N\ 208.
131® Jaargang.
1888.
Maandag
3 September.
BEKENDMAKINGEN.
Burgeravondschool.
Middelburg 1 September,
Brieven nit Amerika.
Verspreide berichten.
Advertentiën: 20 Cent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten, enz.van 1-7 regels/l.50;
iedere regel meer ƒ0.20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dit blad verschijnt d a g e 1 ij k s,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per 3/m. franco 2.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Bij deze courant behoort een BIJVOEGSEL, j
Verbod van invoer van Varkens, Var-
kensvleesch enz.
Verkiezing
Een reis over den Oceaan.
MIDDELBI lUiSCIIH COURANT.
Agenten te Vlissingen: P. G. de Yey Mestdag h Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: F. van deu Peijl, te Zierikzee: A. C. de Mooij en te Tholen: W. A. van Nieuwenhuuzen.
Verder worden door alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aangenomen en nemen ook het algemeen advertentiebureau van Nijgh van Ditmae te Botterdam, en de firma B. van deh
Kamp te Groningen, voor de Noordelijke provinciën, annonces aan. Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangèire G. L. Daube Cie., John F. Jones, opvolger;
voor België A. Geosjean Co. te Brussel.
De burgemeester der gemeente Middelburg,
Gezien de circulaire van den commissaris des
konings in deze provincie van 24 Aug. 1888, A
no 1475, 3e afdeeling;
maakt bekend
dat bjj kon. besluit van 14 Aug. 1888 Stblno
142) verboden is de in- en doorvoer van buitens
lands van varkens, van versch en gezouten
varkensvleésch en van ongesmolten vet, klauwen,
niest en verderen afval van varkens
dat van dat verbod echter ontheffing kan wor
den verleend door den commissaris des konings,
tot wederopzegging toe en in geen geval langer
dan voor twee maanden achtereenvolgens, voor
zooveel betreft de invoer van versch en gezouten
varkensvleesch, ongesmolten vet, klauwen, mest
en verderen afval van varkens, mits daarbij aan
de volgende voorwaarden worde voldaan
a dat in de aan 's konings commissaris ge
richte, op zegel gestelde aanvrage vermeld worden
de aard en hoeveelheid der in- of door te voeren
artikelen, en de plaatsen van herkomst en be
stemming
b dat bij de aanvrage worde overlegd een
bewijs, waaruit genoegzaam blijkt dat de in- of
door te voeren artikelen komen uit eene plaats,
niet bezocht door besmettelijke ziekten waaraan
varkens onderhevig zijn
c dat de goederen behoorlijk zijn verpakt of
gedekt, bij het vervoer buiten aanraking blijven
met vee en in de voer- of vaartuigen in afzon
derlijke bergplaatsen, niet voor veevervoer be
stemd, worden geplaatst
d onverminderd zoodanige voorzorgen van
bijzonderen aard, als in het belang van het weren
van besmetting, voor elk geval in het bijzonder,
wegens lokale of andere omstandigheden, bij het
vervoeren, opleggen en behandelen der in- of
door te voeren artikelen bovendien zullen worden
voorgeschreven.
Middelburg, den 31 Augustus 1888.
De Burgemeester voornoemd,
F. ERMERINS l. b.
De Burgemeester en Wethouders van Middel
burg, maken bekend, dat bij de op den 29 dezer
maand plaats gehad hebbende opening van stem
briefjes voor de benoeming van een lid van de
l*rovïnclalc Staten van Zeeland is geble
ken dat als zoodanig is verkozen de heer
C. Ij. VA1Ï WOELIIEREIV.
Voorts dat de processenverbaal van stemi.nleve-
ring en stemopneming van den 28 en 29 Augustus
aangeplakt en ter secretarie voor een ieder ter
inzage zijn nedergelegd.
Middelburg, den 31en Augustus 1888.
De burgemeester en wethouders voornoemd,
F. ERMERINS, l. b.
De secretaris
J. W. DE RAAD, l. s.
De burgemeester en wethouders van Middelburg
maken bekend
dat de inschrijving van leerlingen der burger
avondschool voor den aanstaanden cursus zal
plaats hebben op Donderdag den 6 Sep
tember a. s., des avonds van 7 tot 9 uren, in
heji schoolgebouw.
Middelburg, 31 Augustus 1888.
De burgemeester en wethouders voornoemd,
F. ERMERINS l. b.
De secretaris,
J. W. DE RAAD l. s.
Ieder, die een reis gaat ondernemen over den
Oceaan, moet zich niet voorstellen dat hjj gaat
spelevaren. Het is voor menschen, die nooit ge
varen hebben, dus ook voor Noord-Bevelanders,
een zeer onaangename gewaarwording (zie Midd.
Cour. van 5 Juli li.)
Schrijver dezes voer ook uit met het stoomschip
Leerdam en, hoewel hij passagier 2e klasse was,
is hij toch menigmaal tusschen dek geweest en
heeft hij gezien hoe het daar toeging.
Toen wij van Rotterdam uitvoeren, met 500
tusschendeks pass. en pl. m. 100 kajuitpass., was
het mooi weerdoch nauwelijks bereikten wij
het einde van den waterweg of 80 van de 100
waren zeeziek. Elke boot, die buiten komt, maakt»
is het niet door den golfslag dan toch doortik
groote strooming, die voornamelijk langs de kust
loopt, een meer of minder voor velen ongewone
beweging. De eerste scheepskost, welke de tus-
schendekkers genoten hebben en die vetter was
dan velen gewoon waren, wordt spoedig hun tot
last, vooral omdat velen daarvan wel eens wat
al te rijkelijk genieten.
Gaat naar bed, wordt hun aangeraden en niets
is dan ook beter, 's Morgens zijn velen hersteld;
enkelen herstellen echter niet vóór zij den vasten
bodem weer onder de voeten hebben. Dat vooral
de laatsten eiken dag mopperen en met niets te
vreden kunnen of willen zijn, zal ieder begrijpen,
doch niet altijd is de Maatschappij daarvan de
schuld en daarom keur ik het af om vooral een
Nederlandsche maatschappij direct publiek aan
te vallen. Zou het bij andere maatschappijen
beter zijn Ik twijfel daaraan hard. En al ver
laten wij Nederland, ochlaten ons toch dat
land en zijne ondernemingen dierbaar blijven!
Ook ik had klachtenmaar sprak daarover met
den agent. Dit is, dnnkt mij, billijker. Ik wil
geen dekmantel werpen over de fouten der N.
A. S. M., maar vraagwelke maatschappij heeft
die niet Een reis over den Oceaan is geen
pleziertocht; men vaart toch niet mee, om goede
koffie te drinken, enz., enz., men moet reken
schap houden met de omstandigheden.
Wij beleefden o. a. dagen van vreeselijk storm
weer, zoodat het schip ontzettend slingerde, waar
door tengevolge van de niet beste inrichting al de
borden van de tafels geworpen werden. Menig
maal zat ik mijn soep te verorberen met mijn
bord in de hand, terwiil ik, om niets te verliezen,
trouw elke beweging van het schip moest mede-
maken.
Tot de mopperaars onder onze passagiers be
hoorden vooral de Duitscbers, die meermalen de
reis gedaan hadden, altijd aanmerkingen maken,
altijd ontevreden zijn. Waarom, dacht ik, waren
die niet van Hamburg of Antwerpen vertrokken
Wel een bewijs dat het daar toch zeker niet heter
zal zijn.
En dat de Noord-Bevelander, die 31 Maart
de reis deed, niet spoedig tevreden is, blijkt ook
uit zijn klacht, die hij uit in verhand met zijn
ervaring bij aankomst te Castle Garden.
Dat toch ieder bedenke hoe men als tusschen-
dek passagier niet alle mogelijke gemakken zonder
betaling kan verlangen. Laat elke hulp, hoe gering
ook, hem dankbaar stemmen. Alles wat ds Warn-
huis nietWarschau, zooals bovenstaande schrijver
hem noemt u aanraadt kunt ge gerust aannemen.
Ds W. raadt niemand een logement aanwil
men in Castle Garden blijven, goedmen is daar
onder dak, en vrij van alle mogelijke afzetters.
Een ieder kan begrijpen, dat aan de duizenden
menschen, van alle natiën, vuil en schoon,
hier niet dezelfde gemakken kunnen worden be
zorgd; ik heb alles daar goed opgenomen en noem
de inrichting uitstekend. Maar wie meer ge
makken verkiest en geen geld behoeft te ontzien
zoeke een logement. Ds W. raadt dezulken het
Duitsch Emigranten Hotel aan ik logeerde er 24
uren met een familie, uit 9 personen bestaande,
en betaalde er 7 dolL, heel wat minder dan wat
ik voor denzelfden tijd in Rotterdam betaalde, en
vrij wat beter.
Het hotel, dat eenvoudig is en 300 personen
kan bergen, kan ik ieder ten sterkste aanraden.
Wat is echter de groote kwestie Al de
emigranten, die hun vaderland verlaten, moeten
goed hun rekening maken; elke gulden die men
meeneemt, wordt 40 ct., dus elke 100 gulden 40
dollars en in Amerika betaalt en ontvangt men
bij dollars, zoodat de waarde van het geld daar in
vergelijking met het onze veel hooger is. Ieder
landverhuizer roep ik toe volg in alles ds W
vraag hem voor alles inlichting. Hij leeft voor
den emigrant, daarvoor werkt hij van den mor
gen tot den avond.
En ik zelf zal steeds dankbaar aan hem denken,
evenals zeker duizenden met mij.
Het September-nommer van De Gids bevat
een opstel van den sinds overleden professor S.
Vissering, getiteld Prosopographia socictlistica.
Daarin bespreekt hij den tweeden druk van
het werk van mr H. P. G. Quack, De socialisten,
Personen en stelsels.
Het slot van dit opstel verdient wel in wijder
kring gehoord te wordende laatste regels er
van maken juist in verhand met den dood van
den schrijver meer dan buitengewonen indruk.
Wijlen prof. Vissering schreef dan
»Wil dat nu zeggen, dat ik met de Ideeën en
Idealen, die men gewoon is onder den gemeen
schap pel ijken naam yan Socialisme te begrijpen,
den spot drijf of er minachtend op nederzie
In geenendeele. Wie meenen mocht dat dit de
slotsom is, waartoe ik mijn lezers wilde brengen,
voor hem zijn deze bladzijden niet geschreven.
Ik gevoel oprechte sympathie voor de grondge
dachte, waaruit die Ideeën haren oorsprong namen,
ik heb eerbied voor de mannen, die gedacht en
gewerkt, geijverd en gezwoegd, gestreden engele
den hebban om hunne idealen der verwezenlijking
nader te brengen. Maar even oprecht spreek ik
mijne afkeuring uit, wanneer ik zien moet, hoe
de eenzijdigheid des éenen ons op een dwaalweg
brengt; hoe ingenomenheid met eigen leer en stelsel
den ander tot dwaasheden brengthoe deze zich in
onzinnige dweperij verliest of gene de ernstige
zaak tot een voorwerp van dartel spel des vernufts
vernedert. En ik spreek mijne verontwaardiginguit,
waar mij blijkt dat gewetenlooze volksmenners de
onkundige schare met ijdele beloften bedriegen en
om eigen voordeels- of eerswiile het arme volk
opjagen om het slechts in grooter ellende te
storten. Bovenal, ik had behoefte te waarschu
wen, dat men niet, met de beste bedoelingen,
onvruchtbaar werk verrichte, in den waan dat
het in 's menschen hand ligt, de opperm achtige
wetten der natuur te verzetten.
En nu nog een woord van troostIk kom
nog eens terug op het droef besluit, waartoe de
heer Quack gekomen is bij zijne beschrijving van
het leven en bedrijf van Maurice en Van Huber.
Van beide opstellen klonk het slotwoordzij heb
ben het moede hoold nedergelegd zonder vruch
ten van hunnen arbeid te zien. Een zelfde indruk
van weemoed bevangt ons bij de lezing der tref
fende bladzijde, waarmede de heer Quack elk der
levensgeschiedenissen van Henri de St. Simon,
Charles Fourier en Robert Owen samenvattend
en oordeelend besluit. Deze ook hadden met
hunne talenten gewoekerd en zich zeiven en al
het hunne overgegeven voor het heil der mensch-
heiden ook zij hebben slechts teleurstelling
geoogst. Was voor dezen de toewijding van een
geheel menschenleven wel iets meer dan een dolen
door de woestijn, waar een windvlaag, over het
mulle zand strijkende, den indruk der moeizame
voetstappen overstuift
Ik heb beter hoop. Ik behoud het geloof, dat
wat een goed en braaf man, hij heete dan Soci
alist of Economist, gedaan heeft niet geheel
verloren gaat. Al wat wij menschenkinderen met
ons denken, werken en ijveren ten algemeene
nutte kunnen uitrichten, beteekent, wel is waar,
misschien niet meer dan een zomersch regenbuitje,
dat het dorstige land drenkt en den akker vrucht
baar zal makenmaar elke droppel die valt, hoe
onschijnlijk, telt mede en heeft zijne bestemming.
Dit moge ons bescheidenheid leeren, maar het kan
ons tegelijk moed geven. En hierbij zullen wij
het hoofd in vrede kunnen nederleggen, wanneer
onze ure slaat."
Op deze laatste vrucht, aan Vissering's pen
ontvloeid, volgt in dit zelfde Gids-nommer een
In Memoriam, aan dien bekwamen man gewijd
en onderteekend door de initialen J. T. B., die
den schrijver ervan gemakkelijk doen herkennen.
»De ure, waarop de laatste woorden van het
voorgaand opstel doelen, had" zoo vangt dit
In Memoriam aan »voor Simon Vissering
geslagen, eer nog dat opstel zijne lezers bereiken
kon. Ti'effender dan de phantasie het zou durven
schikken, beschikte het de werkelijkheidaan de
eene zijde van het blad, op welker drukproeve
hij zelf nog het Imprimatur stelde, de openbaring
van een vol en krachtig menschenleven, en aan
de keerzijde het bericht, dat dit leven is gebluscht
en het hoofd in vrede nedergelegd."
Daarna wordt herinnerd aan den band die den
gestorvene en de Gids verbonden gewezen op
het merkwaardige feit dat de laatste pennevrucht
van mr Vissering in onmiddelijk verband staat
met den wetenschappelijken arbeid waaraan hij
vóór allen zijn leven had gewijd.
Het slot van deze warme hulde aan zjjn nage
dachtenis luidt
^Vissering behoorde tot de rijkgezegendcn onder
de menschenkinderenzijne plaats in de maat.
schappij heeft hjj zelf veroverd en met het klim
men van de jaren werd die plaats schooner en
benijdenswaardigerzijn huiselijk geluk was
volkomen, wel werd het meer clan eens zwaar
beproefd, maar door rampen die voor alles dit
uitwerken dat zij de leden van het gezin allengs
inniger verbinden en tot eene onverbrekelijke
eenheid samenvoegen, en zijn dood kwam zacht
en kalm op het juiste uurniet te vroeg, want
zjjne taak was geheel afgewerkt, en niet te spade
want, gelukkiger dan meer dan een zijner beste
vrienden, heeft hij hem het lichaam den geest
geen oogenbh'k overleefd.
Met volkomen bewustheid van hetgeen het
leven hem had gebracht, kon hij daarvan dankend
afscheid nemen en dankend ook zien zijne vrien
den op dat leven terug."
Als men nog niet wist dat het tegenwoordig
op politiek gebied zeer kalm isen sommigen
om stof verlegen zijn het jongste nommer der
Maasbode zou het ons wel leeren.
Ruim twee kolom wijdt de redactie van dit
blad aan onze opmerking naar aanleiding van
zijn bericht omtrent een Engelschen brief, door het
oudste lid eener Zeeuwsche firma geschreven.
Het gedrukte hoofd vau dien brief muntte uit
door dwaasheid, en deed ons vermoeden dat men
die redactie er in had laten loopen.
In plaats van nu kortweg te antwoorden op
onze vraagwie die firma isin plaats van
bondig te zeggen waarom zij daarbij de poli
tiek te pas bracht, schrijft zij over veel, dat met
de kwestie niet in verband staat.
Op een punt is zij erg grappig.
Zij schrijft»een liberaal kijkt zoo nauw niet,
om ons van een familiaire uitdrukking te bedie
nen, en er kan in de menschelijke maatschappij
weinig gebeuren, wat hij niet stelt op rekening
der menschelijke zwakheid, als hij geen kans ziet
van ontoerekenbaarheid te gewagen."
Wjj dachten dat niet aan de zijde der vrijzin
nigen op de menschelijke zwakheid steeds gezin
speeld wordt maar dat juist anderen zich bij
voorkeur beroepen op eene bekende bijbelsche
uitspraak op dit punt, die de redactie vinden
kan in Matheus XXVI vers 41 en Markus XIV
vers 38.
De Mail-courant van het N. v. d. D. noemt
hetgeen den heer Sol, oud-eerste luitenant en
oud-administrateur van het land Tjiomas, over
komen is, een zeer merkwaardige proeve van de
zonderlinge wentelingen van het rad der fortuin.
Twee jaren een balling, en terstond na de ophef
fing van het verwijderingsbesluit tot een ambt
van vertrouwen geroepen Gisteren nog door
een beschikking van 's konings vertegenwoordiger
als een rustverstoorder gebrandmerkt, en heden
op eens bij koninklijk besluit met een hooge
waardigheid bekleed, die nooit nog te voren aan
een subaltern officier noch aan iemand, die laat
stelijk een particuliere betrekking vervuld had,
was aangebodenEn dat zonder het land eeni-
gen dienst te hebben bewezen, zonder iets te
hebben verricht, dat aanspraak op onderschei
ding of ook maar op erkentelijkheid van staats
wege zou hebben gegeven 1
Kon, wanneer de minister een eenvoudige
beëindiging van het gepleegde onrecht niet vol
doende acht, maar bovendien nog zooveel mogelijk
vergoeding wil schenken, niet een andere weg
daartoe gekozen worden? Bij benoemingen dient
toch allereerst op het verleden, op de verdien
sten, op de aanspraken gelet te worden, en het
N. v. d. D. zou niet weten wat in dat opzicht
zou kunnen worden aangevoerd ten gunste van
deze keuze, die geschied is met voorbijgang van
alle ambtenaren, die op grond van hun eervollen
dienststaat daarvoor in aanmerking konden komen.
Waarom in elk geval de voorgenomen rehabi
litatie niet nog een weinig uitgesteld, tot de
heer van Rees zou zijn afgetreden Wat de
heer Keuchenius thans gedaan heett, kan niet
anders dan als een kaakslag aan den vertrekken-
den landvoogd worden opgevat, een soort van
behandeling van den Toean Besaar waarvoor,
in het belang van ons gezag in Indië, zelfs een
minister van koloniën, of juister nog, deze in de
eerste plaats zich te wachten heeft.
Beleedigend voor den nog te Buitenzorg zete
lenden gouverneur-generaal, onbillijk tegenover
vele verdienstelijke ambtenaren, schadelijk voor
het prestige van een college, 't welk door de
regeering in aanzien behoorde te worden gehou
den, en een ongehoorde inbreuk op de hiërar
chische ordening, ziedaar, hoe genoemd blad
over deze benoeming meent te moeten oordeelen.
Nochtans heeft zjj éen goede zijde, in zoover
zij namelijk opnieuw van 's ministers kordaatheid
getuigt. Een uitnemende eigenschap inderdaad
betere zaken waardig.
Gisteren is De V., die onder verdenking
zijne vrouw mishandeld te hebben alhier in voor-
loopige hechtenis werd gehouden, op vrjjo voeten
gesteld.