feuilleton" Trans en Mieke. Onderwijs. Kerknieuws. Verspreide berichten. Van BERTHA VON SUTTNER. der arbeiders doen vergoeden. Men rekene erop dat, werd dit bepaalt, de scliuldeischer wel zorgen zou dat hem ook die 1/3 nietont- glippe; de sommen in de boeken zouden spoedig een ander aanzien krijgen. En bovendien, men zou een gevaarlijk antecedent voor anderen in het leven roepen. Hoe in deze eene goede regeling te vinden zou zijn, moeten wij eerlijk bekennen niet te weten. En zij is toch noodzakelijk, wil men de goede bedoeling van den wetgever niet voor jaren doelloos maken. Wellicht weten dé leden der Tweede kamer, die in Friesland en Drenthe bekend zijn, een praktischer middel dan hun medeafgevaardigde voor Schoterland aangeeft, om hierbij tot eene oplossing te geraken, en kunnen zij hem een voorbeeld geven van de wijze, waarop men wettten in het leven roept, die practisch uit voerbaar zijn. Dat zij dit dan niet nalaten Het onderstaand bericht omtrent de enrstige ongeregeldheden te Bantam nemen wij nog in zijn geheel op, omdat wij gisteren slechts een deel onzer lezers er mee bonden in kennis stellen. Onder dagteekening van 9 dezer werd bij het departement van koloniën het volgend telegram van den gouverneur-generaal van Nederlandsch- Indië ontvangen »Uit Bantam bericht dat vrij ernstige rustver storing hedennacht uitgebroken is in Anjer bij afwezen van adsistent-resident, die met resident en adspirant-controleur op tournée is. Gevangenis te Tjilegon geforceerd. Telegraaf afgesneden. Klerk met gezin vermoord. Muitelingen zouden op weg zijn naar Serang." Naar aanleiding van dit telegram is aan den gouverneur-generaal mededeeling verzocht van de aanleiding van deze onlusten in de residentie Bantam, alsmede opgave van hetgeen ter zake door de regeering verricht werd. Hierop zijn, onder dagteekening van 10 en 11 dezer, de volgende telegrammen van den landvoogd ontvangen, lui dende het eerste «Na het voorloopig bericht van gisteren omtrent onlusten geen positieve tijdingen ontvangen. Aan leiding nog volkomen onbekend. Garnizoen van Serang zond patrouille vergezeld vau regent en controleur, nopens wier wedervaren geen tijding. Een escadron en het negende batailjon gister middag daarheen. Nacht te Serang rustig. Resident heden aldaar terug." en het tweede «Patrouille, bedoeld in mijn vorig telegram, had op ongeveer acht paal van Serang ontmoe ting met een honderdtal muiters. Na drie somma- tiën salvovuur. Negen muiters gedood. Te Tjilegon geen verzet. Aldaar vermoord asistent-resident Gubbels met echtgenoote en twee kinderen, klerk Dumas, onder-collecteur, wedana, djaksa en cipier. Patrouille gelegerd in gevangenis, niet verontrust. Troepen gistermiddag te Serang aangekomen. Eene compagnie met den resident des avonds naar Tjilegon. Aanleiding onlusten nog onbekend." Naar aanleiding van deze gebeurtenissen her inneren wij onzen lezers- dat Bantam is de wes telijkste residentie van Java, wier bevolking in de binnenlanden wel voor vrij gezeggelijk door gaat, maar langs de noordkust (waar ook Anjer ligt) veel oproerige elementen heeft. De naam Bantam beteekent dan trouwens ook «weder- spannig", en deze keer zou niet de eerste zijn, dat die naam voor het gewest juist bleek. In 1619 toch waren het de Bantammers, die op onze toenmalige vesting (thans Batavia) een verwoeden aanval waagden. In 1681 was wederom een krijgsoperatie tegen Bantam nood zakelijk en eerst in 1808 werd door Daendels zijn laatsten sultan afgezet. De St. Ct. bevat de statuten van de vereeniging De kerkelijke kas te Grijpskerke. De eerste maal treden als bestuurders op de heeren K. Dinge- manse Azn., P. Maas, P. Boogaart, J. de Kam en J. van Rotten. Novelel uit het Duitsch. Na eenigen tijd was ik zoo uitgeput dat ik niet meer schreien kon, ofschoon ik in mijn hart nog diep bedroeld was. Ik stond op, ging naar het open venster, waar de maan in haar volle pracht in scheen en de geheele kamer kelder verlichtte. Ik ging op de vensterbank zitten en keek naar buiten, niet op den weg, die lag" te veel in de diepte, maar naar het sterrengeflonker naar den melkweg Hoe klein was mijn leed, vergeleken bij die millioenen werelden en toch hoe oneindig groot voor mijUit de herberg klonk nog altijd die onuitstaanbare stampmuziek, ik hoorde niets dan de grondaccoor- den en luisterde. O, die blik van den graaf toen hij vroeg «Mieke, is dat waar?" Ja, het was waar. Hoe zou hij mij thans verachten Wat nu? Wat moest ik morgen doen? Slechts éen ding was mogelijk, niet afwachten dat de gravin mij wegjoeg, maar vluchten, naar Aglae vlieden en haar zeggen dat ik liever door een stier verscheurd wilde worden, dan nog eens in een donker laantje alleen met Frans zijn In de algemeene vergadering van aandeelhouders der Nederlandsche Landaamuinning-Maatschappij (the Netherlands Land Enclosure Co.), op den 4 Juli jl. te Londen gehouden, werden met alge meene stemmen tot directeuren der maatschappij in Nederland benoemd de heeren J. A. van Heel, lid der firma Van Heel Co. te Goes, en Char les G. Harison te Rilland-Bath. In de plaats van den heer G. van Ilage, die als lid van den raad van Brouwershaven had bedankt, is als zoodanig gekozen de heer Krijn van der Linde met 37 van de 64 ingeleverde geldige biljetten. Het aantal kiezers bedraagt 137. Bij kon. besluit zijn benoemd tot substituut-griffier bij het gerechtshof te Amsterdam, mr E. van de Velde, thans substituut griffier bij de arr.-rechtbank aldaar tot substituut-officier van justitie hij de arr.- rechtbank te Winschoten mr E. A. Smidt H.Jz., thans ambtenaar van het openhaar ministerie bij de kantongerechten in het arr. Leeuwarden voor de kantons Harlingen, Bolsward en Sneek, ter standplaats Bolsward tot griffier hij het kantongerecht te 's Herto genbosch mr V. Th. I. Mutsaers, thans substi tuut-griffier hij de arr.-rechtbank aldaar; tot burgemeester van Uithuizen, G. Bakker tot burgemeester van Losser, J. A. Warnaars, secretaris dier gemeente. Aan den gewezen eerste-luitenant C. Suermondt, is bij vernieuwing een tijdelijk pensioen toege kend van ƒ450 voor den tijd van een jaar. De officier van gezondheid der 2e klasse hij de zeemacht J. F. Brast, uit Oost-Indië in Nederland teruggekeerd, is op non-activiteit gesteld. De heer Daniel de Lange maakt in het N. v. d. D. met ingenomenheid melding van een opus van G. von Briieken Fock, walsen voor klavier twee handig, uitgegeven bij E. Lacombe te Parijshij schrijft daarvan het volgendeDeze eersteling van den heer Von Briieken Fock heeft mijne sympathie opgewekt. Het karakter dezer walsen is eenvoudig blijkbaar zijn zij den pianist-com ponist ongezocht onder de vingers gekomen, ter wijl hij voor het klavier zat. De harmonische bewerking verraadt een geoefende hand, de ge dachten verraden bekendheid met de werken van Schumann, Chopin en Brahms. De stijl houdt het midden tusschen de elegante en de ernstige wijze van toonzetten. Zij zijn dankbaar voor den uitvoerende en eischen van den hoorder geen overmatig ernstige bespiegelingen. Ik geloof daarom, dat zij met goed gevolg in den kring van ontwikkelde muziekliefhebbers zullen inge voerd worden, en zij in dien kring een plaats kunnen innemen naast de degelijke piano-com- positiën uit den tegenwoordigen tijd. Meer bijzonder gevoel ik mij aangetrokken door de num mers 2, wegens de eigenaardige rythmische ver schuiving van de melodie en de daaruit voort spruitende harmonieën; 4 wegens het losse, vluchtige karakterhet brengt in herinnering Brahms' vierhandige wals in cis gr. T.8 wegens de openhartigheid en flinkheid van het karakter 9 wegens het bekoorlijke. Doch in alle nummers der geheele verzameling vindt men zeer goede en schoone hoedanigheden. Ik houd mij over tuigd, dat een klavierspeler met behoorlijk ont wikkelde techniek deze werkjes met groot genoegen zal spelen. De heer S. van Milligen zal zich half October naar Parijs begeven. Zijn opera Brinio, tekst van Fiore della Neve, hoopt hij in Jan. 1889 gereed te hebben, zoodat zij nog vóór het eind van het volgend seizoen zal kunnen worden opgevoerd. Aangezien hij het aangaan hunner verbintenis tot vrijwilligen dienst de ingelijfden hij de militie lichting 1883 en 1884 niet konden vermoeden, dat, door verlenging van hun militiediensttijd, hunne broeders het recht op vrijstelling van den militiedienst wegens broederdienst, waarop deze anders aanspraak hadden, zouden verbeuren, heeft de regeering, om redenen van billijkheid, voor dezen in het ontwerp tot verlenging van den militiediensttijd alsnog een uitzondering gemaakt. Een gedruisch wekte mij uit mijne overpein zingen op. Ik zag op en gleed verschrikt van de vensterbank afde deur was opengegaan en een mannelijke gedaante kwam naar mij toe. Mijn keel werd dichtgeknepen ik kon geen gil geven doch toen het licht der maan op die gestalte viel, herkreeg ik mijn stem het was de gevreesde niet. «Graaf Paul gij." Hij stond naast mij en vatte mijn hand. »»Ja, Mieke, ik Gij zijt zoo snel weg- geloopen ik wilde u niet volgen en bleef liever om den woedenden Frans tegen te houden hoe kondt gij op hem verliefd worden En dat nog wel zoo snel Ik dacht dat gij reeds lang met hem verloofd en daarom hierheen gekomen waart."" »»0 ik ongelukkige!"" »Maar, niet waar kind, nu houdt gij niet meer van hem Nu wilt gij uwe gunsten aan een meer waardigen schenken Aan iemand, die u zacht en teeder behandelen zal." Hij kwam naderbij ik week achteruit. «Graaf Paul, laat mij met rust, hoe min ohoe min moet gij van mij denken ««Mieke «»'t Is waar, de schijn is tegen mij en ik kan mij thans niet rechtvaardigen maar geloof mij, op mijn woord, dat ik het slachtoffer ben geweest van een dwaling niet dezen Frans, De Vereeniging van Nederlandsche Steenfabrikanten heeft met bevreemding kennis genomen van de volgende bewering, voorkomendein de memorie van toelichting van het door den heer Domela Nieuwen- huis hij de Tweede kamer ingediende voorstel van wet tot het nemen van maatregelen tegen de gedwongen winkelnering. «Immers het is geconstateerd dat de gedwon gen winkelnering bestaat. «Men weet met zekerheid dat zij voorkomt in de Veenkoloniën, op de steenfabrieken, alsook te Tilburg." Uit een nader onderzoek, ingesteld in de ver schillende provinciën waar de steenfabrieken ge vestigd zijn, is het haar gebleken, dat gedwongen winkelnering op de steenfabrieken niet bestaat. De Vereeniging van Voorstanders eener Nederl. Octrooiivet heeft zich tot Z. M. den koning ge wend met een adres, waarin zij op verschillende gronden de dringende behoefte betoogt aan de invoering eener ..goede octrooiwet voor Nederland en zijne koloniën. Van dit adres zijn afschriften gezonden aan den minister van waterstaat, han del en nijverheid, en aan de beide kamers der staten-generaal. Te Ginneken overleed op 89-jarigen leeftijd de heer W. J. Camp, genaamd del Carapo, gepens. majoor der artillerie, een der oudste veteranen van het leger, versierd met het eereteeken voor 1813—1815 en met het Metalen Kruis. Woensdag werd bevorderd tot doctor in de scheikunde aan de rijks universiteit te Leiden de heer W. Stortenbeker (geboren te 's Gravenhage), met acad. proefs. get. De verbinding van chloor met jodium. Te Utrecht is met goed gevolg het doctoraal examen in de scheikunde afgelegd door den heer C. Welleman van Krabbendijke. Bij het natuurkundig examen aan 's rijks vee artsenijschool is het diploma o. a. uitgereikt aan den heer M. Van der Vliet uit Zierikzee. —Na gehouden overgangs-examen zijn met 1 October aanstaande hij den hoofdcursus te Kampen van de le in de 2e klasse overgegaan, infanterie de sergeanten Gooszen, Grooss, Lauweriks, Phaff, Snel, Haas, Kerkhoff, Museh, Van Rijswijk de Jong, Van Swighem, Albrecht, Hoedt, Sasburg, Van Henning, Van Hombrecht, Van Kappen, Blom, Duymaer van Twist, Voordum, Lenshoek en jhr Meijer. Administratie hier te lande Eikenberg, Van der Steen, Vermeer, A. deVriesj W. C. N. de Vries en De Hart. Administratie in Oost-Indië: Von Balluseck, Bovens, Van Hille Von Mauntz en Schafer. I)e heer J. C. Reese te Vlissingen staat op het drietal naar Alkmaar. l)e Heinljeszandsohe mart." Deze nu weer geëindigde jaarlijksche gast gaf een onzer correspondenten de volgende beschou wing in de pen. Een der voornaamste gemeenten van Zuid-Be- veland is Heinkenszand. Hare geschiedenis is van tamelijk ouden datum voor een dorp in een nieuwen polder gebouwd. In 1289 en volgende jaren bedijkten de heeren van Schenge, wier slot te 's Heer Arendskerke lag, het Oudeland, het Oosterland en de Oudekamer. In den tweeden dezer polders verrees Heinkenszand. De gunstige ligging aan den hoofdstroom van Middelburg naar Antwerpen bevorderde den bloei van het nieuwe dorp en gelijk een hekend Zeeuwsch oudheidkundige opmerkte«deze dochter van 's Heer Arendskerke streefde weldra hare moeder in schoonheid en rijkdom voorhij." Een paar fraaie ridderhofsteden versierden spoedig den pol der. Beide bestaan niet meer, doch de naam van een hunner leeft nog in de villa Barbistein voort. De verzanding van het Zwake en vooral van de Loijne vernietigde weldra de scheepvaart. Het voortdurend bezit van aanzienlijke families deden Heinkenszand echter een der welvarendste Zuid. Bevelandsche dorpen blijven. Geslachten van heb ik bemind, maar een voortbrengsel mijner kinderlijke verbeelding ik verdien uw veroor deeling niet Langzaam zonk hij op de knieën. »»Ik veroordeel u niet, beminnelijk wezen, ik bemin u Een duizeling overviel mij, een verlangen om mij neer te huigen over dat lieve gelaat, dat door de maan beschenen werd zooals Gretchen over Fanst die opera had ik gezien en te fluisteren zooals zij«Ik aanbid u ik wil ster ven voor Maar ik kwam nog in tijds tot mij zelve deze liefdesverklaring gold niet mg niet het romantische, overspannen, doch onschuldige meisje van gelijke geboorte zij gold de lichtzinnige geliefde van den tuinknecht, de coquette kame nier, die de mannen naliep en wat de jonge graaf hier zocht, wat hij het recht had hier te zoeken, was een vroolijk, aardig avontuurtje. «Sta in 's hemels naam op ga heen. Hoe durft gij eigenljjk hier te komen Oik arm schepsel in uwe oogen heb ik geen recht om zoo hout te spreken nu, dan beveel ik niet, maar verzoek u, smeek u mij te verlaten. Als er iemand komt hen ik verloren «Mieke, engel, houd u niet zoo hoos."" «Graaf, ik roep."" »»Te vergeefs, er is niemand in de nabijheid al de bedienden zijn gaan dansen."" Zeeuwsch-historische beteekenis als de families Snouck Hurgronje, Yan Citters, Ermerinsen Buteux waren nog in deze eeuw door een of meer barer leden te Heinkenszand vertegenwoordigd. Vroeger woonden er enkelen van het geslacht Van der Nisse, dat aan Goes zoo menigen burgemeester schonk, en een jongere tak was van het bekende, bijna vorstelijke geslacht van Borssele. In de laatste jaren is Heinkenszand sterk ver minderd. De opheffing van het kantongerecht, de dood of het vertrek van voorname ingezetenen en achteruitgang van den landbouw veroorzaakten dit. Gelukkig blijven er nog altijd families van naam woonachtig, is de hoop, dat eenmaal de schoone villa Bloemenheuvel nog eens een land edelman moge herbergen, nog niet gansch en al vernietigd en zal de landbouw zich toch wel weer opheffen. Wat ook verdwenen is, in het geheel niet de hartelijkheid der inwoners, waaraan ieder, die er korter of langer vertoeven mocht, de aangenaamste herinneringen medeneemt. Is Heinkenszand door al het bovengenoemde hekend door gansch Beveland, bovenal is het dit door zijne kermis. Zoo beroemd zelf in deze, dat een zeker catechisant in een naburige gemeente bij de opsomming der christelijke feestdagen tot grooten schrik des vromen leeraars de «Heintjes- zandsche mart" in de rij plaatste. De Heinkenszandsche kermis is eerst in deze eeuw ontstaan en wordt gevierd in het begin van Juli. Haar succes was buitengemeen. Zonder tal waren de kramen en spellen, welke de lange dorpsstraat vulden. De toeloop was verbazend. Heel Westelijk -Beveland bezocht ze van arm tot rijk, van jong tot oud, en het jonge of rijke Oostelijk deel des eilands kwam per mogelijke en onmogelijke gelegenheid rijden. Ouden van dagen vertellen hiervan wonderen en verhaalden uw berichtgever met stralende blikken hoe reeds 's morgens om acht uren gedanst werd. In alle omliggende dorpen werd natuurlijk de arbeid gestaakt. Helaas, waarom moet ik hier weer in den ver leden tijd schrijvenHet is ook de oude kermis niet meer. Het bezoek is sterk verminderd, dientengevolge ook de kramen. Al te lang zijn de violen en blaasinstrumenten der onvermoeide speellui stemmen des roependen in eene ledige herberg. Eerst laat in den namiddag geeft de landjeugd er gehoor aan. De speelwagens zijn van vele honderdtallen tot weinige tientallen geslonken. Doch wat nog bestaat is het rusten van den veldarbeid op den besten kermisdag, door het westen van het eiland, zelfs bij streng kerk- sche lieden. Wat verblijdend mag genoemd worden is de opgewektheid, waarmede de schietvereeni- ging Soranus de overlevering van St Sebastiaan met hare niet ruime middelen voortzet. Wat onvermengd is, zeker het genot der kinderen, die nog altijd hun mooiste pakje aan krijgen en wier spoedig gevulde hand zich niet te vergeefs naar vader en moeder uitstrekt. Doch wat bovenal onvergankelijk is, naar het schijnt de schitte rende oogen, de blozende wangen, de lenige gestalten en het eenige kostuum der lieve land meisjes, in wier aanblik de nederige schrijver dezer regelen in alle eer en deugd zijn grootste kermisgenot blijft smaken. Hetzij zij dan bij de draaimolen aan eenigszins bedeesde aanbidders het jawoord geven, hetzij zij in ietwat al te onge dwongen houding met gezegde geheel ontdooide knapen carroussel rijden, of wel in weergalooze tevredenheid den landwijn proeven, of in de armen hunner uitverkorenen, voor éen dag soms, lustig rondzwieren in de stoffige, rookerige, maar gezellige danszalen, terwijl het schijnsel der hoogtijdlichten weerkaatst in de gouden hoofd- sierselen, en zoo de glans nog verhoogt derstralende gezichtjes; zij blijven bekoorlijk. Om hunnentwil bovenal ga het Heinkenszand en de Heinkenszandsche kermis wel. J Naar wij vernemen is in den toestand van den verwonde G. eenige beterschap gekomen. Gisteren werd door de zangvereeniging Oefening en Uitspanning van Nieuw- en St. Joos- land een pleiziertochtje naar Zierikzee gemaakt- Per spoorboot naar Schouwen vertrokken, namen de feestgangers hij aankomst te Zierikzee plaats in een 9 tal rjjtuigen en werd een toertje dooi den omtrek gemaakt. Te Noordgouwe voerde de vereeniging in de kerk een viertal nommers uit eu ook te Zierikzee gaf zij in de sociëteit Ons Genoegen eenige. zangnommers ten beste, ««Graaf Paul", smeekte ik met gevouwen handen in den grootsten angst. Paul, lieve, goede Paul, wees barmhartig, ga heen."" Hij slaakte een kreet van verrukkingdat «Paul, lieve Paul" bracht hem geheel in de war en hij drukte mij onstuimig aan zijn hart met een vreeselijken gil rukte ik mij los, wipte op de vensterbank en sprong het raam uit, in de diepte «Gij zwijgt, tante, is het verhaal uit? Waart gij dood?" «Neen, evenmin als bij de ontmoeting met den stier. Hoe kunt gij dat nog vragen «Gelukkig. Het zou ook al te akelig ge weest zijn."" «Niet akeliger dan het uiteinde van Emilia Galotti en het is niet te verwonderen dat een meisje om haar eer te redden haar leven waagt «Zoudt gij gesprongen zijn, Malvine vroeg de luitenant. «Natuurljjk." «Ja, in de armen van den schoonen graaf." Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1888 | | pagina 2