i g h e i d A. K. 27 j., arbeider
Yerseke, tot 7 d. gev.
slaan van een bedienend beambte;
J. Y. 24 j., schipper Yerseke, tot 7 d. gev.;