MIDDELBURGSCHECOURANT Verspreide berichten. Maandag 20 Augustus 1888. N°. 196. Middelburg 18 Augustus. BIJVOBGhSÊXj VAN DE VAN Bij beschikking van den minister van water staat enz. is bepaald dat met ingang van 1 September a. s. de afdeeling ^spoorwegen" bij zijn departement wordt opgeheven, en dat de daaraan verbonden werkzaamheden zullen worden overgebracht naar de afdeelingen waterstaat, handel en nijverheid en comptabiliteit. In verband daarmede zullen de hoofdcommies jhr. Yan Citters, de sectie-ingenieur jhr Repelaer van Driel, de hoofdopzichter, Yan Roosendaal en de commies Putters naar die afdeelingen over gaan. Yoorts is bepaald dat de heer Michaëlis, chef aan de opgeheven afdeeling, met de vol tooiing van het spoorwegnet blijft belast en als technisch adviseur voor spoorwegzaken zal op treden. Aan hem wordt een kleine staf van ambtenaren nl. de heeren Van den Borekhof, Van Tricht, Haring, Bom en Dujjraaer van Twist toegevoegd, terwijl de overigen, zijnde de heeren Witsen Elias, Simon, Weenink, Stortenbeker Danner, Linthout, Riel, Riko, Dewald en Le Comte, respect, met 1° Januari, 1 April en 1 Juli 1889, van hunne betrekking bij de spoorwegen zullen worden ontheven. Een gisteren volgens het N. v. d. D. ontvangen telegram uit Batavia luidt Te Seragen, in het district Solo (residentie Soerakarta, op Javais de toestand zeer bedenkelijk Europeanen verlaten de Estates. De Staatscourant van heden bevat niets dat grond voor dit vrij vage bericht geeft. Bij kon. besluit is aan mr H. Perf, op zijn daartoe gedaan verzoek, eervol ontslag verleend als kantonrechter te Bergum en aan F. W. van der Goes als notaris te Beek, gemeente Ubbergen. In tegenstelling met het schrijven van den Haagschen correspondent der Arnh. Crt. aangaande de offervaardigheid der Haagsche burgerij voor de luisterrijke viering van den prinsessedag, ver zekert het jDhl. van Zuid-Holl. dat in de laatsto dagen de gelden overvloedig zijn toegestroomd, zoodat plannen bij het comité in overweging zijn om ook aan alle weeskinderen een genoeglijken voormiddag te bezorgen. Yolgens bericht in de Italiaansche couranten heeft de regeering van Rome op den 7en Augus tus 11. eene overeenkomst aangegaan met de stoomvaartmaatschappij Nederlandwaarbij be paald is, dat door hare booten voortaan Genua in plaats van Marseille op de uit- en thuisreis tusschen Nederland en Java zal worden aangedaan. Men is in Italië bijzonder ingenomen met deze directe verbinding met Nederlandsch-Indië en met de Nederlandsche havens. Naar aanleiding van de onlusten in Bantam schrijft de Javabode »Eerst een nauwkeurig onderzoek zal aan het licht kunnen brengen of men te doen heeft met eene uitbarsting van woede over een bepaald feit, de veroordeeling namelijk van een onderge schikt Inlandsch hoofd, die zijn wraakzucht op deze wijze koelde, zoodat men aan een groote amokpartij zou moeten denken, dan wel of de oorzaak dieper schuilt en in algemeene ontevre denheid van de bevolking moet worden gezocht. Dit laatste echter is niet waarschijnlijkreeds nu toch is gebleken, dat niet de bevolking in massa is opgestaan, maar dat de oproermakers bestonden uit een troep lieden uit verschillende dessas bijeengekomen, terwijl bij eene eenigszins algemeene gisting het bestuur zonder twijfel zou hebben geweten dat er iets broeide. »Het is menschelijk na gruwelen als te Tjilegon zijn gepleegd, dadelijk klaar te zijn met verwij tingen tegen hen, die aan het hoofd staan van regeering en bestuur, maar bij eenig nadenken zal men inzien, dat dit even bekrompen is als te verlangen, dat een brandspuit gereed zij juist voor het huis, dat in brand zal geraken. En nu beweert men wel, dat in de residentie Bantam door rampen van hoogerhand en door regeerings- maatregelen een voorraad brandstof was opge stapeld, die maar een vonk noodig had om te ontvlammen, doch het thans gebeurde bewijst, zooals reeds werd aangetoond, volstrekt niet, dat men hier aan zulk een uiting van ontevredenheid te denken heeft, terwijl de afdeeling Anjer lang niet de meest geteisterde en de minst welvarende is van Bantam en de genoemde oorzaken in meer dere of mindere mate even goed op geheel Java bestaan als in die residentie. Waarschijnlijk heeft dan ook de regeering gelijk met aan het oproer geene politieke beteekenis te hechten, maar er een plaatselijk karakter aan toe te schrijven, zoodat het evenzeer had kunnen zijn uitgebarsten^ wanneer onze heerschappjj een zegen was voor Indiëdit neemt echter niet weg, dat de groote omvang der zaak en de treurige gevolgen bijzon dere maatregelen noodzakelijk kunnen maken. Op één punt kan men echter gerust zijnde zen dingscirculaire van den minister van koloniën heeft met de gepleegde misdaden niets te maken, al zou men in Holland allicht geneigd zijn aan geestdrijverij te denken om het groot aantal hadjis, die als oproerlingen zijn gevat: geene residentie wemelt zoo van Mekkagangers als Bantam, en dat velen hunner in de zaak zijn betrokken kan dus geen verwondering baren. Maar hetzij het bovenstaande juist is, hetzij anderen gelijk hebben, die dieper liggende oorzaken vermoeden, voor het bloed der onschuldigen te Tijlegon, op zoo barbaarsche wijze vermoord, kan geen beter zoen offer worden gebracht dan door meer te streven naar bereiking van het ideaal, dat de heer Keu - chenius in zijn regeeringsprogramma op den voor grond stelde, en waarvan wij nog zoo ver zijn verwijderd." De opbrengst der perronkaartjes van cent, die men verplicht is aan het station van den Hollandschen spoorweg te 's Gravenhage te nemen als men op het perron wil komen zonder op reis te gaan, is uitsluitend bestemd tot stij ving van het weduwenfonds der ondergeschikte ambtenaren. De leden der Holland Society bezochten gis teren Alkmaar. Te Tilburg is gisteren nacht de stoomfabriek van wollen stoffen van gebr. Sala geheel uitge brand met alle aanwezige grondstoffen en goederen, welke in het magazijn, dat er aan verbonden was, opgeslagen lagen. De brandweer trad niet zoo flink op als men verwacht had en daardoor bleven slechts de naakte muren staan. De fabriek was verzekerd bij deTilburgscke assurantiemaatschappij en op polissen der Amsterdamsche beurs. Het vorige jaar was dezelfde fabriek ook s nachts afgebrand. Wederom is de oorzaak onbekend. Te 's Gravenhage heeft men in het houtge was aan het Oranjeplein gevonden het lijkje van een pasgeboren kind, gewikkeld in een papier. Een abonné van het Rott. Nieuwsblad, tijdelijk te Velp, schrijft aan dat blad Wij zaten heel gezellig onder de verandah van het hotel Kraijenstein, Dinsdag 11. Het was een avond zooals er helaas nog maar te weinig zijn geweest dezen zomer, en allen voelden zich aan getrokken om van de heerlijke avondlucht te genieten in deze Geldersche dreven. Daar komt een heer den berg op, die erg mank loopt. Hij is onberispelijk in het zwart geklaed met hoogen hoed en heeft een decoratie in het knoopsgat. Het »guten Abend Hamen und Herrenverraa dt den Duitscher. Hij is blijkbaar geen vreemdeling in deze strekenalhoewel niemand hem kent, informeert hij naar verschillende personen, die hier woonachtig zijn. »Karel," vraagt hij toen aan den knecht in zuiver Duitsch, »breng mij hier een stoel en een tafel," vervolgens komman deerde hij een halve flesch moezelwijn, die men hem bracht en waarbij hij den kellner een goede fooi belooft als de wijn goed is. Vervolgens vroeg hij naar sigaren, en ook weer heel goede. »Het komt er niet op aan wat ze kosten, ik wil als het moet wel 20 centen per stuk betalen." De kellner vliegt weg om de sigaren te halen, waarop de manke heer ook oprijst en een paar pas op liep. Toen de kellner terugkomt is de manke heer verdwenen. Hij informeerde bij de buiten-zittende families die hem allen gezien hebben, en niets kunnen zeggen, dan dat hij zoo even hier heen en weder liep. De kellner loopt en kijkt overal, merkt dat het half fleschje moczelwijn al leeg is, vliegt den berg af, het Rozendaalsche bosch in, maar vindt nergens den manken Duitscher, die hem heeft beetgenomen. Onnoodig hier bij te voegen hoe iedereen »den Krommen Mof" uitscheldt, toen op eens de deur van het pakhuis half opengaat en de gewaande vreemdeling „hier" roept. Men stormde nu naar de deur, waar men be merkte, dat »de kromme Mof" niemand anders was dan Willem van Zuylen, die ons allen meesterlijk gefopt had, en voor allen totaal on kenbaar was geweest. In een Duitsch blad las men de volgende advertentie: Wordt gezocht voor de maand Sep tember een van de concertpest vrije badplaats. Zou vragen wij - men den steller dezer annonce niet eens wijzen op Domburg Men zal moeten erkennen dat de jeugdige keizer van Duitschland zich uitstekend en waardig, met tact en met gratie kwijt van zijn verplich tingen tegenover de personen, aan wie land en volk, benevens het regeerend vorstenhuis veel verplichting hebben. Terwijl graaf Moltke te Berlijn was aangekomen om Z. M. zijn dank te betuigen voor zijne onlangs genomen beschikking en zich aan hem als chef der commissie voor landsverdediging voor te stelleD, haastte Z. M. zelf zich om den getrouwen en bekwamen man met een bezoek te vereeren. De nagedachtenis van zijn vader heeft Z. M. gehuldigd in zijne joügste redevoering, te Frank fort a/d. Oder gehouden. Daar zeide hij o. a. »Een ding wil ik hieraan nog toevoegen, mijne

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1888 | | pagina 5