ADVERTENTIEN.
Briefwisseling.
Ingezonden stukken.
Handelsberichten.
HerzieÉi fler tóastMre optapt van
de Oiptaile Eii
KADASTRALE GEMEENTE P11IL1PP1SE
Keizer Wilhelm II in den rijksdag.
Gebrek aan geneeskundige hulp len
plaltenlande.
Graanmarkten, enz.
Prijzen van Effecten,
fl.
ff
ff
ff
dene regeeringen zonder scheiding naar afzon
derlijke partijen.
»Evenzeer echter houd ik het voor noodzakelijk
de ontwikkeling van onzen staat en van onze
maatschappij te houden binnen de grenzen dei-
wettelijkheid en elk streven, dat ten doel en ge
volg heeft de staatsorde te ondermijnen, vastbe
raden tegen te gaan."
Dit wat de binnenlandsche politiek van keizer
Wilhelm betreft. Voor zoover het aan hem lag
verklaarde hij zich, wat zijn buitenlandsclie staat
kunde aangaat, bereid vrede te houden met ieder
een. Zoolang de oorlog geen noodzakeljjkheid
werd, hetzij door een aanval op het rijk of als
gevolg van de gesloten tractaten, verzekerde de
keizer, dat zijn liefde voor het leger en zijn po
sitie in de armee hem nimmer zonden verleiden
het land de weldaden van den vrede te ont
rukken. Het leger zou het rijk den vrede ver
zekeren en mocht deze verbroken worden, dan
zou het met Gods hulp en dank zij de door den
rijksdag onlangs aangenomen legerwet gelukken
hem weder met eere te herstellen.
Omtrent Duitschlands bondgenootschap met
Oostenrijk bevatte de troonrede het volgende
»Ik houd daaraan vast met Duitsche trouw,
niet alleen omdat het eenmaal gesloten is, maar
omdat ik in dit defensief verbond een der grond
slagen van het Europeesche evenwicht zie, en
tevens eene nalatenschap vanDuischlands verleden.
Het verbond vindt zijnen steun bij de openbare
meening van het geheele Duitsche volk, en iiiu
overeenstemming met het bestaande Europeèsche
volkerenrecht, dat tot aan het jaar 1866 onbe
streden gegolden heelt. Gelijke geschiedkundige
betrekkingen en gelijke nationale behoeften van
den tegenwoordigen tijd verbinden ons met Italië.
Beide landen willen de zegeningen des vredes
behouden, om in kalmte zich te wijden aan de
bevestiging hunner nieuw verworven eenheid, de
ontwikkeling hunner nationale instellingen en de
bevordering hunner welvaart.
Belangrijk is vooral de hieropvolgende zinsnede
betrekkelijk Duitschlands verhouding tot Rusland.
»Onze met Oostenrijk-Hongarije en Italië be
staande verbintenissen vergunnen mij tot mijne
groote blijdschap mijn persoonlijke vriendschap te
blijven koesteren voor den keizer van Rusland en
de sedert honderd jaren bestaande vredelievende
betrekkingen met het Russische rijk te onder
houden, hetgeen evenzeer overeenkomt met mijne
gevoelens als met de belangen van Duitschland.
»Ter wille van het aankweeken des vredes stel
ik mij evenzeér beschikbaar in den dienst des
vaderlands als ter wille van de zorg voor ons
leger, en ik verheug mij in de handhaving der
traditioneele betrekkingen met de buitenlandsche
mogendheden, waardoor mijn voornaamste streven
bevorderd wordt."
Ten slotte zijn vertrouwen uitsprekend in God
en de weerkracht van het Duitsche volk verzekert
keizer Wilhelm de stellige verwachting te koes
teren, dat het voor de eerstvolgende tijden ver
gund zal zijn, in vrede datgene te behouden en
te bevestigen, wat onder de leiding zijner beide
in God rustende voorgangers op den troon door
strijd verworven is.
Bij de beoordeeling van de troonrede stelt de
Freis. Ztg. voorop, dat deze niet, als de procla
maties van keizer Frederik, een persoonlijke ver
klaring van den monarch is maar een regeerings-
daad onder verantwoordelijkheid van den rijks
kanselier.
Het zwaartepunt ligt volgens dit blad en volgens
andere Duitsche bladen in de beschouwingen over
de buitenlandsche politiek. Dat deze een v r e-
delievenden geest openbaren, maakt alge
meen een gunstigen indruk. Dankbaar is men
den jongen keizer voor zijn onomwonden verkla
ring, dat zijn liefde tot het leger hem tot geen
oorlogzuchtige daden zal verleiden. Hetzelfde
geldt van de verzekering, dat Duitschland noch
naar nieuwen roem noch naar veroveringen streeft.
Dat Rusland naast de bondgenooten Italië en
Oostenrijk met name genoemd wordt, is te be
schouwen als een bijzondere oplettendheid jegens
het machtige rijk, opdat dit zich niet gekrenkt
gevoele. Over Engeland evenmin als over
Frankrijk wordt in het bpzonder gesproken, maar
terwijl dit eenerzijds vreemd genoemd wordt, merkt
men van den anderen kant op, dat er geen bij
zondere beweegredenen waren om over Engeland
afzonderlijk te spreken en dat men onder ieder
een Frankrijk mag verstaan in de zinsnede
»In de buitenlandsche politiek ben ik besloten
met iedereen vrede te houden, zooveel dit
aan mij ligt."
Terwijl de troonrede door de Duitsche pers,
zelfs door de oppositiebladen gunstig wordt be
oordeeld, nam de Berlijnsche beurs haar minder
welwillend op. Dit merkwaardig verschijnsel
schrijft men toe aan de omstandigheid, dat wel
licht de verwachtingen te hoog gespannen waren
en de Hausse den indruk reeds vooruit was
geloopen.
Zondag morgen om half 7 verlieten keizer Wil
helm en keizerin Augusta Victoria Potsdam met
het keizerlijke jacht Alexandrahetzelfde dat
weinige weken geleden keizer Frederik naar Pots
dam bracht. Hoewel de uren van vertrek en aan
komst zooveel mogelijk waren geheim gehouden
was toch een aanzienlijke schare op de been, die
het keizerlijke paar met toejuichingen begroette-
In een open rijtuig, met vier paarden bespannen,
gevolgd door den adjudant-generaal en een vleugel
adjudant, hield het zijn intocht in Berlijn. Van
de Sieges-Allee af werd het rijtuig voorafgegaan
en gevolgd deor twee compagnieën der lijfgarde
in groot tenne. De keizer beantwoordde de groeten
der menigte vriendelijk, maar zag er ernstig uit.
Ten half 9 kwamen zij in het paleis aan.
Te twaalf uur kondigde gisteren het luiden der
klokken de groote plechtigheid in den Duitschen
rijksdag aan. Alvorens zich naar de witte zaal
in het koninklijk slot te begeven, waar de opening
plaats vond, woonden de leden van den rjjksdag
een godsdienstoefening in de kathedraal hij. Te
gelijkertijd had hetzelfde in de slotkapel plaats
voor den keizer en de keizerin benevens alle
overige vorstelijke personen.
Nadat de leden van den rijksdag en den bonds
raad in de Witte zaal hun zetels hadden inge
nomen, kondigde het herhaalde stooten van den
hofmaarschalk met zijn gouden staf op den vloer
den keizerlijken stoet aan.
Voorafgegaan door een talrijke schare hofbe
ambten en lijfgarden, de ministers en generaals
die de rijksinsignes droegen, versoheen de keizer
te midden van de regeerende vorsten in het
Duitsche rijk. Aan de lange zijde der zaal verhief
zich de troon, waarop keizer Wilhelm II plaats nam.
Tenover den troon waren de leden van den
rijksdag geschaard, wier voor het meerendeel
zwarte kleeding een scherp contrast vormde met
het purper van den troon en de schitterende
uniformen der heeren rond den keizer. Op de
tribunes zag men het corps diplomatique en de
dames der hoogste kringen.
Doodsche stilte heerschte in de zaal, toen de
jonge keizer het hoofd ontblootte en opstond,
terwijl prins Bismarck hem het keizerlijk exem
plaar der troonrede, in fluweelen band besloten,
overhandigde. Te midden van de grootste span
ning begon keizer Wilhelm, eerst met eenigszins
bevende, maar weldra met vaste en duidelijke
stem, de troonrede te lezen, zich afwisselend tot
de bondsvorsten of tot de Rijksdagleden wendend.
Den hoofdzakelijken inhoud van de troonrede
deelen wij in het politiek overzicht mede.
Sterk tegen de schitterende kleuren rondom
haar stak het zwarte eenvoudige gewaad van de
jonge keizerin af, die met haar oudsten
zoon, den öjarigen kroonprins, de plechtigheid
bijwoonde. De keizer droeg, evenals de bondsvor
sten, een purperen mantel met eene zilveren ster
geborduurd, de galakleeding der ridders van de
Zwarte Adelaarsorde. Onder de afgevaardigden
van den rijksdag ontbraken de sociaal-democraten
en de Elzassers. Bismarck in zijne witte kurassiers-
uniform zag er vrij lijdend uitook de maarschalk
Von Moltke schijnt eenigszins vermoeid door de
gebeurtenissen der laatste maanden.
De jonge keizer was blijkbaar zeer ontroerd.
In het begin las hij met zachte stem, later echter
vaster. Herhaaldelijk werd de troonredetoegejuicht.
Toen de keizer de troonrede voorgelezen had,
gaf hij het blad aan den rijkskanselier terug, die
met een diepe buiging den keizer de hand kuste,
waarna Wilhelm Bismarcks hand hartelijk drukte.
Nauwelijks een uur duurde de daarop gevolgde
rijksdag-zitting. In warme woorden bracht de
president V. Wedell-Piesdorf hulde aan de na
gedachtenis van den ontslapen keizer Frederik.
De vergadering bracht met geestdrift een driewerf
Hoch I op keizer Wilhelm uit. Het bureau van
den rijksdag werd hij handgeklap opnieuw be
noemd. De rijksdag droeg den voorzitter op, aan
de keizerin, de keizerin-weduwe en de keizerin
moeder de betuiging van oprecht rouwbeklag
namens de vergadering over te brengen. Beslo
ten werd den keizer een adres van antwoord op
de troonrede aan te bieden, waarvan de voorzittter
heden het ontwerp zal overleggen.
Mijnheer de Eedacteur
Door opheffing van den stand der plattelands-
heelmeesters in 1865 is er eenheid van stand en
eenheid van bevoegdheid der geneeskundigen ont
staan.
Met dr. Donkersloot ben ik ten volle overtuigd,
dat aan tal van gemeenten een groote weldaad
zou bewezen worden, indien de tweede stand van
geneesheeren wierd hersteld. Vroeger had nagenoeg
elke gemeente haar eigen geneesheer, met wien
bijna ieder tevreden was, die zijne gemeentenaren
op en top kende en in den regel zijn gansche
leven daar bleef, 't Waren wel geen groote heeren
met inkomsten van duizenden, neen, zij waren
burgers en hadden een inkomen van 1000 a
1500 en meer.
Was er een ziektegeval, dat hun vreemd voor
kwam, welnu, dan kwam er in consult een dokter
uit de naastbij gelegen stad. Dit werd ook zelfs
voor armen gedaan, indien de geneesheer het
verlangde.
Den tegenwoordigen toestand acht ik heilloos, de
gemeenten combineeren zich met elkander om een
geneesheer te bekomen, en veeltijds vruchteloos.
Ik zal wel geen gemeente behoeven te noemen,
ze zijn genoeg hekend.
De bewering der optimisten, dat er artsen ge
noeg in aantocht en het gansche land eerlang
van hulp voorzien zal zijn, acht ik in strijd met
de waarheid wanneer men weet, dat sedert de
laatste 20 jaren het getal geneeskundigen in
Nederland met 715 is verminderd.
Om rechtvaardig tegenover de landelijke be
volking te zijn, is er m. i. slechts éën weg, nl.
de plattelands-heelmeesters te herstellen.
'tHandelsbl. twijfelt of het gebrek aangeneesk.
hulp wel zoo groot is. »Immers," zegt het,
»zouden dan de sedert 2 jaren ter beschikking
staande rijkssubsidiën wel opgevraagd worden?"
Kennelijk is dat, zoo voortreffelijk geredigeerd,
blad, hetwelk ik reeds 42 jaar geregeld lees, niet
met de toestanden ten plattelande bekend. Immers
de rijks- en provinciale subsidie maakt slechts
een gering deel uit der verlangd wordende in
komsten.
Summa summarumde wet van 1865 is voor
't platteland een ramp en draagt in niet geringe
mate bjj tot de ruïne der gemeentelijke- en avmen-
fondsen, terwijl voor de bevolking geneeskundige
hulp niet slechts veel duurder is dan vroeger,
maar ook veel moeielijker to bekomen. Natuur
lijk dat de eischen der geneesheeren gestegen
zijn. Terwijl eertijds met weinige jaren studie
aan de Clinische scholen of ook wel eenvoudig
door huisonderwijs de graad van plattelands
heelmeester was te bekomen, eischt het tegen
woordig arts-examen tal van studiejaren en
duizenden guldens kosten aan ouders of voogden.
Gelukkig nog dat alle geneesheeren, mij be
kend, zoo goed en humaan zjjn en zelfs hij
t vooruitzicht van geen cent te zullen ontvangen
hun tijd en bekwaamheid ten beste geven,
zoowel bij de armsten, waar hunne hulp wordt
ingeroepen, als bij meer gegoede lijders.
Inmiddels hoogachtend, met dank voor de
plaatsing.
X, 25 Juni 1888. Een bejaard burgerman.
Aan een opmerker over het Dagbladwie is u
Vlissingen, 26 Juni. Boter ƒ0.90 a ƒ0.80
Eieren 3.20 per 104 stuks.
Goes 26 Juni. Ter graanmarkt was heden
weinig handel. Tarwe 10 cents lageranders
onveranderd.
Boter 0.88 a 1.- per kilo. Eieren 3.
a 3.10 per 100 stuks.
Van schapenwol was wel aanbod en koopers,
doch er werd nog niets verhandeld. Men spreekt
van plm. f 2 het steen (3 kilo).
Rotterdam 26 Juni. Ter markt van heden
waren aangevoerd: 1547 runderen, vette,
nuchtere kalveren, 1072 schapen, 618 varkens,
128 biggen. Runderen le qual. 66, 2e qual. 62
38 qual. 58; kalveren 1" qual. 95, 2e qual. 75
3e qual. schapen le qual. 60, 2e qual. 50
3e qual. varkens le qual. 20, 2e qual. 18, 3°
qual. 16 e.
Staatsleeniugea
Nederland. pCt. Bedrag stukken.
Cert N.W.Sch. D/a
dito dito 3
dito dito 31/2
dito Obl. 31/2
Hong. O. L. 1867 5
dito Goudl. 5
Italië. Ins. '62/81 5
Oostenrik. Obl
Lir.
1000
1000
1000
1000
120-1200
100
100-100000
Amsterdam
25 26
Juni. Juni.
781/2 787/g
907/g 907/g
101 1011/8
IOH/4 IOH/4
IOOI/4
9115,18
923/4
1000
631%
64
dito Jan.-Juli 5
n
1000
641/2
643/g
dito dito Goud 4
If
200-1000
Polen. O. Sch. '44. 4
Z.R.
500
82
8D/8
Port. Ob. Bt.'58/84 3
100
623li
62%
dito dito 1881 5
tt
20
991,8
Rusland. Obl.
Hope 1798/1815 5
Cert. Ins. 5 S. '54 5
f
1000
1021/4
1021/2
Z.R.
500
57%
565/g
dito dito 6 S. '55 5
ir
500
8418
837/g
Obligatiën 1862 5
50-100
951/4
dito 1864 5
f
1000
1001/g
lOOl/i
dito 1877 dito 5
20-100
99
991/4
dito Oost. le S. 5
Z.R. 100-1000
551/4
543/g
dito dito 2e 5
e
100-1000
541^2
535/i6
dito dito 3e 5
tr
100-1000
553/4
54
dito '72 gec. dito 5
50-100
959/ie
95%
dito '73 gec. dito 5
tt
50-100
973/4
971/s
dito '84 gec. dito 5
n
50-100
951/g
941/2
dito '60 2e 1. dito 4J/g
n
100
941/g -
891/s
935/g
dito '75 gec. dito 4%
n
50-100
883/g
dito '80 gec. dito 4
Z.R.
125-625
78
777/8
Obl. 1. 1867/69 4
20-100 -
835/g
833/g
Cert. v. B. Asgn. 6
P.R.
1000
35
Spanje. O. B. Perp. 4
Pes.
1000-24000
681/2
68I/4
dito bin. Perpet. 4
Pr.
500-25000
65
Turkije. Geprivil. 5
fr.
500-2500
773/g
77
Gecv. S. tKk C.
20-1000
147/ie
141/2
dito Gereg. 1869
fr.
500-12500
Egypte. O.L. 1876 4
20-100
8II/4
81
dito sp. dito 1876 5
tt
20-100
Brazilië. Obl.
Londen 1865. 5
n
100
1003/4
101
dito Leen. 1875 5
11
100
1031/4
dito 1863 4%
H
100
dito 1879 41/2
56/5 112.10
Venezuela 1881 4
n
100-500
447/g
441/g
Indastr. en flnanc. Ondernem.
Nederland. pCt.
N. Hand. Msch.
Aand. rescontre 5
N.-l. Hanb.aand.
dito Zeel. aand.
dito dito Pr. dito
dito Obl. 1885 3
Duitschland. Crt.
Rijksb.Ad. Amst.
Oostenri k. Aand
O. H. B
Nederland. pCt.
Mij. t. Expl. v.
St.-Spw. Aand.
Ned. Ctr. spw. A.
dito Gest. Obl.
N.-I. spw. aand.
N. Rijnspw.
volgef. Aand
N.-B. Boxt. Obl.
gestemp. 1875/80
Hongar.je. Theis,
Spw. aand.
dito dito Obl,
Italië. Victor Bui,
spw. Obl
Zuid-Ital. Sp. O.
Oostenrijk. V O.
Spw. Obl
Polen. W.-W. A.
Rusland. Gr. Sp.-
Maats. Aand.
dito Obl
dito dito dito
Balt. Spw. Aand. 3
Chark.-Azow. O. 5
Jelez-Griasi dito. 5
lelez-Orcl dito
Kurk.-Ch.-Az. O.
Lo8o\vo.-Sew.
Morsch.-Sysr. A.
Mosk.-lar. Obl.
M08k.-K.ursk. do.
Mosk.-Smol. dito 5
Orel-Vitebsk A. 5
dito Obl5
Poti Tiflis dito 5
R.-Wiasma Aand.
Zuid-West Sp M. 5
Amerik.Ctr. P. O. 6
dit.Calif.Org, dit. 5
Chic. N.-W.
Cert. Aand.
dito le hypt. Crt. 7
dit. Mad.Ext.Ob. 7
Menominee dito
N.-W. Union dito
Win. St.-Peter do
dito S.-W. Obl.
Illinois Cert. v.A.
dito Leas L. St. Ct 4
St-P. M.&M.Ob. 7
Un. Pac. Hfdl, do. 6
5
5
3
3
5
*Vs
4
5
5
5
5
6
1000
U81/16
n
150
521/2
500
ir
500
n
1000
821/2
R.M.
3000
a.
600
wegleeningen.
f
250
n
250
n
235
78
ff
250-1000
142
20-200
t
100
551/2
ij
200
If
200-1000
823/4
Lir.
500
a
500-5000
593/4
fr.
500
Z.R.
100
85
tr
125-625
1141/4
500
937/8
125
125-125(1
5534
100
951/2
Z.R.
125-50
91
1000
97%
100
f
1000
85
Z.R.
125-1250
271/2
100
R.M.
100
1000
97%
Z.R.
125
SU/4
100
951/g
1000
981/2
Z.R.
125
27%
If
100-1000
561/2
Doll.
1000
«r
1000
1047/g
7
7
7
7
Doll.
500-100
1000
500-1000
500-1000
500-1000
500-1000
500-1000
500-1000
500-1000
500-1000
1000
1311/4
132'
1321/2
1203/4
118
573/g
S3
5915/18
84
11314
94
841/2
547/g
941/g
891/i
841/2
271/4
IOD/2
87%
9V7/8
981/8
27%
557/g
105
1321/4
1315/8
1201/2
Premie-lieentngen.
Neder). Stad Am. 3 100 113
Stad Rotterdam 3
100
103
104
België. Stad
Antw. 1887. 21/2 fr. 100 891/2 891/,
dito Brussel 1887 21/2 <t 100 - 901U
Honger. Stl. 1870 6. 100 1017/8 102
Oostenr. Stl. 1854 4 250
dito 1860 5 100 1097/8
dito 1S64 100 132
Crel. Inst. 1858 100 146
Rus). Stl. 1864 5 Z.R. 100 152i/2 149
dito 1866 5 100 1363/4 134,1/g
Spanje. StadMadr. 3 fr. 100 40
Turkije. 8poorwl. 3 4PO 9 9
PrSJzea van coupon's en losbare
obligation.
25 Juni
20 021/2
20.05
11.521/2
11.921/2
11.951/2
47.30
47.25
5 075
0.9H/2
1.191/2
1.10
1.83
2.45
26 Juni.
20.021/2
20.05
11.521/2
11921/2
U.951/2
47.25
47.25
58.70
0.9,1/2
1.89
1.09
1.83
2.45
Amsterdam
Oostenrijk Papier
Ostenrijk Zilver
Diverse in
met affidavit.
Portugeesche
Fransche
Belgische
Pruisische
Hamburg Russen
Goudroebel
Russen in Z. R
Poolsche per Z. R
Spaansehe Buitenl,
Binnenl
Amerikaansche in dollars
Spec ïelioer s.
GOUD. I ZILVER.
Wicht.Sauv. 12.05 12.15 Stukk. v. 5 tr. 2.35 2.40
St. v. 20 nik. 11.80 11.90 Pruis. Zilver. 1.75 1.78
do. 20 fr. „9.521/2,9.621/2 1
Heden overleed onze geliefde echtgenoot en
moeder SIBILLA BARBARA ZEGERS, na een
hevig maar geduldig lijden, in dev "ouderdom van
bijna 69 jaar.
Middelburg, 25 Juni 1888. N.
JACOBUS VAN DER MEï*R.
JANUS VAN DER MEER.
Eenige en algemeene kennisgeving aan familie
vrienden en bekenden, zoowel binnen als buiten deze stad.
Heden overleed te Rotterdam, in den ouderdom
van ruim 92 jaren, onze geliefde vader HENDR.
WENDEL, Ridder M. W. O. en Zilv. Kruis.
25 Juni 1888. W. J. WENDEL.
G. L. WENDEL-Mars.
Eenige kennisgeving.
Voor de vele bewijzen van deelneming, onder
vonden bij het verlies onzer geliefde vrouw en
moeder, betuigen wij onzen hartelijken dank.
E. H. BOASSON
en kinderen.
Bij vonnis der Arrondissements-Rechtbank te
DKIUDEIiBlJKO, van 4 April 1888, is tus-
schen MARINUS KARSTANJE, werkman, wonende
te Hansweert (gemeente Uriaining-en,) als
eischer, en AGETHA VROEGOP, zonder beroep,
wonende te EllewoiitsdijU, als gedaagde, de
ontbinding- uitgesproken van het tusschen hen
bestaande huwelijk door echtscheiding-,
zulks met alle gevolgen daaraan bij de wet ver
honden.
Middelburg, 26 April 1888.
Voor uittreksel,
De Procureur van den Eischer,
Mr. C. LUCASSE.
DE BURGEMEESTER van Philippine,
Gelet op art. 25, in verhand met art. 19 en het
laatste lid van art. 33 der wet van den 258n
April 1879, Staatsblad n°. 89)
Brengt ter kennis van belanghebbenden, dat
eene opgaaf van de Ongebouwde Eigendommen
en van de daarvoor bepaalde belastbare opbrengst,
onder bijvoeging van de kadastrale leggers en
plans, heden op de secretarie der gemeente, ge
durende dertig- dag-en, voor een ieder ter
inzage is nedergelegd
dat ieder die meent, dat voor zijn eigendom
eene belastbare opbrengst is bepaald, welke niet
in verhouding staat tot die der eigendommen,
blijkens die opgaaf als tijpen geschat, de gronden
van zijn bezwaar zelf of door een gemachtigde
kan mededeelen aan de afdeeling der Commissie,
in een ong-ezegeld bezwaarschrift, hetwelk,
onder bijvoeging van de kennisgeving, portvrij
binnen dertig dagen na lieden moet worden
bezorgd hij den ondergeteekende, die daarvoor
een gedagteekend ontvangbewijs geeft;
dat ieder, die meent, dat zijn geschat eigendom,
krachtens art. 1 van bovengenoemde wet, van de
herziening had moeten zijn uitgezonderd, binnen
gelijken termijn zelf of door een gemachtigde in
een aan Gedeputeerde Staten gericht ongeasegeld
verzoekschrift vernietiging der schatting kan
vragen
dat verzoekschriften, waarhij bezwaren worden
ingebracht tegen de berekening van het bedrag
per hectare wegens aftrek voor polderlasten, op
ongezegelcl papier geschreven, binnen gelijken
termjjn, portvrjj behooren te worden bezorgd bij
den Voorzitter der Commissie, den heer E. ER-
MERINS te AlIDDKliHlRGdie daarvoor
een gedagteekend ontvangbewijs geeft
dat bezwaarschriften en verzoekschriftenniet
ingezonden op de wijze of binnen den termijn
hierboven bepaaldnaar de wet buiten behande
ling blijven.
Te Philippine, 27 Juni 1888.
De Burgemeester voornoemd,
I, B, DHOOGE.