N<: 205.
131® Jaargang.
1888.
Donderdag
30 Augustus.
Middelburg 29 Augustus.
Onderwijs.
Kerknieuws.
Verspreide berichten.
Dit blad verschijnt d a g e 1 ij k s,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per 3/ra. franco 2.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Advertentien; 20 Cent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten, enz.: van 1-7 regels ƒ1.50;
iedere regel meer ƒ0.20.
Groote letters worden ber ekend naar plaatsruimte.
De visscherijen in 1887-
IHIDDELBUBGSCHE COURANT.
Agenten te Ylissingen: P. G. de Vet Mestdagh Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: F. van der Pexjl, te Zierikzee: A. C. de Mooij en te Tholen: W. A. van Nieuwenhuijzen.
Verder worden door alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentien aangenomen- en nemen ook het algemeen advertentiebureau van Nijgh van Ditmar te Rotterdam, en de firma B. van der
Kamp te Groningen, voor de Noordelijke provinciën, annonces aan. Hoofdagenten voor het Buitenlandte Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Datjbe Cie., John F. Jones, opvolger;
voor België A. Grosjean Co. te Brussel.
De uitslag der in het district Middelburg ge
houden verkiezing voor een lid der provinciale
staten is als volgt
Kolom a duidt aan het aantal kiezers in elke
gemeentekolom b het getal dat gestemd heeft.
a b
Middelburg1408 940
Vlissingen888 559
Veere107 81
Oostkapelle 114 81
Domburg129 90
Vrouwepolder109 70
Serooskerke139 111
Aagtekerke 69 51
Grijpskerke101 88
Westkapelle170 126
St. Laurens73 51
Meliskerke85 66
Zoutelande86 57
Biggekerke87 67
O. en W. Souburg 225 168
Koudekerke277 163
Ritthem81 55
N. en St. Joosland. 110 61
Arnemuiden122 61
~438Ö 2946"
Hiervan waren 27 briefjes van onwaarde.
De volstrekte meerderheid bedroeg 1460.
Gekozen is de heer Ij. VAM "WOEIj-
OEREM (L.) met 1578 stemmen.
De heer L. Bosselaar (A.) verkreeg er 1297.
Verder waren nog uitgebracht op de heeren
H. J. E. Gerlach 9, A. van Waarde 7, C. Mortier
6, De Witt Hamer 3, L. H. Hegblom 3 stemmen,
terwijl verschillende andere personen 2 stemmen
of 1 stem verkregen.
Een biljet meer dan het aantal gestemd hebbende
kiezers.
Ook de ministers van koloniën en van binnen-
landsche zaken verleenen deze week geen audiëntie.
Benoemd tot ontvanger der dir. belast., invoerr.
en accijnzen te Grave c. a. J. D. E. Penris, thans
te Yalkenswaard, met intrekking zijner benoeming
bij K. B. van 2 Juli 1888, tot ontv. te Wamel.
Aan den ontvanger der dir. bel. en accijnzen
D. Folkersma te Emmen e. a., en aan den ontv.
der dir. bel., invoerr. en accijnzen F. H. Rant te
Zevenaar, is op hun verzoek eervol ontslag ver
leend uit 's rijks dienst, behoudens aanspraak op
pensioen.
Van de firma Ferwerda en Tieman, wijnhande
laren teAmsterdam, ontvingen wij een uitgehreiden
ofïicieelen feestwijzer voor het driedaagsche feest,
in de hoofdstad te vieren ter gelegenheid van de
verjaring van H. K. H. prinses Wilhelmina op
30 en 31 Augustus en 1 September a.
Behalve de mededeelingen omtrent de feeste
lijkheden en een zeer duidelijke beschrijving van
de groepen, die aan den optocht zullen deelnemen,
bevat deze gids eene eigenaardige reclame
voor genoemde firma eenige feestliederen,
terwijl hij verder met advertentien gevuld is.
Eene speciale vermelding verdient eene keurig
in goud en kleuren gedrukte extra-pagina met de
volgende opdracht
31 Augustus. Te midden van Rust en Vrede bij
zooveel beroering daar buiten, past den Koopman in
Nederland eene eenvoudige Hulde aan ons oud en Roemrijk
Vorstelijk Geslacht.
Herleefd en Verjongd in Haar van wie zooveel gehoopt
en verwacht wordt.
1888 Ferwerda Tieman.
Aan de firma Holdert&C", drukkers te Amster
dam, mag een woord van lof voor de nette uit
voering van het geheel, maar vooral van die
extra-pagina, niet worden onthouden.
Op 1 Aug. jl., dus midden in den zomer, werden
in de rijkswerkinrichtingen te Yeenhuizen, Hoorn
en Ommerschans te zamen niet minder dan 2780
mannen verpleegd.
Het hij koninklijke boodschap van 9 Februari
1888 aan de Tweede kamer ter overweging aan
geboden ontwerp van wet tot aanwijzing van de
rijkswerkinrichting Yeenhuizen no 1 voor rijkswerk
inrichting voor mannen en vestiging van de
rijkswerkinrichting voor vrouwen in de gemeente
Oegstgeest, dat in de vorige zitting onafgedaan
bleef, is nu opnieuw geheel onveranderd aangeboden.
De tegenwoordige minister van justitie deelt
daarbij nog mede dat de noodzakelijkheid om het
in aanbouw zijnde gesticht Yeenhuizen no 1 voor
jaannen te bestemmen, niet kan worden betwjjfeld.
De beer Van der Feltz, lid der Tweede kamer
heeft geantwoord op de bekende uitnoodiging van
den Ned. kalk- en steenbewerkersbond, om op te
treden als spreker in eene openbare vergadering
voor werklieden, met discussie, ten einde het door
hem in de kamer gesprokene »min of meer dui
delijk te maken," en aan te wijzen, »hoe een
arbeider in den tegenwoordigen tijd nog ingetoge
ner en matiger kanleven, hoe het hem nog mogelijk
is te sparen."
Hjj verklaart in dat antwoord aan die uitnoo
diging niet te kunnen voldoen.
»Er is" zoo schrijft hij »verscheidenheid
van gaven, en er is ook verscheidenheid van
roeping. De roeping van den volksvertegenwoor
diger is in de eerste plaats deze, dat hij in 's lands
vergaderzaal de belangen van het volk in den
meest algemeenen zin, dus van alle standen en
in elk bedrijf behartigehij doet dit door woord
en daad naar zijne beste overtuiging en wetenschap.
Voor hetgeen hij spreekt en voor zijne stem is hij
voor de openbare meening verantwoordelijk, d. w. z.
hij onderwerpt zijne handelingen als afgevaardigde
aan het oordeel van het publiek, dat het kan
goed of afkeuren, veroordeelen zelfs als onzin,
beuzelpraat of verkeerde handeling dit alles
moet de afgevaardigde zich getroosten, maar hij
heeft niet de roeping althans ik gevoel die
niet om het door hem gesprokene in openbare
samenkomsten te gaan verdedigen, of zijn bedoe
ling nader uiteen te zetten."
»Te minder ben ik er toe gezind, en die
reden wil ik u niet onthouden omdat mij van
verschillende zijden gebleken is, dat, wat ik aan
het slot mijner rede van 14 Mei heb gezegd, en
waarover men mij heeft hard gevallen, tegen
mij wordt aangevoerd geheel buiten verband
waarin het gezegd werdmen geeft daardoor
aan mijne woorden eene beteekenis of eene bedoe
ling die er niet in gelegen heeft. Het komt mij
voor, /tat diezelfde min juiste opvatting ook in
uw schrijven doorstraalt.
»Yrij algemeen laten zij, die mijne woorden
over spaarzaamheid, matigheid en ingetogenheid
kritizeerden, mij zeggen, dat met de beoefening
dier deugden het redmiddel zou gevonden zijn
voor elk en een ieder, onder alle omstandigheden
en in elk geval.
»Maar dat heb ik niet gezegd en het staat
ook niet in mijne rede van 14 Mei jl."
Dit toont de heer Yan der Feltz nader aan en
hij schrijft ten slotte»Nog ietsgij noodigt mij
uit u eens te komen duidelijk maken, hoe een
arbeider in den tegenwoordigen tijd nog ingeto
gener en matiger kan leven. Maar gevoelt gij
dan niet de onmogelijkheid om aan dat verzoek
te voldoen, de onmogelijkheid voor mij, zoowel
als ieder ander Om dat te kunnen doen, zou
men bekend moeten wezen met alle bijzonder
heden van elk gezin. Men zou moeten weten,
niet alleen wat in elk gezin verdiend wordt, maar
ook hoe de verdienste wordt besteedmen zou
moeten bekend zijn met de verhouding der fa
milieleden van 't gezin, de ouders onderling en
van deze tot de kinderenmen zou moeten we
ten de huiselijkheid of uithuizigheid der leden
van 't gezin de vaardigheid van vrouw en dochters
met naald en breipen, de zin tot opschik of de
lust tot eenvoudige netheid en den tact om een
kleedingstuk lang te dragen. In éen woord men
zou moeten ingewijd zijn in al de geheimen van
het gezin, geheimen die aan anderen onbekend
behooren te blijven, voor zoover zij zich niet als
van zelf naar buiten openbaren, en die de leden
eerst kennen leeren na nauwkeurig zelfonderzoek."
Na gehouden examen zijn aan de H. B. school
te Goes toegelaten tot de voorbereidingsklasse 7
van de 8, tot de le klasse 2 van de 3 candidaten
en 1 tot de 3e klasBe.
Zondagnamiddag nam ds. J. v. 't Hooft, pred.
te Koudekerke, hij zijn vertrek naar Vlaardiugen
van zijne gemeente afscheid naar aanleiding van
1 Joh. 2:28.
Door hetkiescollegie der Ned. Herv. gemeeente
te Goes is het volgende drietal opgemaaktDs.
S. L. van Steine Callenfels te Heerde, Ds. E.
Janzen te Heemse en Ds. P. N. PikaarteRhenen.
Bedankt voor het beroep naar Zaainslag
door den heer W. van der Beke Callenfels te
Biezelinge.
Vervol g.)
Behalve hetgeen in het jaarverslag wordt ge
zegd van de oester- en mossel visscherij worden
ook omtrent de andere visscherijen breedvoerige
mededeelingen gedaan.
De bot-visscherij was dit jaar over het
geheel minder gunstig dan het vorige. De bot
was te veel verspreid, zoodat ze wel overal en met
allerlei vischtuig werd gevangen, doch nergens
vond men ze in groote hoeveelheid. De veel
geheerscht hebbende N. en N.-O. wind was, volgens
de meening der visscbers, niet alleen van deze
verspreiding, maar ook van de minder goede kwa
liteit der visch de oorzaak. De visch was langen
tjjd slap en waterig, doch overigens groot van stuk.
De totale vangst op de Wester Schelde berekent
men op 21.000 KG.
De prijzen te Tholen waren ƒ6 a 8 per tobbe.
Te Bergen op Zoom wisselden zij af tusschen 4£
en f per korf.
Die van de Wester-Schelde bracht 1 fr. per KG. op.
De wijting-visscherij wordt niet afzon
derlijk uitgeoefend. Door de garnalenvisschers op
de Wester-Schelde werd meer wijting gevangen
dan vorige jaren, welke in de haven van aankomst
bij het zoodje werd verkocht.
De vangst op de Wester-Schelde was ongeveer
1500 KG. De prijs 0.40 per KG.
De schar-visscherrj was dit jaar van
geene beteekenis.
De g a r n a 1 e n-v isscherij was over het
geheel niet zeer voordeelig. Niet alleen was de
vangst niet groot te noemen, maar de prijzen die
in Engeland besteed werden, waren na Mei, bijna
zonder uitzondering, zeer laag.
Op de Ooster Schelde was de vangst zóo slecht,
dat 7 van de 12 visschers die er mede begonnen
waren, al spoedig naar Hellevoetsluis gingen vis-
schen, alwaar zij van begin Maart tot Mei 25
a 30 per week zuiver verdienden.
De overigen, die in het Keeten, het Brabantsch
vaarwater en den Dorsman bleven visschen, vent
ten hunne vangst zelf uit en verdienden slechts
van 15 tot 20 per week.
Enkele visschers van Bruinisse, Brouwershaven
en Ouddorp hielden zich met deze visscherij in
het Brouwershavensche zeegat bezig. Ook deze
zonden hunne vangst naar Engeland en verdienden
zuiver van 25 tot 35 per week. Zoowel hier
als beneden Hellevoetsluis was de grootste vangst
4 manden per dag. In Juni ging de vangst, door
het vele groen dat van de platen dreef en de
weinige garnaal die er was, zóo achteruit, dat
men nog geen mandje per dag kon vangen. In
Augustus en September werd het beter en vingen
de visschers op de Ooster Schelde 2 manden per
dag. In October ging de vangst tot op 1| en 1
mand achteruit doch was de opbrengst veel beter,
doordat personen uit Parijs te Vlissingen kwamen
en daar de garnaal voor 6 per mand opkochten.
In November werd de visscherij gestaakt.
De prijs was in den aanvang van het jaar ƒ4
per mand, doch verminderde van af April tot
ƒ3, ƒ2, ƒ1.50 en ƒ1.20.
Op de Wester Schelde werd reeds in Februari
met deze visscherij een aanvang gemaakt en ving
men tot in Juni 13 manden per tij, waarna de
vangst voor korten tijd verbeterde om daarna
zeer sterk te verminderen. Ook hier was toen
niet alleen weinig garnaal, maar ook zóo veel
groen, dat men bij het visschen het kroptouw
buiten boord los moest maken om het groen
kwijt te worden, waarmede de gevangen garnaal
natuurlijk ook verloren ging.
De meeste visschers staakten dan ook de
visscherij.
Ook de Arnemuidsche vloot, die in zee vischte,
maakte geen beste zaken, doch vond eenige ver
goeding in de vangst van omvischeen enkele
maal werden eenige groote en meestal wat kleine
tongen en schollen gevangen, welke, te Vlissingen
aangebracht, nogal wat opbrachten. Zij staakte
einde October de visscherij, zijnde op de beneden
Schelde geen garnaal meer te vinden.
De Belgische visschers bleven het geheelejaar
door op garnaal visschen, totdat de vorst een
einde daaraan maakte.
Zij vischten van af het fort Frederik Hendrik
tot beneden Bath en vooral in de Ossendrecht-
sche vleij, eene soort kleine en weeke garnaal,
die, door ze drie a vier dagen in het bun te honden,
voor verkoop geschikt werd te Antwerpen levend
aangebracht werd daarvoor 1 franc per K.G. be
steed, eens zelfs werd voor 1 bun van 7 K.G 10 fr.
ontvangen.
Over 't geheel werden te Parijs of Londen geen
hooge prijzen gemaakt.
Te Terneuzen en Breskens, alwaar tengevolge
van de tram nu ook een garnalenmarkt gehou
den wordt, was de prijs aanvankelijk 12 cent
per K.G., om echter in September tot ƒ0.25 op
te loopen. Nog wórdt op de Wester Schelde veel
gebruik gemaakt van de steekkor om garnaal te
vangen. Op de slikken van Saftingen kon men
dagelijks een 60tal personen d aarmede bezig
zien en op de slikken voor Ossendrecbt een 20tal,
die gemiddeld 20 a 25 K.G. bemachtigden. Deze
garnaal ig altijd klein en bekend onder den naam
van eb- bï wengarnaaizij wordt dan ook voor
geringen prijs op het platteland uitgevent.
De totale hoeveelheid, die op de Wester Schelde
is gevangen, wordt geschat op 800.000 K.G.
De haring visscherij werd den 26 Jan
begonnen doordien een vissoher van Bergen op
Zoom begon zijne weer te steken hij werd dooi
de overigen aldaar spoedig opgevolgd, zoodat
enkelen reeds op 11 Februari zoover gevorderd
waren, dat zij de fuik konden plaatsen.
In plaats van den volgenden dag met visschen
te kunnen beginnen, was men door het vele ijs
niet alleen verplicht de fuik weg te nemen, maar
ook, teneinde het ijs te kunnen kwijtraken, het
fuikgat weder uit te trekken. Daarbij bemach
tigde men nog 10 stuks volle haringen.
Den 15en, toen het ijs vrij wat verminderd
"was, plaatste een der visschers de fuik weder
en kwam met 75 haringen thuis.
Den 21en brachten alle visschers hunne weeren
opnieuw in orde en den 23en werden er van 110
tot 120 stuks haringen gevangen, welk getal den
25en reeds tot 600 en 1000 stuks steeg.
In het begin van Maart was het stil en donker
weer en dood tij, hetgeen altijd invloed op de
vangst schijnt uit te oefenen, wat ook nu weer
zeer merkbaar was, men bracht toen slechts van
20 tot 150 stuks en den 5en van 110 stuks
aan. Daarna begon de vangst opnieuw te ver
beteren zoodat den 7en weer van 100700 stuks
bemachtigd werden, waarna tot op den 25en ze
weer tot 100 a 200 stuks daalde. Na dien datum
verbeterde de vangstmen ving toen van 300
tot 2000, op 1 April tot 3000 en van 5 tot 9
April tot 7000 stuks. Op 10 April maakte men
de grootste vangst van dit jaar, nl. 10,000 stuks.
Na 10 April daalde de vangst tot hoogstens 4000
en van begin Mei tot begin Juni bedroeg ze
slechts 500 stuks en steeg toen weder tot 1500
Btuks. Op 14 Juni was de haring door de toen
heerschende warmte geheel verdwenen.
Door Thoolsche visschers werd de eerste haring
den 14 Februari aangebracht en ook voor hen
ging het met de visscherij ongeveer op dezelfde
wijze als voor de visschers van Bergen óp Zoom;
over het geheel vingen ze echter iets minder.
In de weer in de vleij van Ouwerkerk werd in
Maart van 50 tot 100 en later 500, 1000 en 1200
stuks per tij gevangen. In die, geplaatst in de
Mosselkreek, werden 50, 100 en 1000 stuks per
tij bemachtigd.
De prijs was te Bergen op Zoom voor de eerste
haring f 3 per 100 stuksvervolgens 2.50,
ƒ2, ƒ1.50, ƒ1.25, 0.90, 0.75 en 0.50, steeg
weer tot ƒ0.60, om op het laatst van April tot
0.30 en 0.25 te dalen.
De prijzen te Tholen waren over 't geheel iets
beter, hetgeen trouwens altijd het geval is.
Half November werd eene mooie partij groote
volle haring te Zierikzee aangebracht, afkomstig
uit den stal te Herkingen, die voor 10 cents de
6 stuks koopers vond.
Met betrekking tot omvisch wordt gemeld dat
door een visscher van Tholen een zalm gevangen
werd, die 9J KG. woog en te Antwerpen voor
19 plus de onkosten verkocht werd.
Door visschers van Bergen op Zoom werden 2
zalmen van 8£, 1 van 7 en 1 van 10 KG. ge
vangen, benevens 1 steur van 75 en 1 dito van
100 KG. Elft werd dit jaar meer gevangen dan
het vorige jaar de eerste werd den 28 Maart,
de 2e op 30 Maart, op 3 April 7 stuks en daarna
3 en 4 stuks per getij gevangen. De eerste bracht
1.20, de laatsten 0.80 en hooger op.
Ofschoon reeds vroeg, nl. 29 Maart en 1 April,
een paar makreelen werden gevangen, zijn die
er weinig geweest.
Rog werd weinig gevangen. In het begin
van Mei werden er door het koude weer niet
meer dan 7 a 8 stuks per tij gevangen, welke
vangst in de laatste helft van Mei en begin Juni
verbeterde, toen men er van 10—25 stuks ving;
de prijs was 0.30 a, 0.40 voor een geheelen
rog.
Ook de geepvangst was beter dan het vorige
jaar. In de gewone getijen bracht men er van
10 tot 50 aan, terwijl in de gierstroomen tot
200 stuks gevangen werdenzij werden voor 4
a 5 cent per stuk verkocht.
De vangst van andere omvisch, zooals bot,
schol, post, spiering, tong, bliek en fint of dolhein,
was van geene beteekenis.
Nog werden in de weeren vijf zeehonden ge
vangen.
Op de Wester-Schelde was de haringvangst in
de stallen ongeveer gelijk aan die van het vorige
jaar, zij wisselde af in de beste getijen van
20—60 stuks, éénmaal slechts zijn er 200 stuks
gevangen. In de ansjovis-weeren ving men meer;
vangsten van 1000 stuks kwamen daar voor, die
voor 1 en l£ fr. per 100 verkocht werden. Ook
meivisch (jfint) werd daar nog al gevangen80
a 100 stuks per tij die voor 5 cent per stuk
werden verkocht, was geen zeldzaamheid. Slechts
4 elften werden gevangen. Ook 1 steur wegende
30 KG. die te Antwerpen 66 fr. opbracht en 1
zalm van 5 KG. die voor 8 gulden werd verkocht.
(Slot volgt.)
Op een door de regelingscommissie van den
vliegerwedstrijd tot ons gericht verzoek melden