N°. 146. 131' Jaargang. 1888. Vrij da 22 Juni. cr Middelburg 21 Juni Onderwijs. Gemeenteraad van Middelburg. Dit blad verschijnt d a g e 1 ij k s met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per 3/m. franco 2. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent. Advertentiën; 20 Cent per regel. Geboorte-, Trouw-, Doodberichten, enz.: van 1-7 regels ƒ1.50; iedere regel meer ƒ0.20. Groote letters worden berekend naar plaatsruim te. MIDDELBIRGSCHE COURANT. Agenten te Vlissingen: P. Gr. de Yey Mestdagh Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: P. van deb Pexjl, te Zierikzee: A. C. de Moon en te Tholen: W. A. van Nieuwenhuijzen. Verder worden door alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aangenomen; en nemen ook het algemeen advertentiebureau van Nijgh van Dithab te Rotterdam, en de firma B. van der Kamp te Groningen, voor de Noordelijke provinciën, annonces aan. Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube Cie., John F. Jones, opvolger. De benoeming van den heer mr C. Pijnacker Hordijk tot gouverneur-generaal vanNederlandsch- Itidië zal zeker voor velen eene verrassing ge weest zijn. Tot dusver werd, zoover wij weten, zijn naam niet genoemdmaar waren het geheel andere personen, die met deze hooge waardigheid werden gedoodverfd. Do heer Hordijk was vroeger hoogleeraar in het burgerlijk recht aan de hoogeschool te Am sterdam en daarna professor in de geschiedenis van het vaderlandsch recht aan de universiteit te Utrecht. Door den minister Van Lijnden aangezocht de portefeuille voor hinnenlandsche zaken te aan vaarden, stond hij niet lang aan het hoofd van dit departement. Als opvolger van den heer Six trad hij den 9en Febr. 1882 als minister op om den 21en April 1883 weêr been te gaan. Hij deed zich daarbij echter kennen als een man van liberale beginselen, die alleen in de schoolkwestie een hijzonder standpunt innam, een standpunt dat echter later meer en^meer ingang heeft gevonden en waarvan hoofddoel was aan do bezwaren der tegenstanders van de openbare school te gemoet te komen. De heer Pijnacker Hordijk was gedurende zijn verblijf te Amsterdam eenigen tijd voorzitter van de kiesvereeniging Burgerpligt en van het hoofdbestuur der Maat schappij tot nut van 'f algemeen. Algemeen wordt hij dan ook geschetst als een man, niet alleen van groote en veelzjjdige talenten, van beproefde werkkracht en van een betamelijke nog niet door de jaren gedoofde eerzucht, maar bovendien een krachtige persoonlijkheid, die ge toond heeft regeertalent te bezitten. Uit dat oogpunt mag de keuze der regeering een goede heeten en doet zij deze eer aan, om dat zij hierbij toonde met onpartijdigheid gehan deld te hebben. Of de heer Pijnacker Hordijk echter een geschikt gouverneur-generaal wezen zal; wat hij als zooda nig zal doen ziedaar vragen waarop het verleden hoegenaamd niets ons biedt dat als leiddraad voor eenig antwoord -zou kunnen dienen. Wij moeten dus afwachten. Toen de heer Otto van Rees heenging hadden wij de zekerheid dat er iemand naar Indië ging met den toestand daar bekend, en vol vertrouwen zagen wij hem na. Helaasde verwachtingen, omtrent hem gekoesterd, zijn niet vervuld. Omtrent zijn opvolger kunnen wij geen ver wachtingen koesterenin ieder geval kan het dus meevallen. Yoor het overige hebben wij reden tot tevredenheid dat ten minste een man van liberale beginselen aan het hoofd van Indië wordt geplaatst en hopen wij dat hij, dezen beginselen tot eer en Indië tot zegen, moge werkzaam zijn in zijne nieuwe, zoo gewichtige betrekking. Dr Mackenzie kwam Woensdag uit Berlijn in Den Haag aan. Hij -werd afgewacht door twee zijner kinderen, die reeds Dinsdag daar waren. Zijne echtgenoote ging over Ylissingen naar Engeland. De dokter zag er vermoeid uit en zou niet lang in de hofstad blijven. Toekoe Neq, Radja Moeda Setia, hoelobalang van Merassa (groot Atjeh), is tot ridder van den Nederlandschen Leeuw benoemd. Het Vaderland brengt deswege hulde aan den minister van kolo niën, Kenchenius, omdat Merassa van alle hoofden in Atjeh ons het getrouwst, ook met raad en daad terzijde stond. Het maakt de opmerking, dat der gelijke waardeering van vrienden van eene hetere staatkunde getuigt, dan de vaak gevolgde, waar door wij hoofden, die ons niet ongenegen waren, van ons vervreemdden, terwijl wij, door gebrek aan kennis van locale verhoudingen, soms wettige hoofden van ons hebben afgestooten en avonturiers in hunne plaats hebben gesteld. Volgens het Vad. kan spoedig de indiening der voogdijwet aan de Tweede kamer der staten- generaal worden verwacht. Het ontwerp is gereed en zal dezer dagen aan Z. M. den koning ter goedkeuring worden aangeboden. Onder de passagiers, Jdie heden middag te 12 uren met den sneltrein te Vlissingen arri veerden en met de mailboot Duitsehland van de maatschappij Zeeland, kommandant S. Brouwer, de reis naar Engeland voortzetten, bevond zicb ook sir Henry Ponsonby, secretaris van H. M. de koningin van Engeland. De heer F. Domela Nieuwenhuis is nn door eenige verveners per aangeteekenden brief uitge- noodigd tot eene vergadering - tijdstip door hem zelf te bepalen waarin hij dan duidelijk zal maken, hoe een vervener per dag 98.40 verdienen kan als hij 60 trekkers aan 'twerk heeft. De le luit. J. C. F. van Wagtendonk, van het 2e hat. 4e reg. inf. te Leiden, is overgeplaatst bij het 3e bat. van dat korps te Haarlem. Volgens een Reuter-bericht uit Berlijn is prinses Marie van Saksen-Altenburg, vroeger weduwe van prins Hendrik der Nederlanden, aan een buikvlies- ontsteking lijdende, welke weinig hoop op herstel meer laat. Hare moeder, de prinses-weduwe Frie- drich Earl van Pruisen, en haar broeder, prins Leopold, zijn op het slot Albrechtsburg aange komen. Naar het Dagblad verneemt, heeft Z. M. de koning mr J. Heemskerk Az., oud-minister van hinnenlandsche zaken, benoemd tot lid van den raad van state. Door den gemeenteraad van Schoondijke is tot hoofd der openbare school te Sasput benoemd de heer I. J. de Groote, tot dusver onderwijzer aan de openbare school in de kom dier gemeente. Vergadering van Woensdagmiddag te een uur. (Slot). Naar aanleiding van het adi es van den veerman van de kanaalpont M. de Vos, waarbij bij ver hooging van jaarwedde verzoekt, deel en burg. en weth. mede dat zij geen vrijheid vinden die ver hooging voor te stellen. Mocht zeggen burg. en weth. afwijzing van zijn verzoek tengevolge hebben dat hij zich tot bediening van het veer niet langer bereid verklaarde en dan in zijne plaats niemand op die jaarwedde zijn te bekomen, dan zou er wellicht wel reden bestaan om het veer, als zijnde van te weinig belang, op te heffen. De 'heer P. G. Sprenger kan zich zeer goed vereenigen met het voorstel van burg. en weth., maar vindt het nuttig in deze vergadering tegen te spreken de bewering, in het adres geuit, dat het gebruik der baden in de Zwem- en Badin richting afneemt wat niet het geval ishet aantal baden is integendeel belangrijk grooter geworden. De heer Ermerins wijst er verder nog op dat Yos indertijd de bediening van het beurtveer op zich genomen heeft, toen er nog geen Zwemschool was, zoodat ook al ware de bewering juist, het toch niet aangaat zich op vermindering van het aantal baden te beroepen. Conform het voorstel van burg. en weth. wordt zonder hoofdelijke stemming besloten. Naar aanleiding van het in eene vorige zitting in handen van burg. en weth. gestelde adres van den onderwijzer C. Kamermans, waarin hij eer vol ontslag en pensioen verzocht, deelen burg. en weth. mede dat de heer Kamermans werkzaam was bij het herhalings-onderwijs en het ontslag door het bestuur der godshuizen dient te worden verleend. Evenzoo zou pensioen, indien de raad dit mocht willen toestaan, uit de kas der godshuizen dienen betaald te worden. Burg. en weth. stellen voor het geven van ont slag aan het bestuur der godshuizen en het col lege van dag. bestuur over te laten en het laatste te machtigen genoemd bestuur der godshuizen uit te noodigen aan adressant een pensioen van 50 'sjaars toe te kennen. De heer Schorer vraagt ook met betrekking tot de voordracht voor pensioen inlichtingen, nl. het aantal dienstjaren van adressant. De voorzitter deelt mede dat het aantal dienst jaren 55 bedraagt en dus grooter is dan de verordening eischt. Zonder verdeve discussie wordt het voorstel van burg. en weth. aangenomen. Naar aanleiding van een schrijven van den voorzitter van het bestuur der brandweer, waarbij deze den raad kennis geeft dat in het belang der orde bij de brandweer vernieuwde vaststelling en wijziging van de verordening op de brandweer noodig is, stellen burg. en wetb. voor die ver andering aan te brengen. De heer Schorer vindt in dit voorstel aanlei ding om te wijzen op art. 32 der verordening, waarin bepaald is dat de opper-brandmeester en diens adjunct relaas kunnen opmaken van over treding der verordening. Hij stelt voor eene wijziging aan te brengen, waardoor, aan ieder afzonderlijk het recht wordt toegekend het relaas op te maken. De heer Tak deelt, op eene desbetreffende vraag van den voorzitter, mede dat de processenverbaal steeds werden opgemaakt na een besluit van het bescuei'doordenopperbrandmeester en zijn adjunct. De heer Schorer betoogt, naar aanleiding van deze médedeeling, uit een rechtskundig oogpunt, in het breede de wenscbelijkheid van de aanne ming van zijn voorstel. De heer Tak licht op grond van de ondervin ding, door hem als voorzitter van de brandweer opgedaan de zaak toe. Hij schetst breedvoerig hoe bij de opmaking van processen-verbaal bij de brandweer wordt gehandeld en toont aan dat daarbij de meest strikte rechtvaardigheid wordt in acht genomen. Het amendement van den heer Schorer wordt alsnu in stemming gebracht, met algemeene stemmen aangenomen en de gewijzigde verordening in het algemeen op gelijke wijze vastgesteld. Ten aanzien van het in eene vorige vergade ring in handen van burg. en weth. gestelde adres van D. J. Pennock, stellen burg. en weth. voor aan adressant tot wederopzegging eenjaar- lijksch subsidie van ƒ100 toe te kennen, mits zijn ontsmettingsoven in exploitatie gebracht zij en burg. en weth. gebleken is dat lo. de inhoud van den oven voldoende zij om een matras of bed met toebehooren gelijk te kunnen ontsmetten 2o. de warmtegraad in het binnenste van de te ontsmetten voorwerpen daarmede tot minstens 100° Celsius kan stijgen 3o. de ontsmetting niet meer dan twee uur vordert 4o. de voorwerpen droog uit den oven kunnen verwijderd worden, zonder daarbij te hebben ge leden. Yerder wenschen burg. en weth. aan de toe kenning van het subsidie nog de voorwaarden verbonden te zien. a dat, ter beoordeeling van de vraag of de oven steeds aan bovengenoemde eischen blijft vol doen, ten allentijde uitoefening van contröle door of van wege bet gemeentebestuur zij geoorloofd. b dat voor het met den oven ontsmetten niet meer in rekening worde gebracht dan een door burg.''en weth. vastgesteld tarief voor particu lieren en voor de gemeente. De heer J. A. van Hoek verklaart zien met dat voorstel niet te kunnen vereenigen. Wanneer in het belang der gemeente zoodanige oven noodig is, dan dient de gemeente zelf de exploitatie op zich te nemen en wil zij dit niet, dan moet zij geen subsidie geven aan een bepaald persoon maar iedereen in de gelegenheid stellen naar die subsidie te dingen. De heer Van Berlekom toont aan dat de des- infecteerinrichting te Middelburg, die zeer ge ringe kosten eischt, beter is dan ergens elders. Eu is een korps desinfeeteurs en er ontbreekt niets meer dan een naar de eischen des tijds in gerichte oven. De heer Pennock heeft zich veel moeite en veel kosten getroost om in die behoefte te voorzien en, ofschoon hij een vrij goeden oven had, zich bereid verklaard een oven zooals ver langd wordt in te richten. "Waar exploitatie van een oven door de gemeente ontzaglijk veel kosten medebrengen zou, acht de heer Van Berlekom het alleszins in het belang der gemeente het voorstel van burg. en weth. aan te nemen. De heer Jeras vraagt of het den heer Van Ber lekom hekend is of nog andere inwoners plan hebben eene inrichting te maken als door den heer Pennock bedoeld. Zoo ja, dan zou spreker met het idee van den heer Van Hoek kunnen meegaan, zoo niet, dan zou hij voor het voorstel van burg. en weth. stemmen. De heer Van Berlekom antwoordt dat dit hem niet bekend is. Met algemeene stemmen, uitgenomen die van de heeren Snijders en Van Hoek, wordt het voor stel van burg. en weth. aangenomen. Hierna komt ter tafel het rapport der commissie van fabricage betreffende het adres van J. J. Brandt cs. omtrent den afvoer van vuil uit de Achtergracht. De heer Van Hoek geeft in overweging de behandeling van dit lijvig stuk, waarmede nog niet alle leden van den raad hebben kennis ge maakt, aan te houden. De heer Van Berlekom stemt niet die meening in en geeft in overweging intussclien een afschrift ervan te verzenden aan den inspecteur van het geneeskundig staatstoezicht en de gezondheids commissie. De heer Tak wenscht ook uitstel van behan deling, doch acht het onnoodig dit nu reeds in handen te stellen van den geneesk. inspecteur. De heer De Ligny wenscht eveneens uitstelhij zou echter ook gaarne de meening van den geneesk. inspecteur hooren. De heer F. G. Sprenger geeft in overweging de conclusie voor te lezen, waartegen sommige leden zich verklaren, doch waarmede de meerderheid genoegen neemt. Door den voorzitter wordt alsnu de vraag ge daan of de raad het stuk verlangt te stellen in handen van den inspecteur en van de gezondheids commissie. De heer F. G. Sprenger verdedigt dit idee, dat door den heer Tak bestreden wordt. Die bestrijding rust vooral hierop dat de mee ning van den inspecteur en de gezondheids-com missie voldoende bekend is. Zij beiden zullen met kracht opkomen tegen bodem-verontreiniging en met het vragen van hun advies geeft de raad de beslissing uit zijne handen. Vragen beide autoriteiten inzage dan is er geen bezwaar hun de noodige inlichtingen te geven, maar die hun te vragen acht spreker niet noodig. De heer Van Hoek sluit zich aan hij de meening van den heer Sprenger. Hij voegt daaraan toe, dat, ofschoon hij gaarne hun advies wenscht in te winnen en hoeveel waarde hij ook hecht aan voorlichting van deskundigen, toch z. i. zulk een advies niet bindend voor den raad is. De heer Jeras vereenigt zich met de toezending aan de genoemde autoriteiten, maar vraagt of het ook niet wenschelijk is den gemeente-bouw meester te verzoeken eene raming van kosten op te maken. Op die manier zou z. i. de zaak het spoedigst rijp voor behandeling zijn. Met algemeene stemmen, uitgezonderd die van de heeren Tak en Den Bouwmeester, wordt besloten de stukken aan de genoemde autoriteiten te verzenden. Alsnu komt ter tafel het voorstel van burge meester en wethouders betreffende de Duinwater leiding. Dit is in zijn geheel opgenomen in het Bij voegsel tot de courant van gisteren. Na voorlezing ervan vraagt de voorzitter in de eerste plaats, hoe de raad denkt over de kwestie met de gemeente Serooskerke, in verhand met de in het voorstel gegeven inlichtingen. De heer Hoogerwaard wijst erop dat de buizen leiding voor de waterleiding niet door het dorp komt maar daarvan 200 meter afblijft. Be halve de 500 M3 water en de brandkranen, die Serooskerke eischt, zal dus de gemeente Middel burg ook nog de kosten eener buizenleiding naar het dorp moeten dragen. Dit is nog al bezwaarlijk voor Middelburg en verschilt heel wat bij de voorwaarden die St. Laurens stelt. En toch meent spreker staan beide gemeenten gelijk, want waar de wegen onder Se rooskerke niet door die gemeente maar door de aanpalende gebruikers worden onderhouden, wor den te St. Laurens de wegen door Walcheren onderhouden. De eisch van Serooskerke, wat het water be treft, besomt een bedrag van 200 'sjaars, zonder te spreken van het onderhoud der buis leiding in de kom dier gemeente. Spreker heeft op die gronden bezwaar den eisch van Serooskerke in te willigen. De voorzitter geeft aan de hand van het rap port breedvoerige inlichtingen. Vooral wijst hij erop dat het van belang is met den beheer der van den weg, hier Serooskerke, op goeden voet te blijven, ook met het oog op later mogelijke ont eigening. Hij pleit daarom op billijkheidsgrond in de eerste en op utiliteitsgrond in de tweede plaats voor inwilliging van den eisch. De voorzitter stelt tevens in het licht dat de verhouding tot St Laurens eene andere is dan die tot Serooskerkede eerste is belast met de con tröle, de tweede met het beheer van den weg. De heer Tak vraagt nog eene inlichting, nl. over de kosten der buizenleiding naar de kom van het dorp Serooskerke. De voorzitter kan geen som noemen doch ver zekert dat die kosten gering zullen zijnde leiding zal slechts over een 150 meters loopen. De heer Tak bespreekt verder nog de hoeveelheid water die door Serooskerke wordt geëischt en verdedigt de meening, door de commissie van fabricage in haar rapport nedergelegd. Hij bestrijdt verder nog de billijkheid van den eisch van Serooskerke, die van den aanleg vol strekt geen last heeft, en ontveinst het niet dat die eisch zijne sympathie niet heeft. Een ander bezwaar is nog de contröle over het door Serooskerke te gebruiken water. Moet daar een controleur voor aangesteld worden of hoe moet uitgemaakt worden of die gemeente haar deel heeft De heer Tak wijst er nog op dat Vrouwepolder, St. Laurens en het kroondomein niet een derge- lijken eisch hebben gedaan en toont de mogelijk heid aan dat ook tal van andere eigenaars, wier medewerking noodig zijn zaleveneens hunne eischen stellen kunnen. De voorzitter antwoordt dat contröle op het te leveren water wel mogelijk zijn zal en deelt de vrees niet dat andere eigenaars bezwarende eischen zullen stellen. Daarna wordt de vraag in stemming gebracht of de eisch van Serooskerke zal worden toegestaan. Met 11 tegen 6 stemmen wordt in ontkennen- den zin heslist. Voor stemden de heeren Erme rins, Van Berlekom, Van der Harst, A. P. Snouck Ilurgronje, Schorer en Van Hoek. In de tweede plaats komt in bespreking de kwestie van buur of onteigening van de peucee- len grond in de gemeente Serooskerke. De heer Tak zegt dat, waar hij de houding van Serooskerke gispt, hij hier aanleiding vindt hulde te brengen aan de familie Lantsheer en Van Oudheusden, voorde vrijgevige wijze, waarop zij zich bereid verklaard hebben de gemeente van dienst te zijn. De heer J. A. van Hoek wenscht zich aan te sluiten bij hetgeen door den heer Tak is gezegd maar zou gaarne zien dat de termijn, die bepaald is, van 25 op 100 jaar kon worden gebracht. Hij vermoedt niet dat bij die eigenaren, die ge toond hebben de zaak zoo in de ha,nd te willen 1 werken, daartegen bezwaar zal bestaan,

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1888 | | pagina 1