linpn en Vertfoto en aankomen Schepen- Burgerlijke stand. IB l ?erkoopingen en aanbestedingen- n De zwarte vreemdeling in Walcheren. De Holl. Maatschappij van Landbouw heeft te Oudahoovn een hoeve aangekocht om daar haar zuivelbereidingsschool te vestigen. De Ginnekensche tramwegmaatschappij heeft het plan om van de Markt te Ginneken af langs de hotels «Duivelsbrug" en «Dennenoord" naar het Boschhek in het Mastbosch rails te leggen, en daarop kleine met ponny's bespannen wagentjes te laten loopen, zooals die in het Bois de Boulogne te Parijs naar den Jardin dacclimatation worden aangetroffen. Thans wordt weêr gemeld dat, hoewel de Protestantsche Urkers het sabbatsschennis vinden dat de predikanten met een stoomboot op Zondag naar Urk komen, om hun dienstwerk te verrich ten, zij daarom toch even goed ter kerk komen Het W. v. h. R. bevat een arrest van den Hoogen raad, beslissend dat het baldadig gooien met sneeuwballen naar voorbijgangers, zonder dat bewezen is dat personen geraakt zijn, straatschen derij is en als zoodanig strafbaar volgens art. 424 wetb. van strafrecht. Ook bij het jongste onweer van Maandag is de bliksem op verschillende plaatsen, o. a. te Spijkenisse, te Andel, te Giesen, te Rhijnsburg, en te Zevenbergen, ingeslagen, zonder echter per soonlijke ongelukken te veroorzaken. In den Beciuspolder onder Nieuw-Vosmeer sloeg hij in eene boerenwoning, waar hij, langs den schoor steen binnengekomen, zijn uitweg nam door den muur, zonder brand te veroorzaken. Yan de drie personen, die zich in het vertrek bevonden, viel er een bewusteloos neêr, vermoedelijk door de luchtdrukking, daar hij na eenigen tijd, zonder meer letsel bekomen te hebben, weêr bijkwam. Erger was het te Hillesberg bij Sittard. Daar sloeg het hemelvuur in de kerk, waar iemand die bezig was zijn gebed te verrichten, zoodanig werd getroffen, dat men voor zijn leven vreest. Zijn zoon, die bij hem was, werd eveneens getroffen en is tot heden sprakeloos. Nog ernstiger was het onheil dat de bliksem Zaterdag in België aanrichtte. Te Ath sloeg de bliksem in het fraaie kasteel Moulboin, van de markiezin de Chasteleer, dat met al zij n kunstschatten tot den grond toe af brandde en te Uccle maakte de bliksem in een slag drie slachtoffers nl. twee kinderen van 4 en 10 jari n, die in de woning van hun vader, een stalknecht, bij een venster zaten, en een man, die bij hen stond, om te schuilen voor den regen. Examens. Generaal Butler deelde eens een reporter van een blad uit Kansas als zijn meening mede, dat iedereen wel, zooals hij, presi dent der Yereenigde Staten bon worden, maar commies aan een departement, dat was heel wat anders. «Toen ik jong was," sprak hij, «sollici teerde ik naar zoo'n baantje maar ik droop, ofschoon ik nog wel geprobeerd had om de jonge dame om te koopen, die de schriftelijke vragen uitdeelde. »Door welke staten en gebieden komt gij, als gij van New-York naar de kust van den grooten Oceaan gaat?" luidde de vraag. Ik wist het niet en dus antwoordde ik «Door geen enkel, want ik ga over zee om kaap Hoorn." De zitting van den Duitschen rijksdag werd gisteren door Bismarck benevens vele leden van den bondsraad bijgewoond. De voorzitter deelde mede, dat van de Servische kamer, evenals van vele andere zijden, adressen van deelneming zijn ontvangen, waarvoor hij den afzenders dank had betuigd. Daarna las hij het adres van antwoord op de troonrede voor, gelijk dit door hem was ontworpen. In dit adres betuigt de rijksdag zijne instemming met 's keizers woorden, betuigt hem zijn dank voor zijn goede bedoelingen en uit het vertrouwen, dat de vrede met den keizer en de regeeringen der vast vereenigde Duitsche bonds staten door niemand zal worden gestoord. Dit adres werd met algemeene stemmen aan genomen en zal door den voorzitter aan den keizer overhandigd worden. Prins Bismarck verliet de vergaderzaal, waarna de minister Yon Bötticher de koninklijke boodschap voorlas, waarbij de rijkdag werd gesloten. Op voorstel des voor zitters riepen de leden driemaal leve de keizer en gingen daarna uiteen. Te Berlijn staat alles op stelten over een scherp artikel van de Nordd. Allg. Ztg. over Mackenzie. De zaak is deze De Courier Warschaioski heeft eene uiting van dr Mackenzie opgenomen, welke daarop neder komt, dat keizer Frederik, in het belang van zich zeiven en van zijne gemalin, zoowel als om redenen van hoogeren zedelijken en practischen aard, den wenscli gehad heeft althans gedurende treft een geluid zijn oor. Is dat de wind uit de woestijn, een naderende karavaan, het gebrul dei- leeuwin in het gebergte? Neen, het is niets; hij Leeft zich vergist. Het is slechts een nieuws gierige, die hem aanstaart. Dan hervat hij in wanhoop zijn wandeling weer, totdat hij van vermoeidheid neerzinkt, zijne overbodige klauwen uitstrekt en, om niets meer te zien, met een lui den geeuw de oogen sluit. Dat was de toestand van Louis Rainal, toen hij op zijn kamertje was gekomen en zijne ver loren illusies beweende. Nu eens liep hij met koortsachtige gejaagdheid op en neer, dan zal hi) voor zich uit te staren, zonder iets te zien Zoolang hij van dienst was kon hij zijne gelaats. trekken in bedwang houden, maar zoodra hij alleen was liet hij zich gaande sterkste heeft zijne zwakke oogenblikken. Jan, die zijne geregelde bezoeken hervat had, vond hem op zekeren avond geheel ter neer ge slagen. «Wat scheelt er aan, Louis, zijt gij ziek »Ik heb verdriet." »Dat dacht ik wel, en daarom ben ik ge- een kort tijdperk teregeeren. Dit geeft Bismarck's orgaan aanleiding te verklaren dat deze ziens wijze gelijk staat met een onbetwistbaar valsch oordeel over keizer Frederik, die zich de hoogste voorstelling maakte van zijne plichten als keizer, welke men zich denken kan. Hij zou, zonder eenigen twijfel, zegt het blad, de regeering niet aanvaard hebben, indien het onoinstootelijk uit gemaakt ware geweest, dat hij aan eene onge neeslijke kankerkwaal leed. Aan den anderen kant waren de personen, die des noodig hadden moeten optreden, besloten, den keizer de krenking, in het aanroeren der vraag gelegen, te besparen, zoolang hij niet zelf daartoe het initiatief nam. Daarom werd het de taak van diegenen, die den keizer op den troon wilden brengen, ook al was hij tot regeeren niet in staat, hem omtrent zijn waren toestand te misleiden. Het is derhalve duidelijk gebleken, zegt de Norddeutsche, dat een onbeduidende Engelsche arts van radicale politieke opvattingen, zich vermeten heeft leidend in te grijpen in het levenslot der Duitsche natie. In zijn encykliek over de vrijheid verklaart de paus, dat de kerk steeds tot roeping heeft de burgerlijke en politieke vrijheid te waarborgen, de beschaving te bevorderen en de zwakken te beschermen. De liberalen keeren het begrip van vrijheid ten onderst boven. Eene onbeperkte vrjjheid is iets ongerijmds. Omtrent de republikeinsche conventie te Chicago verneemt men nog, dat tot het laatste oogenblik toe door de aanhangers van Blaine alles in het werk is gesteld om de overige can- didaten voor het presidentschap te bewegen zich ten gunste van Blaine terug te trekken. Te New-York is het nieuws van Harrisons ver kiezing tot candidaat der republikeinen meteen veelzeggend stilzwijgen begroet. Men hield het eerst voor een grap. Harrison is zoo goed als onbekend. Hij werd in 1833 te Ohio geboren en is een kleinzoon van William H. Harrison, vroeger president der Unie. In 1876 was hij de candidaat der republikeinen voor het gouverneurschap in Indiania, maar werd verslagen. Harrison is een man van middelmatigen verstandelijken aanleg maar heeft Jeen onbesproken karakter, ook in de politiek. Algemeen gelooft men, dat de demoeraten groote kans op een overwinning hebben, maar weinig laat zich nog voorspellen, wijl men niet weet hoe de tariefkwestie door de groote masBa's in het land zal opgenomen worden. De repu blikeinen hebben den banier der protectie wijd ontplooid. Door de republikeinsche conventie werd Leon Martin tot candidaat voor het vice-presidentsohap gekozen. Het Engelsche lagerhuis heeft gisteren, na een debat dat twee dagen duurde, Morley's motie van afkeuring betrekkelijk de regeeringspolitiek in Ierland, met 366 tegen 273 stemmen verworpen. Uit IConstantinopel wordt gemeld, dat bij een keii erlijke Irade de Suez-conventie is be krachtigd. Zij is gisteren afgekondigd. Bij een feestmaal ten paleize bracht koning Milan van Servië een dronk uit op het nieuwe ministerie. Hij verklaarde tevens, waarom hij zich van het vorige kabinet had afgescheiden. Hij meende namelijk dat de toestand van Servië gevaren aanbood. Servië heelt behoefte aan een regeering, welke de beginselen van orde en recht huldigt en Christies zal die taak vervulleu. Volgens een schrijven uit Straatsburg-aan de Frankf. Ztg gaan sedert eenige dagen politie agenten aldaar van huis tot huis om inlichtingen te vragen, omtrent welker doel men echter niets weet. Men brengt ze evenwel in verband met de jongste pasmaatregelen. De Spaansche kamer van afgevaardigden heeft een amendement verworpen, dat de strek king had eene inkomsten-belasting in te voeren. De minister van financiën verklaarde dat eene couponbelasting noodzakelijk zal worden, doch dat tot dergelijken maatregel slechts trapsgewijze behoort te worden overgegaan. Bij de Zaterdag te Altenburg plaats gehad hebbende begrafenis van prinses Marie waren alle winkels, fabrieken en werkplaatsen aldaar gesloten. In de straten was op vele plaatsen rouwversiering aangebracht en de weg van den stoet was met dennegroen bestrooid. Duizenden belangstellenden waren op de been. Volgens sommige bladen is de heer dr J. H. J. Hoek door de rechtbank te Lugano veroordeeld bij verstek tot drie maanden gevangenisstraf, twee honderd francs boete en in de kosten, ter zake van de door hem aldaar in de maand komenmen praat weer in de stad over u." «Over mij; wat zegt men nu weer?" «Men zegt, houd het mij ten goede, het is een teeder onderwerp, dat wij niet meer zouden aanroerenMaar het moet er uit. Men zegt dat gij kwade vrienden zijt met juffrouw Krumm- recht, is dat zoo «Ja, het is zoo." «Terwille van dat patientje, waarover gij mij gesproken hebt. Hoe is het daarmede «Zij ligt op sterven." «Die bluffert van een Stirman pocht thans tegen iedereen, die het maarhooren wil, dat hij zooveel bij den professor in de rechtsgeleerdheid aan huis komt." »Dat kan ook best waar zijn. Kom, ik zal u alles zeggeneen droppel doet den emmer overloopen. Er zijn oogenblikken waarop ik het wel zou willen uitschreeuwen." Daarop deed hij dan zijn droevig verhaal en toen hij geëindigd had stiet Jan een afschuwe lijken vloek uit. (Slot volgt.) Maart jl. geuitte lasterlijke aantijgingen, betref fende den gep. luit.-kolonel van het Indische leger, C. J. Knoote. Te Brzezic, Gallicië, is de bliksem Zondag in de kerk geslagen. Drie personen werden ge dood, zes ernstig gekwetst, en ruim tweehonderd licht getroffen. Volgens de Engelsche bladen zijn ongere geldheden uitgebroken op Korea. De vreemde consulaten te Seoul worden wegens de vijande lijke houding der inlanders streng bewaakt. Verdere bijzonderheden ontbreken. Zooals reeds bericht werd, is de ministerieele crisis in Boelgarije geëindigd. Stoïloff en Natchevitch behouden hun portefeuilles en het vonnis tegen Popoff zal door vorst Ferdinand bekrachtigd worden. Echter zal de minister van oorlog aan den vorst voorstellen den majoor gratie te ver- leenen van zijn straftijd. De degradatie blijft van kracht. Naar de Temps uit Pesth verneemt, heeft keizer Frans Joseph Maandag bij een door hem aan de delegatie aangeboden maaltijd, de hoop geuit dat de vrede niet verstoord zal worden. In aller belang, zeide hjj, is een tjjdperk van kalmte en rust. Gisteren heeft het Pruisisch staats-ministerie den eed afgelegd in het koninklijke slot, waarna het eene zitting gehouden heeft onder voorzitting van den keizer. Volgens een bericht uit Londen, zijn het Duitsche stoomschip Northampton van Rostock en het Engelsch schip Aegean van Leith, beide na botsing met elkaar gezonken. Op 2 man na van de Northampton werden allen aan boord behouden te Plymouth gebracht. De Werra van de Duitsche Lloyd, met 600 man aan boord heeft bij Dun- geness schipbreuk geleden. Keizer Wilhelin's haat tegen alles wat En gelsch is gaf te Berlijn stof tot de grap, dat zijn eerste daad zou zijn een verbod uit te vaardigen tegen den verkoop van pleister, aldaar bekend onder den naam van Engelsch pleister. Den zesjarigen tegenwoordigen kroonprins Wilhelm kon men niet goed aan het verstand brengen, dat hij na den dood van zijn grootvader keizer Frederik nu kroonprins van het Duitsche rijk was geworden. Wel begreep hij dat zijn vader keizer was geworden. Zijn promotie beantwoordde hij met de vraag«Ben ik nu al, wat mijn papa geworden is, toen hij reeds mijn papa was?" De kroonprins van Zweden is te Franzensbad voor ongeveer 20.000 p. st. bestolen. Hetjuweelen kistje werd opengebroken en een aantal relieken van groote historische en kunstwaarde zijn ver dwenen. De dief is nog niet gevat. Spreculatie op 's menschen ijdelheid. Onlangs opende mrs. Gladstone een bazaar. Een wandeling door zulk een tentoonstelling is een vermoeiend werk, en mrs. Gladstone nam een oogenblik plaats op een stoel. Groot financieel voordeel heeft dit voor de bazaar opgeleverd. De directie vorderde van nu af een penny van ieder, die gebruik wilde maken van den stoel, waarin de vrouw van den grooten staatsman had gezeten. Volgens de American Machinist kan men thans brandkasten krijgen, welke niet kunnen worden opengebroken zonder dat de dader ge- photographeerd wordt. Bij zijne inbraak toch brengt hij een electrischen stroom in gangwaar door eene gasvlam ontstoken en magnesiumpoeder in de vlam geblazen wordt, zoodat een toestel van «photographie instantanée", op eene ge schikte plaats gereed gezet, zijne beeltenis kan opnemen. -- Het R. K. hoofdorgaan The Tabletvan Londen deelt het volgende vermakelijke staaltje van Russische censuur meê. In eene correspon dentie uit Rome voor eene Warscbauer courant was de paus genoemdstadhouder van Christus. Vermits nu in Polen de betrekking van stad houder sinds lang niet meer bestaat, en het be zigen van dien titel er onwettig is, zoo streek de schrandere censor het woord stadhouder dooi en zette er voor in de plaats het woord gouver neur-generaal. De Heilige Vader figureerde alzoo in de kolommen van het blad als «gouverneur- generaal van Christus". Van 26 en 27 Juni. Middelburg. Getrouwd: D. F. Raes, jm. 30 j. met A. C. de Leeuw, jd. 24 j. P. Thomas, jm. 47 j. met K. Vijgenboom, jd. 34 j. J. Buijs, jm. 22 j. met E. de Rijke, jd. 21 j. BevallenJ. H. Meulmeester, geb. Hofman, z. OverledenS. B. Zegers, vrouw van J. van der Meer, 68 j. W. van Sas, vrouw van J. F. Geijp, 71 j. P. Wouters, d. 6 m. Datum. Plaats. Voorwerpen. Informatiën. 27 Juni Vrouwepolder Hofstede, Slegt. 27 H Goes, Huis, Mr v. d. Vliet. 28 H Middelburg, Huizen, Verhulst. 29 Wilhelminad., Hout, De Vos, 80 Kloetinge, Hout, De Vos. 3 Juli Middelburg, Inboedel. Balans D 4. 3 Vlissingen, Meubels, De Wolff. 4 v Middelburg, Hofstede, (Middelburg), Tak. 4 Meliskerke. Huis en Inspan, Loeff. 6 Grijpskerke, Op 't Zand, Vrucht, t. velde, Slegt. 10 M Hofstede, Tak. (onder St. Laurens), 11 H Killand, Hofstede enz., M. Houwer. 11 r/ Serooskerke, Hofsteedje enz., Tak. 13 Yerseke, Vruchten, De Vos. 20 Hofstede, Tak Slegt. 25 Yerseke, Beestiaal enz., De Vos. 25 tr St. Laurens, Inspan, Tak. 27 v Middelburg, Inspan, Tak. 31 Serooskerke, Inspan, Tak. 1 Aug. Grijpskerke, Inspan, Tak. Vlïssïngeu, 27 Juni. Gepasseerd de Ned. koffen Marie, gezagv. J. G. Mulder, Tammo, gezagv- Joh. G. Mulder, Volhardinggezag, G. Kramei-i alle van St. Maio, de beide eerste met bestem ming naar Antwerpen, de laatste naar Brussel. Gisteren werd te Philippine in het openbaar aanbesteed de onderhoudswerken van de water- keering van den calamiteusen Philippine polder over 1888/89. Daarvoor werd ingeschreven dooi de heeren D. Tholens te Terneuzen voor 1920, J. de Bree te Hoek voor 1994, P. Monjé te Breskens voor 2074, L. Koole te Terneuzen voor 2125, A. Dhooge te Philippine voor 2700. Voor het maken en herstellen van verde digingswerken, zoomede het aanleggen van een grintbaan, met bijlevering der grint enz., met het gewone onderhoud, aan de waterkeering van den Koudenpolder, gemeente Hoek, werd het minst ingeschreven door den heer Jac. Meertens, te Hoek, voor 1097,50. Onder dien titel schrijft een onzer correspon denten De reiziger, die zich in Zuid-Beveland gereed maakte, om over den pas aangelegden Sloedam te trekken, kennen haast alle bewoners van het Zuid-Oostelijk gedeelte van Walcheren. Al kwam hij niet met het ijzeren paard, toch was zijne komst zeker. De sporen, welke hij op zijn weg naliet, bewezen, dat hij rusteloos voort arbeidde om het doel van zijn reis te naderen, om Wal- cherens bodem te bereiken. Hij zou naderhand toonen, dat hij van plan was zijn nieuw vader land nimmermeer te verlaten. Gelijk landver huizers gewoonlijk naar vreemde streken vertrek ken, met vrouw en kinderen, kwam hij, al was het dan ook dat elk lid van het huisgezin zijn reis op eigen gelegenheid maakte. Waarschijnlijk hoopte hij, evenals enkelen van dezen, een nog ruimer bestaan te vinden dan zijne natuurgenooten die hij achterliet, reeds haddengebrek aan voedsel althans behoefde zijn reislust niet op te wekken. Om iets vreemds en nieuws te zien en daardoor veel te kunnen verhalen was het even min noodzakelijk, dat hij zijne broers en zusters verlietwant hij houdt niet van lucht en zonne schijn. Integendeel, hij waagt het nimmer der zon een groet te brengenimmers de «zwarte mol", zoo heet onze vreemdeling, leeft in den grond. En nu hij reeds eenige jaren hier vertoefd heeft, kan men goed bemerken, dat hij zich hier thuis gevoelt en niet stil heeft gezeten. Onvermoeid dringt hij verder door, ieder jaar breidt hij zijn jachtveld uit. Reeds is hij gekomen in 't Zuiden tot voorbij Nieuw- en St. Joosland, in 't Westen tot voorbij den molen van Arnemuiden en ten Noorden van de spoorlijn tot op f uur afstand van Kleverskerke. De vroeger in deze streken onbekende molshoopen, die men nu in de weiden aantreft, zijn even zoovele zichtbare teekenen, die ons in staat stellen de grootte van zijn gebied te bepalen. Of men blijde was met zijne komst? In streken, waar hij nog niet is, maar spoedig verwacht kan worden, zien enkelen hem met blijdschap tegemoetvelen, die weten, dat zij zijn loop toch niet kunnen veranderen of vertragen redeneeren er over met eene soort van onver schilligheid, die grenst aan tegenzin; verreweg de meesten evenwel zouden liever willen, dat hij maar weg bleef. De eersten zijn overtuigd van zijne voortreffe lijkheid, van zijn groot nut, vooral in deze zware kleistreken. Zij weten, dat hij zich voedt met een groot aantal regenwormen en insectenlarven, dat hij de grootste vijand is van de zoo schade lijke veemollen, en jacht maakt op meikevers en mesttorren. Vooral ook bedenken zij terecht, dat hij den vasten kleibodem doorwoelt en daardoor vruchtbaar maakt dien stuggen grond, dien men op sommige plaatsen wel met musterds zou moeten draineeren, zooals een boer mij zeer aardig op merkte. Wat nooit aan de lucht werd blootge steld, brengt onze mol boven. Regen en warmte dringen veel gemakkelijker en dieper in den poreuzen grond dan in de vaste klei. De onverschilligen daarentegen kennen zijn nut, maar weten ook, dat hij op 't veld wel eens eenige planten losmaakt en vooral tuinen soms veel last veroorzaakt. Als de ervaring van 't goede evenwel vermeerdert en daardoor 't vooroordeel zwakker wordt, zullen zij wel gunstiger gestemd worden voor den nieuweling. Wat de laatsten, zijne bepaalde tegenstanders, betreft, wij vreezen dat zij lang met spijtigheid de molshoopen zullen beschouwen, en dat zij slechts na vele jaren in zullen stemmen met den wenschOchof hjj reeds vroeger gekomen ware. Als hij nog eenigen tijd voortwerkt en graaft, zal hij zich een koud bad moeten getroosten, en het kanaal overzwemmen, of hij zal eene wan deling moeten maken over eene brug en eind straat om in 't westelijk deel van Walcheren te komenwant het is moeilijk denkbaar, dat hij niet zal trachten zijn rijk uit te breiden. Hij is te strijdlustig om anderen op zijn jachtveld te dulden en moet zich dus bij uitbreiding van de familie meer gronds toeëigenen. Mogelijk ook raakt men aan gene zijde van 't kanaal zoo met hem ingenomen, dat men eenige levende exem plaren invoert. Gedrukt bjj D. G. Kröber Jr., te Middelburg.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1888 | | pagina 6