N°. 152.
131* Jaargang.
1888.
Y rijdag
29 Juni.
BUITENLAND.
Middelburg 28 Juni
Landbouw
Verspreide berichten.
Algemeen Overzicht.
Dit blad verschijnt d a g e 1 ij k s,
met uitzondering van Zon- rr - -1 d a g e n.
Prijs per 3/m. fraiK
Afzonderlijke nommers zijn verkrijga 5 Cent.
Advertentiën; 20 Cent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten, enz.: van 1-7 regels 1.50;
iedere regel meer ƒ0.20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Bij deze courant behoort een BIJVOEGSEL,
MIDDELBURGSCHE COURANT.
Agenten te Vlissingen: P. G. de.Vet Mestlagh Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: F. van dek. Peul, te Zierikzee: A. C. de Mooij en te Tliolen: W. A. van Nieuwenhuijzen.
Verder worden door alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aangenomen; en nemen ook het algemeen advertentiebureau van Nijgh van Ditmak te Rotterdam, en de firma b. van deb
Kamp te Groningen, voor de Noordelijke provinciën, annonces aan. Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Datoe Cie., John F. Jones, opvolger.
Op de Zaterdag gehouden algemeene vergade
ring der Vereeniging voor de statistiek leverde de
heer mr A. D. van Assendelft de Coningh eene
voordracht, waarin hij mededeeling deed omtrent
den stand der schulden van de voornaamste ge
meenten in ons land in 1886, vergeleken met
dien in 1877.
Daaruit bleek dat Middelburg in 1877 een
schuld had van ƒ804.781of 50.44 per hoofd
der bevolking en in 1886 een van 737.000 of
45.07 per hoofd.
Voor Vlissingen bedroegen die cijfers in 1877
ƒ938.800 en ƒ93.84 en in 1886 344.400 en
28.68.
Men ziet daaruit hoe al het geroep over ver
meerdering der schulden in Vlissingen volstrekt
geen grond heeft. En als men dan nagaat hoe
er in de laatste jaren veel meer is gedaan in het
belang der gemeente in vergelijking met vroeger
en hoe haar stoffelijke welvaart is bevorderd, dan
kan men niet anders dan betreuren dat de werk
zame, ondernemende en energieke man, die zoo
krachtig aan dat alles de hand sloeg,en zoozeer
alle bezwaren te boven wist te komen, weldra
voor goed zijn taak zal neerleggenen alle po
gingen om hem te bewegen op zijn besluit terug
te komen niet tot het gewenschte doel hebben
geleid.
Uit IJzendijke schrijft men ons
Met genoegen vernemen wij hier dat de aanleg
van de tram Ecloo-Bentille-Watervliet-Holland-
sche grens verzekerd is, en belangstellend wachten
wij af wat de provincie voor de aansluitende lijn
naar Schoondijke zal doen.
Het bedrag der subsidiën van polders en ge-
roeenten is 2660. Zoo het waar is dat de provincie
hare bijdrage naar deze som regelt, is bet jammer
dat zij niet wordt verhoogd en wel met name
door de gemeenten Schoondijke en Biervliet.
Toen de lijn BreskensMaldeghem bij die ge
meenten aanklopte, was er een voorstel in den
Schoondijkschen raad om 800 te geven. Met
het oog op latere aansluiting naar IJzendijke
werd dat bedrag gehalveerdmaar nu de nood
aan den man komt is er geen sprake van 400,
maar wordt er slechts 150 toegestaan.
Dat Biervliet het op financieel gebied hard te
verantwoorden heeft, is waarmaar zou er geen
mogelijkheid bestaan ƒ100 subsidie te rerleenen
zonder de lasten te verzwaren
Wij geven die vraag ter overweging aan het
bestuur dier gemeente.
De Haagsche briefschrijver der Nieuwe Zutphen-
sclie courant schrijft naar aanleiding der benoeming
van den nieuwen gouverneur-generaal
Over de wijze waarop mr Pijnacker Hordijk de
moeilijke taak als hoofd van het binnenlandsch
bestuur heeft vervuld, luidt het oordeel verschil
lend. En dat is ook zeer begrijpelijk. Als admi
nistrateur, als minister, op het torentje gezeten,
kon zeker niemand zijne groote verdiensten
betwisten. Pijnacker Hordijk was misschien meer
dan éen zijner voorgangers in zjjne bureaux werkelijk
de chef. In ongelooflijk korten tjjd wist hij zich
overal in te werken. Hij wist wat hij wilde en
vorderde van allen, dat zijne bevelen stipt werden
uitgevoerd. Zijne ambtenaren vreesden hem om
zijn strengheid, maar hadden toch allen eerbied
voor zijn buitengewone kunde en beslist optreden.
Maar de nieuwe minister had een veel grooter
eerzucht. Hij wilde ook en bovenal schitteren als
staatsman in het parlement. En dat het hem daar.
voor aan gaven ontbrak, zal niemand beweren. Zijn
gespierd redenaarstalent was groot genoeg om de
geheele kamer te boeien, zijn kennis ook van
de détails der zaken maakte zijne adviezen dubbel
helangrjjk. En toch is hjj slot van rekening zijne
parlementaire campagne als minister van binnen-
landsche zaken niet schitterend geweest. De klip,
waarop hij voornamelijk stuitte, was zijne geheele
onbekendheid met de partijverhoudingen, met de
eigenaardigheden der bijna in twee gelijke helf
ten verdeelde kamer en met den parlementairen
gang der zaken. Blijkbaar kwam bij in Den
Haag met de illusie en met de verwachting, dat
het hem niet moeilijk zou vallen, een eenigszins
andere partijformatie in het leven te roepen en
door een groot deel van de liberalen als leider
te worden erkend. En inderdaad, had hij zijn
tjjd weten af ijp wachten, had hij eerst als kamer
lid op de groene banken plaats genomen, dan zou
hij zeker al schielijk grooten invloed hebben ge
kregen, vooral bjj die fractie der liberalen, die.,
den tijd wel gekomen achtte om mot betrekking
tot het lager onderwijs eenig water in den wijn
te doen. Maar de oud-gedienden konden blijk
baar niet besluiten zich zoo maar te onderwerpen
aan de leiding van een jongen man, die ondanks
zijn groote talenten clan toch nog een nieuweling
was in de politiek en in het politiek debat ook
soms van groote ongeoefendheid blijk gaf. Boven
dien bad bet zelfs op de conservatieven onder
de liberalen geen aangenamen indruk gemaakt,
dat de pian, die in Amsterdam nog al tot de
geavanceerden bad behoord, nu zitting ging
nemen in een anti-liberaal ministerie, en van die
plaats af de liberale partjj wilde reformeeren.
Uit de groote annonces in de verschillende
bladen en het prospectus der premieleening van de
Noord-Hollandsche Vereeniging Het Witte Kruis,
zullen onze lezers wel den indruk hebben gekregen
dat die leening op solieden grondslag is aangelegd
en de aflossing en premiebetaling zijn verzekerd.
Zoowel voor de provincie Noord-Holland als
voor geheel Nederland kan het welslagen dezer
premieleening gunstige gevolgen hebben.
Het Witte Kruis, dat zijn hoofdzetel alsook een
departement te Amsterdam en zeventien depar
tementen in de provincie heeft, zal dan in staat
worden gesteld om voortaan ter bevordering der
volksgezondheid, naar de eischen der wetenschap,
haar schoone taak onbekrompen en krachtig te
vervolgen en der bevoegde overheid haren bij
stand te verleenen om epidemische ziekten door
gepaste voorbehoedmiddelen zoo Hogelijk te voor
komen, de uitbreiding daarvan te bestrijden, en
de gelederen van haar. corps geoefende verplegers
en verpleegsters op de meest doeltreffende wijze
belangrijk te versterken.
Doordien Het Witte Kruis de beschikking ver
krijgt over een zeer aanzienlijk stichtingsfonds,
is zij niet meer afhankelijk van wisselvallige
inkomsten, waarmee zij tot dusverre zich heeft
moeten behelpen en kan zij, indien zij steeds
onder het beheer blijft van even kundige en ver
lichte bestuurders als zij thans bezit, een mach.
tige vereeniging worden, en onberekenbare groote
diensten betoonen tot welzijn des volks.
Eere-voorzitter van de vereeniging is jhr mr
J. W. M. Scborer, commissaris des konings in de
provincie Noord-Holland.
Men schrijft ons uit Biervliet
Yelen onzer landbouwers bezitten klavervelden
met het oog op het veevoeder als handelsartikel.
Hoe uiteenloopend de jaren kunnen zijn, wat de
kwantiteit van het klavergewas betreft, blijkt dit
jaar in vergelijking met de vorige zomers.
Maakten wij onlangs in deze courant melding
van eene snede klavers, die 100 gulden per gemet
kostte, met inbegrip der verkoopingskostende
vorige week zijn in onze polders klavers geveild,
beide sneden, alle voor meer dan 100 gulden per
gemet Ze liepen tot 126 gulden. Voeg hierbjj
de opcenten, afmaaien en het vervoer van een
uur gaans en verder, en vergelijkt men die met
het vorige jaar, toen in dezelfde nieuwe polder-
gronden de klavers niet hooger dan half de 40
gulden van de hand gingen, dan komt men van
zelf' tot het resultaat, dat vele landlieden in deze
eene ongunstige rekening moeten maken. Land
bouwers, die ten vorige jare 500 a 600 gulden
klavers verkochten, zagen zich nu gedwongen
eenige honderden guldens bij te koopen. Inzon
derheid onze schaapboeren hebben gebrek. De
beste partijen vlas zijn verkocht, plus minus 200
gulden per gemet. Mindere soort is nog niet gewild.
Van koolzaad valt letterlijk niets te melden.
Het weinige, dat gezaaid werd, is dit voorjaar
omgeploegd. De erwten behouden eene goede kleur.
Het afwisselend droge en natte zomerweder in
deze maand werkt allergunstigst op onze akker
en weilanden. Men bejammert het alleen dat het
gunstige zomerweder niet een maand eer zijn
weldadigen invloed deed gevoelen. Alleen over
de aardappelen mag met lof gesproken worden. Er
zijn redenen om hiervan gunstige verwachtingen
te koesteren.
De nieuwe zijn nog duur en ook minder sma
kelijk. In onze tuinen groeit alles voorbeeldig
geen slazaadje dat achterblijft.
De Pruisische troonrede is door de Dnitsche
bladen, ook door vrijzinnige gunstig opgenomen
*De 'Freis. Zsg. vindt ze beter gestileerd dan de
troonrede van den rijksdag. Vooral het beroep
van koning Wilhelm op de woorden van den
grooten Frederik, dat de koning de eerste dienaar
van den staat is, bevredigt algemeen. Duidelijk'
heeft toch de groote koning in een absoluten
tijd reeds erkend, dat de volkeren niet ter wille
van de koningen bestaan maar de koningen ter
wille van de volkeren. Juist opgevat brengt dit
beginsel de belangen van volkeren en koningen
niet met elkander in strijd maar in overeenstem
ming.
Met groote ingenomenheid begroetj men de
verzekering des keizers, dat de belijders van alle
godsdienstige gezindten door hem gelijkelijk zul
len worden beschermd. Men beschouwt dit als
een weerlegging der bewering, dat de keizer de
anti-semitische beweging bevordert.
Niet minder stelt men de verklaring op prijs,
dat keizer Wilhelm de grondwet niet alleen we
gens zijne gelofte wil handhaven, maar omdat
hij haar voor rechtvaardig en nuttig houdt.
Van een Duitsche expeditie naar het bin
nenland van Caneroon zijn hij een gevecht met
inlanders 18 personen gedood.
Keizer Wilhelm en Bismarck moeten brieven
met bedreigingen tegen hun leven ontvangen
hebben Bijzondere voorzorgsmaatregelen zijn ge
nomen.
-- Tot minister van het koninklijk'huis van
Wilhelm II is benoemd de heer Von Wedell-
Piesdorf, president van den rijksdag.
Bij de ontvangst van een deputatie uit den
Berlijnschen gemeenteraad, die keizer Wilhelm
een adres aanbood, verzocht de keizer, die op zeer
beminnelijke wijze de leden der deputatie, meeren-
deels tot de linkerzijde der liberale partij be-
hoorende, ontving, dat de gemeenteraad, hij het
bouwen van scholen en hospitalen, toch ook niet
het bouwen van kerken zou vergeten. Niet hij
alleen, maar ook zijn overleden vader, keizer
Frederik, had z'ch voor het bouwen van nieuwe
kerken te Berlijn zeer geïnteresseerd, o. a. voor
de Nicolaï kerk en de Heüigenkreuzkirche. Hij
betuigde tevens zijn levendige belangstelling voor
Berlijn en de voortdurende ontwikkeling der stad.
Op een bijeenkomst te Elberfeld, die door
een 700 burgers werd bijgewoond, is eenstemmig
besloten een standbeeld voor keizer Frederik op
te richten. Hetzelfde voornemen koestert de
burgerij van de stad Posen.
(Men zie verder het bijvoegsel.)
Het debat over de motie van John Morley in
het Engelsch lagerhuis is geëindigd, zooals te
verwachten was. Omtrent de artikelen der Local
Government Bill moge tnsschen de unionisten ver
schil van gevoelen bestaan en de regeering een
nederlaag bereid worden, zoodra de woorden
Coercion, Home Rule door het parlement weer
klinken zijn tories en scheurmakende liberalen
op hun post en de regeering kan met trots op
haar oude meerderheid neerzien.
Met een heftigen uitval tegen de Iersche poli
tiek der regeering, haar immoreele strekking en
gevaarlijke gevolgen voor het rijk en Ierland
leidde John Morley het debat in. Niet alleen
mr Balfour, de secretaris voor Ierland, maar het
geheele kabinet en de meerderheid, welke het
steunt, stelde de spreker verantwoordelijk voor de
schaamtelooze toepassing der Crime's Act, waar
door men trachteen politieken tegenstander als den
zwakken, teringachtigen Dillon te vermoorden.
Direct sprak hier de trouwe medestrijder van
Gladstone tot de leden van het parlement, indi
rect waren zijn woorden gericht tot de Engelsche
kiezers, waaronder zich nWer en meer de afschuw
van de gewelddaden tegen de Ieren, het logisch
gevolg van de dwangwet, openbaart, getuige
elke nieuwe verkiezing.
In naam van het gouvernement verdedigde
Goschen de Iersche politiek van lord Salisbury
en mr. Balfour onder aanvoering der gebruikelijke
argumenten. De eenheid van het koninkrjjk, het
algemeen welzijn en het geluk van het Iersche
volk maken de strenge maatregelen noodig, welke
slechts zullen opgeheven worden, wanneer ook het
plan of campaign ophoudt te bestaan.
Dinsdag werd het debat voortgezet. O'Brien,
die een vervolg leverde op de beschuldigingen
van John Morley tegen de regeering, verweet
haar, dat zij in haar machteloosheid tegen het
veldtoehtsplan zich naar Rome gewend had,
opdat de pans het protests?,.tsche Engeland zou
steunen. Luide juichkreten van de oppositie-
banken begroetten Gladstone, toen hij eveneens
zijn protest deed hooren tegen de behandeling,
aan welke een man als de Iersche afgevaardig
de Dillon was onderworpen. Nadat Balfour
hem beantwoord en Sexton nog een critiek ge
leverd had op de uitvoerders van mr Balfours
dwangwet, eindigde deze nieuwe aanval der
Home Rulers op de unionisten, zooals onze lezers
reeds weten, met een overwinning der regeering.
Beteekent dit nu dat de eenheid tusschen de
conservatieven en de unionistische liberalen, welke
af en toe schipbreuk leidt op de Local Government
Bill en Engelsche aangelegenheden, volkomen
hersteld is De verdere debatten zullen het
leeren, terwijl latere aanvullingsverkiezingen het
bewijs zullen leveren, of de nieuwe redevoeringen
van John Morley en Gladstone in het land de
uitwerking :hebben gehad, welke zij zich er van
voorstelden. In ieder geval is hun doel in zoo
verre bereikt, dat de aandacht van het publiek
gevestigd is op de wreede behandeling, waaraan
het parlementslid Dillon in den kerker onder
het torybestuur bloot staat.
Gelijke geestkracht als de partijen in Engeland
hij elke nieuwe verkiezing aan den dag leggen,
valt, zooals wij gisteren reeds opmerkten, in
Frankrijk waar te nemen. De scheuring onder
de Boulangisten schijnt een feit; aan de eene zijde
staat Boulanger, Laguerre en Dillon, aan de andere
Michelin, Susini en Vergoin. Intusschen valt het
moeilijk te beslissen of deze oneenigheid, dan
wel dubbelzinnigheid der Boulangisten oorzaak is,
dat Déroulède in strijd met het besluit van het
comité naar Charente is teruggekeerd om daal
de verkiezingscampagne te zijnen eigen voor-
de.ele voort te zetten.
Gelijke tweedracht ais onderBoulangers vrienden
heerscht onder de reactionnairen, in het bijzonder
wat de aanstaande verkiezing in het departement
la Dordogne betreft. Niet als hun vroegeren
hondgenooten ontbreekt hun hier een candidaat,
maar het is juist hun candidaat, generaal Du
Barail, die den twistappel geworpen heeft tus
schen de leden der conservatieve unie. De man
is wat onhandig en verklaart aan ieder, die het
hooren wil, dat hij ten strijde trekt onder de
Bonapartistische vlag. Dit is het wachtwoord,
hem door prins Victor gegeven, wat hem evenals
zijn pleitreden ten gunste van het cesarisme in
het oog der royalisten minder verkieselijk maakt
voor hun afgevaardigde. Reeds beginnen de mo
narchisten zich af te vragen, of het niet gewaagd
is aan generaal Du Barail hun stemmen te geven.
Hij toch is aangewezen als de candidaat van de
Ligue de la consultation nationale en heeft als
zoodanig iets anders tegenover de kiezers te doen
dan den lof van het cesarisme te verkondigen of
het Bonapartistische vaandel te ontplooien. Waar
hij de lusten van het conservatieve hondgenoot
schappen geniet mag hij ook de lasten dragen.
De verslagenheid der Bonapartisten, de twee
dracht der reactionnairen zijn gunstige voorteeke
nen voor een republikeinschecandidatuur, ofschoon
verrassingen, vooral van de zijden der Boulangisten,
nog op het laatste oogenblik mogelijk zijn.
Dubbel jammer daarom dat de republikeinsche
concentratie nog steeds een illusie blijft. Dit
blijkt opnieuw uit het geharrewar in het depar
tement du Loiret, waar de radicalen en oppor
tunisten het niet eens kunnen worden over hun
candidaat bij de verkiezing van een afgevaardigde,
die binnenkort moet plaats hebben.
Het manifest der Association nationale républicaine
dat eindelijk ook zijn intrede in de wereld heeft
gedaan, zal waarschijnlijk niet bijdragen tot een
toenadering tusschen beide fracties der repu
blikeinsche party. Het Alpha en Omega van
de opportunisten blijftom 's hemels wil geen
herziening der grondwet. Een politiek van
verstandige, weldoordachte, trapsgewijze hervor
mingen, dit is het beste middel om het cesa
risme en de monarchale reactie te bestrijden. Her
innerend aan Gambetta's woorden dat de senaat
deze groote raad der gemeenten van Frankrijk
het plechtanker der republiek is, verklaren de
opportunisten dat zij zich niet schuldig zullen
maken aan de dwaasheid om dit plechtanker
over boord te werpen. Daar verder de grondwet
het bolwerk der republiek is, bevat het manifest
ten slotte de verzekering, dat de democratie
zich zal scharen aan de zijde van hen, de ver
dedigers der grondwet tegen de verbonden par
tijen, die haar den oorlog verklaard hebben.
Dit is de vraag, want het is hekend, dat de