m ïea 131' Jaargang. Donderdag 12 Juli. BEKENDMAKINGEN. SCHUTTERIJ. Middelburg 11 Juli. Eene mislukte poging. Dit blad verschijnt d a g e 1 ij k s, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per 3/m. franco 2. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent. Advertentiën; 20 Cent per regel. Geboorte-, Trouw-, Doodberichten, enz.van 1-7 regels/1.50; iedere regel meer 0.30. Groote letters worden bereisenu ai plaatsruimte. MIDDELRURGSUHE COURANT. Agenten te Vlissingen: P. G-. de Vey Mestdagh Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: F. yan dek Peijl, te Zierikzee: A. C. de Mooij en te Tkole'n: W. A. van NmrwBKHüDzmi. Verder worden door alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aangenomen; en nemen ook het algemeen advertentiebureau van Nijgh yan Ditylak te Botterdam, en de firma B. van deb Kamp te Groningen, voor de Noordelijke provinciën, annonces aan. Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube Cie., John F. Jones, opvolger. De burgemeester en wethouders van Middelburg maken hekend dat de commissie, welke ingevolge artikel 15 der wet op de schutterijen van den llen April 1827 voor dit jaar binnen deze gemeente is samengesteld tot het onderzoeken van eb heslissen omtrent de redenen van vrijstelling en uitsluiting, hare zittingen zal beginnen op het raadhuis dezer gemeente den 24en Juli 1888, des voor- middags te 10 uren. Zij herinneren voorts de belanghebbenden aan de artikelen 9, 10, 11, 12, 13 en 16 van zijner majesteits besluit van den 28en Juni 1828 Staats blad no 42), terwijl diegenen, welke vermeenen mochten op grond van artikel 23 der wet aan spraak te kunnen maken om bij de reserve te worden geplaatst, zich eveneens op den 24en Juli a. s. bij de commissie zullen moeten aanmelden. Middelburg, den lOen Juli 1888. De burgemeester en wethouders voornoemd, S C H O R E R. De secretaris, A. DE VTJLDER YAN NOORDEN. i. Yan verschillende zijden regent het aanvallen op het wetsontwerp, door den heer F. Domela Nieuwenhuis ingediend tot het nemen van maatregelen tegen de gedwongen winkelnering. En geen wonder. Er waren personen, wien de schrik als't ware om het lijf sloeg, toen de afgevaardigde van Schoterland, na zijne interpellatie in de Tweede kamer over de werkstaking onder de verveners, verklaarde te weten wat hem te doen stond. Zelfs in de pers werd hem dit gezegde ten hoogste kwalijk genomen en verklaarde men daarin eene bedreiging te zien. Wie aan groote woorden van de zijde der socialisten gewend is, nam de zaak kalmer op en wij begrepen allerminst hoe men die een voudige verklaring van den heer Domela Nieuwenhuis kon uitleggen op zulk eene bui tengewone wijze. Wat in den mond van een ander niets meer is dan de verzekering dat, waar men van de zijde van hen, op wier hulp men gerekend had, geen tegemoetkoming aan bestaande grieven kan verwachten, men zelf de hand aan het werk zal slaan, beschouwde men in dit geval als het sein voor iets vree- selijk, iets ernstigs, iets buitengewoons, De uitkomst heeft bewezen dat de genisten in deze het bij het rechte eind hadden. Iets vreeselijks is er niet geschied slechts een wetsontwerp kwam te voorschijn dat de kiem van zijn eigen dood in zich draagt. Het buitengewone van deze poging om eene lastige kwestie op te lossen bestond hoofdzakelijk in het zonderlinge, dat haar kenmerkten wij zijn het nog altijd niet met ons zeiven eens of wij deze eerste politieke daad van den heer Domela Nieuwenhuis wel au serieux mogen opnemen. Wij kunnen ons voorstellen, dat een volks leider, wanneer hij staat op de tribune, in het vuur zijner improvisatie en om het eigen aardig auditorium, dat hij voor zich ziet, te believen, „doorslaat," zooals men dit in het dagelijksch leven noemt; en zonderlingheden verkondigt. Hij weet dan ook dat woorden vervliegen, wat voor vele redenaars een geluk is. Maar eenmaal weer aan zich zeiven over gelaten, in zijn studeerkamer weergekeerd, moet hij, dunkt ons, tot kalmte en, als hij nog eenige zelfkennis bezit, tot de erkentenis komen dat hij mooie of holle theorieën heeft verkondigd maar die in de praktijk geen hout snijden. En wanneer hij dan een voorzichtig, een ernstig man is zal hij zich wel wachten om bij het maken van bepaalde plannen te doen gelijk bij als volksredenaar deed. Hij zal, waar hij aan zijn ideëen vorm en leven wil geven, een schets ontwerpendie schets nog eens ernstig nalezen en wijzigen deskundigen vragen mannen van bijzondere bekwaamheid op het gebied, waarop men han delend 'wit optreden) raadplegen en berst, nadat hij herhaaldelijk zijn arbeid aan de kritiek van zichzelven en anderen onderworpen heeft, dien aan het oordeel van het algemeen prijs geven. Dat zal hij doen in het belang van zichzelven en in dat van de zaak, die hij voorstaat, en waarvan het wel en wee zoo nauw samenhangt met het te verkrijgen succes- Het ligt voor de hand en is door den een voudigste te begrijpen dat een dergelijke arbeid, grijpend in het maatschappelijk leven, van alle kanten zal worden onderzocht en bekekenen dat dit te eerder zal geschieden Daarmate de bewerker ervan een hooge, een min of meer gewichtige of eigenaardige positie in de maatschappij inneemt, of zich op een zeker voetstuk plaatst. En tot een dezer categorieën behoort toch zeker wel de heer Domela Nieuwenhuis. Hij is een man, over wien gesproken wordt; hij heeft zichzelven op een standpunt geplaatst; bij vertegenwoordigt een bepaalde partij hij noemt zich de behartiger der belangen van de werklieden en wordt als zoodanig ook door velen beschouwd. En zulk een man geeft zichzelven aldus bloot Hebben wij hier te doen met onhandigheid, onvoorzichtigheid of onbekooktheid Zou hij zoo kortzichtig wezen dat hij zelf niet inziet, hoe hij de belangen der werklieden in deze benadeelt Wij kunnen het niet beoordeelen. De heer Domela Nieuwenhuis neemt eene moeilijke positie indat is waar hij is ver vreemd van velen in ons land, die hem hadden kunnen helpen bij de poging, welke hij thans heeft aangewend. En daardoor is hem de pas afgesneden om voorlichting te vragen in een zaak, waarhij de noodige kennis van wetten en omtrent zoovele andere punten onmisbaar is. Maar er zijn toch altijd nog genoeg, die hem konden en ook wel zouden inlichten, wanneer hij dit slechts had gevraagden die hem zeker zouden hebben afgeraden zulk een half werk te leveren, waardoor hij van zijn eigen vriendende werklieden, het verwijt niet zal kunnen ontgaan dat „mijnheer" slecht werk heeft geleverd. En dit geheel terecht, want een korte blik op zijn ontwerp zal de waarheid van dat beweren dadelijk doen uitkomen. Het wil in art. 1 hun „die personen in dienst hebben" de verplichting opleggen om „het volle bedrag van het bedongen loon wekelijks en in algemeen gangbare Nederlandsche munt uit te betalen." Dit is een ongelukkige navolging van art. 115 der Duitsche Gewerbeordnung dat bepaalt „Die Gewerbetreibenden sindverpflichtetdie Löhne ihrer Arbeiter baar in Reichswïihrung auszu- De heer Domela Nieuwenhuis heeft zich niet bepaald tot werkgevers en werklieden maar tot allen, die personen in dienst hebben. Van den minsten baas af tot den staat met zijne ambtenaren toe hij wil hen allen aan éen en dezelfde bepaling onderwerpenwekelijksche betaling in Nederlandsche munt. Wij gelooven dat de ontwerper verder is gegaan dan in zijn bedoeling lagdat hij de strekking van deze bepaling niet genoeg heeft overzien en niet begrepen heeft dat deze noodeloos veel last en moeite zou veroorzaken aan personen, die geheel buiten de kwestie staan, welke hem bewoog een reglement te ontwerpen. Reeds die eerste alinea dient dus vereenvoudigd en verduidelijkt te worden. De bepaling in art. 2, dat geen loon betaald mag worden op plaatsen, waar sterke drank wordt verkocht, kan, dunkt ons, een heilzamen invloed uitoefenen, maar lastiger is de kwestie, waarvan in art. 3 sprake is. De schade, toegebracht door de schuld van den arbeider, zou, volgens de daarin aange geven bepaling, van bet loon mogen worden gekorten bij verschil daarover zou de be slissing moeten worden overgelaten aan eene commissie, bestaande uit een gelijk getal werk- h .i zen u i t h e t vak, gekozen door den werk gever, en werkliede.4 ai: L 1 v rik, Gekozen door den betrokken arbeider deze commissie kiest buiten haar midden een voorzitter, die als zoodanig mede stem heeft. Wij zullen niet ontkennen, dat zulk eene regeling zeker wel waarborgen kan en zeer waarschijnlijk ook zal opleveren dat er onpar tijdig uitspraak wor.de gedaan. Maar zal zij wel dikwijls kunnen worden toegepast; is zijprac- tisch uitvoerbaaris zij niet vreeselijk omslachtig en zal zij juist daarom niet spoedig een doode letter worden Op al die bedenkingen zoeken wij in de memorie van toelichting te vergeefs naar eenige opheldering. De heer Domela Nieuwen huis heeft zich trouwens hij zonder toegelegd op eene „korte Memorie van Toelichting", iets wat op zichzelf te prijzen valt, mits men, om de klip der wijdloopigheid te ontgaan, niet strande op die der onduidelijkheid of oppervlakkigheid, gelijk hierbij het geval is. In de eerste plaats rijst de vraag wie moet de kosten voor zulk eene commissie dragen Meestal zullen hare leden van buiten af moeten komen, omdat bet gebeuren kan dat er op eene plaats slechts eene fabriek of in richting in een bepaald vak bestaat, of men niet zoovele aantreft dat er eene commissie is saam te stellen als bij die bepaling is aange geven. Maar bovendienwelk werkgever zal gaarne zijn naaste concurrenten in zijn zaken hun neus doen steken De bedoeling kan toch niet wezen dat de staat telkens die kosten drage? Dan, meenen wij, zou de nietigste kleinigheid dikwijls werk en kosten veroorzaken. En zoo de beide par tijen dit moeten doen, zal de werkman in tal van gevallen liever de kwestie laten rusten dan de risico te loopen nog buitengewone kos ten te moeten betalen, die hooger loopen dan hetgeen men hem korten wil. Wat blijft er dan over van het nut eener dergelijke bepaling De vraag rijst echterin hoever deze be palingen tehuis behooren in een wet, die alleen ten doel zou hebben een einde te maken aan de misbruiken, welke voortvloeien uit de gedwongen winkelnering. Zij staan, daar zij ook van toepassing zijn op alle fabrieken, werkplaatsen en inrichtingen waar volstrekt geen winkelnering bestaat, eigenlijk geheel buiten die hoofdkwestie en dienden opgenomen in een volledige wetgeving, waarbij de ver houding tusschen werkgever en arbeider wordt geregeld. Aan de volgende artikelen van het ontwerp des heeren Domela Nieuwenhuis, die de hoofd kwestie wèl raken, wijden wij in een volgend nommer nog eene beschouwing om tevens ten slotte erop te wijzen wat deze mislukte poging den leider der socialisten en ons leeren kan. De Haagsche Courant bevat het volgend sensatie- wekkend particulier telegram uit Batavia, i. d. 10 Juli, waarin het volgende wordt gemeld In Bantam is een groot oproer uitgebroken. De muitelingen hebben Tjelegon afgeloopen, de aan wezige Europeanen, den controleur, den pak huismeester en inlandsche hoofden vermoord. Te Serang ligt slechts eene compagnieer zjjn dus troepen uit Batavia ontboden die met de opstan delingen slaags zijn geraakt. Geen der andere bladen meldt iets van deze zaak. Zoo als wij nog in een deel der oplaag van ons nommer van gisteren konden mededeelen zijn tot voorzitters der afdeelingen van de Tweede kamer gekozen de heeren E. Cremer, Yan Houten, Schimmelpenninck van Nijenbeek, Schimmelpen- ninck van Nijenhuis en Reuther. De kamer besloot morgen, Donderdag, te een uur te behandelen de onteigeningswet voor den spoorweg Velzen—IJmuiden en het ontwerp tot verlenging van den militie-diensttijd. Na zeer langdurig debat is een voorstel van den heer Schimmelpenninck van Nijenbeek om het ontwerp tot herziening van het reglement van orde eerst in den aanvang der September- zitting te behandelen, aangenomen met 46 tegen 42 stemmen. De gansche rechterzijde met den heer Yan Houten stemde voor, de linkerzijde tegen dit voorstel. De Eerste kamér 'is bijeengeroepen tegen Maan dag den 16en dezer, des namiddags te een uur, in de vergaderzaal der Tweede kamer. Uit Goes schrijft men ons 't Is zeker onder den invloed van het onaan gename zomer(?)weder, dat er zoo veel gemopperd wordt. De nukken van moeder natuur maakt ongetwijfeld de menschen ontevreden. Want er wordt zoo wat afgemopperd. De een moppert over de verordening, waarbij in het belang der «openbare gezondheid" de invoer van geslacht ook van de dorpen wordt bemoeilijkt. De mopperaars zien in de desbetref fende bepaling een soort vermomde protectie voor de stedelijke slagers. Bij de zoodanige weegt de beurs zwaarder dan eventueele rekeningen van dokter en apotheker. Deze laatste categorie van ingezetenen zou over dezelfde verordening eveneens kunnen klagen, maar met tegenoverge stelde argumenten. Een ander moppert over het plan van het comité tot wering van schoolverzuim om weder met de kinderen naar Ylissingen te gaan, en zoo doende het geld, »dat door de burgers voor aan moediging van trouw schoolbezoek wordt bijeen gebracht, in eene andere gemeente te verteren." Deze mopperaars zijn ook al voorstanders van protectie, maar weten aan hunne protectionisti sche richting een'- mooien glimp te geven, door te zeggen dat het strand te Vlissingen niet half zoo mooi is als een kersenboomgaard Weer anderen en dezen hebben hun gemoed reeds lucht gegeven in de Zeeuw mopperen over het verschrikkelijke feit, dat ons muziekge zelschap Zondag avond met slaande trom (maar zonder wapperend vaandel, omdat het er nog geen heeft) door een gedeelte der stad is getrokken. VerschrikkelijkWij hebben er ons op voor te bereiden, dat een der »vroede" mannen zich in den raad tot tolk dezer mopperaars zal maken en den burgemeester ter verantwoording roepen. Tusschen twee haakjeshet heeft de aandacht getrokken, dat, terwijl hoven de ingezonden stuk ken in genoemd blad steeds vermeld staat, dat ze zijn «buiten verantwoordelijkheid der redactie", dit niet het geval was met bovenbedoelde klacht. Is het daarom zoo gewaagd te veronderstellen, dat in dit geval redactie en inzender dezelfde persoon was Maar waarom dan niet den moed zijner overtuiging gehad en het stuk een waar diger plaats gegeven? Wanneer aan Euphonia niet was toegestaan om zijne liefelijke tonen door de stad te laten weer klinken, dan men kan er zeker van zjjn was een andere categorie mopperaars aan het woord gekomen, zij nl.. die beweren, dat zij hunne contributie ten behoeve van dit gezelschap niet offeren om daarmee «anderen" (in casu niet- Goesenaars) plezier te doen. Er wordt wat gemopperd. Vermoedelijk zal dat wel eenigszins minderen als natuur zich begint te herinneren, dat wij bijna half Juli achter de n rug hebben. De nachtdieren verdwijnen voor de zon, waarom zouden de mopperaars hunne krochten niet opzoeken voor den werkélijken zomer De beschouwing over den dood van prinses Hendrik in ons nommer van Dinsdag was niet ontleend aan de Zwolsche Courantzooals wij bij vergissing schreven, maar vloeide uit de pen van den schrijver der brieven uit de Hofstad in de Arnhemsche Courant.. Den lOen Juli 1888 heeft aan het departement van buitenlandsche zaken de onderteekening plaats gehad eener schikking tusschen Nederland en België, betreffende de verlaging van het port van drukwerken tusschen de beide landen uitte wisselen. Uit eene goede bron verneemt liet Vaderland dat tusschen den directeur-generaal der Maat schappij tot exploitatie van staatsspoorw. én de directie van de Noord-Brabantsch-Duitsche spoor- wegm. een contract is gesloten, waarbij bepaald wordt, dat laatstgenoemde maatschappij geëxploi teerd zal worden door de maatschappij tot exploi tatie van staatsspoorw., op soortgelijke voorwaar den als de Zuid-Oosterspoorweg. Dit contract behoeft nog de goedkeuring der aandeelhouders en der regeering. De aandeelhouders zullen spoedig worden bijeengeroepen. De heer Okma heeft de uitnoodiging van de radicale kiesvereeniging in het district Wolvega

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1888 | | pagina 1