N*. 215. 131e Jaargang. 1888. ag 11 September. BEKENDMAKINGEN. Nationale Militie. Middelburg 10 September Onze Oost en zijn Ieger. Dit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per 3/m. franco 2. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent. Advertentiën: 20 Cent per regel. Geboorte-, Trouw-, Doodberichten, enz.van 1-7 regels ƒ1.50; iedere regel meer ƒ0.20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Oproeping van verlofgangers lichting 1886. der Agenten te Vlissingen: P. Gr. de Vet Mestdagh Zoon, te Goes: A. A. w. Bolland, te Kruiningen: P. van dee, Peijl, te Zierikzee: A. C. de Mooij en te Tholen: w. A. van Nietjwenhuijzen. Verder "worden door alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aangenomen en nemen ook het algemeen advertentiebureau van Nijgh van Ditmar te Rotterdam, en de firma B. van dek Kamp te Groningen, voor de Noordelijke provinciën, annonces aan. Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicity étrangère G. L. Datjbe Cie., John F. Jones, opvolger; voor België A. Grosjean Co. te Brussel. De burgemeester van Middelburg, gezien de circulaire van den commissaris des konings in deze provincie van den 8 Mei 1888, A no. 618/1, 3de afdeeling [Provinciaal llad no. 41); roept bij deze op de in deze gemeente wonende milicien-verlofgangers der lichting 1886, behoo ren de tot de 2e en 8e compagnie van het lede 5e,6e, 7e en 9e compagnie van het 2ede 2e en 10e compagnie van het 3e, en de 6e en 7e compagnie van het 4e regiment vestingartillerie, om op tijd en plaats als in de aan hen uit te reiken order is vermeld, tegenwoordig te zijn, voorzien van al de voorwerpen van kleeding en uitrusting, door hen bij hun vertrek met groot verlof medegenomen, benevens van hun verlofpas, ten einde rechtstreeks naar hun korps te vertrekken. Zij moeten zich vooraf, en wel op Vrijdag den 14 Sept. a., des voormiddags tusschen 10 en 11 uren, bij den burgemeester hunner woonplaats aanmelden, voorzien van hun verlofpas, teneinde de noodige biljetten, alsmede daggeld, indien zij dit verlangen en daarop recht hebben, te ontvangen. De verlofgangers, die op het bepaalde uur niet ter aflevering verschijnen, worden bij hun korps gestraft. Zij, die niet aan de oproeping voldoen, worden als deserteurs behandeld, terwijl degenen, die door ziekte verhinderd worden op den be paalden dag onder de wapenen te komen, van die omstandigheid, onder overlegging van eene verklaring van den geneesheer, tijdig kennis be- hooren te geven aan den burgemeester. Na hun herstel vervoegen zij zich bij hun korps, Middelburg, den 10 September 1888. De burgemeester voornoemd, SCHORER. ii. Bij' het verhaal van het gebeurde met Dja- hidin /sal van zelf door menigeen de bedenking zijn geopperd dat Timmermans niet vrij te pleiten w:as van misbruik te hebben gemaakt van zijn nracht en in ieder geval buiten zijne bevoegdheid was gegaan door, in strijd met de voorschriften, Dj ahidin rietslagen te laten toedienen. Trouwent? Timmermans erkent dit zelf. Hoezeer het bedenkelijke niet over het hoofd gezien mag worden, aan zulk eene willekeurige handelwijze verbonden, omdat het moeilijk valt de juiste grens te trekken tusschen het ge oorloofde en het niet geoorloofde van eene dergelijke machtsovertreding in verband met de omstandigheden, blijft er toch altijd tot verdediging van Timmermans in deze aan te voeren dat hij zich zeker wel in een zeer exceptioneelen toestand bevond. Inge sloten door den vijand, stond hij tegenover een muitenden troep, waarvan ook liet kader den invloed van Djahidin gevoelde. Voor Tim mermans was elke aarzeling gevaarlijken •wanneer men dan in zulke omstandigheden slechts kort beraad houden kan, dan zou zelfs uit dat oogpunt verschooning te pleiten zijn voor een overijld besluit, dat niet aan de strenge eischen van reglementaire voorschriften vol doet. Wij vermoeden dan ook dat op dien grond zjn majoor verschoonend over hem dachten willen aannemen dat bij eene her haling van een dergelijk willekeurig optreden onder gewone omstandigheden Timmermans zelf zijn straf niet zou ontgaan zijn. Bij zulk een verdediging kan, dunkt ons, ieder ernstig tegenstander van de lijfstraffen zich neerleggen; en als zoodanig beschouwen ook wij, die allerminst er op gesteld zijn die straffen weêr in eere hersteld te zien, de op vatting van de meeste bevelhebbers bij ons Indisch leger uit de dagen van majoor Veen- huijzen en het standpunt dat ook generaal J&noop inneemt. Tragisch was het lot dat den Inlandschen soldaat Kromosraitto wedervoer. Wij kunnen zijn geschiedenis slechts in losse trekken hier mededeelen, het aan belangstellenden overla tend om van dit onopgesmukte, aandoenljke verhaal, dat zeer bekoort, kennis te nemen, Kromosmitto bad bij den veldtocht in. 1856 in de Lampongsche districten een wapenbroeder verloren, aan wien hij zeer gehecht was en wien hij in diens laatste uren beloofd had voor vrouw en kind te zullen zorgen. Kro mosmitto meende, toen hij op Java terugkeerde, niet beter te kunnen doen dan die weduwe te huwen; maar een jaar, nadat dit huwelijk was gesloten, ontwaakte bij Kromosmitto liefde voor zijn stiefdochter. Steeds trachtte zijne vrouw den zinneljken, hartstochtelijken Javaan in die misdadige liefde tegen te gaan, en zij verkreeg zijne toestemming dat hare dochter zou huwen met een Javaansch soldaat van het bataljon, wat ook geschiedde. Maar ook dat huwelijk kon het minnevuur van Kromosmitto niet blusschenen eens op een avond, toen hij haar zag liefkoozen door haar man, ontvlamde hij in zulk een razenden minnenijd, dat hij zijne kris greep en beiden wilde doorsteken; de man ontkwam en riep hulp; alleen de vrouw werd lieht gewond. Voor den krijgsraad gebracht, werd hij wegens poging tot moord veroordeeld tot ver vallen verklaring van den militairen stand, een half uur te pronk staan onder de galg en vijftien jaar dwangarbeid in de ketting. Kromosmitto was verpletterd. „Op de vraag van den president, of hij zijn vonnis gehoord had, begon zijn lichaam te beven, de handen balden zich tot vuisten, de betraande oogen glinsterden van woede, de tanden klemden zich krampachtig op elkander, en over de trillende lippen kwam het sissend antwoord „Ja wel, majoormaar ik ben liever dood dan tot kettingganger verlaagd te worden ik wil riet gedegradeerd worden, en zal als eerlijk soldaat stervenLaat me door de kameraden doodschietendit is al wat ik verlang Hieraan kon echter niet voldaan worden de wet eischte geen boogere straf dan die hem was opgelegdmaar bij het heengaan uit de zaal voegde hij den krijgsraad op kalmen toon deze woorden toe „Degradeeren dit gebeurt nooit." En hij hield zijn woord. „Toen hij, bij de executie van het vonnis^ voorbij den hoofdofficier du jour, den majoor Jalink, kwam, bracht Kromosmitto op militaire wijze de rechterhand aan de klep van de politiemuts, maar haalde tevens een ijzeren voorwerp van onder zijne jas en bracht daar mede den majoor een geweldigen stoot toe op de borst, die dezen deed nedervallen. Maar het was alleen het geweld van den stoot, dat den val veroorzaakte; gewond was de majoor niet en bedaard zeide Kromosmitto tot de nabij- zijnde officieren, die reeds de sabels hadden getrokken tot verdediging van den majoor Jalink: „„Ach heeren, maakt u niet ongerust, de majoor heeft geen letsel bekomen met dit stukje ijzer heb ik hem slechts aangeraakt de stoot heeft, op zijn best, de jas een weinig gescheurd. Ik heb volstrekt niets tegen den majoormaar ik wil geen kettingganger worden, en daarom heb ik met vasten wil zware insubordinatie gepleegd. Laten ze mij nu maar doodschieten dit heb ik ten volle verdiend."" En zoo geschiedde het. Hij werd opnieuw gevonnist en ter dood veroordeeld. Als gunst verkreeg hij de toezegging dat hij niet aan de galg zijn leven eindigen zou, maar door zijne wapenbroeders zon worden doodgeschoten. De beschrijving nu der laatste merkwaardige levensdagen van den Javaan en van diens heldhaftigen dood, waarbij kapitein Timmer mans tegenwoordig moest zijn, vormen een paar schoone bladzijden uit diens werk. Kalm en moedig ging Kromosmitto den dood innadat hij vooraf nog verlof had gekregen iets tot zijne kameraden te zeggen, en deze woorden had geuit: „Kameraden! het oogen- DliL is daar, dat ik sterven moet. Voor den dood gevoel ik geen vrees. De straf, welke ik zal ondergaan, is rechtvaardig. Ik scheid van u met een eerbiedig en dankbaar gevoel voor mijne rechters, ook voor mijne officieren. Als soldaat te mogen sterven, is voo r mij een groote gunst. Het gaat u allen wèl, en wacht u steeds voor den hartstocht, welke ons zoo dikwijls ongelukkig maakt. Blijft soldaat en sterft als soldaat." Slechts noode, en op aandrang van Timmer mans, liet hij zich blinddoekenteneinde de kameraden, die op hem zouden schietenf niet zenuwachtig te makenhij greep zelf de tromp van een der geweren, die op hem waren gericht, met de woorden „hier door het hart" en dadelijk daarop was het voorbij. Pauvre gar con, je l'ai tuê raide c'est laloi vtais tristequand-même," zei Massard, een van hen die op hem hadden geschoten, met de Krimmedaille was versierd en vroeger in Afrika diendeterwijl een ander, Faust, een even braaf krijgsman, die te Palembang, Borneo en Celebes zijne proeven had afgelegd, niet na laten kon tot Timmermans te zeggen: „Wel kapitein, dat is een flinke kerel het leger uit; maar de straf heeft hij verdiend" „Het lijk van Kromosmitto werd, gevolgd door den kapitein en het detachement, naar de gevangenis overgebracht en verder met mili taire honneurs begraven door een veertigtal van zijne vroegere kameraden, die zich daartoe vrijwillig hadden aangeboden. Alle tegen- woordigen gaven het geld dat zij bij zich had den, zoodat ongeveer dertig gulden werden bijeengebracht, hetgeen voldoende was, om de kosten van begrafenis en bet doodenmaal te bestrijden Zoo eindigde de tragedie van Kromosmitto tragediewant medelijden met den ongeluk kige en bewondering van zijn heldenmoed blijven zoo schrijft generaal Knoop nie mand vreemd, die dit eenvoudige, kunstelooze verhaal leest." Op verschillende plaatsen in onze provincie treedt in deze dagen als spreker op de heer J. van 't Lindenhout, de bekende directeur der wees- inrichting te Neerbosch. Het is ons niet mogelijk daarvan uitvoerige verslagen op te nemen. Trou. wens, wij achten dit ook overbodig. De inrichting van den heer Van't Lindenhout is genoeg bekend. Wij bepalen ons dus tot deze eenvoudige mede- deeling en tot de vermelding.dat, ten behoeve van zijne inrichting te Zaamslag f 119 werd gecollecteerd. Een enkele vraag geeft ons dit in de pen. Zou men denzelfden weg niet eens kunnen in slaan in het belang der weezenverpleging op Zuid- en Noord-Beveland? Een man met de gave des woords vermag in deze veel. En wie weet wat hij in Zeeland nog voor dat goede doel verkreeg 1 Eene der schitterendsche figuren uit den strijd in onze koloniën, de gepensioneerde luitenant- generaal J. J. van Swieten, is gisteren te 's Gra- venhage overleden. De verdiensten van den overledene, die hem tot de hoogste militaire waardigheden deden klimmen, en vooral de toewijding waarvan hij op gevor derden leeftijd en ofschoon reeds gepensioneerd blijk gaf door het opperbevel over de tweede Atjeh expeditie op zich te nemen, zijn algemeen hekend. Generaal Van Swieten was staatsraad in buitengewonen dienst en behalve dat tal van eereteekens zijne borst sierden was hij met Z. M. den koning de eenige gerechtigde tot het dragen van het grootkruis der Militaire Willemsorde. Nederland verliest in dezen dapperen soldaat weder een zijner kloekste mannen, die zijn^leven voor het vaderland waagde en aan wiens pogin gen ook het te wijten is dat op de Noordpunt van Sumatra de Hollandsche driekleur wappert, ons gezag erkend wordt en de zeerooverij groo- tendeels bedwongen is. De Staatscourant bevat een besluit des konings waarbij ia bepaald dat de tegenwoordige zitting van de staten-generaal op de gebruikelijke wijze door den minister van binnenlandscbe zaken zal worden gesloten op Zaterdag 15 dezer, des na middags te drie uren Bij kon. besl. is eervol ontslag verleend aan den le luit. J. J. Goetzee bij de dd. schutterij te Middelburg, onder gehoudenheid dat hij de op hem uit kracht der wet nog rustende verplich tingen als gewoon lid der schutterij volbrengt. Voorts zijn bij die dd. schutterij benoemdtot le-luit., U. J. W. van Nooten, thans 2e-luit. tot 2e-luit., D. J. Braakenburg, thans schutter. (Deze benoemingen deelden wij een deel onzer lezers reeds Zaterdag per bulletin mede.) Bij kon. besl. is op verzoek W. H. A. Enter ontslagen als notaris te Roermond, en eervol, met ingang van 23 Oct., A. Landman, als leeraar aan de rijks hoogere burgerschool te Groningen. Verder is de adjunct-commies bij het departe ment van marine M. Mouton, op verzoek, met den eersten October a. s. eervol uit die betrek king ontslagen. Nog is aan vrouwe G. M. Moerbeek, weduwe van den ritmeester-instructeur van het 1ste regi ment huzaren jhr A. C. baron van Asbeck, een pensioen toegekend van ƒ600 'sjaars. In de vorige week zijn bij het vergelijkend examen te Delft voor de infanterie-cursus te Haarlem o. m. geslaagd onze stadgenooten de heeren I. A. de Koning en G. Smit Sibinga. Verder slaagde nog de heer Mareeuw van Zie rikzee. In het geheel hadden zich 48 jongelieden voor het examen voor den artillerie-cursus te Delft en de militaire school te Haarlem aangemeld. Daar van zijn er 10 afgekeurd; van de 38 overigen hebben er 12 voor eerstgemelde inrichting vol daan, 4 zijn niet bereid geweest ook het examen voor de militaire school af te leggen, zoodat 22 daarvoor overbleven. Van dit aantal moet éen aspirant nog eene herkeuring ondergaan. Z. D. H. de groothertog van Hessen, vergezeld van een kolonel en drie bedienden, kwam Zon dag morgen met het stoomschip Prinses Elisabeth, kommandant D. W. van Boven, van Londen te Vlissingen aan. Met den aansluitenden sneltrein, waarin eene coupé 1ste klasse te zijnen behoeve was gereserveerd, zette Z. H. de reis naar Darm stadt voort. Op 1 Januari 1840 telde Middelburg 15.858 inwoners; op 1 Januari 1888 16.455. Vlissingen had op 1 Januari 1840 8981 ingezetenenop het zelfde tijdstip in 1888 12.565. Zaterdag had te Zierikzee de opening plaats van de stembriefjes voor de verkiezing van twee hoofdingelanden van het waterschap Schouwen, ontstaan door het overlijden van de heeren H. G. Mulock Houwer en R. Koole. Ter vervanging van eerstgenoemde werd ge kozen de heer J. C. van der Lek de Clercq te Zierikzee met 76 van de 121 geldige stemmen. In de plaats van den heer Koole moet her stemming plaats hebben tusschen de heeren W. ten Haaf te Zierikzee, die 26 stemmenen den heer H. C. Bolle te Haamstede, die 24 stemmen verkreeg. In de vacature, ontstaande doordien de ter vervanging van den heer R. Kooie te kiezen hoofdingeland volgens art. 12 van het reglement aftreden moet op het tijdstip dat zijn voorganger periodiek zou moeten aftreden, zijnde 1 Nov. a. moet eveneens herstemming plaats hebben tusschen de heeren H. C. Bolle, die 25 stemmen en de heer Ten Haaf, die 24 stemmen bekwam. De onduidelijke wijze, waarop ons Zaterdag de opgaaf uit Zierikzee werd geseind, was oorzaak dat wij toen eene onjuiste mededeeling opnamen. De minister van oorlog verleent a. Donderdag geen audiëntie. Door den minister van waterstaat is bepaald dat de opzichter van 's rijks waterstaat A. D. G. ten Doeschate te Leeuwarden, met ingang van 1 Oct. a. s., dienst zal doen bij de werken van het kanaal langs Hensden (bij Rotterdam) en dat met denzelfden dag naar Leeuwarden wordt overge plaatst de opzichter van 's rijks waterstaat J. Bos te Goes. Te 's Gravenhage is gisteren voormiddag, onder een grooten toevloed van belangstellenden, op de Portugeesche Israelietische begraafplaats mr Ge orge Belinfante ter aarde besteld. Aan de groeve bevond zich eene kern van

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1888 | | pagina 1