N#. 197. 131e Jaargang. 1888. Dinsdag 21 Augustus. Middelburg 20 Augustus. ELZENHOF, Dit blad verschijnt d a g e 1 ij k s, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per 3/m. franco 2. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent. Advertentiën: 20 Cent per regel. Geboorte-, Trouw-, Doodberichten, enz.van 1-7 regels/l.50; iedere regel meer ƒ0.20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. "FEUILLETON. MIDDELBIIRGSCHE URAIVT. Agenten te VlissingenP. G. de Vet Mestdagh Zoon, te GoesA. A. W. Bolland, te Kruiningen: F. van der Peijl, te Zierikzee: A. C. de Mooij en te Tholen: W. A. van Nieuwenhuijzen. Verder worden door alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aangenomen en nemen ook het algemeen advertentiebureau van Nijgh van Ditmar te Rotterdam, en de firma B. van der j£amp te Groningen, voor de Noordelijke provinciën, annonces aan. Hoofdagenten voor het Buitenlandte Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Datlbe Cie., John F. Jones, opvolger. Als een bewijs dat de smalaise", waarover tegenwoordig zoo algemeen wordt geklaagd, al thans te 's Gravenhage en daar alleen vra gen wij als »eene soort van legende" moet worden beschouwd, voert de schrijver der Haag- sche Brieven in de Zaanlandsche Courant het vol gende aan »Onze Rijnspoorstoomtram zegt hij ver voerde Zondag 17.550 personen van en naar Scheveningende Hollandsche stoomtram en de paardentram vervoerde er te zamen minstens evenveelop onze nationale tentoonstelling in den Koekamp waren behalve de habitués (in schrijvers, inzenders enz.) ruim 4000 bezoekers; in het Kurhaus te Scheveningen waren gisteren avond circa 6000 menschen waaronder ruim 2000 met dagkaarten van 0.75 in »Seinpost" was het stampvolbij Zeerust en Rauch, in de Galerie en bij Alteburg zaten honderden bezoekersde Clingendaal-wedrennen werden Donderdag en Vrijdag drukker dan te voren bezocht en de wielerwedstrijd te Scheveningen lokte Zaterdag en Zondag duizenden toeschouwersin de tent in het Bosch bleef bij de Zondag-matinée geene plaats onbezet; in onze dierentuin was het Zon dag en heden tamelijk druk; honderden liefheb bers togen naar het nieuwe zeebad Loosduinen; alle stationneerende rijtuigen waren Zondag tot den laten avond in beslag genomen. »En dat alles der ^malaise" ten spijt. Onze winkeliers klagen steen en been, maar de nieuwe zaken verrijzen als paddestoelen uit den grondde luxe wordt van jaar tot jaar grooter; men is op dit oogenblik bezig op onze Groen markt een monumentaal mannfacturenmagazijn te bouwenmet een pui van gekleurd marmer en een hardsteenen en zandsteenen gevel als voor een vorstelijk paleisin het Noordeinde breekt men een paar kapitale perceelen af om er eene reusachtige goudsmidsaffaire te stichten. Er is ernstig sprake van eene nieuw op te richten »Vereeniging tot verfraaiing van Den Haag." »Alles ondanks de groote »malaise." Men be reidt een groot feest voor den aanstaanden prin sesjesdag en de inschrijvingen vloeien er mild voor, al hebben de Hagenaars ook heel wat offers gebracht voor het waarborgfonds der tentoonstel ling. Straks wordt ook de groote landbouw- expositie geopend in de Maliebaan, die reeds ge heel omheind is, dat zal een ernorm mooi ding worden, waarbij ook heel wat geld onder de menschen kan komen. »Zoo zullen we door al het pleizier maken uit de »malaise" moeten komen." In de Nieuwe Rotterd. cour. van Zaterdag kwam een open brief aan mr C. Pijnacker Hordijk voor, waarin den nieuw benoemden gouverneur-generaal van Nederlandsch-Indië eenige opmerkingen en Uit het Engelsch. Van FLORENCE WARDEN. HOOFDSTUK IX. Op zekeren dag zat ik te werken en Haidee speelde op een bankje aan mijne voeten, met twee takjes met eikels die, naar haar teederheid voor het eene, en haar barschheid tegen het andere te oordeelen, de personen uit haar verhaal voorstel den, toen mijn aandacht op eens geboeid werd door de volgende woorden »En toen zei de prins tot prinses Christie »ik heb juweelen voor u meegebracht, veel mooier dan de uwen maar de prinses weende en zei, ik wil ze niet hebben, hoe komt gij er aan Ik weet waar ge ze van daan hebt; gij zijt een slechte prins en ik wil geen juweelen meer dragen" En ik dacht aan hetgeen de heer Rayner mij gezegd had dat zijn vrouw geen juweelen meer wilde dragen sedert zij, van een bal thuis ko mende, den dood van haar zoontje vernomen had. Maar toen was Haidee zelf nog een baby het moest dus toevallig zjjn. Hetgeen er volgde was minder moeilijk te verklaren. >En dus zei prins Caramelik zal u nog meer rozen sturen, als gij ze niet weggooit en ook wat knikkerB. Maar dan moet gij niet hui raadgevingen op zijn verre reis worden meege geven. De schrijver meent dat, hoewel mr C. Pijnacker Hordijk vreemdeling is op het gebied der Indische zaken, de gedane keus toch alge meen goedgekeurd werü om zijne overigens be kende eigenschappen. Het aanvaarden van die betrekking ook zonder voorbereiding, getuigt van moedvan nog grooter moed getuigt het, die betrekking te aanvaarden onder een minister als Keuchenius. Omdat gij vreemdeling zijt in In dische zaken, meent gij misschien u te zullen kunnen schikken in de denkbeelden van den minister daaromtrent. Maar hoe met zoo menig denkbeeld, op ander gebied, door hem voorge staan, waarmede gij u onmogelijk kunt vereeni gen", zegt de schrijver en hij wijst op 's ministers denkbeelden over de vaccine, en de onstaatkun dige handelwijze door de circulaire van 8 Mei aan de zendelings genootschappen, welk'e vooral de Mahomedanen tegen het nieuwe bestuur in 't harnas zal jagen. Ook wordt de taak van mr C. Pijnacker Hor dijk niet weinig verzwaard door een niet te miskennen vermindering van het aanzien van den gouverneur-generaal, door de omstandigheid, dat in den laatsten tijd drie opperlandvoogden het onmogelijk hebben geacht hunne betrekking te blijven bekleeden wegens politieke verwikkelin gen in Nederland. En dit aanzien zal nog ver minderd worden als de inlandsche hoofden ver nemen, dat de nieuw benoemde gouverneur- generaal minder traktement geniet dan zijn voor gangers. Ten slotte waarschuwt schrijver tegen den overvloed van raad en voorlichting, die den gouverneur-generaal in Indië voornamelijk van den kant der algemeene secretarie wach ten en zegt De algemeene secretarie het sterk bevolkte kabinet van den gouverneur-generaal, dat zijne beschikkingen uitwerkt, de brieven door of namens hem te schrijven redigeert, maar ook door middel van tal van nota's hem op de hoogte brengt, vooral van de bedenkingen tegen de voorstellen van anderenvoor een groot deel bestaande uit jonge, eerzuchtige ambtenaren, gekozen uit de meest ontwikkelden en de ijverigsten, den weg kennende in den doolhof van staats- en bjjbladen, gewapend met de beste middelen om praecedenten op te sporen"; dit kabinet heeft uit den aard dei- zaak de neiging om den invloed van de hoogst- geplaatste ambtenaren door critiek te ondermijnen en zichzelf min of meer in hunne plaats te stellen. Gelukt het eenen gouverneur-generaal niet, die neiging tegen te gaan of binnen de perken te houden en bij de goede diensten, die de alge meene secretarie een nieuw optredend landvoogd, vreemdeling in de zaken, bewijst, is het gevaar daarvoor niet gering dan wordt aan den goeden gang der regeeringsmachine schade toegebracht; dan wordt de ambitie en het gevoel van verant woordelijkheid van de chefs der departementen en van hunne ambtenaren uitgedoofddan wordt hunne kracht gebroken. Moge het u, mr Pijnacker Hordijk gegeven zijn len. Ik wil geen huilende prinses hebben. Als gij huilt kijk ik u in de kerk niet aan. Als gij niet huilt krijgt gij gelei en boter, en dan moogt gij op het paard van den slager de laan op en neer rjjden. En ik zal u in een bootje zetten en dan varen we weg over de boomen en over de vlakten langs mijnheer Boggett, tot in de wolken, en gaan in een zwaluwennest wonen, waar we nooit lessen behoeven leeren"En zoo voortzoodat ik begreep dat dit stille kind meer gehoord en gezien had dan ik ver moedde en mij verbaasde over het mengelmoes van verbeelding en werkelijkheid dat zich in dat kleine hoofdje ontwikkeld had. Somtijds zei zij »l£at ons zingen, juffrouw" en dan zong ik een ballade, waarbij zij af en toe een paar noten neuriede. Op zekeren middag terwijl wij zoo voor het open venster zaten verscheen de heer Rayner in den tuin. >Ga voort, ga voort, ik luister al lang naar dit concert, het is als een vogelenkoor". Maar wij konden natuurlijk niet voortgaan nu wij wisten dat er geluister werd en mijnheer Rayner klaagde eerst gekscherend dat hij zijn kaartje betaald had en zich met zoo liet afsche pen, maar eindigde met te zeggen dat ik een mooie stem had en dat ik 's avonds na de thee in het salon moest komen en wat voor hen zingen. »Gjj hebt nooit lichte muziek met de viool geprobeerd. Ik geloof dat gij daar bang voor zijt. Kerkmuziek gaat langzaam en gjj leest niet vlug, is het dat niet?" het gezag in eere te houdan door de wijsheid van uw bestuur. Moge de moed, door u betoond in het aanvaarden uwer hooge betrekking, beloond wor n door wat u zeker het meest welgevallig zal zijn, door vernieuwden bloei van Nederlandsch- Indië onder uw bestuur Naar Het Vad. verneemt, is bij den raad van state in onderzoek een wetsontwerp tot regeling van kinder- on vrouwenarbeid, welk ontwerp in hoofdzaak is gebouwd op de conclusiën, waarmede de meerderheid van de commissie voor de arbeids- enquête haar rapport heeft besloten. Morgen (Dinsdag) avond geeft het muziekkorps der dd. schutterij alhier een concert, waarvan de opbrengst eene eigenaardige bestemming heeft. Zooals wij vroeger meldden zal dit muziekkorps deelnemen aan het concours, dat in het laatst van deze maand te Tilburg plaats heeft. Dit te doen vordert natuurlijk belangrijke uit gaven, waarin het korps heeft willen voorzien door het geven van een concert. Een lijst, die daarvoor heeft gecirculeerd, had tot ons genoegen het gunstig resultaat dat het plan het concours bij te wonen kan doorgaan. Toch zal natuurlijk elk nieuw bewijs van waardeering den leden van het korps welgevallig zijn en wij hopen dat morgen avond het concert nog door zeer velen, behalve door de inteekenaars op die lijst, zal worden bijgewoond. Uit Hoofdplaat schrijft men ons De wijziging der instructie voor den secretaris, waarbij hij geen verlof meer behoefde van den burgemeester om zich te verwijderen, werd door gedep. staten aan den koning ter vernietiging voorgedragen. De minister van B. Z. deelt het gevoelen van het gedep. college dat 's raads be sluit in strijd met de wet zou wezen niet, doch is van oordeel dat de secretaris, als de burge meester, na ontvangst zijner kennisgeving dat hij met verlof vertrekt, hem doet weten dat zijne hulp noodig is, zich niet verwijderen mag. In verband met die wijziging hebben ged. stfeten eveneens ter vernietiging voorgedragen de bepa ling in het regl. v. orde voor de vergaderingen van den raad, dat de secretaris bij ongesteldheid, afwezigheid of ontstentenis in die vergaderingen vervangen wordt door den burgemeesterwelke bepaling in de instructie van den secretaris tot de geheele waarneming van het secretariaat dooi den burgemeester wordt uitgebreid. Hiermede heeft de minister zich vereenigd en den raad doen uitnoodigen die bepaling in te trekken, waaraan door dezen is voldaan. Aangezien het lidmaat schap van den raad onvereenigbaar is met de betrekking van secretaris, en deze betrekking door den burgemeester ook niet tijdelijk mag worden waargenomen zonder toestemming van den koning, zal de raad in de voornoemde gevallen op andere wijze moeten voorzien, opdat er geen werkstaking zijterwjjl er voortaan geen sprake meer wezen kan van met verlof gaan door den Hij wilde mij plagen, maar ik hield mij goed en zei dat hij bezoek gekregen had op den avond toen hij mijn talent op de proef zou stellen, maar dat ik bereid was alles door te worstelen wat hij mij voorzette, mits het niet te moeiljjk voor mij was. sik weet dat wij uw tijd na de thee niet in beslag mogen nemen, daar die aan u behoort maar gij zoudt ons een weldaad bewijzen als gij u nu en dan wildet laten vervelen door ons ge- fiedel en gebabbel, in plaats van terstond naar uw torenkamer te vluchten. Wat voert gij daar toch uit, als ik vragen mag Doet gij waarne mingen met de maan en de sterren Gij zijt er te dicht bij om een goed overzicht te kunnen hebben. Of tuurt gij in de vogelnesten in de hoogste boomen en praat met de bewoners »Ik doe niets zoo dichterlijks. Ik schrijf of lees en zit in een gemakkelijken stoel te genieten". »Nu, wij zullen u niet altijd daar boven laten genieten, terwijl wij ons beneden doodelijk vervelenvan avond moet gij onze verveling komen deelen". Na de thee haalde hij dus zijn viool en ik ging voor de piano zitten. Eerst speelden we een Duitsch volkslied en daarna allerlei stukjes, vroolijke, aandoenlijke, hartstochtelijke uit oude en nieuwe opera's. De heer Rayner speelde met vuur en sleepte mij mede, zoodat hij beweerde nooit iemand gevonden te hebben, die hem zoo prettig begeleidde. Zijn gelaat straalde van opgewondenheid. secretaris, zonder de goedkeuring van den burge meester. Op twee andere besluiten, die de burgemeester geweigerd heeft uit te voeren, wordt de beslis sing tegemoet gezien. Ook deze raadsbesluiten werden genomen op voorstel van den heer J. J. Pateer, die verlangde dat de kaart van den Hoofdplaatpolder van wege zijn bestuur ten ge meentehuize zou kunnen worden bijgewerkt naar de kadastrale plans der gemeenteen dat den ambtenaar van den burgerlijken stand (er zijn er drie) in het bezit zou worden gesteld van een sleutel van het gemeentehuis, teneinde ten allen tijde daar binnen te kunnen komen. De raad besloot in zijne jongste zitting tot toelating van het nieuw gekozen lid, den heer J. F. Maes, en tevens naar aanleiding van een adres van den telefonist om eenige yerhooging zijner jaarwedde 75), der regeering in over- weging te geven om het telefoonkantoor, 'twelk eerst sedert twee jaren bestaat, doch voordeelig werkt, voor rijks rekening over te nemen. Z. M. de koning heeft kou gevat en is een weinig ongesteld. Zaterdag hield Z. M. den ganschen dag het bed. Bij kon. besluit is aan J. Meijer, op zijn ver zoek, eervol ontslag verleend als ontvanger der dir. bel. en acc. te Steenwijk c. a. behoudens aan spraak op pensioen. Naar wij vernemen heeft de heer mr E. H. 's Jacob, wegens gezondheidsredenen, aan Z. M. den koning eervol ontslag gevraagd als H. D. commissaris in de provincie Utrecht. De le luit. J. D. Grevinck van het 3e reg. inf., voor den tijd van5 jaar gedetacheerd bij het leger in O. I. vertrekt den 16 October per stoomschip Burgemeester den Tex. De luit. t/z le klasse P. A. R. Hennequin ver trekt 1 September a. per stoomschip Prins van Oranje van Amsterdam naar Ned. Indië. Op Zondag 2 September zal te Utrecht eene vergadering gehouden worden van notarissen en candidaat-notarissen in Nederland tot het vast stellen van een verzoekschrift aan de regeering, waarin zou worden gewezen op de gevaren, waar mede èn het publiek èn het notariaat door de steeds voortwoekeiende zaakwaamemerij bedreigd worden, en waarin middelen zouden worden uit eengezet, welke van regeeringswege zouden kunnen worden te baat genomen om verbetering in den bestaanden toestand te brengen. In het ontwerp-adres dat, aan alle notarissen en candidaat-notarissen gezonden is, wordt vooral de nadruk gelegd op het gevaarlijke der zaakwaar nemerij voor het publiek, dat wordt overgelaten aan onbevoegde en onbekwame personen, en op het onbillijke ten aanzien van de notarissen, aan wie de wetgever hooge eischen stelt van bekwaam- Dokter Mitland, die zijn praktijk neergelegd en zooals de heer Rayner mij later vertelde, op zjjne lauweren ruste met het aangename bewustzijn dat het hem bijna altijd gelukt was zijn »patient te vermoorden", kwam binnen, terwijl wij speelden. Hij was onze naaste buurman en kwam dikwijls schaken, waarbij de heer Rayner het altijd van hem won. Hij luisterde een poos met groot ge noegen naar de muziek, totdat hij vernam dat ik op het eerste gezicht speelde en de heer Rayner nog maar eens begeleid had. Toen riep hij ver schrikt uit Lieve hemelDat zou ik nooit gedacht hebben. Welk een overeenkomst der zielen Daarna scheen zijn verbazing het genot te over treffen. De heer Rayner zag mij bij die woorden lachend aan en ik had ook schik in de uitwerking onzer voordracht op een onmuzikalen toehoorder. Toen wij geëindigd hadden en hij zijn viool in de kist wilde bergen merkte hij dat een hoekje daarvan nat was. »Dat gaat niet," riep hij zoo bezorgd alsof de gezondheid van een vriend bedreigd werd »ik zou haar even goed in den tuin kunnen leggen als in dit ding. Hier Saravervolgde hij driftigdaar zij juist de kaarsen binnen bracht »breng haar naar mijn kamer, maar heel voor zichtig hoor, denk er om Dus was zijn kamer niet vochtig, anders zou hij er die kostbare viool niet laten heen brengen Ik zei goeden nacht en kwam juist nog bijtjjds in de gang om te zien dat Sara met de viool

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1888 | | pagina 1