BUITENLAND. Laatste Berichten Terlfoto en aaaaetomen Schepen. Ingezonden Stukken. Handelsberichten. Verkoopingen en aanbestedingen Algemeen Overzicht. De methode van den heer Kramer. Graanmarkten, eng. Prijzen van Effecten. ff ff fl. ff ff f ff ff ff een man een twist gehad over eenig geld. Hij schijnt haar daarop een slag in het aangezicht te hebben gegeven, maar het is niet bekend of hij haar met een mes verwondde. De vrouw ver keert niet in levensgevaar. De man is ontsnapt. Bij de heden te Vlissingen gehouden aan besteding van 10.000 stuks takkebossen voor de garnizoens-bakkerij aldaar was ingeschreven door de heeren P. Verheul, te Bergen op Zoom, voor 6'V.oo cent; G. A. Verdussen, te Wouw, voor 6 cent .en door Krahmer, te Vlissingen, voor 500 cent per bos. Aan laatstgenoemden inschrijver is de levering gegund. Ten overstaan van de notarissen Van der Hoop en De Kuijper te Rotterdam werden Woens dag namiddag in het notarishuis aldaar in het openbaar afgeslagen Twee zeventigsten in 35/37 aandeelen in den Wilhelmina-polder, en aldaar benoorden het Goe- sche Diep en Schengen, benevens den geheel en polder Oost-Beveland, met alle rechten en vrij heden aan de eigenaren van dit onverdeeld en gemeenschappelijk eigendom toekomende, mits gaders de opstallen, vruchten te velde en inven taris en al hetgeen daartoe verder is behoorende, een en ander gelegen nabij de stad Goes, provincie Zeeland. Het eerste zeventigste werd de vorige week gebracht op 16.900, het tweede op f 16.600, thans zijn beide perceeelen gecombineerd ver kocht voor./ 37.000. Door den eerst aanwezend ingenieur dei- genie te Bergen op Zoom werd Woensdag, bij enkele inschrijving, te Terneuzen aanbesteed het doen van voorzieningen aan de brug voor de rechterface van bastion 5, naast den Zuidbeerte Terneuzen, waarvan de raming bedraagt f 1500. Daarvoor werd ingeschreven door de heeren A. Tholens Dz., voor 1860 M. D. de Putter voor 1803 en G. J. Balkenstein voor 1625 allen te Terneuzen. 's Kraveoliage. Op de kunstnijverheids- tentoonstelling alhier is de heer Corn. Gilde te Middelburg met een bronzen medaille bekroond. »s Gravenhagc. Tweede kamer. In de heden gehouden zitting aanvaardde jhr Bee- laerts van Bloklanddoor den heer Van der Schriek hartelijk geluk gewenscht, het voorzit terschap der kamer onder dankbetuiging en met een beroep op de welwillendheid der leden. »Zeer belangrijke werkzaamheden worden in uitzicht gesteld", zoo zeide hij. »Laat ons bij de behartiging der groote volksbelangen een open oog houden voor de lessen der volkshistorie en, vol gende het voorbeeld onzer vaderen, vermijden de klippen waarop zij hebben gestooten." De heer Beelaerts herinnerde verder hoe heden juist voor 200 jaar namens prins Willem III de eerste opening werd gedaan van den tocht naar Engeland, eenig in de wereldhistoriehoe de staten met de verschillende provinciën samen werkten om spoedig en in 't geheim den tocht voor te bereiden en het grootsche doel werd bereikt, de geünieerde provinciën aan zeer drei gende gevaren ontkwamen en de staatkundige en godsdienstige vrijheden in Engeland op hechte grondslagen werden gevestigd. »Moge", zoo eindigde de heer Beelaerts zijne toespraak, sde gedachte aan de kloeke daden onzer voorvaderen onzen arbeid bezielen en deze daardoor des te vruchtbaarder worden »God schenke ons daartoe Zijnen zegen en make ons in allen werk getrouw Ten -slotte zijn in deze zitting tot voorzitters der afdeelingen gekozen de heeren Schimmelpen- ninck van Neijenhuis, YanderLoeff, Schimmel- penninck van der Oye, Van der Schrieck en E. Cremers. Morgen te 11 uur wordt de staatsbegrooting aangeboden en Dinsdag op hetzelfde uur komt het voorstel der heeren Schaepman en Lohman tot wijziging van het reglement van orde in behandeling. Amsterdam. De rechtbank deed heden uit- «praak in de bekende zaak der valsche munters. Zij achtte hun schuld wettig en overtuigend be wezen en veroordeelde Mevius tot 5, Holl tot 6 en Smitshuijzen tot 7 jaren gevangenisstraf. Etiemie. De werkstaking onder de mijnwer kers is algemeen. ''Alle arbeiders uit de Loire- bekken nemen daaraan deel. Het behoort tot de niet altijd onschuldige en gevaarlooze genoegens van kroonpretenden ten de wereld met manifesten te verblijden. Het opmerkenswaardigste verschijnsel is daarbij, dat, naarmate hun kansen op de kroon geringer zijn, hun spraakzaamheid meer en meer toeneemt. Zoo legt don Carlos, sedert de tegenwoordige dynastie in Spanje hechter gevestigd is en sedert in zijn eigen partij de tweespalt in vollen bloei staat, een verbazenden schrijflust aan den dag. Geen gelegenheid laat hij ontsnappen om zijn evangelie van recht en vrijheid te verkondigen. Ergens in het Zuiden van Frankrijk hebben de ge trouwen van den graaf van Ohambord hun Hendrik Y een monument opgericht. Daar don Carlos niet persoonlijk bij deze plechtigheid tegenwoordig kon zijn, heeft hij in een schrijven aan prins Valori, zijn plaatsvervanger, zijn vreugde en deelneming in deze gebeurtenis uitgesproken, tegelijkertijd hieraan eenige wij beweren nietnieuwe verklaringen over zijn politiek toevoegend. Be scheiden in zijn eischen verzekert de pretendent, dat hij niet de hem wettig toekomende dubbele kroon, die van Spanje en Frankrijk, verlangt, maar zich tevreden stelt met die van Spanje alleen intusschen betuigt hij zijn dankbaarheid aan die getrouwen, welke hun liefde en eerbied voor de grootheid zijner familie verbinden met hun wen- schen voor de grootheid van Frankrijk. Voorts verklaart hij te zjjn de koning aller nationale vrijheden, maar nimmer de koning dei- revolutie te willen worden. Voor de Franschen kan het niet dan aangenaam zijn, dat de neef van den graaf van Chambord zoo grootmoedig afstand van die eene kroon doet, wanneer zij zich herinneren de treinen door hem aangehouden, de reizigers door hem op rantsoen gesteld, de stations door hem verbrand, de dorpen door hem geplunderd. Dit laatste noemt don Carloshet traditioneele recht. Want, zegt hij, in de geschiedenis van onzen tijd staan slechts twee soorten van politiek recht tegenover elkan der het traditioneele recht en het populaire recht. Tusschen deze twee polen zweeft de politieke wereld heen en weer. In het midden is slechts plaats voor monarchieën die afdanken, voor de heerschappij van het geweld en de dictatuur. »Het is waar zoo luidt het nog ten slotte prinsen mijner familie hebben de zegevierende geweldheerschappij erkend, maar eenmaal zal de dag komen, waarop zij zelve of hun nakomelingen mijn nagedachtenis zullen zegenen. Ik zal hun ongeschonden het recht der Bourbons, wier hoofd ik ben, overleveren, een recht dat eerst met den laatsten afstammeling van Lodewijk XIV zal eindigen." Intusschen schijnt don Carlos geen al te vast vertrouwen op dit recht te koesterenalthans de Figaro weet te melden, dat het hoofd dei- Bourbons de verzekering heeft gegeven niets tegen het regentschap van Maria Christina te zullen ondernemen. Wellicht staat deze laatste verze kering in verband met de geruchten, vroeger - reeds door ons medegedeeld, over pogingen, in het werk gesteld om de beide takken der Bourbons door een huwelijk van don Jaime met de prinses van Asturië weder te vereenigen. Vooral op het Vaticaan moet men voor deze verbintenis zeer ijveren. Ofschoon huwelijken tusschen leden van regee- rende vorstenhuizen in onzen tijd van geen groo- ten invloed meer zijn op de politiek der weder- zijdsche landen toont men zich in Griekenland vrij algemeen ingenomen met de aanstaande echt verbintenis van den kroonprins met de zuster van den Duisschen keizer. Dat Duitschland van dit tijdstip af directen steun aan Griekenlands staatkunde in het Oosten zal verleenen, verwach ten de verstandigen te Athene niet. Zij begrij pen dat de keizer van het Duiteche rijk geen zijner Pommeren of Brandenburgers voor Grie kenland zal opofferen, ondanks het huwelijk zijner zuster, wanneer dit niet het belang der Duitsche politiek medebrengt. Maar men koestert althans hoop dat Duitschland der Grieksche staatkunde geen verdere hinderpalen in den weg zal leggen. Van hoe geringe beteekenis echter verbinte nissen tusschen koninklijke familiën zijn begrijpen de Grieken ten vollezij denken daarbij aan Denemarken, dat Sleeswijk-Holstein verloor, of schoon de prins van Wales en de grootvorst- troonopvolger van Rusland schoonzonen van den koning van Denemarken warenzij herinneren zich tevens, hoe Griekenland drie jaren geleden geblokkeerd werd door voor het meerendeel En- gelsche schepen, hoewel de Engelsche kroonprins de zwager van den koning van Griekenland is. Een idealer opvatting van het huwelijk des kroonprinsen leggen zijn poëtische toekomstige onderdanen aan den dag. Een der dagbladen bevatte een gedicht in de volkstaal van Kokkos aan den hertog van Sparta, waarin de dichter den troonopvolger uitnoodigt zijn blonde bruid te zeggen, dat Giekenland haar reeds nu lief heeft als hem zelfhij moet haar zeggen, dat zij in het kleine arme Griekenland wel is waar met de pracht en den luister van het keizerrijk kaars vaders en grootvaders zal vinden, wel ech ter een volk, dat haar zijn liefde en trouw en aanhankelijkheid ten geschenke zal brengen. De altijd vroolijke Grieksche hemel, de van helder sterren- en maanlicht schitterende nachten van Attika, de blauwe zee, de bloemen en de nachtiga- len, die overal vreugde bereiden, wil men de bruid als »welkom" bieden. Sedert den dag der ver loting, zoo moet hij haar verder zeggen, is de blijdschap van Griekenland even groot als de zijne, omdat hij in haar nabijheid is en het Grieksche volk spreekt den naam »Sofia," welke reeds een heiligen klank bezit, nog met grooter eerbied uit, daar hij ook de naam van de toe komstige koningin is. Deze dichterlijke ontboezeming latend voor hetgeen zij is, schijnt het toch een feit, dat de kroonprins bij het Grieksche volk zeer bemind is. Geachte Redacteur Vergun mij na uwe repliek nog een enkel woord, daar ge met uw laatste betoog zij het ook onwillekeurig een smet werpt op de Middel- burgsche faculteit. Ge beweert toch, dat ge door in uwe courant het publiek opmerkzaam te maken op eene bijzondere behandeling van diphtheritis in het algemeen belang werkzaam zijt en ge schept u de illusie, »dat uit deze voor enkelen treurige, hoogst treurige geschiedenis een nieuw licht mocht opgaan", met andere woorden, indien ik de niet zeer duidelijke zinsnede goed opvat, dat uwe opmerkingen mogen leiden tot toepassing eëner methode, tot dusverre hier niet aangewend. Maar zijn wij, Middelburgsche doctoren, dan geheel vreemdeling in Jeruzalem Worden we niet bijna dagelijks in onze vak schriften op een of andere behandeling van diphtheritis gewezen, en meent nu de Middel burgsche courant het publiek en ons opmerkzaam te moeten maken op eene methode, die bereids door ons vruchteloos beproefd is, op eene methode, die met zoo zonderlinge reclame is aangekondigd? Wenscht ge omtrent deze reclame en omtrent diphtherie in het algemeen iets naders te weten, dan beveel ik u zeer de lezing aan van het Nederl. tijdschrift voor,geneeskunde, jaargang 1887, bl. 89-197. Zeer terecht vraagt daarin de schrij ver o. a.Zijn de begrippen van croup en diph theritis van dien aard, dat er aan duidelijkheid niets te wenschen overig blijft, zoodat men daar over in het Nieuivs van den Dag kan schrijven, als ware er sprake van ietg als winterhanden"? Ten slotte nog eene opmerking. Ik heb voor mij liggen eene monographie over diphteritis van dr Rothe van 1884. De schrijver geeft daarin de resultaten van een SOjarige praktijk, verhaalt ons daarin hoe hij meer dan 100 hoogst ernstige gevallen van diphtheritis zag genezen onder de door hem toegepaste behandeling met jod carbool Hij geloofde inderdaad dat hij een middel gevon den had, dat eene soort specifieke werking had, om de ziektekiem te vernietigen, tot hij door een nieuwe epidemie in 1873 in zijne illusie bitter gestoord werd. Dit gaf hem aanleiding een ander middel te beproeven en wegens het daarmede verkregen succes zijn collega's aan te bevelen, maar bescheidener dan de heer Kramer eindigt hij zijne verhandeling met de woordenEines Mannes Erfahrung ist keine Erfahrung. Met de verklaring dat, niettegenstaande de voor lichting van de Middelburgsche Courantvoor mij het specifieke middel tegen diphtheritis nog niet gevonden is en dat mijns inziens ieder geval naar bijzondere aanwijzigingen moet behandeld worden, neem ik afscheid van deze kwestie, mij gaarne noemend Uw dw., Da. van Berlekom. Het is goed dat de heer Van Berlekom zelf bij zijne bewering omtrent het werpen van een smet op de Middelburgsche faculteit de woorden voegt »zij het ook onwillekeurig." Hierdoor verzacht hij ten minste het weinig vleiende, dat voor ons in zijn schrijven is gelegen. Zijne redeneering'is dan ook vrij wel ongemotiveerd. Toen destijds in het Dagblad het zeer uitvoerig verslag van de lezing, door den heer Kramer gehouden, voorkwam, en in de N. R. Cl het meer beknopte overzicht daarvan, dat wij overnamen, was opgenomen, heeft geen enkele geneeskundige zich erover uitgelaten dat daardoor een smet op de gansche faculteit, waartoe dan toch ook de heer Kramer als arts behoort, was geworpen. Geschreven tegen de bewering van den heer Kramer heeft men, zoover wij weten, in die bladen ook niethet publiek gewaarschuwd om aan diens beweringen geen geloof te hechteD evenmin. Alleen in de vakbladen heeft men de zaak be handeld. Trouwens daar behoort de bespreking van der gelijke vraagstukken door deskundigen ook thuis maar er is in deze ook een algemeen belang betrokken. Het publiek was door die verslagen op de hoogte gebracht van de kwestiehet pu bliek las telkens in Amsterdamsche bladen dank betuigingen aan het adres van den heer Kramer het publiek, dat slechts vraagt naar de resultaten en zich niet kan en mag verdiepen in de weten schappelijke zijde van het vraagstuk, had daar voor oor. Men begon te twijfelen of het wel verstandig was dat de heeren geneeskundigen zich, tegen over dat publiek, in een geleerd en deftig stil zwijgen hulden omtrent die methode, en sommigen vroegen zichzelven af of het niet nuttig zijn kan dat men op bevattelijke wijze het publiek eens opmerkzaam maakte op het verkeerde daarvan. Het publiek begon te vragen en dit was ook het geval in onze omgeving, vooral nadat nu een jaar geleden zich eenige ernstige gevallen van diphtheritis op Walcheren voordeden waarom wordt de methode-Kramer, die, naar beweerd wordt, zooveel succes heeft, ook hier niet toegepast? Toen, na een tijdperk van stilstand, nu dezer dagen opnieuw zulke treurige gevallen zich voor deden ziedaar de »treurige geschiedenis" waarop wij in ons vorig antwoord aan dr Van Berlekom kieschheidshalve met opzet slechts in die twee woorden zinspeelden, maar waarop de heer Van Berlekom ons nu dwingt uitvoerig terug te komen toen kwam er onrust in vele gemoederen en werd dezelfde vraag opnieuw gedaan. En wij stonden toen voor deze kwestie terwille van hen, die door de behandeling dezer vraag op nieuw pijnlijk getroffen zouden worden, te zwijgen of in het algemeen belang op de methode Kramer te wijzen, aan de hand van het verslag uit de N. R. Crt. en met voorkennis van den heer Kra mer zeiven, vooral ook om daardoor den heeren geneeskundigen in onze stad gelegenheid te geven het licht te ontsteken, waarnaar door meer dan een werd gevraagd. En wij kozen het laatste, omdat bij ons het algemeen belang in deze op den voorgrond treedt. Het spijt ons dat wij hierop zoo uitvoerig moeten terugkomen wij hadden gedacht dat de enkele woorden, door ons gebezigd, door den heer Van Berlekom zouden begrepen zijn en allerminst uitgelegd, zooals dit nu is geschied. Hij zal zeker nu, na deze opheldering, beter onze bedoeling begrijpen. Dat heeren doctoren in onze gemeente vreem delingen in Jeruzalem zouden zijn, onbekend met hetgeen op het gebied der behandeling van diphtheritis voorvalt, wie zal^dit denken, wij allerminst. Maar juist de getuigenis van die zijde in het openbaar, zooals de heer Van Berlekom die nu geeft, kan niet anders dan aan het angstig vra gen een einde maken, en strekken tot verster king van het vertrouwen in de heeren, aan wie de ingezetenen de belangen van hunne gezond heid toevertrouwen. In het wetenschappelijk vraagstuk zelf hebben wij niet te treden. Dat ligt niet op den weg van ons, leeken, van wie het ook vrij onverstan dig, om niet te zeggen dwaas, zou zijn dit te doen. De verklaring van den heer Van Berlekom dat het specifieke middel tegen diphtheritis nog niet gevonden is bewijst echter dat de wetenschap ook hierbij nog niet haar laatste woord heeft gesproken, en is het dan te verwonderen dat wij leeken ook met belangstelling kennis nemen en gaarne iets naders hooren omtrent een methode, die gunstige resultaten schijnt te hebben. Wij cursiveeren het woord schijntwant uit een brief, door ons heden ontvangen, en ook uit de bewering in het vorig schrijven van den heer Van Berlekom, dat wij aan de onbetwistbaarheid der feiten gelooven, omdat wij ze anders niet zouden mededeelen - een vrij zonderlinge stel ling tegenover een redactie van een blad blijkt dat men bij ons ingenomenheid veronderstelt met de methode van den heer Kramer. Geen enkel woord is door ons geschreven, dat daarop recht geeft. Wij hebben eenvoudig daarop de aan dacht gevestigd om de hierboven aangegeven redenenwij hebben eenvoudig feiten gemeld, die in een lezing en in een brief door den heer Kramer zijn geconstateerd, meer niet. Geen enkele commentaar is door ons geleverd. Die bewering is dus onjuist, Ten slotte dienen wij nog melding te maken van een ons uit IJzendijke gezonden brief, met no 11, van 12 Maart 1887, van het Weekblad van het A ederlandsch tijdschrift van geneeskundigen, waarin eene beoordeeling voorkomt van dr Simons te Purmerend van de Duitsche brochure, die de heer Kramer geschreven heeft. Hij, die ons dit zendt, meent dat wij ook met dit stukje onzen lezers van nut kunnen zijn door »te wijzen op den onzin, in de brochure vervat." Dit zullen wij niet doen, want dan zouden wij juist treden op het wetenschappelijk terrein, dat wij niet betreden willen. Wij hebben ook onze mededeeling niet uit een vakblad gehaald, en zouden niets gemeld hebben, wanneer die niet juist in gewone bladen, voor het algemeen be stemd, was voorgekomen. Ons leekenpubliek zou aan de beoordeeling van dr Simons al bitter weinig hebben, en alleen, evenals wij, wellicht geen hoogen dunk krijgen van de wijze, waarop dr Simons zijn collega be strijdt. Waar wij hier met eene hoogst ernstige zaak te doen hebben, komt het ons zonderling voor dat de heer Simons louter den gek steekt met de methode van den heer Kramer. Dit verder te helpen verbreiden zullen wij maar nalatenhet zou het prestige van de gansche medische faculteit in de oogen van het publiek kunnen schaden en daarvoor staat zij bij ons veel, veel te hoog. Laat eene dergelijke polemiek liever in de vak bladen voor de Oogen der leeken verborgen blijven. Zij hebben zoo'n behoefte aan de overtuiging dat de belangen van het menschdom met ernst en warme toewijding worden besproken en behandeld. (Red.) Blijkens bij ontvangen bericht is Zr. Ms. schroefstoomschip 1ste klasse Van Galen, onder bevel van den kapitein ter zee E. L. baron van Heéckeren van Waliën, in den vooravond van den 18den dezer ter reede van Texel ten anker gekomen. Aan boord was alles wel. Middelburg, 20 Sept. De aanvoer van jarige tarwe was redelijk. Van nieuwe tarwe, groene erwten en zomergerst werd wat meer getoond. Jarige Walehersche tarwe gevraagd en 20 ct. lager gekocht. Van nieuwe Walehersche tarwe, zeer verschillend van kleur en kwaliteit, werd de blankste voor zaaiing uitgezocht en ruim vorige noteering betaald; mindere soort niet begeerd. De puike nieuwe zaairogge bleef prijshoudend. Nieuwe wintergerst heel weinig ter markt en 20 ct. hooger besteed. Nieuwe zomergerst zeer begeerd tot ruim vorige noteering. Groene kookerwten met veel kooplust tot 50 ct. lager. Winterkool- zaad eender. Zomerzaad, goed droog, is volgens noteering betaald. Jarige Walehersche tarwe f 7.90 a 8 nieuwe zaaidito 7.50; gewone kwaliteit 7 a f 7.25dito zaairogge 6.10 dito wintergerst 5.60 en voor zaaiing iets hoo gerdito zomergerst 4.50 a fi!75; dito groene kookerwten 9.25 a 9.50winterkoolzaad 10 a 10.50 zomerzaad f 10 raapolie 30 patentolie f 32 per vat op 6/w., contant f\ korting. Boter 0.98 a f 1.06 per kilo. Eieren f 3.80 per 100 stuks. Arasterdam 19 20 Staatsteening-ea Sept. Sept. Nederland. pCt. Bedrag stukken.. Cert N. W. Sch. 21/2 1000 771/8 775/16 dito dito 3 1000 911/g dito dito 31/2 1000 101 1011.8 dito Obl. 31/2 1000 10is/16 lOllg Hoog. O. L, 1867 5 fl. 120-1200 IOOI/2 dito Goudl. 5 H 100 9311/16 94 Italië. Ins. '62/81 5 Lir. 100-100000 921/4 923/4 Oostenrijk. Obl 1000 663/4 667/g dito Jan.-Juli 5 1000 677/8 68 dito dito Goud 4 200-1000 Yolen. O. Sch. '44. 4 Z.R 500 846/g i?ort. Ob. Bt. '53/84 3 100 641/8 645/16 dito dito 1881 5 20 1005/8 1005/g Rusland. Obl. Hope 1798/1815 1000 1023/4 1027/8 Cert. Ins. 5 S. '54 5 Z.R. 500 601/3 601/s dito dito 6 S. '55 6 500 86I/2 861/2 Obligatiën 1862 5 dito 1864 5 50-100 99 1000 1017/g 10115/is dito 1877 dito 5 20-100 IOOI/4 1001/g dito Oost. Ie S. 5 Z.R. 100-1000 59 5/16 591/16 dito dito 2e 5 s 100-1000 599/16 593/g dito dito 3e 5 100-1000 591/16 dito '72 gec. dito 5 50-100 971/2 973/g dito '73 gec. dito 5 11 50-100 981/s dito '84 gec. dito 5 50-100 dito '60 2e 1. dito 41/g 100 943/4 95 dito '75 gec. dito 41/2 50-100 931/8 9215/46 dito '80 gec. dito 4 z.R; 125-625 797/g 797/g^ Obl. 1. 1867/69 4 20-100 86I/4 861/4 Cert. v. B. Asgn. 6 P.R, 1000 40 Spanje.O.B.Perp. 4 Pes. 1000-24000 7V/16 7D/8 dito bin. Perpet. 4 Pr. 500-25000 Turkije. Geprivil. 5 fr. 500-2500 797/s 7913/is Geer. S. I). C. 20-1000 15 15 dito Gereg. 1869 fr. 500-12500 Egypte. O.L. 1876 4 20-100 84 833/4 dito sp. dito 1876 5 ir 20-100 102 102

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1888 | | pagina 3