N9. 185.
131® Jaargang.
1888
Dinsdag
7 Augustus.
BEKENDMAKINGEN.
Nationale Militie.
Middelburg 6 Augustus
Dit blad verschijnt d a g e 1 ij k s,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per 3/m. franco 2.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Advertentiën: 20 Cent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten, enz.: van 1-7regelsƒ1.50;
iedere regel meer ƒ0.20.
Groote letters worden ber ekend naar plaatsruimte.
Oproeping van verlofgangers der
lichting 1885.
Onderwijs,
MIDDELRIRGSCHE CGI RAM.
Agenten te Vlissingen: P. G-. de Vet Mestdagh Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: F. van dek Peijl, te Zierikzee: A. C. de Mooij en te Tholen: W. A. van Nieuwenhtjijzen.
Verder worden door alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aangenomen; en nemen ook het algemeen advertentiebureau van Nijgh van Ditmab te Botterdam, en de firma B. van deg
Kamp te Groningen, voor de Noordelijke provinciën, annonces aan. Hoofdagenten voor het Buitenlandte Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube Cie., John F. Jones, opvolger.
De burgemeester van Middelburg,
gezien de circulaire van den commissaris des
konings in deze provincie van den 8 Mei 1888,
A no. 618/1, 3de afdeeling (Provinciaal blad no. 41);
roept bij deze op de in deze gemeente wonende
milicien-verlofgangers der lichting 1885, behooren-
de tot de le, 2e, 3e, 4e, 5e en 6e batterij, van het le,
2e en 3e regiment veld-artillerie om op den tijd en
de plaats als in de aan hen uit te reiken order
is vermeld, tegenwoordig te zijn, voorzien van al
de voorwerpen van kleeding en uitrusting, door
hen bij hun vertrek met groot verlof medegenomen,
benevens van hun verlofpas, ten einde rechtstreeks
naar hun korps te vertrekken.
Zij moeten zich vooraf, en wel op Vrijdag den
17 Aug. a., des voormiddags tusschen 10 en 11
uren, bij den burgemeester hunner woonplaats
aanmelden, voorzien van hun verlofpas, teneinde
de noodige biljetten, alsmede daggeld, indien
zij dit verlangen en daarop recht hebben, te
ontvangen.
De verlofgangers, die op het bepaalde uur niet
ter aflevering verschijnen, worden bp hun korps
gestraft.
Zij, die niet aan de oproeping voldoen, worden
als deserteurs behandeld, terwijl degenen,
die door ziekte verhinderd worden op den be
paalden dag onder de wapenen te komen, van
die omstandigheid, onder overlegging van eene
verklaring van den geneesheer, tijdig kennis be-
hooren te geven aan den burgemeester. Na hun
herstel vervoegen zij zich bij hun korps,
Middelburg, den 6 Augustus 1888.
De burgemeester voornoemd,
F. ERMERINS L. B.
De minister van binnenlandsche zaken heeft
Zaterdag in de Eerste kamer, bij de behandeling
van het wetsontwerp tot verlenging van den
diensttijd voor de miliciens van 1883 hij de
landmacht en die van 1884 van de zeemacht,
opnieuw verklaard dat verdeeldheid in den boezem
van het kabinet over het defensie-vraagstuk niet
de reden is voor de instelling van e6ne staats
commissie en dat de regeering het volkomen eens
is omtrent de hoofdbepalingen der defensiewet.
Waarom dan zulk eene commissie, die vrij wel
overbodig mag heeten, in het leven is geroepen,
blijft nog altijd eene belangrijke vraag.
Het ontwerp zelf werd aangenomen met 31
tegen 8 stemmen.
Ook de bankwet is met groote meerderheid,
nl. met 28 tegen 10 stemmen aangenomen.
Vóór stemden de heeren Bultman, Wertheim,
Pijnappel, Van Tienhoven, Van Naamen van
Eemnes, Pijls, Regout, Van Eysinga, Van Nagell
van Ampsen, Vening Meinesz, Huydecoper van
Maarsseveen, Van Lier, Moolenburgh, Thooft, Van
Pallandt van Neerijnen, Henry Smits, Donker,
Kappeyne van de Coppello, De Bruyn, Vlielander
Hein, Muller, Magnée, Blussé, Smits, Van Gennep,
De Vos van Steen wijk, Six en de voorzitter.
De tegenstemmers waren de heeren Viruly, Van
Swinderen, Prins, Fransen v. d. Putte, Van Royen,
Bljjdenstein, v. d. Breggen, Welt, v. d. Goes v.
Dirxland en Breuning.
Het ligt voor de hand dat hij de discussiën
geene nieuwe gezichtspunten werden geopend.
De heer Wertheim was een warm verdediger
van het ontwerp, de heeren Fransen van de
Putte en Van der Goes van Dirxland bestreden
het. Het hoofdpunt der bespreking betrof de
kapitaalsvergrooting van de bank, die volgens
velen onnoodig was.
Terwijl sommigen daarin voldoende reden von
den den koning te verzoeken het. voorstel in
nadere overweging te willen nemen, waren an
deren beducht voor een verwerping van het
ontwerp, waardoor de zekerheid zou ontbreken,
dat tijdig een andere regeling ware te treffen.
Deze laatsten kwam de heer Wertheim steunen
met zijn deskundig advies. De bank zou 't vol
gens hem best kunnen stellen zonder het mono
polie, en de staat zou, sprongen de onderhande
lingen af, er treurig aan toe zijn. En als de heer
Wertheim zoo iets zegt, gelooft half Nederland
het; zegt de verslaggever van het Vad.
Maar toch waren er kamerleden, die zich dooi
de opgeroepen schrikbeelden niet van hun stuk
lieten brengen. Het zeer eenvoudige advies van
den heer Van de Putte, hoe zou kunnen gehan
deld wordenhet sluiten van een contract met
de bank op dezelfde grondslagen als deze wet,
doch zonder de kapitaals-vergrooting, was dan
ook een volkomen afdoend antwoord, waarop de
repliek van den heer Wertheim met de vraag
wie waarborgt u dan de goedkeuring van het
contract in de Tweede kamer geheel in het
water viel.
De belangen van den staat werden door den
heer Van der Goes vooral op den voorgrond ge
steld, want daarmee was, volgens hem, niet
voldoende rekening gehouden. Men kent de gron
den, waarop die meening steuntvolgens den heer
Wertheim zou Het echter heneden de waardig
heid van den staat geweest zijn wanneer hij de
nieuwe aandeelen van de bank had gereserveerd
om ze ter beurze te verkoopen. Zeker een eigen
aardige opvatting, vooral als men uitgaat van het
standpunt, dat regeering en bank als twee koop
lieden niet elkander marchandeereh Beschouwt
men de zaak van hooger standpunt, niet den staat
als koopman, maar als het gezag, dat een mono
polie verleent in 't algemeen belang, dan nog is
het zich reserveeren en het verhandelen dei-
nieuwe aandeelen een den staat volkomen waar
dige eisch, omdat hij daarmede eenvoudig de
zuivere waarde van het door hem verleende mo
nopolie voor zich bedingt en verkoopt.
De Zeeuwsche afgevaardigde, jhr mr W. Six
nam ook aan de discussiën deel, om rekenschap
te geven van zijn stem, die hij' voor het ontwerp
zou uitbrengen. Men had, volgens hem, bij deze
zaak niet op den voorgrond gesteld het algemeen
belang, maar eenvoudig de zorg om bij de vernieu
wing voordeelen aan de schatkist te bezorgen.
Met dat streven, dat bij de behandeling heeft
voorgezeten, kon hij zich niet vereenigendat
achtte hij in strijd met de hooge opvatting van
de waardigheid van den staat.
Die stelling is zeker ook zeer betwistbaar.
Hoe hetzij, het ontwerp is nu aangenomen en
de aandeelhouders der bank zullen tevreden zijn.
De Eerste kamer ging Zaterdag uiteenworden
de beide kamers nu niet tot een gemeenschap
pelijke behandeling van de voogdij wet geroepen,
dan komen zij niet meer bijeen voor de nieuwe
parlementaire campagne in September begint.
Lang duurt dit jaar de zomervacantie zeker niet.
Wat wij na de verschijning van de beschou
wing van dr Swart Abrahamsz in de Gids van
Juli over Multatuli schreven is bewaarheid, zij gaf
het sein tot tal van opstellen ter bestrijding van
de meeningen en conclusiën, door genoemden heer
daarin geuit. En die weerleggingen lokten op
haar beurt weer tegenspraak uit.
In het jongste nommer van het Vaderland heeft
J. van Dorp haar tot een onderwerp van be
schouwing gekozen; en de lezing daarvan bevelen
wij ten zeerste aan.
Geheel overeenstemmende met onze meening,
zijn deze regelen van den schrijver »Dat Mul
tatuli s wezenlijke grootheid onttakeld zou kunnen
worden, gelooft zelfs niet wie 't hoopt, indien hij
gezond verstand heeft en dit drie minuten ge
bruikt. Misschien zullen velen afstand doen van
de dweperij, dat de fouten van Multatuli slechts
«door den laster verzonnen" zijn, maar dan zullen
zij, naar ik hoop, den waarheidlievenden denker,
den genialen prozaschrijver toch blijven vereeren;
en den nobelen man, die viel voor een beginsel,
niet ophouden lief te hebben. Want, als er iets
te leeren valt uit dr Abrahamsz' opstel, dan zeker
dit, dat men MultatuWs afdwalingen niet mag
stellen op rekening van een hoos gemoed."
En niet minder juist is het slot van het opstel
van Van Dorp, aldus luidende
«Neen, en nogmaals neen, het gaat niet aan
Multatuli de eer te ontzeggen, dat hij in Neder
land de waarheid omtrent Indië heeft gebracht,
hare verbreiding vervroegd. Het is ook niet
waar, dat door hem op uitzonderingen werd ge
pleit. Van den anderen kant zou het een slag
in het gezicht der onpartijdigheid zijn, indien
het onlogische werd ontkend van MultatuWs
streven «afscheiding voor Java van Nederland,"
terwijl door hem zelf werd erkend, hoe de Javaan
het meest door eigen hoofden werd ontmergd.
Boven alles echter blijft het talent van Eduard
Domues Dekker, het genie van Multatuli, door de
overschatting van dwepers niet te schaden, door
dr Swart Abrahamsz niet aangerand.
«Want het geniale blijft. Multatuli in eene
rustbank, den rook eener manilla in nietsdoen
door de ijle lucht blazende, (zooals de Spectator
hem heeft voorgesteld, als photographie van het
eventueele lot, dat D. D. zou gemaakt hebben
tot een luien nabob, hadde Nederland hem «den
zenuwlijder" zooveel mogelijk gered); die plaat
als teekening reeds niet fraai, is als historie van,
geene waarde. Het geniale blijft. Ware Eduard
Douwes Dekker den weg opgeleid des vredes voor
het gemoed, hij zou daarmee de voorbeschikking
niet verloren hebben een groot letterkundig
kunstenaar te worden, een prozaschrijver van
geheel eenige oorspronkelijkheid."
Het gerucht waarvan wij onlangs melding
maakten, als zou mr Keuchenius een nader onder
zoek instellen in de bekende zaak Willink Ketjen,
schijnt juist te zijn geweest. Althans de Loc.
meldt, dat de minister van koloniën de opzending
bevolen heeft naar Nederland van de voornaamste
stukken, die betrekking hebben op de zaak Wil
link Ketjen.
Met ingang van 1 Sept. e. k. is benoemd tot
telegraphist te Goes, in plaats van den heer J.
Zoeter, de heer J. A. Polderman, klerk-telegra-
phist te Tilburg.
Door den heer Gerritsen is concessie aangevraagd
voor een tram van Sluis naar de grenzen, in
aansluiting met twee tramlijnen, die door de
Belgische buurt-spoorweg-maatschappij zullen
worden aangelegd van Westkapelle naar Heyst
(koerzaal) en van Westkapelle over Dudzeele naar
Brugge, waar hij zal eindigen in 't groot station.
(Weekbl. Z. V. W. D.)
Ter kennis van belanghebbenden wordt gebracht,,
dat voor de uitvoering van werken aan het
Nederlandsch gedeelte van het kanaal van Terneu-
zen, het benedenpand van dat kanaal, van 24
September tot 9 October aanstaande, zal gehouden
worden aan het peil van 1.30 M. boven AP.,
overeenkomende met 0.78 M. beneden het regle
mentaire peil. (St. ct.)
Bij de Tweede kamer is ingekomen een ontwerp
tot bekrachtiging van den onderhandschen ver
koop van grond en water te Sas van Gent aan
de gemeente.
De gemeente Sas Van Gent wenschte eigenares
te worden van eenige deelen der vervallen ves
tingwerken van die plaats, om volkomen vrij te
zijn in den aanleg van wegen en straten op dat
terrein en om bij den verkoop van gedeelten er
van aan particulieren zoodanige voorwaarden te
kunnen stellen als zij in het belang van den
welstand, de openbare gezondheid en veiligheid
noodig zal oordeelen.
De onderhandsche verkoop berust op hetzelfde
beginsel als heeft voorgezeten bij den verkoop
van vestingwerken aan verscheidene andere ge
meenten, bijv. Nijmegen, Zutphen, Deventer.
De bedongen koopprijs stemt overeen met de
schatting van eenen door den staat geraadpleeg-
den deskundige.
Onder bevel van den kapitein der artillerie
G. F. Beer en het medegeleide van den 2en luit.
der infanterie J. Smit Sibinga, heiden van het
O.-I. leger, zal 11 Aug. van Harderwijk naar
Rotterdam vertrekken, een detachement supple
tietroepen, sterk 40 man, benevens 4 onderofficie
ren, met bestemming naar Ned.-Indië, aan boord
van het stoomschip Samarang.
In aanmerking nemende, dat drie jongelingen,
die, zoowel voor eene aanstelling tot cadet aan
de Kon. Mil. Ac. als tot adelborst bij de Kon.
Ned. marine in aanmerking kwamen, aan eene
plaatsing bij de zeemacht de voorkeur hebben
gegeven, brengt de minister van oorlog, ten ver
volge op zijne aankondiging in de Staatscourant
van 18 Juli jl., nader ter kennis van belangheb
benden, dat, in verband met de aldus opengeval
len plaatsen en andere ontstane vacatures, tegen
1 Sept. a. tot cadet bij de Kon. Mil. Ac. zullen
worden aangesteld
Infanterie hier te landeH. C. C. Glockener
Brousson, H M. Roukens, H. van Hennekeler, H.
A. van Zwijndregt, H. G. Thieme, H. Dyserinck,
C. A. van Fenema, J. van Greuningen, H. P van
der Mieden van Opmeer, W. J. M. Benschop, W.
Petter, A. Dudok van Heel, J. S. Metz, A. A.
Holle, B. J. W. van der Meer, P. H. A. Loopuyt,
H. C. van Capelle, jhr F. A. G. Beelaerts van
Blokland, J. J. Blussé, P. ten Bruggencate, F. H.
A. A. Wagner, K. Kooiman, J. R. de Joncheere,
J. P. Dumont, W. F. K. Bello.
Cavalerie hier te landeA. L. van Harpen
Kuyper, E. H. Juckema van Burmania baron
Rengers, F. J. van Walchren, J. J. Neuman, A.
van Mens) H. van Aisma.
Artillerie hier te lande W. M. Beijerinck, F. H.
Abbing, F. de Ridder, J. M. van den Bent, W. H.
C. A. Seyn, H. L. J. Haakman, D. C. M. André
de la Porte, D. Rijnders, J J. Hocke, C. A. ter
Cock, H. A. Seyffardt.
Genie hier te landeO. Bueno de Mesquita,.
A. Gobee, R. P. van Roijen.
Infanterie in Oost-IndiëIJ. W. Roebij, G. H.
de Wilde, A. C. van Altena, J. D. H. Beckeringh,
J. E. Romswinckel, J. van der Weyden, T. C. Mets,
C. M. J. van Hoogstraten, K. J. F. A. Goossens,
H. Schouten, W. H. Rozendaal, J. L. Doerrleben,
J. F. H. Schoemaker, H. Bakker, J. A. Jansen,
I. H. B. Lamberts, P. E. Spaan, K. G. R. Joosten,
W. F. Dinger, B. C. M. Smelt, C. J. Arnweg,
C. F. van Baak, W. F. Waldeck, H. G. E. Granpré
Molière, M. J. M. van Woerkom, E. Franken.
Cavalerie in Oost-IndiëJ. J. Burger, J. F. E.
A. R. von Romer, K. W. Rauh, C. L. C. de Bruin.
Artillerie in Oost-Indië: B. de Greve, A. M.
Kerkkamp.
Genie in Oost-IndieA, Heyting, L. G. van Aken,
V. Rensburg, J. Tirion, H. C. J. Smeets, W. E.
Hioolen.
De redacteur van het Centraal blad voor Israë
lieten in Nederland heeft voldoening van zijn
verzoek, aan den minister van oorlog gericht.
Hij vroeg, naar men zich herinneren zal, een
onderzoek naar een door den dirigeerenden officier
van gezondheid 3e klasse J. K. Stakman Bosse,
chef van het militair hospitaal te Haarlem, ge
nomen maatregel, krenkend voor belijders van
den Israëlietischen godsdienst, die hunne in dat
hospitaal verpleegde betrekkingen wenschen te
bezoeken.
De heer Bergansius heeft den adressant doen
kennen, dat de ten requeste bedoelde zaak is
onderzocht en dientengevolge door hem, minister,
bevelen zijn uitgevaardigd, waardoor aan adres-
sants rechtmatige bezwaren wordt tegemoet ge
komen.
De dirigeerende officieren van gezondheid 3e
klasse D. H. van Vierssen, chef van het mili
tair hospitaal te Leeuwarden, en J. K. Stakman
Bosse, in gelijke betrekking te Haarlem, zullen,
naar de Haarl. Crt. voorts meldt, met 5 dezer
onderling van garnizoen verwisselen.
Bij het ministerie van buitenlandsche zaken is
van den heer J. J. B. Heemskerk, lid der firma
Heemskerk Co. te Shangai, een memorandum
ontvangen over de overstroomingen, die verleden
jaar hebben plaats gehad in China op het gebied,
waardoor de Hoang Ho of Gele Rivier loopt. Met
het oog op de werkzaamheden, die op waterstaats
gebied in China binnen niet te langen tijd nood
zakelijk moeten worden verricht, geeft de heer
Heemskerk onderscheiden wenken, die voor de
Nederlandsche ingenieurs of aannemers nuttig
kunnen zijn.
Het stuk is in de Staatscourant van Zaterdag
geplaatst, terwijl, blijkens mededeeling van den
minister, belangstellenden inzage op het depar
tement van buitenlandsche zaken kunnen erlan
gen van de bescheiden, die er bij zijn gevoegd.
Onder voorzitterschap van den heer J. Kou
semaker, hoofd der school te Nisse, had Zaterdag
te Ovezand eene vergadering plaats van het
onderw. gezelschap 's Gravenpolder. De heer J.
Agterberg, hoofd der school te Oudelande, opende
de vergadering met eene belangrijke rede over den
koning-stadhouder Willem III, waarin hij tenslotte
eenige minder bekende bijzonderheden over diens
sterfbed mededeelde. Daarna ontspon zich eene
discussie, waaruit bleek dat de leden over het
karakter van den prins niet eenstemmig dachten.
Allen waren het echter eens, dat de prins als de
banierdrager der godsdienstvrijheid in Europa
terecht een groot man mag genoemd worden, ter
wijl de toekenning eener jaarwedde van 800
aan den hoofdbewerker van het tragisch lot der
gebroeders De Witt, Willem Tichelaar, algemeen
beschouwd werd als een vlek op zijne nagedachtenis.
Daarna leverde de heer Raamsdonk, onder wij zei-
te Baarland, eene bijdrage over de gezondheids
leer in de scholen. Algemeen werd geoordeeld,
dat de gegeven wenken meer van toepassing waren
op de stadsscholen. Op het platteland mag men
gerust zeggen dat voor de gezondheid der school -
kinderen voldoende gezorgd wordt. Immers voor
en na de schooltijden hebben de dorpskinderen
overvloedig gelegenheid tot lichaamsbeweging en
uit den aard der zaak maken zij van die gele
genheid een ruim gebruik.
Voor de betrekking van lioofd der openbarp