BUITENLAND.
Laatste Berichten
Terlfoto en aaaaetomen Schepen.
Ingezonden Stukken.
Handelsberichten.
Verkoopingen en aanbestedingen
Algemeen Overzicht.
De methode van den heer Kramer.
Graanmarkten, eng.
Prijzen van Effecten.
ff
ff
fl.
ff
ff
f
ff
ff
ff
een man een twist gehad over eenig geld. Hij
schijnt haar daarop een slag in het aangezicht
te hebben gegeven, maar het is niet bekend of
hij haar met een mes verwondde. De vrouw ver
keert niet in levensgevaar. De man is ontsnapt.
Bij de heden te Vlissingen gehouden aan
besteding van 10.000 stuks takkebossen voor de
garnizoens-bakkerij aldaar was ingeschreven door
de heeren P. Verheul, te Bergen op Zoom, voor
6'V.oo cent; G. A. Verdussen, te Wouw, voor 6
cent .en door Krahmer, te Vlissingen, voor 500
cent per bos.
Aan laatstgenoemden inschrijver is de levering
gegund.
Ten overstaan van de notarissen Van der
Hoop en De Kuijper te Rotterdam werden Woens
dag namiddag in het notarishuis aldaar in het
openbaar afgeslagen
Twee zeventigsten in 35/37 aandeelen in den
Wilhelmina-polder, en aldaar benoorden het Goe-
sche Diep en Schengen, benevens den geheel en
polder Oost-Beveland, met alle rechten en vrij
heden aan de eigenaren van dit onverdeeld en
gemeenschappelijk eigendom toekomende, mits
gaders de opstallen, vruchten te velde en inven
taris en al hetgeen daartoe verder is behoorende,
een en ander gelegen nabij de stad Goes, provincie
Zeeland.
Het eerste zeventigste werd de vorige week
gebracht op 16.900, het tweede op f 16.600,
thans zijn beide perceeelen gecombineerd ver
kocht voor./ 37.000.
Door den eerst aanwezend ingenieur dei-
genie te Bergen op Zoom werd Woensdag, bij
enkele inschrijving, te Terneuzen aanbesteed
het doen van voorzieningen aan de brug voor de
rechterface van bastion 5, naast den Zuidbeerte
Terneuzen, waarvan de raming bedraagt f 1500.
Daarvoor werd ingeschreven door de heeren A.
Tholens Dz., voor 1860 M. D. de Putter voor
1803 en G. J. Balkenstein voor 1625 allen
te Terneuzen.
's Kraveoliage. Op de kunstnijverheids-
tentoonstelling alhier is de heer Corn. Gilde te
Middelburg met een bronzen medaille bekroond.
»s Gravenhagc. Tweede kamer. In
de heden gehouden zitting aanvaardde jhr Bee-
laerts van Bloklanddoor den heer Van der
Schriek hartelijk geluk gewenscht, het voorzit
terschap der kamer onder dankbetuiging en met
een beroep op de welwillendheid der leden.
»Zeer belangrijke werkzaamheden worden in
uitzicht gesteld", zoo zeide hij. »Laat ons bij de
behartiging der groote volksbelangen een open oog
houden voor de lessen der volkshistorie en, vol
gende het voorbeeld onzer vaderen, vermijden de
klippen waarop zij hebben gestooten."
De heer Beelaerts herinnerde verder hoe heden
juist voor 200 jaar namens prins Willem III de
eerste opening werd gedaan van den tocht naar
Engeland, eenig in de wereldhistoriehoe de
staten met de verschillende provinciën samen
werkten om spoedig en in 't geheim den tocht
voor te bereiden en het grootsche doel werd
bereikt, de geünieerde provinciën aan zeer drei
gende gevaren ontkwamen en de staatkundige
en godsdienstige vrijheden in Engeland op hechte
grondslagen werden gevestigd.
»Moge", zoo eindigde de heer Beelaerts zijne
toespraak, sde gedachte aan de kloeke daden
onzer voorvaderen onzen arbeid bezielen en deze
daardoor des te vruchtbaarder worden
»God schenke ons daartoe Zijnen zegen en
make ons in allen werk getrouw
Ten -slotte zijn in deze zitting tot voorzitters
der afdeelingen gekozen de heeren Schimmelpen-
ninck van Neijenhuis, YanderLoeff, Schimmel-
penninck van der Oye, Van der Schrieck en E.
Cremers.
Morgen te 11 uur wordt de staatsbegrooting
aangeboden en Dinsdag op hetzelfde uur komt
het voorstel der heeren Schaepman en Lohman
tot wijziging van het reglement van orde in
behandeling.
Amsterdam. De rechtbank deed heden uit-
«praak in de bekende zaak der valsche munters.
Zij achtte hun schuld wettig en overtuigend be
wezen en veroordeelde Mevius tot 5, Holl tot 6
en Smitshuijzen tot 7 jaren gevangenisstraf.
Etiemie. De werkstaking onder de mijnwer
kers is algemeen. ''Alle arbeiders uit de Loire-
bekken nemen daaraan deel.
Het behoort tot de niet altijd onschuldige
en gevaarlooze genoegens van kroonpretenden
ten de wereld met manifesten te verblijden. Het
opmerkenswaardigste verschijnsel is daarbij, dat,
naarmate hun kansen op de kroon geringer zijn,
hun spraakzaamheid meer en meer toeneemt.
Zoo legt don Carlos, sedert de tegenwoordige
dynastie in Spanje hechter gevestigd is en sedert
in zijn eigen partij de tweespalt in vollen bloei
staat, een verbazenden schrijflust aan den dag.
Geen gelegenheid laat hij ontsnappen om zijn
evangelie van recht en vrijheid te verkondigen.
Ergens in het Zuiden van Frankrijk hebben de ge
trouwen van den graaf van Ohambord hun Hendrik
Y een monument opgericht. Daar don Carlos niet
persoonlijk bij deze plechtigheid tegenwoordig kon
zijn, heeft hij in een schrijven aan prins Valori,
zijn plaatsvervanger, zijn vreugde en deelneming
in deze gebeurtenis uitgesproken, tegelijkertijd
hieraan eenige wij beweren nietnieuwe
verklaringen over zijn politiek toevoegend. Be
scheiden in zijn eischen verzekert de pretendent,
dat hij niet de hem wettig toekomende dubbele
kroon, die van Spanje en Frankrijk, verlangt, maar
zich tevreden stelt met die van Spanje alleen
intusschen betuigt hij zijn dankbaarheid aan die
getrouwen, welke hun liefde en eerbied voor de
grootheid zijner familie verbinden met hun wen-
schen voor de grootheid van Frankrijk.
Voorts verklaart hij te zjjn de koning aller
nationale vrijheden, maar nimmer de koning dei-
revolutie te willen worden.
Voor de Franschen kan het niet dan aangenaam
zijn, dat de neef van den graaf van Chambord
zoo grootmoedig afstand van die eene kroon doet,
wanneer zij zich herinneren de treinen door hem
aangehouden, de reizigers door hem op rantsoen
gesteld, de stations door hem verbrand, de dorpen
door hem geplunderd. Dit laatste noemt don
Carloshet traditioneele recht. Want, zegt hij,
in de geschiedenis van onzen tijd staan slechts
twee soorten van politiek recht tegenover elkan
der het traditioneele recht en het populaire recht.
Tusschen deze twee polen zweeft de politieke
wereld heen en weer. In het midden is slechts
plaats voor monarchieën die afdanken, voor de
heerschappij van het geweld en de dictatuur.
»Het is waar zoo luidt het nog ten slotte
prinsen mijner familie hebben de zegevierende
geweldheerschappij erkend, maar eenmaal zal de
dag komen, waarop zij zelve of hun nakomelingen
mijn nagedachtenis zullen zegenen. Ik zal hun
ongeschonden het recht der Bourbons, wier hoofd
ik ben, overleveren, een recht dat eerst met den
laatsten afstammeling van Lodewijk XIV zal
eindigen."
Intusschen schijnt don Carlos geen al te vast
vertrouwen op dit recht te koesterenalthans
de Figaro weet te melden, dat het hoofd dei-
Bourbons de verzekering heeft gegeven niets tegen
het regentschap van Maria Christina te zullen
ondernemen. Wellicht staat deze laatste verze
kering in verband met de geruchten, vroeger -
reeds door ons medegedeeld, over pogingen, in het
werk gesteld om de beide takken der Bourbons
door een huwelijk van don Jaime met de prinses
van Asturië weder te vereenigen. Vooral op het
Vaticaan moet men voor deze verbintenis zeer
ijveren.
Ofschoon huwelijken tusschen leden van regee-
rende vorstenhuizen in onzen tijd van geen groo-
ten invloed meer zijn op de politiek der weder-
zijdsche landen toont men zich in Griekenland
vrij algemeen ingenomen met de aanstaande echt
verbintenis van den kroonprins met de zuster
van den Duisschen keizer. Dat Duitschland van
dit tijdstip af directen steun aan Griekenlands
staatkunde in het Oosten zal verleenen, verwach
ten de verstandigen te Athene niet. Zij begrij
pen dat de keizer van het Duiteche rijk geen
zijner Pommeren of Brandenburgers voor Grie
kenland zal opofferen, ondanks het huwelijk zijner
zuster, wanneer dit niet het belang der Duitsche
politiek medebrengt. Maar men koestert althans
hoop dat Duitschland der Grieksche staatkunde
geen verdere hinderpalen in den weg zal leggen.
Van hoe geringe beteekenis echter verbinte
nissen tusschen koninklijke familiën zijn begrijpen
de Grieken ten vollezij denken daarbij aan
Denemarken, dat Sleeswijk-Holstein verloor, of
schoon de prins van Wales en de grootvorst-
troonopvolger van Rusland schoonzonen van den
koning van Denemarken warenzij herinneren
zich tevens, hoe Griekenland drie jaren geleden
geblokkeerd werd door voor het meerendeel En-
gelsche schepen, hoewel de Engelsche kroonprins
de zwager van den koning van Griekenland is.
Een idealer opvatting van het huwelijk des
kroonprinsen leggen zijn poëtische toekomstige
onderdanen aan den dag. Een der dagbladen
bevatte een gedicht in de volkstaal van Kokkos
aan den hertog van Sparta, waarin de dichter
den troonopvolger uitnoodigt zijn blonde bruid
te zeggen, dat Giekenland haar reeds nu lief
heeft als hem zelfhij moet haar zeggen, dat
zij in het kleine arme Griekenland wel is waar
met de pracht en den luister van het keizerrijk
kaars vaders en grootvaders zal vinden, wel ech
ter een volk, dat haar zijn liefde en trouw en
aanhankelijkheid ten geschenke zal brengen. De
altijd vroolijke Grieksche hemel, de van helder
sterren- en maanlicht schitterende nachten van
Attika, de blauwe zee, de bloemen en de nachtiga-
len, die overal vreugde bereiden, wil men de bruid
als »welkom" bieden. Sedert den dag der ver
loting, zoo moet hij haar verder zeggen, is de
blijdschap van Griekenland even groot als de
zijne, omdat hij in haar nabijheid is en het
Grieksche volk spreekt den naam »Sofia," welke
reeds een heiligen klank bezit, nog met grooter
eerbied uit, daar hij ook de naam van de toe
komstige koningin is.
Deze dichterlijke ontboezeming latend voor
hetgeen zij is, schijnt het toch een feit, dat de
kroonprins bij het Grieksche volk zeer bemind is.
Geachte Redacteur
Vergun mij na uwe repliek nog een enkel woord,
daar ge met uw laatste betoog zij het ook
onwillekeurig een smet werpt op de Middel-
burgsche faculteit. Ge beweert toch, dat ge door
in uwe courant het publiek opmerkzaam te maken
op eene bijzondere behandeling van diphtheritis
in het algemeen belang werkzaam zijt en ge schept
u de illusie, »dat uit deze voor enkelen treurige,
hoogst treurige geschiedenis een nieuw licht
mocht opgaan", met andere woorden, indien ik
de niet zeer duidelijke zinsnede goed opvat, dat
uwe opmerkingen mogen leiden tot toepassing
eëner methode, tot dusverre hier niet aangewend.
Maar zijn wij, Middelburgsche doctoren, dan
geheel vreemdeling in Jeruzalem
Worden we niet bijna dagelijks in onze vak
schriften op een of andere behandeling van
diphtheritis gewezen, en meent nu de Middel
burgsche courant het publiek en ons opmerkzaam
te moeten maken op eene methode, die bereids
door ons vruchteloos beproefd is, op eene methode,
die met zoo zonderlinge reclame is aangekondigd?
Wenscht ge omtrent deze reclame en omtrent
diphtherie in het algemeen iets naders te weten,
dan beveel ik u zeer de lezing aan van het
Nederl. tijdschrift voor,geneeskunde, jaargang 1887,
bl. 89-197. Zeer terecht vraagt daarin de schrij
ver o. a.Zijn de begrippen van croup en diph
theritis van dien aard, dat er aan duidelijkheid
niets te wenschen overig blijft, zoodat men daar
over in het Nieuivs van den Dag kan schrijven,
als ware er sprake van ietg als winterhanden"?
Ten slotte nog eene opmerking. Ik heb voor
mij liggen eene monographie over diphteritis van
dr Rothe van 1884. De schrijver geeft daarin de
resultaten van een SOjarige praktijk, verhaalt ons
daarin hoe hij meer dan 100 hoogst ernstige
gevallen van diphtheritis zag genezen onder de
door hem toegepaste behandeling met jod carbool
Hij geloofde inderdaad dat hij een middel gevon
den had, dat eene soort specifieke werking had,
om de ziektekiem te vernietigen, tot hij door een
nieuwe epidemie in 1873 in zijne illusie bitter
gestoord werd. Dit gaf hem aanleiding een ander
middel te beproeven en wegens het daarmede
verkregen succes zijn collega's aan te bevelen,
maar bescheidener dan de heer Kramer eindigt
hij zijne verhandeling met de woordenEines
Mannes Erfahrung ist keine Erfahrung.
Met de verklaring dat, niettegenstaande de voor
lichting van de Middelburgsche Courantvoor mij
het specifieke middel tegen diphtheritis nog niet
gevonden is en dat mijns inziens ieder geval naar
bijzondere aanwijzigingen moet behandeld worden,
neem ik afscheid van deze kwestie, mij gaarne
noemend
Uw dw.,
Da. van Berlekom.
Het is goed dat de heer Van Berlekom zelf bij
zijne bewering omtrent het werpen van een smet
op de Middelburgsche faculteit de woorden voegt
»zij het ook onwillekeurig." Hierdoor verzacht
hij ten minste het weinig vleiende, dat voor ons
in zijn schrijven is gelegen. Zijne redeneering'is
dan ook vrij wel ongemotiveerd.
Toen destijds in het Dagblad het zeer uitvoerig
verslag van de lezing, door den heer Kramer
gehouden, voorkwam, en in de N. R. Cl het meer
beknopte overzicht daarvan, dat wij overnamen,
was opgenomen, heeft geen enkele geneeskundige
zich erover uitgelaten dat daardoor een smet op
de gansche faculteit, waartoe dan toch ook de
heer Kramer als arts behoort, was geworpen.
Geschreven tegen de bewering van den heer Kramer
heeft men, zoover wij weten, in die bladen ook
niethet publiek gewaarschuwd om aan diens
beweringen geen geloof te hechteD evenmin.
Alleen in de vakbladen heeft men de zaak be
handeld.
Trouwens daar behoort de bespreking van der
gelijke vraagstukken door deskundigen ook thuis
maar er is in deze ook een algemeen belang
betrokken. Het publiek was door die verslagen
op de hoogte gebracht van de kwestiehet pu
bliek las telkens in Amsterdamsche bladen dank
betuigingen aan het adres van den heer Kramer
het publiek, dat slechts vraagt naar de resultaten
en zich niet kan en mag verdiepen in de weten
schappelijke zijde van het vraagstuk, had daar
voor oor.
Men begon te twijfelen of het wel verstandig
was dat de heeren geneeskundigen zich, tegen
over dat publiek, in een geleerd en deftig stil
zwijgen hulden omtrent die methode, en sommigen
vroegen zichzelven af of het niet nuttig zijn kan
dat men op bevattelijke wijze het publiek eens
opmerkzaam maakte op het verkeerde daarvan.
Het publiek begon te vragen en dit was ook
het geval in onze omgeving, vooral nadat nu
een jaar geleden zich eenige ernstige gevallen van
diphtheritis op Walcheren voordeden waarom
wordt de methode-Kramer, die, naar beweerd
wordt, zooveel succes heeft, ook hier niet toegepast?
Toen, na een tijdperk van stilstand, nu dezer
dagen opnieuw zulke treurige gevallen zich voor
deden ziedaar de »treurige geschiedenis"
waarop wij in ons vorig antwoord aan dr Van
Berlekom kieschheidshalve met opzet slechts in
die twee woorden zinspeelden, maar waarop de
heer Van Berlekom ons nu dwingt uitvoerig
terug te komen toen kwam er onrust in vele
gemoederen en werd dezelfde vraag opnieuw
gedaan.
En wij stonden toen voor deze kwestie terwille
van hen, die door de behandeling dezer vraag op
nieuw pijnlijk getroffen zouden worden, te zwijgen of
in het algemeen belang op de methode Kramer
te wijzen, aan de hand van het verslag uit de
N. R. Crt. en met voorkennis van den heer Kra
mer zeiven, vooral ook om daardoor den heeren
geneeskundigen in onze stad gelegenheid te geven
het licht te ontsteken, waarnaar door
meer dan een werd gevraagd.
En wij kozen het laatste, omdat bij ons het
algemeen belang in deze op den voorgrond treedt.
Het spijt ons dat wij hierop zoo uitvoerig
moeten terugkomen wij hadden gedacht dat de
enkele woorden, door ons gebezigd, door den heer
Van Berlekom zouden begrepen zijn en allerminst
uitgelegd, zooals dit nu is geschied. Hij zal zeker
nu, na deze opheldering, beter onze bedoeling
begrijpen.
Dat heeren doctoren in onze gemeente vreem
delingen in Jeruzalem zouden zijn, onbekend met
hetgeen op het gebied der behandeling van
diphtheritis voorvalt, wie zal^dit denken, wij
allerminst.
Maar juist de getuigenis van die zijde in het
openbaar, zooals de heer Van Berlekom die nu
geeft, kan niet anders dan aan het angstig vra
gen een einde maken, en strekken tot verster
king van het vertrouwen in de heeren, aan wie
de ingezetenen de belangen van hunne gezond
heid toevertrouwen.
In het wetenschappelijk vraagstuk zelf hebben
wij niet te treden. Dat ligt niet op den weg
van ons, leeken, van wie het ook vrij onverstan
dig, om niet te zeggen dwaas, zou zijn dit te doen.
De verklaring van den heer Van Berlekom dat
het specifieke middel tegen diphtheritis nog niet
gevonden is bewijst echter dat de wetenschap
ook hierbij nog niet haar laatste woord heeft
gesproken, en is het dan te verwonderen dat wij
leeken ook met belangstelling kennis nemen en
gaarne iets naders hooren omtrent een methode,
die gunstige resultaten schijnt te hebben.
Wij cursiveeren het woord schijntwant uit een
brief, door ons heden ontvangen, en ook uit de
bewering in het vorig schrijven van den heer
Van Berlekom, dat wij aan de onbetwistbaarheid
der feiten gelooven, omdat wij ze anders niet
zouden mededeelen - een vrij zonderlinge stel
ling tegenover een redactie van een blad blijkt
dat men bij ons ingenomenheid veronderstelt met
de methode van den heer Kramer. Geen enkel
woord is door ons geschreven, dat daarop recht
geeft. Wij hebben eenvoudig daarop de aan
dacht gevestigd om de hierboven aangegeven
redenenwij hebben eenvoudig feiten gemeld,
die in een lezing en in een brief door den heer
Kramer zijn geconstateerd, meer niet. Geen
enkele commentaar is door ons geleverd. Die
bewering is dus onjuist,
Ten slotte dienen wij nog melding te maken
van een ons uit IJzendijke gezonden brief, met
no 11, van 12 Maart 1887, van het Weekblad
van het A ederlandsch tijdschrift van geneeskundigen,
waarin eene beoordeeling voorkomt van dr Simons
te Purmerend van de Duitsche brochure, die de
heer Kramer geschreven heeft. Hij, die ons dit
zendt, meent dat wij ook met dit stukje onzen
lezers van nut kunnen zijn door »te wijzen op
den onzin, in de brochure vervat."
Dit zullen wij niet doen, want dan zouden wij
juist treden op het wetenschappelijk terrein, dat
wij niet betreden willen. Wij hebben ook onze
mededeeling niet uit een vakblad gehaald, en
zouden niets gemeld hebben, wanneer die niet
juist in gewone bladen, voor het algemeen be
stemd, was voorgekomen.
Ons leekenpubliek zou aan de beoordeeling van
dr Simons al bitter weinig hebben, en alleen,
evenals wij, wellicht geen hoogen dunk krijgen
van de wijze, waarop dr Simons zijn collega be
strijdt. Waar wij hier met eene hoogst ernstige
zaak te doen hebben, komt het ons zonderling
voor dat de heer Simons louter den gek steekt
met de methode van den heer Kramer.
Dit verder te helpen verbreiden zullen wij maar
nalatenhet zou het prestige van de gansche
medische faculteit in de oogen van het publiek
kunnen schaden en daarvoor staat zij bij ons
veel, veel te hoog.
Laat eene dergelijke polemiek liever in de vak
bladen voor de Oogen der leeken verborgen blijven.
Zij hebben zoo'n behoefte aan de overtuiging dat
de belangen van het menschdom met ernst en
warme toewijding worden besproken en behandeld.
(Red.)
Blijkens bij ontvangen bericht is Zr. Ms.
schroefstoomschip 1ste klasse Van Galen, onder
bevel van den kapitein ter zee E. L. baron van
Heéckeren van Waliën, in den vooravond van
den 18den dezer ter reede van Texel ten anker
gekomen.
Aan boord was alles wel.
Middelburg, 20 Sept. De aanvoer van jarige
tarwe was redelijk. Van nieuwe tarwe, groene
erwten en zomergerst werd wat meer getoond.
Jarige Walehersche tarwe gevraagd en 20 ct.
lager gekocht. Van nieuwe Walehersche tarwe,
zeer verschillend van kleur en kwaliteit, werd de
blankste voor zaaiing uitgezocht en ruim vorige
noteering betaald; mindere soort niet begeerd. De
puike nieuwe zaairogge bleef prijshoudend. Nieuwe
wintergerst heel weinig ter markt en 20 ct.
hooger besteed. Nieuwe zomergerst zeer begeerd
tot ruim vorige noteering. Groene kookerwten
met veel kooplust tot 50 ct. lager. Winterkool-
zaad eender. Zomerzaad, goed droog, is volgens
noteering betaald. Jarige Walehersche tarwe
f 7.90 a 8 nieuwe zaaidito 7.50; gewone
kwaliteit 7 a f 7.25dito zaairogge 6.10
dito wintergerst 5.60 en voor zaaiing iets hoo
gerdito zomergerst 4.50 a fi!75; dito groene
kookerwten 9.25 a 9.50winterkoolzaad
10 a 10.50 zomerzaad f 10 raapolie 30
patentolie f 32 per vat op 6/w., contant f\ korting.
Boter 0.98 a f 1.06 per kilo. Eieren f 3.80
per 100 stuks.
Arasterdam
19 20
Staatsteening-ea Sept. Sept.
Nederland. pCt. Bedrag stukken..
Cert N. W. Sch. 21/2
1000
771/8
775/16
dito dito 3
1000
911/g
dito dito 31/2
1000
101
1011.8
dito Obl. 31/2
1000
10is/16
lOllg
Hoog. O. L, 1867 5
fl.
120-1200
IOOI/2
dito Goudl. 5
H
100
9311/16
94
Italië. Ins. '62/81 5
Lir. 100-100000
921/4
923/4
Oostenrijk. Obl
1000
663/4
667/g
dito Jan.-Juli 5
1000
677/8
68
dito dito Goud 4
200-1000
Yolen. O. Sch. '44. 4
Z.R
500
846/g
i?ort. Ob. Bt. '53/84 3
100
641/8
645/16
dito dito 1881 5
20
1005/8
1005/g
Rusland. Obl.
Hope 1798/1815
1000
1023/4
1027/8
Cert. Ins. 5 S. '54 5
Z.R.
500
601/3
601/s
dito dito 6 S. '55 6
500
86I/2
861/2
Obligatiën 1862 5
dito 1864 5
50-100
99
1000
1017/g
10115/is
dito 1877 dito 5
20-100
IOOI/4
1001/g
dito Oost. Ie S. 5
Z.R. 100-1000
59 5/16
591/16
dito dito 2e 5
s
100-1000
599/16
593/g
dito dito 3e 5
100-1000
591/16
dito '72 gec. dito 5
50-100
971/2
973/g
dito '73 gec. dito 5
11
50-100
981/s
dito '84 gec. dito 5
50-100
dito '60 2e 1. dito 41/g
100
943/4
95
dito '75 gec. dito 41/2
50-100
931/8
9215/46
dito '80 gec. dito 4
z.R;
125-625
797/g
797/g^
Obl. 1. 1867/69 4
20-100
86I/4
861/4
Cert. v. B. Asgn. 6
P.R,
1000
40
Spanje.O.B.Perp. 4
Pes. 1000-24000
7V/16
7D/8
dito bin. Perpet. 4
Pr.
500-25000
Turkije. Geprivil. 5
fr.
500-2500
797/s
7913/is
Geer. S. I). C.
20-1000
15
15
dito Gereg. 1869
fr.
500-12500
Egypte. O.L. 1876 4
20-100
84
833/4
dito sp. dito 1876 5
ir
20-100
102
102