N\ 194. 13P Jaargang. 1888. Y rijdag IT Augustus. Middelburg 16 Augustus, Het Notariaat. Onderwijs, Dit blad verschijnt d a g e 1 ij k s, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per 3/m. franco 2. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent. Advertentiën; 20 Cent per regel. Geboorte-, Trouw-, Doodberichten, enz.: van 1-7 regels/1.50; iedere regel meer 0.20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. MIDDELBIIRGSCHE Agenten te Ylissingen: P. G. de Vet Mestdagh Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: P. van der Peul, te Zierikzee: A. C. de Moou en te Tholen: W. A. van Nleuwenhuuzen. Verder worden door alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aangenomen- en nemen ook bet algemeen advertentiebureau van Nijgh& van Diimar te Rotterdam, en de firma B. van der jjamp te Groningen, voor de Noordelijke provinciën, annonces aan. Hoofdagenten voor bet Buitenlandte Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube Cie., John F. Jones, opvolger. In het Augusfus-nommer van de Gids ver dedigt de heer A. Knottenbelt in eene studie over het notariaat de stelling dat het doc toraat in de rechtswetenschap als eisch voor den notaris moet gesteld worden. Wij deelen zijne meening grondslag van zijn betoog „dat de notaris bij (aan?) de noodigekundig heden moet paren een groote mate van be schaving en ontwikkeling, takt om met men- schen om te gaan en zelfstandigheid." Wij erkennen met hem dat „verscheidene notarissen in de laatste jaren in hunne geldelijke ver plichtingen zijn te kort geschoten en daardoor niet ten onrechte de verontwaardiging van het publiek hebben opgewekt." Wij gelooven met hem „dat het wel eens kon wezen dat een ongepromoveerd notaris minder spoedig de hulp van een rechtsgeleerde inroept dan een gepromoveerde omdat hij de zaken oppervlak kig beschouwt en de diepte van de kwestie niet vat." Maar zouden wij willen vragen wordt door dit alles de schromelijke eisch van een doctoraat in de rechtswetenschap voor den notaris gerechtvaardigd Geven wij ter ver dediging van dien eisch aan den heer Knot tenbelt het woord: Ouder anderen werd beweerd, dat bet gewaagd zou zijn om bet doctoraat in de rechten te vor deren, uithoofde de juristen weinig geneigd zonden zijn om zich aan bet notariaat te wijden. Wij beginnen met de minst gewichtige en zouden bijna zeggen een zeer gezochte reden, ware bet niet dat een der kundigste van de toenmalige (1878) rechtsgeleerden daarover zeer bad uitgeweid. Het gering aantal gepromoveerde notarissen werd gesteld tegenover bet groot aantal zonder weten- schappelijken titel, terwijl gewezen werd op de vele advocaten in de hoofdstad zonder praktijk, die de minste griffiersbetrekking voor lief namen en geen lust toonden om bet destijds zoo gemak kelijke examen voor bet notariaat af te leggen. Vele ouders zoeken doorgaans de goedkoopste opleiding voor hunne kinderen, en laten ben, die notaris willen worden, de akademie niet bezoeken; doch wordt bet verblijf aan een universiteit een vereischte, dan zal ook menigeen zich de uit gaven daarvoor wel getroosten. Nu voor vele betrekkingen een vrij kostbare opleiding wordt vereiscbt en het aantal adspiranten verre de behoefte overtreft, kunnen wij niet gelooven dat ergens een behoorlijk bestaan opleverend notariaat onvervuld zou moeten blijven. Natuurlijk dat een jurist, die bij zijne studie nimmer eraan gedacht beeft om zich aan bet notarisambt te wijden, een onderkomen zoekt bij de rechterlijke macht en geen lust beeft om een notarieel examen af te leggen, dat slechts in een verre toekomst, als de baren grijzen, eenig vooruitzicht, niet eens zeker heid, op een betrekking oplevert. En de kansen op een spoedige benoeming tot notaris zullen verbeteren als een academische opvoeding wordt vereiscbt, want ontkennen zullen wij bet niet, dat menigeen, die thans notaris wordt, van dat ambt wordt uitgesloten. Een tweede grief is dan ook dat, indien de doctorale graad wordt gevorderd, bet voor ver scheidene te kostbaar is dien te verkrijgen en men daardoor mannen zou missen, welke thans bet ambt met eere bekleeden. Toegegeven, doch wij moeten daar tegenover stellen, dat er veel meer zijn, wier onkunde menigeen groote schade berokkent. Men beweert wel dat onkunde voor een notaris minder kwaad kan dan oneerlijkheid. De laatste wordt echter door de groote menigte eerder opgemerkt dan de eerste en wanneer een notaris de noodige kennis mist, veroorzaakt bij soms niet alleen geldelijke schade, maar zaait ook tweedracht onder familieleden. En dan vragen wij, wat weegt zwaarder dat een tiental personen geen notaris kunnen worden of dat bonderden nadeel ondervinden door een niet ontwikkeld rijksambtenaar Wat doet bet ertoe, waar men zijn kundighe den beeft opgedaan, als men ze slechts beeft. Doch bij de wet op de rechterlijke organisatie is ei- piet zoo over gedacht; men beeft zelfs bij de laatste wijziging in 1887 ook bepaald dat de kantonrechters en griffiers den graad van doctor in de rechtswetenschap moeten hebben. Wan neer die titöji zelfs voor den griffier van bet kan tongerecht verplichtend isdan vragen wij waarom niet voor den notaris De eerste zou met wetskennis kunnen volstaan en beeft boven dien een rachtsgeleerd ambtenaar nevens zich, voor den laatste is rechtskennis een vereischte. Een notaris moet een groote mate van zelf standigheid bezittenbij moet zijn besten cliënt zelfs een daad van onrecht durven onder bet oog brengen. Wanneer leert men dat beter dan in den studententijd, waarin men van zijn hart geen moordkuil maakt en tegenover elkaar niet vraagt: wat zal de wereld ervan zeggen Denk u dat jonge leven, dat tintelt en warm wordt voor een goede daad, dat een afschuw beeft van iedere laagheid, dat, door de wetenschap geleid, niet neerknielt voor bet gouden kalf, maar zijn ideaal in iets boogers, iets edelers zoekt. Stel daar tegenover den jongeling op de kantoorkruk, die slechts kennis maakt met de prozaïsche zijde van bet leven, wiens illusiën zoo dikwijls zij zich willen verheffen terneer geslagen worden, doordien hij bespeurt dat geld en niets dan geld de drijf veer is in de maatschappij. De keuze tusscben deze twee is niet moeilgk. Voeg daarbij dat de studie zelve geen leunen op anderen duldt, tot ontwikkeling van eigen oordeel noopt en op die wijze tot zelfstandigheid voert. En wij herbalen de vraag: welke van de twee kiest gij? Aan karakterkennis blijft de student niet vreemd, zijn eigen feilen worden hem evenzeer blootge legd als die van anderen. Waar vindt men dus een betere gelegenheid dan in bet akademieleven om te leeren met anderen om te gaan. Men mag veilig vertrouwen dat zij, die de doctorale 'bul hebben verkregen en een paar jaar op een notaris kantoor hebben gewerkt, al de zoo hoog geroemde deugden van de tegenwoordige onge- promoveerde notarissen zullen bezitten. Wellicht dat bet machinale kantoorwerk hem minder goed afgaat, doch hoezeer wij netheid daarbij ten zeerste op prijs stellen, zij gaat niet boven wetenschap pelijke ontwikkeling en bovendien, bijna ieder notaris beeft een klerk, die dan in dat gebrek kan voorzien." Zou dit betoog wel in allen deele juist zijn? Wij betwijfelen het- Maakt hoogere beschaving als zoodanig wel in staat om met mensehen om te gaan Wij hebben wel eens hooren beweren dat predikanten en geestelijken van veel ontwikkeling en hoogere beschaving op een dorp ten plattelande niet „op hunne plaats" waren; dat zij, met hoeveel liefde voor hunne betrekking vervuld, eene zoo geheel andere taal spraken dan de leden hunner gemeentedat zij voor deze onverstaanbaar waren en bleven; dat zij te zeer een hooger of ander intellectueel leven leefden om nut te kunnen stichten. Wij hebben dergelijke opmerkingen ook op ander gebied vernomen. De groote oppositie bij ontwikkelde rechts geleerden tegen de vereeniging van advocaat en procureur schijnt ook daarin haar oorsprong te vinden. In vroegeren tijd was de advocaat meer de man der wetenschap en de procureur meer de man der practijk, die zich den noc- digen takt had weten te verwerven om met menschen om te gaan, om den feitelijken grondslag der procedure tot klaarheid te bren gen. De vereeniging van beide betrekkingen geeft thans den advocaat-procureur zekere halfheid. Dit alles ten bewijze dat hoogere beschaving iets geheel anders is dan takt om met menschen om te gaan. Zou daarom de erkende grief tegen den tegenwoordigen notaris niet langs anderen weg uit den weg moeten geruimd worden en wel door beperking en besnoeiing De drieledige werkkring van den tegenwoordigen notaris, die van openbaar ambtenaar, van rechtskundige en van bankier, zou, naar ons voorkomt, be- hooren te worden teruggebracht tot die van openbaar ambtenaar. Nu zijn er sommige specialiteiten op dit gebied die iets dergelijks onmogelijk achten. Zou indien die beschouwing juist is het vrij notariaat dan nog niet te verkiezen zijn boven den tegenwoordigen toestand Daarmede zou den notaris althans het prestige worden ontnomen dat hij als staatsambtenaar ie ,$le oogen van het publiek bezit, welk pres tige véél verder reikt dan met het oog op dat staatsambtenaarschap recht van bestaan heeft. Wij hebben nu lang gehad den strijd over scholen mtt den bijbel, zekere X. openbaart in de Amst (D. v. N.) zijn verlangen naar scholen naar den bijbel. Daaronder verstaat bij zulk eene >waar bij het begin van den schooldag wordt gebeden en bij het einde gedankt." Een variatie dus op een oud thema. Naar aanleiding van de ZTroe-collecte, voor de scholen met den bijbel, die den 17en Augustus inhet land zal worden gehouden, herinneren wij hen, die daarvan geen voorstanders zijn, aan het feit, vroegere jaren meermalen voorgekomen, dat uit gewoonte door menigeen is gegeven omdat er alleen door de dienstbode een «collecte" werd aangekondigd; terwijl tal van ondergeschikten, juist uit denzelfden sleur, namens den heer des huizes geven. Waar het hier een beginselkwestie geldt, kan het niet anders zjjn dan tegen de bedoeling der gevers het is bovendien geheel in strijd met den wensch van hen die vragen, want zij wijzen er in hun circulaires uitdrukkelijk op dat zijdie deze mochten ontvangen hoewel ze niet voor hen zijn bestemd, ze als niet gezonden gelieven te be schouwen. Onze waarschuwing, die wij thans na eenige jaren herhalen, is dus in beider geest. Het anti-revolutionnaire blad in onze provin cie vindt in de door ons overgenomen ontboeze ming der Arnh. Crt. naar aanleiding van het vcSrbaal ovffbrent eer: bekeerden oud-kolomaal die na zijne bekeering door den minister KeucheniuS op eigen kosten zou gepensioneerd zijn reden om het Arnhemsche blad en ons te vragen »Wat gaat het u aan Die vraag richt onze anti-revolutionnaire zuster echter aan een verkeerd adres. Zij moest dit doen tot de Standaarddit blad heeft het verhaal in de wereld gezonden en het feit tot publiek domein gemaakt zoodat ieder sterveling vrij is zijn oor deel over de zaak zelve en de daarbij betrokken personen te zeggen. In de Staats-Ct. van Dinsdag 14 dezer is opge nomen het verslag van het examen tot toelating als adelborst 3e kl. aan het kon. instituut voor de marine te Willemsoord in het jaar 1888, op gemaakt naar aanleiding der beschikking van den minister van marine van 19 Mei 1888, no. 29. Aan het slot van haar verslag zegt de com missie «Alhoewel de uitkomsten betreffende het adspiranten-examen dit jaar gunstiger mogen worden geacht dan verleden jaar, zoo moet toch worden opgemerkt, dal blijkbaar bij het onderwijs van verscheidene adspiranten veel gevorderd is geworden van het geheugen, maar er, over het algemeen genomen, niet genoeg werk van was gemaakt, het denkvermogen te ontwikkelen en het geleerde toe te passen. «Ook dit jaar heeft men wederom onder de ad spiranten jongelieden aangetroffen, waarvan men bepaaldelijk kon en moest weten, dat zij niet zouden kunnen voldoen aan de gestelde vereischten voor het examen, hetwelk afkeuring blijft ver dienen." De Werkmansbode klaagt en onzes inziens zeer terecht over den arbeid in de gevange nissen en de daaruit voortvloeiende concurrentie. Het blad schrjjft «Te Breda en omstreken zijn, evenals tegen woordig ook in dit seizoen schier overal, een groot aantal werklieden zonder werk en werk zoekende. Onder hen bevinden zich vooral tim merlieden. Deze bieden zich aan tegen het karig loon van veertien cents per uur. En veelal nog te vergeefs, doordien het werk, dat er nog is, grootendeels in de gevangenis wordt vervaardigd tegen betaling van slechts twintig cent werkloon per dag. »Is dat niet ergerlijk En dient aan zulke schandelijke concurrentie, vooral in dezen'tijd van werkeloosheid, geen einde te worden gemaakt Misschien is men, als meermalen het geval bleek, geneigd het door ons medegedeelde als Onwaar of overdreven voor te stellen. Thans is daar geen plaats voor. Wij kunnen de voorwerpen, o. a. ramen en deuren, die aldaar vervaardigd zijn, aanwijzen en den patroon, die ze liet vervaar digen, noemen. »Heeft de minister van justitie bij zijn bezoek aan de gevangenissen ook met dezen toestand kennis gemaakt en het voornemen opgevat de zoolang gewenschte regeling te brengen in den arbeid dei* gevangenen? «Wij zijn er niet gerust op. Het vraagstuk ia niet nieuw, zelfs reeds oud, en een nieuw krachtig protest van allen, die het wel meenen met onzen nationalen arbeid, zal gewenscht zijn om de re geering aan te sporen tot het nemen van afdoende maatregelen tegen een zoo schandelijke officieele concurrentie. Maar nevens protesten en om voor deze te beter grond te vinden, is het wenschelijk feiten te noemen die treffen en spreken, zooals het bovengemelde. Voor de mededeeling daarvan houden wij ons aanbevolen, met de verzekering van het medegedeelde slechts onder het noodige voorbehoud gebruik te zullen maken." Aan den machinist der le kl. in het vaste korps machinisten J. V. Ahrensmann is de groote gouden medaille voor vijftigjarigen trouwen en eerlijken dienst toegekend. Heden werden alhier verwacht H.H. K.K. H.H. de prins en prinses von Wied met gevolg, voor wie in het hötel villa Marina te Domburg appar tementen zijn in gereedheid gebracht. Gisteren (Woensdag) avond had in de zaal van den heer Kuijpers op de Groote Markt te Vlis singen eene vergadering plaats van de vrijzinnige kiesvereeniging Algemeen Belangwelke belegd was tot het stellen van een candidaat voor het lidmaatschap der provinciale statenvoor de vacatureontstaan door het vertrek van den heer Arie Smit. De vergadering werd door 44 leden bijgewoond en nadat volgens de statuten over negen voor gesteld-' candidal en wa,s beraadslaagd, werd, bij eene vrije stemming, met meerderheid van stem men tot candidaat geproclameerd de beer C. L. van Woelderen, directeur der Stoomvaart-Maat schappij Zeeland, woonachtig te Middelburg. De beer Van der Feltz, lid der Tweede kamer, is door het hoofdbestuur van den Ned. Kalk- en Steenbewerkersbond uitgenoodigd in eene openbare vergadering voor werklieden met discussie als spreker op te treden. Dat hoofdbestuur herinnert, in zijne missive- waarin die uitnoodiging geschiedt, aan de vol gende, door den heer Van der Feltz in de Tweede kamer zitting van 14 Mei tot Domela Nieuwenhuis gerichte woorden«En wanneer de mterpellant en andere Apostelen van den beteren tijd het willen doorgaan, goed doende, dan zullen zij voor de bevolking meer verkrijgen en onder haar meer nut stichten door de opwekking tot eigen krachts, inspanningtot ingetogenheidmatigheid en spaarzaamheid." «Misschien zou u" zoo schrijft dat hoofd bestuur aan den heer Van der Feltz niet ongenegen zijn, eenigszins in dien geest, zooal» u een ander aanraadt, werkzaam te zijn en ons arbeiders eens duidelijk willen maken, hoe een arbeider in den tegenwoordigen tijd nog ingeto gener en matiger kan leven, hoe het hem nog mogelijk is te sparen." Het plan om een nieuwe commissie van des kundigen samen te stellen, ten einde verdere maatregelen tot bestrijding der beri-beri in het Indische leger te beramen, zal, volgens het Haag- sche Dagblad, binnenkort tot uitvoering komen. Door den minister van financiën is aan Jo hannes Folkersma, collecteur der staatsloterij te Groningen, met het einde der 328e staatsloterij eervol ontslag verleend als zoodanig. De luit. ter zee 2e kl. L. P. de Stoppelaar wordt met 6 Sept. a. s. geplaatst aan boord Zr Ms wachtschip te Willemsoord. Onlangs werd gemeld dat de gehuwde onder officieren van het garnizoen te Bergen op Zoom in den gemeentelijken hoofdelijken omslag zouden moeten bijdragen. Thans wordt medegedeeld dat door het gemeentebestuur nader besloten is zulks alleen van toepassing te doen zijn op adju dant-onderofficieren, sergeant-majoors en meester- geweermakers. Te Utrecht is voor het examen Fransch 1. o. o. a. geslaagd de heer M. J. Waale te Zierikzee.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1888 | | pagina 1