N\ 219. 131e Jaargang. 1888. Zaterdag 15 September. BEKENDMAKINGEN. Rijks-belastingen. Middelburg 14 September. Onderwijs, Kerknieuws. Rechtszaken, Dit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per 3/m. franco 2. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent. Advertentiën: 20 Cent per regel. Geboorte-, Trouw-, Doodberichten, enz.van 1-7 regels ƒ1.50; iedere regel meer ƒ0.20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. - MIDDELBURGSCHE COURANT. Agenten te Vlissingen: P. Gr. de Vet Mestdagh Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: P. van der Peijl, te Zierikzee: A. C. de Mooij en te Tliolen: W. A. van Nieuwenhtjijzen. Verder worden door alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aangenomen en nemen ook het algemeen advertentiebureau van Nijgh van Ditmar te Rotterdam, en_^fe firma B. van de* Kamp te Groningen, voor de Noordelijke provinciën, annonces aan. Hoofdagenten voor het Buitenlandte Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daebe Cie., John F. Jones, opvolger; voor België A. Grosjean Co. te Brussel. De burgemeester van Middelburg maakt be kend: dat bij hem ontvangen en aan den ontvanger der directe belastingen ter invordering is ver zonden het door den provincialen inspecteur dei- directe belastingen enz. te Middelburg, den 12en September 1888, invorderbaar verklaarde kohier der personeele belasting no. 6 voor het dienstjaar 1888/89, met uitnoodiging aan ieder, wien zulks aangaat, om, na bekomen kennisgeving van zijnen aanslag, ten spoedigste het door hem verschul digde te kwijten met herinnering tevens, dat de bezwaren, welke dienaangaande mochten bestaan, binnen drie maanden na heden behooren te worden ingediend terwijl hij voorts de belastingplichtigen, die in den loop des dienstjaars een perceel verlaten, zonder daarin eenige roerende goederen of iemand in hunnen dienst achter te laten, indachtig maakt op de gunstige bepaling van art. 7. der wet op de personeele belasting van den 9den April 1869, (Stbld no. 59). Hiervan is heden afkondiging geschied waar het behoort. Middelburg, den 13 September 1888. De burgemeester voornoemd, SCHORER. In het Sociaal Weekblad van deze week schreef H. G. B. een opstel over Volksdranken. Daarin wordt gewezen op de uitkomsten, ver. kregen door dr Haakman Tresling te Winschoten door wien sinds jaren gegevens werden verzameld aangaande het verbruik van spiritualiën in ver schillende streken van Nederland, in verband met het verbruik van bier en wijn. Dr Tresling nu komt tot de slotsom dat het gedistilleerd nog steeds volksdrank is voor de groote meerderheid van ons volk, en dat ons volk veel sterker zou zijn, zoo de jenever als volks drank in den ban gedaan en bij voorbeeld door bier vervangen werd. Opmerkelijk is het zeker, zegt H. G. B. dat er onder de lotelingen onzer bier-drinkende pro vinciën de minste afkeuringen wegens lichaams gebreken voorkomende meeste daarentegen onder die der twee noordelijke provinciën, welke met een zwarte kleur geteekend zijn. In Lim burg, Noord-Brabant en Staats-Vlaanderen waren van de lotelingen te klein 10 petin Noord- Holland, Groningen en Friesland 13 pet. Wat betreft de sterfte in Nederland, vergeleken met die in andere landen, waar minder gedronken wordt, sta bier nog aangeteekend, dat in ons land de sterfte is 1 op de 36in Denemarken 1 op de 45en in Noorwegen, waar het gelukt is het spiritus-verbruik, dat vroeger 40 a 50 L. bedroeg, tot 4 L. terug te brengen, 1 op de 52. Zulke cijfers zijn welsprekender dan lange redeneeringen. Bij het afdeelingsonderzoek van het voorstel van den heer Domela Nieuwenhuis tot het nemen van wettelijke maatregelen tegen de gedwongen winkelnering verklaarde men in de Tweede kamer algemeen overtuigd te zijn dat, om voor dit ouderwerp eene regeling saam te stellen die wer kelijk de in meerdere of mindere mate bestaande misbruiken zou keeren, vooral noodig ware behoorlijke kennis van de zeer uiteenloopende maatschappelijke verhoudingen tusschen werkge vers en werklieden in de verschillende vakken en bedrijven en groote zorgvuldigheid in begrips bepalingen en redactie. Men gaf daarom een overzicht van de Engelsche wetgeving ten deze, die in allerlei bijzonderheden is afgedaald om de bepalingen pasklaar te maken voor de in dat land bestaande behoeften en, algemeene regelen stel lende, daaraan telkens de noodige uitzonderingen heeft toegevoegd. Uit den arbeid van den voor steller blijkt niet dat, zoo hjj al van buitenland sehe wetgevingen inzage heeft genomen, dit hem de vruchten heeft opgeleverd die van ernstige studie zijn te wachten. De voorgestelde bepalin gen toch zijn niet alleen niet doeltreffend maar in vele opzichten onuitvoerbaar of nadeelig voor de werklieden. Algemeen klaagde men dan ook over het gebrek aan deferentie van den voorsteller t)m de kamer met een voorstel van zulk een ge halte bezig te houden. Allerminst ging het zijner zijds dan ook aan om hen, die aan dit gebrekkige ontwerp hun stern weigerden, aansprakelijk te gtellen voor de voortduring »van een erkend on recht". Er bestond werkelijk reden om te betreu ren dat men het vroegere voorschrift omtrent de prise en consideration van voorstellen van kamer leden in 1872 had laten vervallen. Daarbij be stond voor deze toepassing van bet recht van initiatief geen reden, na de toezegging van den min. v. justitie den 14 Mei jl.: de voorsteller had gevoegelijk kunnen afwachten wat van regeerings- wege zou worden gedaan- Eenige leden deelden deze beschouwingen niet geheel. Zij zouden het doen van het voorstel niet hebben afgekeurd, mits dit op voldoende kennis van feitelijke toe standen en op ernstige studie bleek gegrond te zijn wat ten deze niet het geval is. Zijn wettelijke maatregelen ten aanzien van de zg. gedwongen winkelnering in beginsel wensche- lijk Er waren leden die hierop ontkennend antwoordden. De staat is niet geroepen tegen alle misbruiken en verkeerdheden bij de wet te waken en beperking van de vrijheid der werk lieden om met de werkgevers te contracteeren scheen niet gewenscht. Er werd beweerd dat d e werklieden in hooge mate afhankeljjk zijn van de werkgevers, maar sedert 1872 waren zjj toch vol komen vrij in onderlinge vereeniging steun te zoeken tegen onbillijke eischen van hun patroons. Wilden deze leden gaarne medewerken om de energie en den zedelijken moed hij de werklieden op te wekken om van die vrijheid een gepast en afdoend gebruik te maken, hier gaat men de ontwikkeling der industrieele krachtsinspanning juist verlammen, wanneer men tot wering van elk misbruik telkens de hulp der wetgevende macht inroept. Ligt de oorzaak der misbruiken, die men wil keeren, in de afhankelijkheid dei- werklieden dan zou de wet alleen het gevolg treffen en niet de oorzaken wegnemen. Hoe zou men kunnen voorkomen dat de werkgevers de loonen gingen verminderen op grond dat zij ten gevolge van de wet tegen de gedwongen winkel nering inkomsten moesten derven Bovendien was nog niet gebleken dat bier te lande groote nadeelen voor de werklieden uit dien toestand voortvloeien. Ten aanzien van de steenfabrieken was de mededeeling des voorstellers reeds weder- legd. En mocht in de veenstreken de gedwon gen winkelnering hier en daar al voorkomen, gaf dit recht om voor het geheele rijk verbodsbepa lingen vast te stellen Moest ook niet de voort zetting der parlementaire enquête worden afge wacht Ook was het houden van een winkel door of met medewerking van de werkgevers meermalen ten voordeele van de werklieden, daar deze hierdoor gevrijwaard werden buitensporige prijzen te moeten betalen aan rondgaande ven ters. In Twenthe en te Hilversum is zonder wettelijke tusschenkomst dit misbruik allengs zeer verminderd. De meerderheid der leden deelden deze beschou wingen niet. Zij achtten bepalingen ter bestrijding van de gedwongen winkelnering geenszins in strijd met het bestaande rechtsstelsel. Evengoed als de wet den werklieden het bezit van hun werk tuigen heeft gewaarborgd (art. 447 no 4 B. R.) kan de wet hun de vrije beschikking over loon verzekeren. Wat de feitelijke toestanden betrof stond het vast, volgens verscheidene leden, dat in de veenstreken grove misbruiken bestaan. Het komt voor dat de arbeiders niet in geld maar uitsluitend of ten deele in waren betaald worden en soms minder deugdelijke waren, ja in Gro ningen voor een deel in jenever. Ook geraken soms de werklieden in een toestand van afhan kelijkheid, door 't ontvangen van crediet, des winters als er geen werk is, van de werkgevers, die hen later verplichten hunne levensmiddelen in een bepaalden winkel te koopen. Eindelijk ook wordt er soms dwang uitgeoefend van de zijde van den werkgever op den arbeider omtrent de wijze, waarop het loon zal worden besteed. De afhankelijkheid der werklieden ligt voor een deel juist in de misbruiken bjj de uitbetaling van het loon. Kon de wet afdoende maatregelen veror denen om die uitbetaling in geld te verzekeren dan zou reeds een belangrijke stap gedaan zijn tot verbetering der verhoudingen. Daarnevens behoorde de wet eenige bepalingen te bevatten omtrent het verkoopen op crediet door werkgevers aan werklieden en tot het ongeldig verklaren van overeenkomsten over de wijze, waarop het loon zal worden besteed. Sommige voorstanders van wettelijke regeling zagen echter geen reden om juist deze aange legenheid zoo bijzonder op den voorgrond te stellen bij de vele onderwerpen van sociaal-politieken aard, die regeling behoeven. Het gerucht, dat de heer Sprenger van Eyk zekere toezegging aan den heer Sol *ou gedaan hebben, om hem voor lid der Indische reken kamer voor te dragen, wordt nu ook door De Stand, zelf, op grond van nadere informatiën, onjuist genoemd. Zooals wij gisteren aan het grootste deel onzer geabonneerden nog konden melden besloot de algemeene vergadering der Hollandsche Maatschappij van Landbouw wettelijke regelen te vragen tegen den clandestinen verkoop van kunstkaas en om af schaffing van mutatierechten, echter zonder aanwijzing eener kapitaalbelasting als aequiva- lent, zooals sommigen verlangden. Een voorstel om invoerrechten op graan te vragen werd met groote meerderheid van stemmen 484 tegen 12 verworpen. Dit laatste is zeker een welsprekend protest tegen de beweging, die beden ten dage op touw wordt gezet. Door den koning zijn dezer dagen op Het Loo ontboden de heer mr C. J. Siokesz, voorzitter der Nederlandsche Heidemaatschappijwaarvan Z. M. het beschermheerschap aanvaardde, en baron Mollerus, commissaris des koning in Gelderland. Dit zjjn, met het oog op den gezondheidstoe stand van Z. M., geen ongunstige teekenen. Bij kon. besluit is, met ingang van 1 October a. s., aan J. H. Ter Spill, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend als burgemeester van Hendrik- Ido-Ambacht, en aan W. H. A. Clifford, met in gang van 23 October a. s., op zijn verzoek, eervol ontslag verleend als leeraar aan de rijks hoogere burgerschool te Warffum. Bjj de erven H. van Munster Zn. zal na 1 October e. k. worden uitgegeven Maandblad voor Muziektevens orgaan der Wagner-vereenigingte Amsterdamonder redactie van mr H. Viotta. Het tijdschrift zal het licht zien in afleveringen van twee vellen druks, royaal 8°. formaat, in omslag tot den prijs van 5 per jaargang. De heer mr H. Viotta, die zich met de hoofd redactie heiast, mag zich verheugen in de me dewerking van vele binnen- en buitenlandsehe toonkunstenaren en letterkundigen. Nu de lessen aan de Polytechnische school te Delft weder begonnen zijn, is zegt de Delftsche Opmerker het niet van belang ontbloot te vermelden, dat in dezen cursus voor het eerst een college gegeven zal worden in de electrotechniek, dat, volgens de toelichting van het programma, bestemd is»voor hen, die zich meer bijzonder op de studie der electrotechniek wenscben toe te leggen" en uit den aard der zaak voornamelijk »voor werktuigkundige ingenieurs van het derde en vierde studiejaar." De hoogleeraar Snijders wees er hij het openen zijner lessen in dit vak dan ook op, dat zij, die buiten de Polytechnische school staande, misschien nog altijd in de meening verkeeren, dat aan het onderwijs in de electro techniek aan de Polytechnische school tot nogtoe niet de noodige belangstelling werd gewijd, in dwaling verkeeren. Gedachtig aan de wijze spreukle mieux es Vennemi du bien verklaarde de beer S. ten slotte met ingenomenheid die lessen te beginnen, al zijn dan ook de hulpmiddelen, waarover hij te beschikken heeft, niet anders dan zéér bescheiden te noemen in vergelijking met de volledige uit rusting, waarover de buitenlandsehe inrichtingen voor electrotechnisch onderwijs zich mogen verheu gen. Hij verklaarde overtuigd te zijn, dat de regeering en de volksvertegenwoordiging op den duur het groote belang dezer zaak voor den bloei der polytechnische school en de eer van ons land zullen inzien en ter harte nemen en aan de éenige technische hoogesohool, die wij bezitten, niet de middelen zullen onthouden om de concurrentie met buitenlandsehe inrichtingen van dien aard vol te houden, een concurrentie, waarbij zij in andere opzichten zoo waardiglijk de eer van Nederland handhaaft. Over de onlusten in Bantam bevat de Java- bode van 11 Aug. de volgende berichten Op den 6en en 7en dezer zijn achtereenvolgens door de ijverige bemoeienis der politie van Menes opgevat de volgende, bij het begin van het gevecht te Tji-si-ih op 30 Juli 11. gedroste, muitelingen, tot de bende van hadji Wasid c. s. behoord hebbende, nl. hadji Djaffar, hadji Saban, hadji Ardja, Jachija en Saliman. Het bljjkt nu dat slechts een der kerels, in- stede van twee, in de kali Tii-»i-ih weggespoeld is. Dit lijk is nu ook reeds opgevischt en bij confrontatie gebleken te zijn van zekeren Ramdi, een fijn merk van Bedjie. De geheele bende is dus in het Tjaringinsche in onze handen gevallen. Al de levenden, door den adsistent-resident ia verhoor genomen, zjjn in volle confessie en hunne van elkander onafhankelijk afgelegde verklaringen zullen zeer zeker veel bijdragen tot het vinden van den draad van het onbezonnen opstootje. Zij zijn nu op weg naar Tjilegon. Dagelijks worden nog zwervende muiters ge vangen genomen. De schrik schijnt verbazend onder hen te zittenwant hunne gevangenneming kost weinig moeite. Den lOen Aug. zijn de troepen, die den 9den Juli op het eerste bericht der Tjilegonsche gru welen naar Bantam werden gezonden, van daar teruggekeerdwel zijn er thans in die residentie nog een honderd vijftig man meer in garnizoen dan voor het genoemde tijdstip, maar dit meer voor zekerheid en geruststelling, dan omdat de onlusten nog niet geheel zouden zijn onderdrukt. Over de oorzaken daarvan valt voorhands niet meer te zeggen, dan reeds werd gedaan. Te Bruiniase bracht de collecte voor de scholen met den Bijbel 141.12§ en te Kloetinge ƒ57.92 op. Door het bestuur van den Bond tot verbete ring van de wijze der benoeming van hoofden aan de openbare scholen is een circulaire verspreid, waarin belangstellenden opgewekt worden om lid van den Bond te worden. »Als hoofdbeginselen voor het reglement, dat binnenkort aan de goedkeuring der leden zal worden onderworpen, zijn aangenomen lo. Classificatie der openbare scholen naar de traetementen. (Het aantal dier klassen en hare gronden nader te bepalen.) 2o. Het vergelijkend examen te behouden voor scholen der laagste klasse. 3o. Den overgang tot hoogere klassen uitslui tend te doen afhangen van gebleken practische geschiktheid in eene lagere klasse, na eene werk zaamheid van een zeker aantal jaren. (Dit aantal jaren nader te bepalen.) 4o. Den eersten onderwijzers (nader te bepalen welke) het recht te geven om, onder gelijke voor waarde als onder 3 zijn aangegaan, naar scholen van hoogere klassen mede te dingen. Met inachtneming dezer beginselen wenscht men een concept-voorstel omtrent de benoeming van hoofden der openbare scholen vast te stellen waarbij tevens in meer bijzonderheden wordt aan gewezen, wat verder op de wijze van benoeming betrekking heeft. Bet ligt niet op den weg van den Bond eene wetswijziging uit te lokken, maar wèl om wan neer wetsherziening vanwege de regeering mocht worden aan -de orde gesteld, op verandering der wet in den opgegeven zin aan te dringen." Ook de heer C. van Riet heeft, evenals mr Yan Gilse, zijne betrekking als bestuurder van dien bond nedergelegd, omdat hij zich niet kan vereenigen met de hierboven genoemde punten 3 en 4 van de hoofdbeginselen voor het reglement van dien hond. Te Wissekerke (NB.) zal door de oud-Gere formeerden, volgers van wijlen ds. Van Dijke, eerlang een kerkgebouw worden gesticht tot het houden hunner godsdienstoefeningen, waartoe reeds een perceel is aangekocht. (D.bld.) Arrondissements-rechibank te Middelburg. Heden, Vrijdag, zijn veroordeeld wegens: ongedekt binnenlandsch vervoer van accijnsgoederen en weigering van visitatie: IJ. (zich noemende D.) V., 17 j., zonder beroep Meerdonck (België) thans gedetineerd, tot 21 d. gev. en 10 b. s. 10 d. h., met aftrek der in voorarrest doorgebrachte hech tenis dronken maken van een kind: M. M., 50 j., straatreiniger Goes, tot ƒ3b. s.3d.h.; oplichting: P. P., 39 j., koopman Middel burg, tot 4 m. gev. mishandeling: W. d. K., 33 j., tuinman Koudekerke, tot 14 d. en C. d. K., 21 j., L. d. K., 36 j. en W. de K., 33 jkaroters Koudekerke, de le tot 4 en de 2e en 3e ieder tot 3 in. gev., en diefstal: J. d. T., 19 j., arbeidster Kloe-<

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1888 | | pagina 1