ADVERTENTIEN. Briefwisseling. Ingezonden stukken. Handelsberichten. HerzieÉi fler tóastMre optapt van de Oiptaile Eii KADASTRALE GEMEENTE P11IL1PP1SE Keizer Wilhelm II in den rijksdag. Gebrek aan geneeskundige hulp len plaltenlande. Graanmarkten, enz. Prijzen van Effecten, fl. ff ff ff dene regeeringen zonder scheiding naar afzon derlijke partijen. »Evenzeer echter houd ik het voor noodzakelijk de ontwikkeling van onzen staat en van onze maatschappij te houden binnen de grenzen dei- wettelijkheid en elk streven, dat ten doel en ge volg heeft de staatsorde te ondermijnen, vastbe raden tegen te gaan." Dit wat de binnenlandsche politiek van keizer Wilhelm betreft. Voor zoover het aan hem lag verklaarde hij zich, wat zijn buitenlandsclie staat kunde aangaat, bereid vrede te houden met ieder een. Zoolang de oorlog geen noodzakeljjkheid werd, hetzij door een aanval op het rijk of als gevolg van de gesloten tractaten, verzekerde de keizer, dat zijn liefde voor het leger en zijn po sitie in de armee hem nimmer zonden verleiden het land de weldaden van den vrede te ont rukken. Het leger zou het rijk den vrede ver zekeren en mocht deze verbroken worden, dan zou het met Gods hulp en dank zij de door den rijksdag onlangs aangenomen legerwet gelukken hem weder met eere te herstellen. Omtrent Duitschlands bondgenootschap met Oostenrijk bevatte de troonrede het volgende »Ik houd daaraan vast met Duitsche trouw, niet alleen omdat het eenmaal gesloten is, maar omdat ik in dit defensief verbond een der grond slagen van het Europeesche evenwicht zie, en tevens eene nalatenschap vanDuischlands verleden. Het verbond vindt zijnen steun bij de openbare meening van het geheele Duitsche volk, en iiiu overeenstemming met het bestaande Europeèsche volkerenrecht, dat tot aan het jaar 1866 onbe streden gegolden heelt. Gelijke geschiedkundige betrekkingen en gelijke nationale behoeften van den tegenwoordigen tijd verbinden ons met Italië. Beide landen willen de zegeningen des vredes behouden, om in kalmte zich te wijden aan de bevestiging hunner nieuw verworven eenheid, de ontwikkeling hunner nationale instellingen en de bevordering hunner welvaart. Belangrijk is vooral de hieropvolgende zinsnede betrekkelijk Duitschlands verhouding tot Rusland. »Onze met Oostenrijk-Hongarije en Italië be staande verbintenissen vergunnen mij tot mijne groote blijdschap mijn persoonlijke vriendschap te blijven koesteren voor den keizer van Rusland en de sedert honderd jaren bestaande vredelievende betrekkingen met het Russische rijk te onder houden, hetgeen evenzeer overeenkomt met mijne gevoelens als met de belangen van Duitschland. »Ter wille van het aankweeken des vredes stel ik mij evenzeér beschikbaar in den dienst des vaderlands als ter wille van de zorg voor ons leger, en ik verheug mij in de handhaving der traditioneele betrekkingen met de buitenlandsche mogendheden, waardoor mijn voornaamste streven bevorderd wordt." Ten slotte zijn vertrouwen uitsprekend in God en de weerkracht van het Duitsche volk verzekert keizer Wilhelm de stellige verwachting te koes teren, dat het voor de eerstvolgende tijden ver gund zal zijn, in vrede datgene te behouden en te bevestigen, wat onder de leiding zijner beide in God rustende voorgangers op den troon door strijd verworven is. Bij de beoordeeling van de troonrede stelt de Freis. Ztg. voorop, dat deze niet, als de procla maties van keizer Frederik, een persoonlijke ver klaring van den monarch is maar een regeerings- daad onder verantwoordelijkheid van den rijks kanselier. Het zwaartepunt ligt volgens dit blad en volgens andere Duitsche bladen in de beschouwingen over de buitenlandsche politiek. Dat deze een v r e- delievenden geest openbaren, maakt alge meen een gunstigen indruk. Dankbaar is men den jongen keizer voor zijn onomwonden verkla ring, dat zijn liefde tot het leger hem tot geen oorlogzuchtige daden zal verleiden. Hetzelfde geldt van de verzekering, dat Duitschland noch naar nieuwen roem noch naar veroveringen streeft. Dat Rusland naast de bondgenooten Italië en Oostenrijk met name genoemd wordt, is te be schouwen als een bijzondere oplettendheid jegens het machtige rijk, opdat dit zich niet gekrenkt gevoele. Over Engeland evenmin als over Frankrijk wordt in het bpzonder gesproken, maar terwijl dit eenerzijds vreemd genoemd wordt, merkt men van den anderen kant op, dat er geen bij zondere beweegredenen waren om over Engeland afzonderlijk te spreken en dat men onder ieder een Frankrijk mag verstaan in de zinsnede »In de buitenlandsche politiek ben ik besloten met iedereen vrede te houden, zooveel dit aan mij ligt." Terwijl de troonrede door de Duitsche pers, zelfs door de oppositiebladen gunstig wordt be oordeeld, nam de Berlijnsche beurs haar minder welwillend op. Dit merkwaardig verschijnsel schrijft men toe aan de omstandigheid, dat wel licht de verwachtingen te hoog gespannen waren en de Hausse den indruk reeds vooruit was geloopen. Zondag morgen om half 7 verlieten keizer Wil helm en keizerin Augusta Victoria Potsdam met het keizerlijke jacht Alexandrahetzelfde dat weinige weken geleden keizer Frederik naar Pots dam bracht. Hoewel de uren van vertrek en aan komst zooveel mogelijk waren geheim gehouden was toch een aanzienlijke schare op de been, die het keizerlijke paar met toejuichingen begroette- In een open rijtuig, met vier paarden bespannen, gevolgd door den adjudant-generaal en een vleugel adjudant, hield het zijn intocht in Berlijn. Van de Sieges-Allee af werd het rijtuig voorafgegaan en gevolgd deor twee compagnieën der lijfgarde in groot tenne. De keizer beantwoordde de groeten der menigte vriendelijk, maar zag er ernstig uit. Ten half 9 kwamen zij in het paleis aan. Te twaalf uur kondigde gisteren het luiden der klokken de groote plechtigheid in den Duitschen rijksdag aan. Alvorens zich naar de witte zaal in het koninklijk slot te begeven, waar de opening plaats vond, woonden de leden van den rjjksdag een godsdienstoefening in de kathedraal hij. Te gelijkertijd had hetzelfde in de slotkapel plaats voor den keizer en de keizerin benevens alle overige vorstelijke personen. Nadat de leden van den rijksdag en den bonds raad in de Witte zaal hun zetels hadden inge nomen, kondigde het herhaalde stooten van den hofmaarschalk met zijn gouden staf op den vloer den keizerlijken stoet aan. Voorafgegaan door een talrijke schare hofbe ambten en lijfgarden, de ministers en generaals die de rijksinsignes droegen, versoheen de keizer te midden van de regeerende vorsten in het Duitsche rijk. Aan de lange zijde der zaal verhief zich de troon, waarop keizer Wilhelm II plaats nam. Tenover den troon waren de leden van den rijksdag geschaard, wier voor het meerendeel zwarte kleeding een scherp contrast vormde met het purper van den troon en de schitterende uniformen der heeren rond den keizer. Op de tribunes zag men het corps diplomatique en de dames der hoogste kringen. Doodsche stilte heerschte in de zaal, toen de jonge keizer het hoofd ontblootte en opstond, terwijl prins Bismarck hem het keizerlijk exem plaar der troonrede, in fluweelen band besloten, overhandigde. Te midden van de grootste span ning begon keizer Wilhelm, eerst met eenigszins bevende, maar weldra met vaste en duidelijke stem, de troonrede te lezen, zich afwisselend tot de bondsvorsten of tot de Rijksdagleden wendend. Den hoofdzakelijken inhoud van de troonrede deelen wij in het politiek overzicht mede. Sterk tegen de schitterende kleuren rondom haar stak het zwarte eenvoudige gewaad van de jonge keizerin af, die met haar oudsten zoon, den öjarigen kroonprins, de plechtigheid bijwoonde. De keizer droeg, evenals de bondsvor sten, een purperen mantel met eene zilveren ster geborduurd, de galakleeding der ridders van de Zwarte Adelaarsorde. Onder de afgevaardigden van den rijksdag ontbraken de sociaal-democraten en de Elzassers. Bismarck in zijne witte kurassiers- uniform zag er vrij lijdend uitook de maarschalk Von Moltke schijnt eenigszins vermoeid door de gebeurtenissen der laatste maanden. De jonge keizer was blijkbaar zeer ontroerd. In het begin las hij met zachte stem, later echter vaster. Herhaaldelijk werd de troonredetoegejuicht. Toen de keizer de troonrede voorgelezen had, gaf hij het blad aan den rijkskanselier terug, die met een diepe buiging den keizer de hand kuste, waarna Wilhelm Bismarcks hand hartelijk drukte. Nauwelijks een uur duurde de daarop gevolgde rijksdag-zitting. In warme woorden bracht de president V. Wedell-Piesdorf hulde aan de na gedachtenis van den ontslapen keizer Frederik. De vergadering bracht met geestdrift een driewerf Hoch I op keizer Wilhelm uit. Het bureau van den rijksdag werd hij handgeklap opnieuw be noemd. De rijksdag droeg den voorzitter op, aan de keizerin, de keizerin-weduwe en de keizerin moeder de betuiging van oprecht rouwbeklag namens de vergadering over te brengen. Beslo ten werd den keizer een adres van antwoord op de troonrede aan te bieden, waarvan de voorzittter heden het ontwerp zal overleggen. Mijnheer de Eedacteur Door opheffing van den stand der plattelands- heelmeesters in 1865 is er eenheid van stand en eenheid van bevoegdheid der geneeskundigen ont staan. Met dr. Donkersloot ben ik ten volle overtuigd, dat aan tal van gemeenten een groote weldaad zou bewezen worden, indien de tweede stand van geneesheeren wierd hersteld. Vroeger had nagenoeg elke gemeente haar eigen geneesheer, met wien bijna ieder tevreden was, die zijne gemeentenaren op en top kende en in den regel zijn gansche leven daar bleef, 't Waren wel geen groote heeren met inkomsten van duizenden, neen, zij waren burgers en hadden een inkomen van 1000 a 1500 en meer. Was er een ziektegeval, dat hun vreemd voor kwam, welnu, dan kwam er in consult een dokter uit de naastbij gelegen stad. Dit werd ook zelfs voor armen gedaan, indien de geneesheer het verlangde. Den tegenwoordigen toestand acht ik heilloos, de gemeenten combineeren zich met elkander om een geneesheer te bekomen, en veeltijds vruchteloos. Ik zal wel geen gemeente behoeven te noemen, ze zijn genoeg hekend. De bewering der optimisten, dat er artsen ge noeg in aantocht en het gansche land eerlang van hulp voorzien zal zijn, acht ik in strijd met de waarheid wanneer men weet, dat sedert de laatste 20 jaren het getal geneeskundigen in Nederland met 715 is verminderd. Om rechtvaardig tegenover de landelijke be volking te zijn, is er m. i. slechts éën weg, nl. de plattelands-heelmeesters te herstellen. 'tHandelsbl. twijfelt of het gebrek aangeneesk. hulp wel zoo groot is. »Immers," zegt het, »zouden dan de sedert 2 jaren ter beschikking staande rijkssubsidiën wel opgevraagd worden?" Kennelijk is dat, zoo voortreffelijk geredigeerd, blad, hetwelk ik reeds 42 jaar geregeld lees, niet met de toestanden ten plattelande bekend. Immers de rijks- en provinciale subsidie maakt slechts een gering deel uit der verlangd wordende in komsten. Summa summarumde wet van 1865 is voor 't platteland een ramp en draagt in niet geringe mate bjj tot de ruïne der gemeentelijke- en avmen- fondsen, terwijl voor de bevolking geneeskundige hulp niet slechts veel duurder is dan vroeger, maar ook veel moeielijker to bekomen. Natuur lijk dat de eischen der geneesheeren gestegen zijn. Terwijl eertijds met weinige jaren studie aan de Clinische scholen of ook wel eenvoudig door huisonderwijs de graad van plattelands heelmeester was te bekomen, eischt het tegen woordig arts-examen tal van studiejaren en duizenden guldens kosten aan ouders of voogden. Gelukkig nog dat alle geneesheeren, mij be kend, zoo goed en humaan zjjn en zelfs hij t vooruitzicht van geen cent te zullen ontvangen hun tijd en bekwaamheid ten beste geven, zoowel bij de armsten, waar hunne hulp wordt ingeroepen, als bij meer gegoede lijders. Inmiddels hoogachtend, met dank voor de plaatsing. X, 25 Juni 1888. Een bejaard burgerman. Aan een opmerker over het Dagbladwie is u Vlissingen, 26 Juni. Boter ƒ0.90 a ƒ0.80 Eieren 3.20 per 104 stuks. Goes 26 Juni. Ter graanmarkt was heden weinig handel. Tarwe 10 cents lageranders onveranderd. Boter 0.88 a 1.- per kilo. Eieren 3. a 3.10 per 100 stuks. Van schapenwol was wel aanbod en koopers, doch er werd nog niets verhandeld. Men spreekt van plm. f 2 het steen (3 kilo). Rotterdam 26 Juni. Ter markt van heden waren aangevoerd: 1547 runderen, vette, nuchtere kalveren, 1072 schapen, 618 varkens, 128 biggen. Runderen le qual. 66, 2e qual. 62 38 qual. 58; kalveren 1" qual. 95, 2e qual. 75 3e qual. schapen le qual. 60, 2e qual. 50 3e qual. varkens le qual. 20, 2e qual. 18, 3° qual. 16 e. Staatsleeniugea Nederland. pCt. Bedrag stukken. Cert N.W.Sch. D/a dito dito 3 dito dito 31/2 dito Obl. 31/2 Hong. O. L. 1867 5 dito Goudl. 5 Italië. Ins. '62/81 5 Oostenrik. Obl Lir. 1000 1000 1000 1000 120-1200 100 100-100000 Amsterdam 25 26 Juni. Juni. 781/2 787/g 907/g 907/g 101 1011/8 IOH/4 IOH/4 IOOI/4 9115,18 923/4 1000 631% 64 dito Jan.-Juli 5 n 1000 641/2 643/g dito dito Goud 4 If 200-1000 Polen. O. Sch. '44. 4 Z.R. 500 82 8D/8 Port. Ob. Bt.'58/84 3 100 623li 62% dito dito 1881 5 tt 20 991,8 Rusland. Obl. Hope 1798/1815 5 Cert. Ins. 5 S. '54 5 f 1000 1021/4 1021/2 Z.R. 500 57% 565/g dito dito 6 S. '55 5 ir 500 8418 837/g Obligatiën 1862 5 50-100 951/4 dito 1864 5 f 1000 1001/g lOOl/i dito 1877 dito 5 20-100 99 991/4 dito Oost. le S. 5 Z.R. 100-1000 551/4 543/g dito dito 2e 5 e 100-1000 541^2 535/i6 dito dito 3e 5 tr 100-1000 553/4 54 dito '72 gec. dito 5 50-100 959/ie 95% dito '73 gec. dito 5 tt 50-100 973/4 971/s dito '84 gec. dito 5 n 50-100 951/g 941/2 dito '60 2e 1. dito 4J/g n 100 941/g - 891/s 935/g dito '75 gec. dito 4% n 50-100 883/g dito '80 gec. dito 4 Z.R. 125-625 78 777/8 Obl. 1. 1867/69 4 20-100 - 835/g 833/g Cert. v. B. Asgn. 6 P.R. 1000 35 Spanje. O. B. Perp. 4 Pes. 1000-24000 681/2 68I/4 dito bin. Perpet. 4 Pr. 500-25000 65 Turkije. Geprivil. 5 fr. 500-2500 773/g 77 Gecv. S. tKk C. 20-1000 147/ie 141/2 dito Gereg. 1869 fr. 500-12500 Egypte. O.L. 1876 4 20-100 8II/4 81 dito sp. dito 1876 5 tt 20-100 Brazilië. Obl. Londen 1865. 5 n 100 1003/4 101 dito Leen. 1875 5 11 100 1031/4 dito 1863 4% H 100 dito 1879 41/2 56/5 112.10 Venezuela 1881 4 n 100-500 447/g 441/g Indastr. en flnanc. Ondernem. Nederland. pCt. N. Hand. Msch. Aand. rescontre 5 N.-l. Hanb.aand. dito Zeel. aand. dito dito Pr. dito dito Obl. 1885 3 Duitschland. Crt. Rijksb.Ad. Amst. Oostenri k. Aand O. H. B Nederland. pCt. Mij. t. Expl. v. St.-Spw. Aand. Ned. Ctr. spw. A. dito Gest. Obl. N.-I. spw. aand. N. Rijnspw. volgef. Aand N.-B. Boxt. Obl. gestemp. 1875/80 Hongar.je. Theis, Spw. aand. dito dito Obl, Italië. Victor Bui, spw. Obl Zuid-Ital. Sp. O. Oostenrijk. V O. Spw. Obl Polen. W.-W. A. Rusland. Gr. Sp.- Maats. Aand. dito Obl dito dito dito Balt. Spw. Aand. 3 Chark.-Azow. O. 5 Jelez-Griasi dito. 5 lelez-Orcl dito Kurk.-Ch.-Az. O. Lo8o\vo.-Sew. Morsch.-Sysr. A. Mosk.-lar. Obl. M08k.-K.ursk. do. Mosk.-Smol. dito 5 Orel-Vitebsk A. 5 dito Obl5 Poti Tiflis dito 5 R.-Wiasma Aand. Zuid-West Sp M. 5 Amerik.Ctr. P. O. 6 dit.Calif.Org, dit. 5 Chic. N.-W. Cert. Aand. dito le hypt. Crt. 7 dit. Mad.Ext.Ob. 7 Menominee dito N.-W. Union dito Win. St.-Peter do dito S.-W. Obl. Illinois Cert. v.A. dito Leas L. St. Ct 4 St-P. M.&M.Ob. 7 Un. Pac. Hfdl, do. 6 5 5 3 3 5 *Vs 4 5 5 5 5 6 1000 U81/16 n 150 521/2 500 ir 500 n 1000 821/2 R.M. 3000 a. 600 wegleeningen. f 250 n 250 n 235 78 ff 250-1000 142 20-200 t 100 551/2 ij 200 If 200-1000 823/4 Lir. 500 a 500-5000 593/4 fr. 500 Z.R. 100 85 tr 125-625 1141/4 500 937/8 125 125-125(1 5534 100 951/2 Z.R. 125-50 91 1000 97% 100 f 1000 85 Z.R. 125-1250 271/2 100 R.M. 100 1000 97% Z.R. 125 SU/4 100 951/g 1000 981/2 Z.R. 125 27% If 100-1000 561/2 Doll. 1000 «r 1000 1047/g 7 7 7 7 Doll. 500-100 1000 500-1000 500-1000 500-1000 500-1000 500-1000 500-1000 500-1000 500-1000 1000 1311/4 132' 1321/2 1203/4 118 573/g S3 5915/18 84 11314 94 841/2 547/g 941/g 891/i 841/2 271/4 IOD/2 87% 9V7/8 981/8 27% 557/g 105 1321/4 1315/8 1201/2 Premie-lieentngen. Neder). Stad Am. 3 100 113 Stad Rotterdam 3 100 103 104 België. Stad Antw. 1887. 21/2 fr. 100 891/2 891/, dito Brussel 1887 21/2 <t 100 - 901U Honger. Stl. 1870 6. 100 1017/8 102 Oostenr. Stl. 1854 4 250 dito 1860 5 100 1097/8 dito 1S64 100 132 Crel. Inst. 1858 100 146 Rus). Stl. 1864 5 Z.R. 100 152i/2 149 dito 1866 5 100 1363/4 134,1/g Spanje. StadMadr. 3 fr. 100 40 Turkije. 8poorwl. 3 4PO 9 9 PrSJzea van coupon's en losbare obligation. 25 Juni 20 021/2 20.05 11.521/2 11.921/2 11.951/2 47.30 47.25 5 075 0.9H/2 1.191/2 1.10 1.83 2.45 26 Juni. 20.021/2 20.05 11.521/2 11921/2 U.951/2 47.25 47.25 58.70 0.9,1/2 1.89 1.09 1.83 2.45 Amsterdam Oostenrijk Papier Ostenrijk Zilver Diverse in met affidavit. Portugeesche Fransche Belgische Pruisische Hamburg Russen Goudroebel Russen in Z. R Poolsche per Z. R Spaansehe Buitenl, Binnenl Amerikaansche in dollars Spec ïelioer s. GOUD. I ZILVER. Wicht.Sauv. 12.05 12.15 Stukk. v. 5 tr. 2.35 2.40 St. v. 20 nik. 11.80 11.90 Pruis. Zilver. 1.75 1.78 do. 20 fr. „9.521/2,9.621/2 1 Heden overleed onze geliefde echtgenoot en moeder SIBILLA BARBARA ZEGERS, na een hevig maar geduldig lijden, in dev "ouderdom van bijna 69 jaar. Middelburg, 25 Juni 1888. N. JACOBUS VAN DER MEï*R. JANUS VAN DER MEER. Eenige en algemeene kennisgeving aan familie vrienden en bekenden, zoowel binnen als buiten deze stad. Heden overleed te Rotterdam, in den ouderdom van ruim 92 jaren, onze geliefde vader HENDR. WENDEL, Ridder M. W. O. en Zilv. Kruis. 25 Juni 1888. W. J. WENDEL. G. L. WENDEL-Mars. Eenige kennisgeving. Voor de vele bewijzen van deelneming, onder vonden bij het verlies onzer geliefde vrouw en moeder, betuigen wij onzen hartelijken dank. E. H. BOASSON en kinderen. Bij vonnis der Arrondissements-Rechtbank te DKIUDEIiBlJKO, van 4 April 1888, is tus- schen MARINUS KARSTANJE, werkman, wonende te Hansweert (gemeente Uriaining-en,) als eischer, en AGETHA VROEGOP, zonder beroep, wonende te EllewoiitsdijU, als gedaagde, de ontbinding- uitgesproken van het tusschen hen bestaande huwelijk door echtscheiding-, zulks met alle gevolgen daaraan bij de wet ver honden. Middelburg, 26 April 1888. Voor uittreksel, De Procureur van den Eischer, Mr. C. LUCASSE. DE BURGEMEESTER van Philippine, Gelet op art. 25, in verhand met art. 19 en het laatste lid van art. 33 der wet van den 258n April 1879, Staatsblad n°. 89) Brengt ter kennis van belanghebbenden, dat eene opgaaf van de Ongebouwde Eigendommen en van de daarvoor bepaalde belastbare opbrengst, onder bijvoeging van de kadastrale leggers en plans, heden op de secretarie der gemeente, ge durende dertig- dag-en, voor een ieder ter inzage is nedergelegd dat ieder die meent, dat voor zijn eigendom eene belastbare opbrengst is bepaald, welke niet in verhouding staat tot die der eigendommen, blijkens die opgaaf als tijpen geschat, de gronden van zijn bezwaar zelf of door een gemachtigde kan mededeelen aan de afdeeling der Commissie, in een ong-ezegeld bezwaarschrift, hetwelk, onder bijvoeging van de kennisgeving, portvrij binnen dertig dagen na lieden moet worden bezorgd hij den ondergeteekende, die daarvoor een gedagteekend ontvangbewijs geeft; dat ieder, die meent, dat zijn geschat eigendom, krachtens art. 1 van bovengenoemde wet, van de herziening had moeten zijn uitgezonderd, binnen gelijken termijn zelf of door een gemachtigde in een aan Gedeputeerde Staten gericht ongeasegeld verzoekschrift vernietiging der schatting kan vragen dat verzoekschriften, waarhij bezwaren worden ingebracht tegen de berekening van het bedrag per hectare wegens aftrek voor polderlasten, op ongezegelcl papier geschreven, binnen gelijken termjjn, portvrjj behooren te worden bezorgd bij den Voorzitter der Commissie, den heer E. ER- MERINS te AlIDDKliHlRGdie daarvoor een gedagteekend ontvangbewijs geeft dat bezwaarschriften en verzoekschriftenniet ingezonden op de wijze of binnen den termijn hierboven bepaaldnaar de wet buiten behande ling blijven. Te Philippine, 27 Juni 1888. De Burgemeester voornoemd, I, B, DHOOGE.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1888 | | pagina 3