Onderwijs.
Kerknieuws.
Verspreide berichten.
water aanvoert niet alleen, maar ook in een
onderaardschen regenbak 108 kub. meter water
op bet kookpunt houdt.
Wij zouden nu hiernog veel bij kunnen voegen,
b. v. dat uitsluitend duinwater wordt gebruikt,
dat de verlichting door middel van petroleum
plaats gemaakt heeft voor gas en dat het vuile
waschgoed met paard en wagen weggehaald
wordt, maar wij laten dat liever na.
Twee vragen echter, die misschien door onze
lezeressen nog zouden kunnen gedaan worden,
willen wij even aanstippen. De eerste zou mis
schien zijn »lijdt het goed niet veel?" en dan
antwoorden wij, op grond van het ons medege
deelde, minder dan bij de gewone behandeling;
en de tweede »is het niet duur?"; daarvoor ver
wijzen wij naar het tarief, met de opmerking
dat de ondervinding leert dat alle duurkoop niet
behoeft gelaten te worden en alle goedkoop niet
gekocht.
De schietwedstrijden zijn niet van de lucht
naar het schijnt. Pas is de wedstrijd van de
scherpschuttersvereeniging Vlissingen geëindigd,
of tegen Maanclag wordt een nieuwe wedstrijd
geopend tusschen de leden van de d.d. schutterij
aldaar. Het gewone schietterrein is daartoe aan
gewezen en alleen als op Maandag e. k. de
blauwe vlag niet van den stadstoren waait, zal de
wedstrijd een dag worden verschoven. Behalve
voor de manschappen, zullen nog afzonderlijke
banen worden gereed gehouden zoowel voor hh.
officieren, als voor het kader. Een tal fraaie
cadeau'3 zijn reeds ingekomen of toegezegd, terwijl
de majoor-commandant bovendien een prijs voor
hh. officieren heeft beschikbaar gesteld.
Onder Bath is Vrijdag morgen in den
Engelschen polder nabij den spoordam in een
arbeiderswoning door een onbekende oorzaak brand
ontstaan. Het geheele dak is afgebrand, terwijl
een kist met kleeren door de vlammen werd
vernield.
Door het flink optreden van aldaar werkende
arbeiders, was het te danken dat de brand be
trekkelijk spoedig gebluscht werd.
Volgens het N. v. d. D. is de vermoedelijke
moordenaar van den hoofdcondnctenr Ekkert nog
niet overleden en moet zijn toestand, de omstan
digheden in aanmerking genomen, niet geheel
onbevredigend zijn.
Zooals men weet zouden bij de leger-manoeu-
vres ook proeven worden genomen in hoever wiel
rijders bij het leger nuttig kunnen zijn. Dit
geschiedde ook bij de fort-oefeningen in het land
van Altena.
Volgens den verslaggever der N. R. Crt. vol
deed de proef daar zeer goed. De heeren wiel
rijders kweten zich uitstekend van hun dikwerf
lastige taak. Onvermoeid, op elk uur van den
dag en van den nacht tot uitrukken gereed,
meestal terstond begrijpend wat van hen werd
verlangd, hebben de heeren, die zich geheel vrij
willig voor deze taak hadden aangeboden, aan
het groepshoofdkwartier uitmuntende diensten
bewezen en op hun stalen rad herhaalde malen,
zelfs bij nacht, berichten overgebracht, binnen
een zoo kort tijdsverloop, dat een bereden ordon
nans het niet sneller en stellig niet beter had
kunnen doen. Erg gemakkelijk toch zoo'n mo
dern wielpaard, zegt de correspondent. Stal
onnoodig, fourage eveneens. Een beetje olie van
tijd tot tijd is hem genoeg. Moede, verkouden
of dampig is hij nooit, Influenza geen. Ook kleeft
hij in het geheel niet. De wielrijders hebben,
bij allen, die hen werkzaam zagen, een allergun-
stigsten indruk gemaakt. Zij spoorden den vijand
op en vonden hem ook."
Hoe gevaarlijk het bangmaken soms zijn
kan, bleek dezer dagen te Echt (Friesland). Een
meisje van 22 jaar sloop bij avond heel zachtjes
in een vertrek, waar zich hare jongere zuster
bevond. Deze verschrikte zoodanig, dat ze geheel
sprakeloos bleef en geneeskundige hulp moest
ingeroepen worden.
De Nordd. Allg. Ztg verzekert, dat er nog
niets bepaald is omtrent het tijdstip van het
huwelijk van prinses Sophie met den kroonprins
van Griekenlandmaar dat het in geen geval
voor het aanstaande voorjaar zal voltrokken worden.
Heden keert president Carnot naar Fontai-
nebleau terug. Met groote voldoening kan hij op
zijn reis door Normandië terugzien, daar hem
blijkens alle berichten overal een zeer goede
ontvangst ten deel viel. De Fransche republi-
keinsche bladen bevatten talrijke bijzonderheden
over ovaties, hem door vereenigingen, autoriteiten,
arbeiders en burgers gebracht.
Tusschen Servië en Boelgarije zijn den laat-
sten tijd de betrekkingen van vriendschappelijke!-
aard. De Servische zaakgelastigde Danitsch
woonde de laatste soiree van vorst Ferdinand
bijten bewijze hoezeer hij deze beleefdheid op
prijs stelde bracht de vorst reeds den volgenden
dag een bezoek aan Servië's vertegenwoordiging.
Te Weenen legt men groote ingenomenheid over
deze wederzijdsche toenadering der beide Balkan-
staten aan den dag.
Toen de keizer van Oostenrijk zich dezer
dagen ter bijwoning van de groote manoeuvres te
Bellovar in Croatië bevond, liet hij zich bij de
ontvangst der katholieke geestelijkheid zeer scherpe
woorden ontvallen tegen mgr. Stroszmayer, bisschop
van Diakovar. Genoemde bisschop heeft onlangs
bij het 9e eeuwfeest der invoering van het chris
tendom in Rusland, het comité te Kief een zeer
sterk gekleurd panslavistisch telegram gezonden,
waarin hij, behalve dat hij Gods zegen voor Rusland
aanriep, ook de hoop uitsprak, dat de voorzienigheid
het helpen zou om in het ware geloof en met
christenheldenmoed ondanks zijn overige roeping,
ook zijn groote wereldzending te vervullen, waar
voor God het bestemd heeft. »Ik had niet gedacht"
sprak de keizer, »dat een mijner onderdanen tot
zulk een stap in staat was gij schijnt niet ge
weten te hebben, hoe zeer gij kerk en monarchie
beleedigd hebt." Sire", hernam de bisschop mijn
geweten verwijt mij niets
Het resultaat van dit scherpe antwoord van den
weerspannige prelaat was, dat hem den volgenden
dag een audiëntie bij den kroonprins werd ge
weigerd. In Weenen wordt over dit incident druk
gesproken.
De te Clamart gearresteerde Pruisische spion,
zich noemende Walter, heet in werkelijkheid
Heurck. Hij schijnt in verbinding te hebben
gestaan met den te Nizza gearresteerden Kilian,
die zich Yon Hohenburg noemde. Uit Brussel
ontving Heurck, die van een zeer twijfelachtig
zedelijk gedrag was, aanzienlijke geldsommen.
Naar men verzekert, bespionneerde hij het fort te
Chatillon en het pare aérostatique, waarvan
Renard, de jongste uitvinder van den bestuurbaren
luchtballon, directeur is.
De Duitsche Reiclisanzeiger bevat het besluit
tot eervol ontslag van den staatssecretaris Jacobi
uit 's lands dienst, met verheffing in den erfelijken
adelstand, en tevens het besluit tot benoeming
van baron Maltzahn tot staatssecretaris bij 's rijks
schatkist.
De lersche nationalistische afgevaardigde
Redmond is tot drie maanden gevangenis veroor
deeld wegens het opruien van pachters tot verzet
tegen de wet.
De emir van Afghanistan heeft aan de In
dische regeering medegedeeld, dat zijne troepen
het fort Khaman op de opstandelingen veroverd
hebben. Zij maakten vele gevangenen, o. a. den
schoonvader van Ishak Khan.
In Andaloezië houden de overstroomingen
aan. Verscheidene districten in de provincie
Murcia staan onder water. Veel vee is verdronken.
In Tyrol is de toestand verbeterd.
Te Jacksonville neemt de epidemie toe. Te
Manadee in den staat Florida kwamen enkele
gevallen van gele koorts voor.
Naar de World verneemt, zijn de plannen
ter uithuwelijking van den czarevitch oorzaak
van oneenigheid tusschen den czaar en zijn ge
malin. De czarevna heeft den kroonprins mede-
De Indische Gids van September bevat
Dwangcultuur en vrije arbeid in Bengkoelen,
door E. B. Kielstra. De muntquaestie in Ned.-
Indië, door G. M. Boissevain, II. De geleide
lijke oplossing van de Gouvernements-koffiecultuur
op Java, door L. Wessels. Correspondentie
artikel. Verkoop van koffie in Indië geeft op
den duur dezelfde resultaten als verkoop van
koffie in Nederland, door H. P. J. van den Berg.
Varia. De oudste' ambtenaar in dienst bij
het onderwijs in Ned.-Indië. De grens in het
gebied van Nederland en dat van de North
Borneo Compagny. Heerendiensten op Ambon
of hervormingen op papier. Mededeelingen
van den Minister van Koloniën betreffende
Atjeh. Weer een teeken van verarming op
Java. Rustverstoringen in Ned.-Indië
Een voorbede voor den nieuwen Gouverneur-
generaal. Maandelijksche Revue van Bro
chures en van Tijdschrift- en Dagbladarti
kelen. Koloniale Litteratuur. Wetenschap
en Industrie. Katoenen goederen van Britsch-
Indië. Landbouwkrediet. Bedevaartgangers
naar Djeddah. Suikercultuur op Penang.
Immigratie op Penang en China en Britsch-Indië
en emigratie naar Sumatra's Oostkust enz.
Handel van Penang met Atjeh. Handel van
Nederlandsch-Indië met Marseille. Stoomvaart
tusschen Genua en Ned.-Indië. Onvoldoende
geoefendheid der infanterie in Ned.-Indië.
Financieel overzicht, door E. Rittner Bos. -
Vreemde reizigers over Nederlandsch nieuw
Guinea, door F. S. A. de Clercq.
Eigen Haard bevat in zijn laatste nommer een
uitstekend gelijkend, keurig uitgevoerd portret
van dr H. A. M. Schaepman met een waar-
deerend bijschrift van dr W. J. F. Nuijens.
Door den minister van binnenlandsche zaken
is bepaald, dat de kweekelingen aan de rijks
kweekschool voor onderwijzers, die met goed
gevolg het examen van onderwijzer hebben afge
legd, van de kweekschool moeten worden ont
slagen, teneinde eventueel naar eene vacante
betrekking te kunnen dingen. Tot hiertoe waren
die kweekelingen verplicht om gedurende vier
maanden na het verkrijgen der akte van onder
wijzer zich practisch in het geven van onderwijs
aan de leerschool te bekwamen.
Door dezen maatregel worden jaarlijks 14.000
aan toelagen bespaard.
De collecte voor de Scholen met den hijbei
bracht op te Wissekerke (N.-B.) 68.36J, Oud-
Vosmeer 5.50 en Zierikzee 80.
Betrekkelijk de viering van het 60jarig be
staan der koninklijke militaire academie meldt
men dat, hoewel de datum van 23 September
eerst was vastgesteld, daar dit een der dagen
was, waarop vóór 10 jaren het halve eeuwfeest
werd gevierd, het thans gebleken is dat de juiste
verjaardag der academie op 24 November valt.
Er is dan ook besloten de feestviering op 24
November te doen plaats hebben.
Door kerkvoogden en notabelen van Ril
landBath is besloten, aan den beroepen predi
kant geene toelage meer te verleenen dan alleen
f0 voor rijden en vrijdom dér vier eerste
grondslagen pers. bel.
De rijkstoelage bedraagt 790.
Vóór dien tijd bestond, met inbegrip der/790,
het traktement uit f 1150 en vrijdom der vier
eerste grondslagen.
Tevens werd besloten zich tot de synode te
wenden om eene subsidie van 7000 voor de te
verbouwen kerk te Rilland.
Door het kiescollegie der Hervormde Ge
meente te Zierikzee is tot predikant beroepen de
heer A. J Kan te Velp.
minder kans had ik om iemand tegen te komen,
die mij kende. Ik ontmoette een paar dorpe
lingen, maar die letten niet op mij en ik was
al een heel eind voorbij Geldham, toen ik een
rijtuig achter mij hoorde. Het reed langzaam
den heuvel op en om een echte oude juffrouw
te schijnen, leunde ik op mijn parapluie en
stapte ook zachtjes voort. Maar die uitvlucht
had een onverwachte uitwerking, want eensklaps
hoorde ik den koetsier roepen
»Zeg, vrouwtje, wilt gij een eindje meerij
den," en herkende de stem van Lorenzo.
Mijn hart sprong op van vreugde en ik was
op het punt van in lachen uit te barsten.
»Wat graagbromde ik binnensmonds,
wachtte tot het rijtuig naast mij was, stapte
schijnbaar raet moeite in en nam naast hem
plaats, zorgende dat hij mijn gelaat niet zag.
Wat voelde ik mij gelukkig in zijn nabijheid en
wat had ik een moeite om zijn hand niet te
grijpen of mijn hoofd op zijn schouder te leggen
en te zeggen hoe ongelukkig ik mij gevoeld had
sedert hij zoo boos weggeloopen was. Nu moest
hij mij toch terug zien, of hij wilde of niet. Ik
werd eenigszins zenuwachtig en wist niet hoe
ik mjj bekend zou maken en wat hij daarvan
zou zeggen. Zou hij nog boos zijn en mij uit
het rijtuig zetten Zou hij mij nog meer on
aangenaams zeggen Of zou hij blij zijn en mij
vergeven Hij was niet in eene spraakzame bui.
Zou hij nog over mij denken of verwachtte hij
niet veel conversatie van zoo'n oude juffrouw?
Hij vroeg of ik naar Beaconsburgh ging en ik
zti weer binnensmond*
Indertijd, kort na de oprichting der stoom-
wasscherij de Maria Jacoba te Vlissingen, brachten
wij aan die inrichting een vluchtig bezoek en
deelden van hetgeen wij er zagen het een en
ander aan onzen lezerskring mede. Wij schreven
toen als onze meening neder dat de heer Maters
door dezen tak van nijverheid in Zeeland te
exploiteeren voorzag in eene lang gevoelde be
hoefte en de uitkomst leerde dat velen onze
meening waren toegedaan. De stoomwasscherij
bloeide spoedig.
Toen ze eenmaal burgerrecht verkregen had,
een goed jaar 11a hare vestiging, werd ze, 16 Febr.
1888, een prooi der vlammen en menigeen dacht
dat, wijl de inrichting een groot kapitaal eischte,
daarmee voor onze omgeving het wasschen door
middel van stoomkracht tot de geschiedenis be
hoorde.
Niet alzoo echter de heer Maters. Als een
phenix deed hij de Maria Jacoba uit haar asch
verrijzen en slechts zes weken, nadat het vernielend
element haar in puin deed storten, was zij
nog beter ingericht dan vroeger weder in
volle werking.
Dank zij die nog betere inrichting wies het
aantal van ben, die ervan gebruik maakten
voortdurend is er thans meer werk dan kan
worden afgemaakt en plukt de oprichter goede
vruchten van zijn onderneming.
Het was dus niet om een reclame te schrijven
dat de eigenaar ons uitnoodigde om nogmaals
eens een bezoek te brengen aan zijne inrichting
en ons te overtuigen hoe daar gewerkt wordt
dat werk beveelt zich zelf aan.
Wanneer wij dan ook het een en ander mede-
deelen omtrent deze enkele plant op Zeeuwschen
bodem is het, omdat zij velen tot nut en velen
tot voordeel en gemak strekt.
Velen tot nut. Op kleine schaal begonnen geeft
de stoomwaschinrichting thans aan meer dan
dertig personen, meerendeels vrouwen of meisjes,
een goed bestaanterwijl nog steeds geschikt
personeel geplaatst kan worden.
Velen tot voordeel en gemak. Vraagt het de
dames, niet alleen uit Vlissingen, Middelburg of
Walcheren maar ook uit Beveland en van de
overzij der Schelde, die de wasch er aan toever
trouwen en die zoo keurig thuis krijgen, of niet
betuigingen van tevredenheid regel en eene enkele
klacht uitzondering is.
Maar neen vraagt het niemand, overtuigt u zelf.
Doet als wij en gaat een kijkje nemen, dames
na ons vorig artikel is de weg zeer góéd begaan
baar.
Als ge dan u bij de kundige en vriendelijke
directrice aanmeldt, brengt zij u in de waschzaal,
waar het goed, na in weekkuipen eenigen tijd
gelegen te hebben, in stoomwaschmachines de
stoomstampers van vroeger zijn vervallen ge
reinigd wordt en daarna nogmaals door wasch-
vrouwen met de hand wordt »overgedaan."
In dezelfde kamer komt het, voor zooveel noo-
dig, tusschen de gutta percha wringmachine om
vervolgens op de groote bleek, den warmen of
den kouden droogzolder een plaats te vinden.
Na daar den noodigen tijd gebleven te zijn,
worden de goederen onder den stoommangel ge
bracht of wel aan de strijksters ter hand gesteld.
Deze, een twaalftal jenge Vlissingsche meisjes,
die er keurig netjes uitzien, hebben het, dankzij
het onderricht der directrice, in de strijkkunst
zoover gebracht dat zij van oud nieuw weten te
maken.
Wanneer ge dat gezien hebt, wordt u waar
schijnlijk ook de sorteerzaal getoond en u gewezen
hoe de verzending plaats heeft en misschien ook
gevraagd of u het een en ander vernemen wilt
omtrent de beweegkracht en andere technische
bijzonderheden.
Daarop in te gaan raden wij u niet aan. In
het kort komt het hierop neder. Een horizontale
stoommachine van 4 paardekracht levert de be
weegkracht door de geheele inrichting en tevens
den stoom, die overal in de wasscherij kokend
»0 ja ofschoon ik heel goed wist dat
een echte burger juffrouw dat niet zou zeggen;
ik verbaasde mij dat hij dit niet opmerkte. Ik
begon er naar te verlangen dat hij mij herkende
en zag hem van ter zijde aanmaar hij was
blijkbaar niet nieuwsgierig naar mij. Hij zag er-
zeer ernstig en peinzend uit, maar weldra trok
hij tot mijn groote blijdschap een paar wollen
polsmoffen aan, die ik gebreid had en die hij
op den bazar kocht. Ik herinnerde mij hoeveel
moeite wij gehad hadden om ze over zijn hand
te krijgen, daar ik ze heel onhandig gemaakt
had, te groot voor een dame en te klein voor
een heer. Het kwam mij voor dat hij ze met
een soort van vereering hanteerde en hierdoor
aangemoedigd begon ik met mijn gewone stem
»Wilt gij niet met mij praten
Hij gaf zulk een ruk aan de teugels dat het
paard eensklaps stilstond.
»Zult gij niet meer boos op mij zijn
vervolgde ik. Hij legde de teugels in de rech
terhand, sloeg zijn linkerarm om mij heen en
kuste mij, ondanks mijn dichten sluier. Zoo
werden wij weer goede vrienden zonder een
woord te spreken.
Ik vertelde hem wat ik ging doen en hij zei
dat zijn vader naar Londen was om geld te
halen voor den aankoop der hoeve, die geduren
de de afwezigheid van Lorenzo in orde gebracht
zou worden. Hij zou om tien uur met den trein
te Beaconsburgh komen en Lorenzo ging hem
afhalen.
»Wij zullen eerst bij dokter Lowe aanrij
den en dan rijdt gij mee om vader af te halen."
Ik zei eerst dat ik met den dokter terug moest
rijden maar hij kreeg natuurlijk zijn zin.
»Wat wilt gij met een pachthoeve doen,
Lorenzo?" vroeg ik terwijl wij wachtten.
Ik bleef in het rijtuig zitten, vreezende dat mijn
zonderling costuum aan het station de aandacht
zon trekken en Lorenzo in ongelegenheid brengen;
en hij stond er naast, hield onder mijn mantel
mijn hand vast en zei zacht
»Wat ik met een pachthoeve wil doen?
Wel ik wil een huis voor u hebben en iets om
van te levenIk heb genoeg verstand van den
landbouw en het doet er niet toe al moet ik er
in den beginne wat bij leggen."
- »Maar waarom wilt gij een huis gereed
maken voor een volleerde coquette, die gij nooit
weer terug wildet zien?"
»Men is niet aansprakelijk voor al wat men
zegt om een kleine ondeugd zooals gij zijt te
plagen," zei hij lachend. »Gij dacht toch niet
dat ik het meende dat ik u niet wilde terug zien
»Het zou mij niet hebben kunnen schelen."
»Dus had ik gelijk met de coquetterie
Zoo iets zoudt gij niet hebben kunnen zeggen
voor gij naar Kraaienhorst ging. Ik had morgen
avond bij u willen komen. Ik ben van daag den
heelen dag te Lawley geweest en moet er morgen
weer met vader heen. Maar morgenavond kom
ik op Elzenhof en vraag houtweg naar juffrouw
Christie. Zorg dus dat gij niet uit zijt."
»Dat kan ik niet beloven."
»Wij kunnen lang en gezellig praten, want
de heer Rayner is gelukkig niet te huis en dan
geef ik u meteen mijn adres."
Wij hadden het zoo druk samen dat ik niet
gezien had dat er onder het laatste gedeelte
van ons gesprek een man vlak bij ons had
gestaan. Lorenzo keerde even het hoofd om en
zag met schrik dat de trein er al was.
Wacht even, lieveling", riep hij mij toe
en liep zóo hard weg dat hij tegen den man,
die als een polderjongen gekleed was, aanbonste
en zijn hoed afwierp. Toen hij met zijn vader
terugkeerde zag hij doodsbleek en fluisterde
mij toe
»Weet ge wie die man was tegen wien ik
aanliep
»Die polderjongen
>'t Was geen polderjongen het was de
heer Rayner."
»Lorenzozei ik ongeloovig.
»Ik zweer u dat hij het was. Wat heeft
hij hier in die vermomming rond te dolen? Hij
is met dezen trein gekomen en moet gehoord
hebben wat wij spraken. Let op hetgeen ik zeg,
Violette, ik zie u niet meer."
»Maar Lorenzo, hoe kan hij dat verhinderen.
Als gij aanschelt en naar mij vraagt
»Luister", viel hij mij in de rede, »als gij
mij morgen avond vóór zevenen niet ziet, kom
dan zonder mankeeren tegen half acht bij uw
bank."
»Goeddat beloof ik u."
»Ik zeg u echter dat het niets zal baten,
kind. Wij moeten van avond afscheid nemen
want ik zie u niet meer."
(Wordt vervolgd.)