N\ 213. 131e Jaargang. 1888. 8 September. "FEUILLETON. Middelburg 7 September. ELZENHOF. Onderwijs. Rechtszaken, Dit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per 3/m. franco 2.--. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgba r a 5 Cent. Advertentiën: 20 Cent per regel. Geboorte-, Trouw-, Doodberichten, enz.: van 1-7 regels ƒ1.50; iedere regel meer ƒ0.20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Agenten te Vlissingen: P. G. de Vet Mestdagh Zoon, te GoesA. A. W. Bolland, te Kruiningen: F. van dee. Pexil, te Zierikzee: A. C. de Mooij en te Tholen: W. A. van Nieuwenhuijzen. Verder -worden door alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aangenomen en nemen ook het algemeen advertentiebureau van Nijgh van Ditmar te Rotterdam, en de firma B. van dek Kamp te Groningen, voor de Noordelijke provinciën, annonces aan. Hoofdagenten voor het Buitenlandte Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube Cie., John F. Jones, opvolger; voor België A. Geosjean Co. te Brussel. Benoemd tot burgemeester van Zonnemaire de heer J. A. Bolle aldaar. Z. M. heeft aan den schipper op een werk- vaartuig W. Bruin, op verzoek, met ingang van den len October a., ter zake van meer dan 65ja- rigen ouderdom, eervol ontslag verleend, behoudens aanspraak op pensioen. Door den minister van binnenlandsche zaken is aan dr R. Sissingh, met ingang van 15 Sept. e. k. op zijn verzoek eervol ontslag verleend als adsistent bij de natuurkunde aan de rijksuni versiteit te Leiden. Van anti-revolutionnaire zijde is in het kies district Bergum tot candidaat gesteld de heer L. de Vries, te Minnertsga, die in het afgeloopen voorjaar de candidaat der anti-revolutionnaire partij te Schoterland is geweest. Volgens Het Vad. was de Woensdag te 's Gra- venhage overleden mr George Belinfante ook een der schrijvers van de Parlementaire Portretten door Sagittarius, die, in 1869 verschenen, terecht zoo veel opgang maakten. Zijn medeschrijver was de heer mr H. J. van Lier, later redacteur van het Bataviaasch Handelsblad. Het Weekblad van het recht bevat in een rouw rand deze korte maar zoo welsprekende lofrede op den overledene «Een zware slag heeft het Weekblad van het recht getroffenhet heeft het overlijden te be treuren van zijnen hoofdredacteur mr George Belinfante. Het is ons thans, onder den vollen indruk van het zoo smartelijk verlies, onmogelijk den dier baren overledene naar verdienste te schatten. Dit geschiede later." Het vergevorderde seizoen, dat zich minder leent voor concerten in de open lucht, zal zeker ook gisteren avond zijn invloed wel hebben doen gelden op het bezoek aan onzen zg. Theetuin. Al was betrekkelijk de opkomst goed, zij had drukker kunnen zijn. Het muziekkorps der stedelijke schutterij kweet zich verdienstelijk van zijn taak en verwierf warme toejuichingen, niet het minst na de uit voering van de OuvertureLe jils de la nuit van. Joh. M. Coenen, het stuk waarmee te Tilburg de eerste prijs werd behaald. Dit is geen dankbaar stuk om voor het groote publiek uit te voeren maar voor een wedstrijd bijzonder geschikt, omdat bet vele moeilijkheden oplevert. Een enkel gedeelte bekoort door zijn lieflijkheid; het meerendeel is te gecompliceerd om algemeen begrepen te kunnen worden en te zwaar voor het gehoor. En zoo zijn wij ook thans weêr aan het einde Uit het Engelsch. Van FLORENCE WARDEN. HOOFDSTUK XVI. Na het eten in het salon waren de dames erg lief tegen mijbehandelden en liefkoosden mij eigenlijk alsof ik een kind was en deden mij allerlei vragen aangaande het leven op Elzenhof en den mooien mijnheer Rayner. »Is het waar dat hij zulk een ondeugende man is, juffrouw Christie", vroeg de eene. Ja zeker; zij bloost", zei de andere. Maar dat was niet waar, er was niets om over te blozen en ik zei lachend «Neen, hij is niet ondeugend of sleoht, dat denken de dorpelingen omdat hij viool speelt en wedrennen bijwoont. Hij is heel vriendelijk." «O, dat betwijfelen wij niet, kindlief", zei mevrouw Clowes. »Gij denkt dat ik hem aardig vind, omdat hij vriendelijk tegen mij is; maar als hij slecht was, zou ik hem niet kunnen uitstaan, al was hij nog zoo lief tegen mij." «En is mevrouw ook lief en goed tegen u?" «O ja, zij is even lief." Dat was wel niet precies waar, maar de arme mevrouw Rayner kon toch niet helpen dat zij niet zoo aardig was als haar man. Eensklaps pam mevrouw Cunningham mij mede naar het van een zomerseizoen en wachten ons de winter vermakelijkheden, die Zondag in den Schouwburg haar entree zullen maken. Dat De koerier van Lyon, zooals wij opmerkten, nog niet verouderd is, blijkt wel uit het feit dat bet te Parijs steeds op bet repertoire blijft en o. a. door bet Theatre de la Porte St. Martin weer zal gespeeld worden. In zijn genre is bet dan ook een niet onver dienstelijk stuk met een historische tint. Jhr mr De Savornin Lobman te Den Haag meldt dat de mededeeling betreffende zijn op treden in Walhalla, bet lokaal der sociaal-demo craten te 's Gravenhage, onwaar is. Hij is wel uitgenoodigd, maar hy heeft, evenals de.heer V. d. Feltz, geweigerd. Aan de Weser Zeitung wordt uit Bremen ge meld, dat onderhandelingen aanhangig zijn tot het in het leven roepen van een rechtstreekschen BelgischNederlandschen stoombootdienst tus- scben Rotterdam, Antwerpen en Indië. De stoom- booten zouden Bombay, Rangoon, Soerabaya, Makassar, Honkong, Yokohama en Shanghai aandoen. De Haagsche correspondent der Zaanl. Crt. stelt voor, dat in blijvende herinnering aan 's ko- nings 40jarig regeeringsjubilé, 'twelk Nederland in bet volgend jaar hoopt tej vieren, een natio naal werklieden-pensioenfonds worde gesticht. Er vorme zich, zegt bij, door heel 't land, uit alle partijen, reeds nu een commissie, om gelden millioenen in te zamelen, teneinde Z. M. op den feestdag van 1889 bet grondkapitaal aan te bieden voor een koning Willem-pensioenfonds voor werklieden. Het bestuur van het Nederlandsch Aardrijks kundig Genootschap is geslaagd in bet vinden van een zee-officier, die, in vervanging van den luite nant ter zee R. Posthumus Meijjes, de geographi- sche en de hydrographische opneming van de Key-eilanden op zich zal nemen. De luitenant ter zee 2e klasse H. O. W. Planten, thans in Indië dienende, heeft zich namelijk daartoe bereid verklaard en zal, naar men hoopt, om streeks den 15en dezer maand naar de Key- eilanden vertrekken. Yan den beer Wertheim, die daar reeds aan bet werk is, zijn gunstige berichten ontvangen. De benoeming van dengene, aan wien de geographisch-topographische opneming van bet eiland Flores zal worden opgedragen, zal eerst daags plaats hebben. Door gewezen slaven-eigenaren op het eiland St. Martin, Nederl. gedeelte, is op 1 Juli jl., den dag waarop de vrijmaking der slaven in West- Indië vóór 25 jaar werd gevierd, een adres ge richt tot den koning, waarin zij Z. M. verzoeken hun ongelukkigen toestand in overweging te andere einde van de kamer, om een portret van mevrouw Mills te bekijken en zei ernstig: «Het gaat mij niet aan wie u dat medaillon gegeven heeft, kindlief, maar hebt gij meer zulke ornamenten, en waar bewaart gij die «O, ik heb er niet meer antwoordde ik verbaasd, »en dit bewaar ik in een oud doosje in mijn lessenaar." »0, dat dacht ik wel, naar de zorgelooze manier te oordeelen waarop gij het zooeven in uw zak wildet steken. Ik heb een ornament dat ik zeer op prijs stel, ofschoon niet mooier dan bet uwe diamanten en kattenoogen dat leg ik 's nachts onder mijn kussen en mijn kamenier weet niet eens waar bet is." Ik keek verbaasd. «Geloof mij, als gij lang uit logeeren zijt, in ver schillende buizen, zooals ik, en uw toiletdoos aan een nalatige kamenier moet toevertrouwen, dan zijn zulke voorzorgen niet overbodig." «Voor mijn valsch medaillon behoef ik niet zoo bezorgd te zijn." Zij schudde het hoofd en zei droog: «Voor zulke valsche zou ik wel bezorgd zijn." De heeren kwamen binneneen hunner bad een pak met nieuwe walsen meegebracht, maar geen van de dames wilde die spelen, voordat zij ze doorgezien hadden en dat scheen de heeren erg tegen te vallen, zoodat ik, toen ik ze even doorgebladerd en gezien bad dat zij volstrekt niet moeielijk waren, bescheiden mijne diensten aan bood. Zij waren mooi en na de moeielijke muziek die ik met den heer Rayner gespeeld had, kinder- willen nemen. Zij zijn nl. onrechtmatig verstoken van de helft van hun recht tot schadevergoeding, zooals voor de slaven aan de ingezetenen der overige koloniën is toegekend en hun vroeger is beloofd. Onder hen zijn velen, die alles verloren hebben en onder drukkende armoede gebukt gaan. Daarom verzoeken requestranten dat het Z. M. moge behagen de vereischte maatregelen te doen nemen, opdat eene aanvullingswet op de emigra- tiewet tot stand kome, strekkende om de inge houden honderd gulden voor iederen in het jaar 1863 vrijgestelden slaaf alsnog aan de gewezen slaven-eigenaren aldaar of hunne rechtverkrij genden te doen uitbetalen. Daar de heer P. Boon, hoofd der Christelijke gereformeerde school te Nieuwdorp, zijne benoe ming tot hoofd eener dergelijke school te Leider dorp heeft aangenomen, heeft het bestuur van eerstgemelde school de jaarwedde van het te benoemen schoolhoofd met f 100 verminderd en op 750 gebracht, met dien verstande, dat hier onder 50 begrepen is voor de functie van voor zanger in de Christelijk gereformeerde kerk. (Dbld). Arrondissements-rechtbank te Middelburg. Onder meer zaken werd heden voor deze recht bank behandeld die tegen P. J. van arbeider te St. Jansteen, beklaagd van diefstal van onge veer 40 kilogram erwten uit de schuur van den landbouwer Van der Pluim te St. Jansteen. De beklaagde, die in zijne omgeving zeer on gunstig bekend staat, legde eene volledige beken tenis af, wat, in verband met de getuigenverkla ringen, den ambtenaar van het openbaar ministerie aanleiding gaf tegen Van G. eene ver oordeeling tot een jaar gevangenisstraf te eischen. De ambtshalve aan bekl. toegevoegde verde diger, de heer mr Jacobse Boudewijnse, pleitte enkele verzachtende omstandigheden en beval zijn cliënt in de clementie der rechtbank aan. Vervolgens nam een negentienjarige arbeidster uit Kloetinge plaats op bet bankje van de be klaagden. Ten baren laste werd gelegd diefstal van eenig zilverwerk, ten nadeele van een buur man. Ook zij bekende volledig baar misdrijf en de ambtenaar van het openbaar ministerie eisebte ook voor baar een gevangenisstraf van een jaar. M. M., straatreiniger te Goes, bad zich er ver volgens over te verantwoorden dat bij op 17 Juni jl. in een bierhuis te Goes een 14jarigen knaap beeft dronken gemaakt door hem eenige glazen oud bier te laten drinken. Hij ontkende niet den bedoelden knaap eenige glazen oud bier gegeven te hebben, maar wees erop dat hij niet het opzet had gehad den jongen dronken te maken. Een boete van 10 werd tegen hem geëischt. werk voor mij. De eigenaar der walsen was op getogen en toen ik de eerste uit had werd ik algemeen toegejuichtde dansers klapten in de handen en ik schaamde mij voor zooveel bewon dering. --- »Wist gij dan niet dat ik gouvernante was zei ik lachend en blozend tot een van die heeren. «Ja, maar wij dachten dat het slechts voor de leus was." Ik speelde al de walsen en vond dit veel aan genamer dan het spelen op de theevisite bij mevrouw Manners. Toen haalde de heer, dien zij Tom noemden, doch die zooals ik later gemerkt had Carruthers heette, mij van de piano weg, zeggende dat ik niet den heelen avond het slacht offer van het genoegen der anderen mocht zijn, en, aan een heer, die met mij sprak, vertellende dat hij een heel ernstig gesprek met mij moest hebben, bracht bij mij naar een vensternis, waar stoelen stonden, gaf mij er een en nam zelf ook plaats. «Wat speelt gij mooi!" begon bij zicb voor over buigende en mij aanziende. «Ik bad nooit gedacht dat zulk een mooi meisje zicb de moeite gaf om iets behoorlijk te leeren." Ik was al zoo door vleierij bedorven dai ik kalm antwoordde. «Waarom zouden menscben die er goed uit zien niet even veel leeren als leelijke, mijnheer Carruthers 7" «Noem mij niet «mijnbeer Carruthers" zoo noemt niemand mij, ten minBte niemand die Ook werd behandeld de zaak tegenle C. de K., 21 jaar, 2e L. de K., 36 jaar, karoters te Mid delburg, 3e W. de K., 33 jaar, Seisweg, karoter te Koudekerke, en wel alle drie ter zake dat zij op den 22 Mei 1888, des avonds tusschen half tien en half elf uren, op den openbaren weg, het Zand, onder de gemeente Koudekerke, te zamen en in vereeniging Adriaan Simonse eu Jacobus Simonse, die zich aldaar met een, met een paard bespannen, voertuig bevonden, hebben mishandeld door ben moedwillig te slaan én te schoppen waar zij maar raken konden; de eerste beklaagde bovendien ter zake dat bij omstreeks dienzelfden tijd terzelfder plaatse den sergeant Cuipers heeft mishandeld door hem moedwillig vast te grijpen en tegen den grond te slaan. In deze zaak waren vanwege het O. M. negen getuigen gedagvaard. Volgens de verschillende getuigenverklaringen bevonden de Gebr. K. zicb op den bewusten avond in opgewonden toestand een van hen erkende zoo dronken geweest te zijn dat hij niet weet wat er gebeurd is hebben zij den wagen van Simonse tegengehouden, de erin zittende personen bedreigd en geslagen, terwijl een hunner, C. de K„ den sergeant Cuipers mishandeld, heeft. De eerste beklaagde verklaarde dronken te zijn geweest en nergens van te weten; hij kan zich niet herinneren een wagen of een sergeant gezien te hebbende tweede bekl. bad betzelfde systeem van verdediging en alleen de derde bekl. is vol komen op de hoogte van de zaak. In hem is echter geen schuld; hij heeft alleen de paarden tegen gehouden om ongelukken te voorkomen en heeft getracht de mishandeling af te weren. De ambtenaar van bet openbaar ministerie toonde aan dat uit hunne houding tijdens den aanval blijkt dat de staat van dronkenschap, waarin de twee eerste bekl. zeggen verkeerd te hebben, niet zoo kan geweest zijn dat zij zich niets meer van het gebeurde zouden kunnen herinneren. Ook de deelneming van den derden bekl. aan bet misdrijf achtte hij bewezen. Na gewezen te hebben op het minder gunstig verleden van de bekl. eischte de ambtenaar tegen ieder hunner een gevangenisstraf van drie maanden. De derde bekl. hield na het requisitoir zijne ontkentenis vol. Uitspraak heden over 8 dagen. Deze zaak scheen nog al belangstelling te wekken, want een vrij talrijk publiek was by de zitting aanwezig. Kantongerecht te Goes. Heden, Vrijdag, zijn veroordeeld: G. de H., Graauw, F. R., Clinge, wegens het bevaren van het kanaal door Zuid-Beveland met een vaartuig geen stoom- of zeeschip zijnde, zon der helder lichtende lantaarn met witte glazen aan den grooten top, ieder tot f 3 b. s. 3 d. h.; P. v. d. H., Vlissingen wegens het door een elders wonendete Goes op een openbare straat, laten loopen van zijn hond, zonder dat deze werd aardig is. Als gij nog geen lust hebt om Tom te zeggen, zeg dan voorloopig niets. Maar om bij ons onderwerp te blijven, leelijke menscben moeten knap zijn en goed en zoo al meer, ten einde iets te verwerven van de onderscheiding die den mooien van zelf te beurt valt." «O maar het maakt een groot verschil als gij uw eigen brood moet verdienenAls men gouvernante is bijvoorbeeld vragen de menscben niet hoe men er uit ziet, maar wat men weet." Hij zag mij peinzend .aan en zei «Natuurlijkdaar had ik niet aan gedacht. Men moet zeker heel wat weten om les te kun nen geven. Ik ben overtuigd dat gij meer weet dan een van de dames die hier zijn. «O neen, waarlijk niet. Zij zijn allemaal veel knapper dan ik. Ik zou niet zoo kunnen praten als zij." «Dat verhoede de hemelmompelde hy voor zich heen. «Zij kunnen slechts spotten, meer niet. Hebt gij er ooit vroeger iemand van ont moet «Nooit voor van daag." «Ik ben benieuwd of gij iemand kent die ik ken Kent gij de Temples van Kraaienhorst?" «Neen." «Zijt gij ooit verder westwaarts geweest Staflordshire-Derbyshire. «Neen." Hij keek rond, vestigde plotseling zijne oogen op my en zei «Kent gij de Dalstons?"

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1888 | | pagina 1