N4. 227. 131e Jaargang. 1888. Dinsdag 25 September. BEKENDMAKINGEN. Ittilitaire oefeningen. Middelburg 24 September. Dit, blad verschijnt d a g e 1 ij k s, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per 3/m. franco 2. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent. Advertentien; 20 Cent per regel. Geboorte-, Trouw-, Doodberichten, enz.: van 1-7 regels ƒ1.50; iedere regel meer ƒ0.20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. GEMEENTERAAD. MIDDELBURGSCHE COURANT. o i j Agenten te Vlissingen: P. G. de Vey Mestdagh Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: P. van deb Peul, te Zierikzee: A. C. de Mooij en te Tkolen: W. A. van Nleuwenhuijzen. Verder worden door alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aangenomen en nemen ook bet algemeen advertentiebureau van Nijgh van Ditmab te Rotterdam, en de firma B. van de* Kamp te Groningen, voor de Noordelijke provinciën, annonce# aan. Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Datjbe Cie., John F. Jones, opvolger; voor België A. Gbosjean Co. te Brussel. De burgemeester van Middelburg maakt bekend, dat op Woensdag den 26 September 1888, des na middags te 1 uur, een openbare zitting van den gemeenteraad zal plaats hebben. Middelburg, den 24 September 1888. De Burgemeester voornoemd, S C H O R E R. De burgemeester van Middelburg, gezien een schrijven van den commissaris des konings in Zeeland van den 22 Sept. 11., brengt ter kennis van zeevarenden, dat de schietoefeningen bedoeld bij publicatie van den 30 Juli 11., zijn geëindigd en de ter afbakening geplaatste tonnen zijn opgenomen. Middelburg den 24 September 1888. De burgemeester voornoemd. S C H O R E R. Hoofdstuk V der staatsbegrooting (Binnenland- sche zaken) is door de regeering 183.368.53 lager dan verleden jaar geraamd. Bij het ontwerpen dezer raming is zooveel mogelijk gestreefd naar bezuiniging. Vermeerdering van sommige posten is het gevolg van onvermij delijke eischen van den dienst of van noodzakelijke voorziening in lang gevoelde behoefte. In het bijzonder is hierop gelet bij de raming der uitgaven ten behoeve van het lager onderwijs. De vermindering op desbetreffendde posten be draagt niet minder dan 129.296.66^ waarvan f 28000 op het artikel Toelagen aan kweekelingen bij de rijkskweekscholenJ 9000 op het artikel subsidiën voor kweekscholen voor onderwijzers; f 50.000 op het artikel Normaallessen; f 25.000 op den post ter uitvoering van art. 49 der wet op het lager onderwijs; 1666.66» op het artikel Ver schillende uitgaven voor speciale inrichtingen voor onderwijs enz. Onder de uitgaven ten behoeve van het lager onderwijs trekken de buitengewoon hooge kosten voor de opleiding van onderwijzend personeel bijzonder de aandacht, en wel in de eerste plaats de opleiding aan de rijkskweekscholen voor on derwijzers. De opleiding van eiken onderwijzer die aldaar gevormd is, kost blijkens de resulta ten van de laatste jaren, den staat 3500 gld. Ernstig wordt overwogen of reeds bij het einde van den thans loopenden cursus een dier scholen zal kunnen worden opgeheven; doch ten einde die kosten eenigszins te verminderen wenscht de minister, voor zooveel die scholen betreft, het daarheen te leiden, dat met wijziging der rege len voor die inrichtingen, vastgesteld bij kon. besl. van 28 Mei 1879 (S. B. no 105), aan de kweekelingen geen huisvesting en verpleging voor rekening van het rijk meer worde verschaft. Bij het ontwerpen der bestaande regeling, gaf het schooltoezicht reeds te kennen, dat het af schaffen van de zoogenaamde beurzen voor kwee kelingen leiden kon tot een gezonder toestand, die verwacht werd als geen gebrek aan onder wijzers meer zou bestaan. Daar intusschen in de gemeenten, waar rijks kweekscholen bestaan, ook normaallessen worden aangetroffen, met een voldoend getal kweeke lingen, aldaar woonachtig, die de rijkskweekscho len kunnen bezoeken, ware het doel, met de in 1887 in de regeling voor de rijkskweekscholen gebrachte wijziging beoogd, spoediger en beter bereikt door afschaffing der beurzen, waarvan het gevolg zou zijn, dat alleen jongelieden, wier ouders genoegzaam bemiddeld waren om zelf de kosten te dragen, toegang tot de rijkskweekscholen zouden verlangen. Sedert het aantal onderwijzers, die in het bezit eener akte van bekwaamheid zijn doch geen plaatsing kunnen vinden, jaar lijks toeneemt, is er geen voldoende reden meer om het stelsel van beurzen bij de kweekscholen, zij 't ook dat het strekt ter vervanging van een internaat, te handhaven. De min. acht het daarom wenschelijk, met ingang van den cursus 1889—1890, geen toelagen voor huisvesting en verpleging van kweekelingen, opgeleid bij de rijkskweekscholen voor onderwijzers, meer be schikbaar te stellen, met dien verstande dat de thans aanwezige kweekelingen de hun verleende beurzen behouden, totdat zij de inrichting ver laten en de toegelatenen tot den cursus 1888— 1889 daarvan alsnog in het bezit worden gesteld. Over het geheel valt daardoor voor het jaar 1889 een bediag van 28.000 vrij. Onder de gesubsidieerde kweekscholen voor onderwijzeressen zijn er twee, die van Haarlem en Arnhem, geene gemeentelijke instellingen doch geheel van particulieren aard. Volgens art. 90 van de wet op het lager onderwijs is voor het verleenen dezer subsidiën een uiterste termijn toegestaan tot 1 November 1890. De minister meent echter dat, zoolang niet de bijdragen aan bijzondere kweekscholen door de wet zijn geregeld, niet langer uitzondering behoort te worden ge maakt voor de twee hier genoemde scholen. Teneinde echter het bestuur der scholen bekwamen tijd te geven om de door het vervallen der sub sidiën noodige voorzieningen te nemen ten opzichte van het financieel beheer, wordt voorgesteld de subsidiën nog te verleenen tot 1 September 1889 waarvoor 9333.33 wordt uitgetrokken. De post voor rijksnormaallessen is verminderd met 50.000. Onder de bestaande omstandigheden schijnt het raadzaam de normaallessen gaandeweg te beper ken en allereerst niet langer de inrichtingen te behouden die een te gering aantal kweekelingen tellen om hare instandhouding te wettigen. Ook zijn op een aantal plaatsen aan de normaallessen voorbereidende klassen verbonden, die zonder gevaar kunnen vervallen. Vermindering der bui tensporig hooge bedragen, die in de laatste jaren aan de opleiding van onderwijzers werden be steed, wordt ook om financieele redenen dringend vereischt. De regeering is voornemens in deze richting met kracht werkzaam te zijn. Het overleg, daaromtrent met de inspecteurs van het lager onderwijs gepleegd, is evenwel nog niet ten einde gebracht. De toelagen ten behoeve der arrondissements bibliotheken en onderwijzersbijeenkomsten zijn teruggebracht tot 75 per jaar, waardoor 3000 is verminderd. Het subsidie aan de kweekschool voor bewaar- schoolhouderessen te Leiden, groot 5000, stelt de minister voor om ook slechts te verleenen tot 1 September 1889het artikel is derhalve ver minderd met 1666.66j. Voor de afwending van het gevaar, waarmede besmettelijke ziekten den veestapel bedreigen, is 50.000 minder geraamd. Aanleiding hiertoe gaf het resultaat van de strenge handhaving van de bepalingen der veeartsenijkundige politie. Het totaal der verminderingen bedraagt f 308.051.665. He vermeerderingen bedragen te zamen 124.683.33$, waaronder j 10.000 voor aankoop van terrein tot stichting van een gebouw tot woning van den commissaris des konings in Overijssel12.000 als eerste uitgaaf voor de zevende algemeene volksstelling23.500 als eerste termijn van den bouw van een nieuw na tuurkundig laboratorium bij de rijks-universiteit te Groningen begrepen zijn. Omtrent de ƒ20.000, in 1888 beschikbaar ge steld voor subsidiën aan inrichtingen van land- bouw-vakonderwijs, wordt medegedeeld dat bij het opmaken der begrooting van 1889 was, naar aan leiding van het overleg met de landbouw-com- missie aan de maatschappij van weldadigheid te Frederiksoord, ten behoeve van de door haar opgerichte boschbouwschool, een subsidie van 2500 was verleend; op de overige aanvragen kon nog geen beslissing worden? genomen. De Hollandsche maatschappij van landbouw was nog niet geslaagd in het vinden der noodige gronden voor het stichten eener leerhoeve van zuivelbereiding in de provincie Zuid-Holland. Van deze maatschappij worden nadere inlichtingen tegemoet gezien. Eene aanvrage van de Friesche maatschappij van landbouw voor de oprichting eener zuivel- school te Bolsward zou reeds tot een gunstige beschikking hebben geleid, ware het niet, dat deze maatschappij het door haar noodig geacht bedrag, na de in 1887 gedane aanvrage, zeer aanzienlijk had verhoogd. Het overleg wordt inmiddels voortgezet. Na ernstig onderzoek is de minister tot de over tuiging gekomen, dat, hoezeer ook de toestand de aandacht der regeering verdient, een wettelijke regeling van het zeevaartkundig onderwijs niet op den voorgrond behoeft te treden. De vraag is mede overwogen en zal nog nader een punt van overweging uitmaken, of wettelijke voorziening tegen het in dienst nemen van on gediplomeerde gezagvoerders of stuurlieden wen schelijk moet worden geacht. Het komt den minister echter voor, dat, hoe het antwoord op deze vraag luiden moge, vóór alles meerdere en betere gelegenheid tot voorbereiding voor de examens, zoowel voor hen die zich aan de groote, als vcor degenen, welke zich aan de kleine vaart wijden, noodzakelijk is. Tot dat einde wenscht de regeering bestaande particuliere of gemeente lijke zeevaartscholen op ruimer schaal te steunen dan tot dusver, en dien steun ook nader uit te strekken tot enkele scholen, waarvan de inrich ting nader noodzakelijk mocht blijken. Aan de toekenning van het subsidie zuilen mitsdien voor-' waarden worden verbonden, welke hoofdzakelijk zullen beoogen: lo dat in de gemeente, waar de zeevaartschool gevestigd is, voldoend lager onderwijs worde ge geven in de vakkenwelke voornamelijk voor den zeeman van belang zijn, ook in die vreemde talen waarvan de kennis voor hem onmisbaar is; 2o dat er behoorlijk toezicht op de zeevaart school worde uitgeoefenden 80 dat het leerplan de verordening op het getal en de jaarwedden der onderwijzers aan de zeevaartschool, alsmede de jaarlijksche begrooting van kosten aan de goedkeuring der regeering worde onderworpen. Voor 1889 is voor deze subsidiën 10,000 uit getrokken. Ook Het Centrumhet orgaan van dr Schaep- man, laakt de rede van den heer Beelaerts. Inderdaad, 't is ook ons ten eenenmale onbe grijpelijk, zegt dit blad, hoe een scherpzinnig man als de heer Beelaerts van Blokland, zich als voorzitter der kamer zoo ondoordacht op zulk een gevaarlijk terrein heeft gewaagd. Om de overweldiging door Willem III der Engelsche kroon van zijn schoonvader Jacobus II alleen uit een staatsrechtelijk oogpunt te prijzen, is reeds zeer gewaagd. Vele geleerde en hoog geplaatste protestantsche Engelschen keurden en keuren deze daad nog af. Doch te beweren, dat door den tocht van Willem III «de staatkun dige en godsdienstige vrijheden van Engeland op hechten grondslag gevestigd werden, tot heil van gansch Europa", dit is een onmogelijke stel ling, tot welker verdediging de Tweede kamer der Nederlandsche staten-generaal in elk geval de plaats niet is. Het Groninger weekblad maakt de volgende aardige en juiste opmerking omtrent de troonrede: Aan den boom kent men de vrucht. En deze ministerieele «boom" is aristocratisch in haar »doen" en behoudend in haar «laten". Met de gewoonte der studeerende jongelingschap in Nederland om aankomende studenten te laten groenloopen, hebben we ons nooit kunnen ver eenigen. Dat op fabrieken of in werkplaatsen, of zelfs op sommige scholen, de nieuwlingen worden afgeranseld, strookt met den toestand der beschaving of den leeftijd, maar aan onze univer siteiten moesten de jongelieden wat meer egards hebben jegens hen, die straks hunne broeders zullen heeten, en wien het, evenals hun, te doen is hooger geestbeschaving deelachtig te worden. Het «donderen" van groenen kan moeiljjk worden aangenomen als een eerste uitwerking van dat streven. Dat men de aankomende studenten aan plage rijen blootstelt, zou er echter desnoods nog door kunnen, wanneer zij niet te ver worden gedreven, maar hoe moet men denken over het volgende »De groentjes, zoo schrjjft de Amst. Crt., zijn 11. Donderdag te Utrecht hun eersten pleizierigen dag van onderdrukking en plagerij ingetreden. Het was kinderachtig en toch belachelijk om te zien, hoe die nieuwelingen een soort van optocht moesten maken, gedeeltelijk verkleed, met lange pij pen en vreemdsoortige mutsen op, alsmede eenigen met kindersabeltjes, fluitjes, enz. door eenige straten der stad, hier en daar in eenige huizen bewoond door oud-studenten hun bezoek gingen afleggen, Aan nieuwsgierigen ontbrak het natuurlijk niet." Wij zouden meenen, dat niet slechts de groenen worden uitgelachen, maar de reputatie van het geheele korps er onder lijdt, wanneer men stu denten, al zijn het ook pas aangekomenen, aan de publieke bespotting prijs geeft. Zijn de novitii eene soort van vuil linnen, dat gewasschen moet worden welnu men doe het dan e familie. Dat onze zonen «gedonderd" moeten worden door de oudere leden van het korps, in 's hemels naam, maar, men make hen niet tot de risée van het straatpubliek. ArnhCrt.) Aanstaanden Woensdag, 's namiddags te een uur, vergadert de gemeenteraad van Middelburg ter behandeling der onderstaande zakenInge komen stukken en de volgende voorstellen van burg. en weth.: tot wijziging der verordeningen op het lager onderwijs, voor zoover die het her- halingsonderwijs betreffen om hen te machtigen tot het aangaan eener huurovereenkomst met de erven mr H. F. Lantsheer ten dienste der duin waterleiding tot verhuring van een gedeelte der grasett'ng van het terrein bij de zwemschool en tot af- en overschrijving en beschikking uit den post voor onvoorziene uitgaven, begrooting 1888. Verder komen in behandeling een adres van den directeur der Midd. Stoomvaartmaatschappij betreffende de herstelling van den Kaaimuur bij de aanlegplaats der booten Stad Middelburgmet rapport van burg. en weth.een adres der com missie van liquidatie der Commercie compagnie, betreffende de vereffening van zaken, met voor stel van burg. en weth. Na behandeling van bezwaarschriften tegen den aanslag in de inkomsten-belasting voor 1888 zul len worden vastgesteld de begrooting der schut terij, die van het burgerlijk armbestuur en die van de gasfabriek allen voor 1889. In behandeling komt het voorstel van burg. en weth. tot verbouwing van de bewaarschool en tot reorganisatie van het voorbereidend onderwijs. Eindelijk zal worden overgegaan tot benoeming van een hoofd van school A en van leden der vaste commissiën. De prinses van Wales, die te Vlissingen ver wacht wordt om met de Osborne naar Engeland over te steken, zal heden (Maandag)avond daar aan komen. De le luitenant C. H. Tielenius Kruythoff, van het 4e bataljon 3e regiment infa nterie te Vlissingen, heeft nonactiviteit aangevraagd. Uit Goes schrijft men ons: Spoken kunnen geduchien last veroorzaken. Ze maken den mensch zenuwachtig en ongeschikt tot geregeld denken en handelen. Inzonderheid is dit het geval met spoken, die men op klaar lichten dag ziet; deze zijn [in staat u midden op den dag een nachtmerrie te bezorgen. In plaats nu van deze vreesaanjagende verschijnselen flink onder de oogen te zien en ze daarmede te verdrijven, scheppen sommigen er bepaaldeljjk behagen in om ze op te roepen en ze aan anderen te vertoonen, al was 't alleen maar om getuigen te hebben bij het huiveringwekkend schouwspel. Een dier spoken over dag, die enkelen het angstzweet uit de poriën drijft, is de aanstaande verkiezing voor den gemeenteraad. Dat aan staande is evenwel zeer relatief, want we hebben nog bijna een jaar den tijd. Maar dan ook dit is het spook raken de liberalen er geheel onder, omdat twee aftredende liberalen zich niet weer herkiesbaar zullen stellen. Natuurlijk is «men" familiaar genoeg met bedoelde heerenom het uit de allerbeste bron te weten. Gesteld nu dat werkelijk beide heeren zich terugtrokken, moet men zich nu reeds beangstigen? Liever het spook flink aangegrepen en omgezien naar waardige opvolgers. EerBt wanneer er ge brek was aan geschikte, degelijke mannen, dan zou het spook vleesch en beenderen krijgen. Laatst is elders betoogd dat de hoofdelijke omslag hier minder is dan in andere plaatsen. We kunnen niet uitmaken of dit zoo is, maar zeker is het dat menigeen hier een spook heeft zien omdwalen, een spook u dreigende met ver hooging van die belasting uithoofde de verbetering of vernieuwing van het Sas. Mocht het dreige ment van dit spook eens tot uitvoering komen, dan nog zou men niets te vreezen hebben, want het algemeen belang der gemeente moet dit offer wel waard zijn. Eerst wanneer het spook dreig de met afsluiting van het Sas en daardoor onze gemeente eene plattelandsgemeente als 's Heer- Abtskerke stond te worden, dan zouden de Goese- naren met reden over nachtmerrie kunnen klagen. Naar men ons uit Zierikzee meldt heeft de heer jhr C. C. Th. Six voor zijne benoeming tot wet houder dier gemeente bedankt, op grond dat hij, de betrekking van ingenieur bjj den provincialen waterstaat bekleedende, de noodige vergunning tot het aannemen der betrekking van wethouder van Ged. staten niet heeft verkregen. In tegenspraak met de mededeeling van de Amst. vernemen andere bladen, dat het plan om gedurende de maanden December, Januari en Februari a. s. een beperkten Zondagsdienst op de spoorwegen in te voeren, volstrekt nog niet is opgegeven. Zaterdag kwam de beri-beri-commissie te 's Gra- venhage weer bijeen. Staande de vergadering

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1888 | | pagina 1