N\ 143. J31s Jaar<?anp>. 1888. Dinsdag 19 Juni. BEKENDMAKINGEN. Middelburg 18 Juni, Dit blad verschijnt d a g e 1 ij k s, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per 3/m. franco 2. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent. Advertentiën; 20 Cent per regel. Geboorte-, Trouw-, Doodberichten, enz.van 1-7 regels/1.50; iedere regel meer ƒ0.20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Brieven uit de Hofstad, MIDDËLBIRGSCHE COURANT. Agenten te Vlissingen: P. G. de Vet Mestdagh Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: F. van der Peijl, te Zierikzee: A. C. de Mooij en te Tliolen: W. A. van Nietjwenhuijzen. Verder -worden door alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aangenomen; en nemen ook het algemeen advertentiebureau van Nijgh van Ditmar te Rotterdam, en de firma B. van der Kamp te Groningen, voor de Noordelijke provinciën, annonces aan. Hoofdagenten voor het Buitenlandte Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Datjbe Cie., John F. Jones, opvolger. GEMEENTERAAD. De burgemeester van Middelburg maakt bekend, dat op Woensdag den 20 Juni 1888, des na middags te 1 uur, een openbare zitting van den gemeenteraad zal plaats hebben. Middelburg, den 18 Juni 1888. De burgemeester voornoemd, S CHOREE. 16 Juni 1888. Het behoort tegenwoordig tot »le bon ton''' dat iedere stad van eenige beteekenis zoo nu en dan eens een tentoonstelling heeft, en voor de Neder - landsche residentie is die overweging voldoende om er ook een tot stand te brengen. Hoe zou Den Haag kunnen achterblijven in iets, wat «ie bon ton" voorschrijft Zoo hebben wij dan nu ook een inrichting, die men tentoonstelling noemt. Maar evenals wij gewoon zijn te wonen in een vorstelijke residentie zonder vorstelijke residee- renden, worden wij nu gewend aan een tentoon stelling zonder tentoongestelde voorwerpen. Van de eene der twee afdeelingen, waaruit onze ex positie heet te zijn samengesteld, van de oude kunstnijverheid bemerkt men nog geen zweem. Het daarvoor bestemde gedeelte van het gebouw is nog steeds voor het publiek afgeslotenen dit hoort alleen, dat de commissie aan het werk is om alles daar in orde te brengen en te rang schikken. Wij troosten ons maar met de gedachte, dat het eene vaststaande gewoonte, ik zou haast zeggen »bon ton", is, dat een tentoonstelling nooit op den voor de opening hestemden tijd gereed is; hier hebben wij echter zelfs moeten ondervinden, dat dit tijdstip herhaaldelijk werd uitgesteld en toch blijkbaar nog te vroeg is aangebroken. Als nu de bezichtiging van de verschillende inzen dingen in die rubriek het lange wachten en geduld oefenen maar beloont! Daarvoor echter moeten zij er anders uitzien dan die van de nieuwe kunstnijverheid, wantdezebieden althans den leek weinig merkwaardigs aan. Nette ameublementen zijn bij tal van stoffeerders hier in rnime mate voorhanden en liefhebbers of gega digden behoeven daarvoor niet naar deze tentoon stelling te gaan. Sierljjk drukwerk kunnen wij in onze drukkerijen ook te zien krijgen, niet minder dan in de uitstalling in den «Koekamp"; fraaie handwerken geeft «Tesselschade" ook te aanschouwen, nog gezwegen van andere dergelijke winkelsvoor teekeningen naar pleister en enkele studiën in olieverf behoeft men niet de producten van leerlingen te zien, die hier een groote wand vlakte innemen. Op een tentoonstelling verlangt men het schoonste in iedere soort te zien, niet welke vorderingen de leerlingen van de een of andere school hebben gemaakt. En hadden die teekeningen en olieverfjes dan nog maar iets te beteekenen, maar och, het is zoo dunnetjesheel aardig vinden wij ze als onze kinderen er zelfvol daan mede tehuis komen, maar de bewondering door anderen is dan waarlijk niet om het schoone, enkel om de kleinen niet te zeer te ontmoedigen. Ik zou gaarne in dit opzicht doen alsof de jeug dige teekenaars allen mijn kinderen Vhren, maar nu de proeven eenmaal op een tentoonstelling als deze hangen kan dat »heel aardig" mij niet uit den mondnu komt geen vergoelijking te pas als de vervaardigers werkelijk mijn kinderen waren (de hemel beware mij voor zoo'n gevalletje zouden die dingen daar niet hangen, of ik moest het laatste greintje van mijn vaderlijke macht verbeurd hebben, dat verzeker ik. Wat uitstekend is op deze tentoonstelling is wat de natuur haar gegeven heeft, altijd door tusschenkomst van het domein-bestuur, nam. het terrein. Het ritje onder die hooge, dikke hoo rnen is waarlijk eenig voor een tentoonstellings terrein, en men zou de Marker-familie benijden, aan wie het gegund is daar de zomermaanden door te brengen. Wat moet het dien menschen vreemd zijn na afloop der expositie weer op hun eiland midden in zee terug te keeren te midden van de visschersbevolking, waartoe zij zelf be- hooren. Zij zullen dan wel wat ontwend zijn aan het leven en werken, dat hen daar weer wacht, althans wanneer zij in alles zoo de steedsche ge woonten gaan volgen als dezer dagen in een enkel opzicht de reusachtige, breedgeschouderde Mar- kervisscher, hoofd van het tentoongestelde" ge zin, deed, dien ik heel kalm een fijngerolde cigarette in de plompe handen zag nemen en oprooken. De man had te voren misschien nooit een cigarette gezien Geen wonder zon het zijn als, dat schaduwrijke plekje voortdurend druk bezocht werd, te meer daar er iederen middag eene muziekuitvoering wordt gegeven, maar toch is dat niet het geval. Onze Hagenaars schijnen daar niet aan te willen misschien is het niet in overeenstem ming met le bon ton Het Kurhaus daar behoort de beau monde te huis en daar gevoelt deze zich op zijn gemakal wat daarbuiten ligt heeft niet veel te beduiden. Dat het Kurhaus geen schade lijdt door de tentoonstelling, daarvoor heeft dan ook onze wijze regeering gezorgd. De vorige minister van financiën had als hoofd van het domeinbestuur zelfs alle avond-vermakelijkheden op het tentoonstellingsterrein verboden; de nieuwe heeft echter, blijkbaar in de overtuiging, dat er geen redelijke grond bestond voor dat verbod, ten minste niet een, dien men openlijk kon noemen, toestemming gegeven voor twaalf avond-concerten. De beperking tot dat getal toont intusschen nog duidelijker aan dan het absoluut verbod, dat er geen reden voor de weigering van volkomen vrijheid van het comité te vinden is, maar dat beweegredenen, geheel vreemd aan de tentoon stelling zelve, hier in het spel zijn. In hoeverre evenwel de minister van financiën geroepen is om het Kurhaus te beschermen, is een vraag, waarop ik het antwoord moet schuldig blijven. Zeer terecht heeft dan ook de voorzitter van het comité de weinige medewerking van autoriteiten, zoowel rijks- als gemeente-ambtenaren, bij allen voortspruitende uit dezelfde liefde voor het Kur haus, ter gelegenheid van de ofiicieele opening aan de kaak gesteld. Wie weet of de man daar door niet alle kans op een lintje, dat hem anders zou zijn ten deel gevallen, heeft verspeeld, tenzij het lintje als een middel tot verzoening dienst moet doen, gelijk de leeuw, 'die dezer dagen aaa den Atjehschen radja werd toegekend. Zou daarin soms het geheime middel van den heer Keuchenius tot beëindiging van den oorlog op Sumatra schuilen, waarover eenigen tijd geleden zooveel gesproken is In elk geval zijn wij benieuwd het middel te zien aanwenden de heer Keuchenius is het aan zichzelf en aan Nederland en zijn koloniën verplicht het niet ongebruikt te laten, nu hij in de gelegenheid is gesteld het te beproeven. Twee van de allerhoogste staatsambtenaren, den voorzitter van de Tweede kamer en den minister president, worden dezer dagen verwijten toege voegd, die voor hen minder aangenaam zijn. In prent en schrift wordt de heer Beelaerts lastig gevallen over het blijven waarnemen van de be trekking van minister-resident van de Transvaal, waartegen ik eenige weken geleden onmiddellijk na zijne benoeming tot president der kamer, reeds eenige bedenkingen maakte. Sedert heeft jhr Bee laerts zich ontdaan van een paar lastpostjes, die alleen werk doch geen geld geven, haantjes die de voorzitter der kamer er echter best hij kan waarnemen zonder iemand te ergeren. Intusschen kan ik begrijpen dat hij zeer veel hecht aan het minister-residentschap, omdat hij met hart en ziel den geboortegrond van zijn onlangs overleden vader liefheeft. Maar waarom blijft hij steeds referendaris op non-activiteit in het genot van het halve tractement? Die betrekking tot een departement past niet aan den voorzitter dei- kamer, en om bij eventueele niet-herkiezing een goed heenkomen te hebben behoeft die betrekking nu niet langer te worden onderhouden, want de ex-voorzitter kan toch bezwaarlijk weer onder den Becretaris-generaal, zijn vroegeren collega als refe rendaris, en onder den minister, zijn vroeger mede lid, komen werken. Het minister-residentschap is daarenboven feitelijk onvereenigbaar met het ambtenaarschap aan een ministerie wat zou zulk een ambtenaar dikwijls verlof moeten vragen om dan naar deze, dan naar gene hoofdstad van Europa of Amerika te reizen ter vertegenwoor diging van de Transvaal. Dat verlof vragen alleen is wel wat vernederend voor een minister-resident. En wat de zaak nog erger maakt is, dat de heer Beelaerts niet enkel het hem toekomende tracte ment opsteekt, dat anders toch in het vat der Danaïden, dat men 's rijks schatkist noemt, zou verdwijnen, maar tevens de naar zijn rang bere kende leges genietdeze toch onthoudt hij daar door aan de andere ambtenaren, voor wie de portiën grooter worden naarmate er minder deel- genooten zjjn. En waarom blijft de kamer-president steeds nog rentmeester van de «stichting Renswoude", waardoor hij jaarlijks ongeveer veertienhonderd gulden trekt Het behoud van dit postje van ondergeschikten aard en het niet afstaan van de ongeveer tweehonderd gulden aan leges naast het öedaaken voor het eervolle lidmaatschap der staatscommissie tot herziening van het Wetboek van Koophandel, doen vermoeden, dat het voor namelijk om de geldelijke voordeelen te doen is bij deze combinatie van ambten en bijbaantjes. Wel heeft de heer Beelaerts door huwelijk en opvolgende erfenissen een niet onaanzienlijk for tuin, wat o. a. hieruit blijkt, dat hij van zijne nu overleden schoonouders enkele jaren geleden een fraai huis ter waarde van een halve ton ten geschenke kreeg, hetwelk hij sedert bewoont, doch dat hij niet af keerig is van geldelijke voordee len heeft hij getoond, door zich, hoewel niet bij het Nederlandsche hof geaccrediteerd zijnde, te beroe pen op zijn diplomatieke waardigheid ten einde vrijdom van belasting te verkrijgen, welke poging intusschen niet is gelukt. Het ware voor den heer Beelaerts zeiven en voor de eer van ons land, voor zoover die door een voorzitter dei- kamer behoort te worden opgehouden, te wen- schen dat hij een einde maakte aan den vreem de toestand waarin hij verkeert en die zelfs in buitenlandsche bladen besproken wordt. De grief tegen den minister Mackay, bestaande in de benoeming van mr Krabbe tot hoofd-eom- mies aan zijn departement, is minder juist. Het is toch onwaar, dat hierdoor uitgaven voor dat departement worden verhoogd. De vroegere referendaris mr Arntzenius had een tractement van minstens ƒ3400; de commies mr van Idsinga trok ƒ2200 bezoldiging; de adjunct-commies Yan Gelder, die nu oommies is geworden, had een jaarwedde van ƒ1900, terwijl de tot adj.-commies bevorderde klerk 900 'sjaars ontving; tezamen trokken zij dus ƒ8400. Nu geniet mr Yan Idsinga als referendaris ƒ2800, de hoofd-commies Krabbe ƒ2400; de oommies Yan Gelder ƒ2000 en de nieuwe adj,-commies ƒ1200, makende samen ook 8400. Het is waar, men had kunnen bezuini gen door ter vervanging van den heer Van Idsinga een in de rechten gepromoveerden adj.- commies aan te stellen, maar dan zou deze, die toch bij afwezigheid van den referendaris als sous-chef der afdeeling zou moeten optreden als dan de eenig gegradueerde, in een zeer valsche verhouding staan tegenover de beide commiezen, die niet geschikt zijn deze belangrijke afdeeling te besturen, maar toch moeilijk onder een amb tenaar van lageren rang zouden kunnen werken. En al had men den heer Van Gelder niet bevor derd, dan zou er nog altijd éen commies zijn geweest, en dus zou dan die toestand dezelfde zijn gebleven, maar bovendien had de heer Van Gelder, die sedert 1875 adj.-commies was, wel recht op promotie. Door de benoeming van een nieuwen commiss zonden die moeilijkheden ook niet zijn opgelost, want dan zouden toch de ouderen onder den jongere hebben moeten staan, welke toe stand evenmin gewenscht is. Daarenboven zou men op die wijze slecht s het bedrag van 400 hebben bespaard. Ik mag dezen brief niet eindigen zonder de volgende mededeeling. In mijn vorigen schreef ik omtrent de kwestie van het Nederlandsch tooneel: «Zoolang niet de voornaamste schouwburgdirectien mijne inlichtingen uitdrukkelijk onwaar verklaren, blijf ik voor mij die als juist aannemen. Laat men, met zijn naam er onder, verklaren, dat geen voorstel, als door mij werd bedoeld, is gedaan dooi de directie van het Nederlandsch tooneelIk sprak zoo, omdat mijne inlichtingen afkomstig waren van iemand, die aan het Nederlandsch tooneel lang niet vreemd is. Dezer dagen ontving ik de - vol gende verklaring«Met mijn naam er onder ver klaar ik u, dat geen voorstel als door u werd bedoeld, gedaan is door de ditertie van het Nederl. tooneel (was get.) Van Sorgen, lid en secr. v. d. raad van beheer der K. V. het Nederl. tooneel.' Eén van de directiën heeft alzoo aan mijne op roeping voldaan, en ik neem de verklaring gaarne als geheel naar waarheid aan; dit spreekt van zelf met het oog op de onderteekening. Als nu de andere directiën het gegeven voorbeeld volgen, dan is de zaak in orde, en blijkt mijn zegsman geheel verkeerd te zijn ingelicht. Tot dusverre nog bestaat de mogelij kheid dat hij alleen dwaalde omtrent den oorsprong van het voorstel, en dat dit door eene andere directie is gedaan, wat weinig verschil zou maken, omdat het mij te doen was om het feit, door wien ook gepleegd, niet om den raad van beheer van het Nederl. tooneel iets onaangenaams te zeggen. Het verheugt mij t dat deze het fraaie voorstel niet deed, en ik wil ook aannemen, dat de verklaring geen ruimte laat voor het vermoeden, dat hij het, toen het door een ander gedaan werd, heeft aangenomen. Zoo iets mag men na deze verklaring niet meer aannemen. Bij kon. besluit is den heer jhr. mr. A. P. C. van Karnebeek oud minister van buitenlandsche zaken een pensioen verleend van ƒ4000 aan mr C. H. B. Boot, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend als lid van den raad van state, met dankbetuiging aan den gewezen eerste-luitenant F. J. Raebel, bij vernieuwing een tijdelijk pensioen ten bedrage van ƒ450 'sjaars voor den tijd van vijf jaren toegelegd. Dinsdag verleent de minister van justitie geen audiëntie. De luitenant ter zee der 2de klasse F. J. Stam wordt met 1 Juli aanstaande gedetacheerd in de maritieme directie te Willemsoord. De officier-machinist der 2de klasse J. L. Ver meer wordt met den 26sten dezer geplaatst hij den torpedodienst in de maritieme directie te Willems oord. Bij circulaire no. 57 van gedeputeerde staten van Zeeland wordt aan de gemeentebesturen in Zeeland medegedeeld dat de gemeenteraad van Aagtekerke besloten heeft tot afschaffing der kermis, aldaar jaarlijks gehouden wordende op Vrijdag na 24 Juni. Zoo tegen die afschaffing, in het belang eener gemeente, bezwaar mocht bestaan, verzoeken Ged. staten dat aan hen voor het einde dezer maand te willen mededeelen. De gemeenteraad van Middelburg houdt a. Woensdag, des namiddags te 1 uur eene open»! bare vergadering, tér behandeling der onderstaande zaken Adres L. de Man om eervol ontslag als hoofd van school Cadres P. G. de Jager, hoofd van school A om overplaatsing naar school C; adres J. Snoep om te worden benoemd tot makelaar in goederenvoorstellen van burg. en weth. tot onderhandsche verhuring van eene welput en va* een stukje gemeentegrond bij den Nieuwlandschen straatweg, van het ijklokaal en van grond bij de loskadetot uitgifte in erfpacht van grond bjj den Kinderdijk achter perceel P 103tot af- en overschrijving gemeente-begrooting 1887 en op die der godshuizen 1887. Verder is aan de orde de vaststelling der rekening burgerlijk armbestuur der gezondheids commissie voor 1887 van het kohier der honden belasting 1888van staten oninbare posten hondenbelasting 1885 en inkomstenbelasting 1887. Nog komen ter tafel voorstellen van burg. en weth. omtrent den dienst bij de brandweer van D. van Eikeren, B. Verhagen en A Jongepier. Voorts komen in behandeling voorstellen van burg. en weth. omtrent een verzoek van G. J. van Enst om vergunning tot plaatsing van een camera lucida op de Groote Markttot het doen van eenige werken aan de burgeravondschool betreffende een verzoek van M. de Vos, veerman bij de kanaalpont, om verhooging van jaarwedde betreffende een verzoek van C, Kamermans, onder wijzer aan de weeshuizen om eervol ontslag en pensioen(zoo mogelijk) ter vaststelling eener gewijzigde verordening op de brandweerbetref fende een adres van D. J. Pennock om subsidie oprichting ontsmettingsovenbetreffende de duin waterleiding. Eindelijk wordt overgelegd een rapport der commissie van fabricage betreffende adres J. J. Brandt c. s: (afvoer van vuil achtergracht), ter wijl ten slotte zal worden overgegaan tot de benoeming van onderwijzeressen aan school D en school F. Door de uitgevers van het Zeeuwsch jaarboekje en Middelburgsche naamwijzer voor 1888, de heeren J. C. W. Altorffer alhier, is aan de gebruikers daarvan aangeboden eene opgaaf van de tegen woordige samenstelling van de heide kamers der staten-generaal en van de ministerieele departe menten, henevens eenige wijzigingenen verande ringen sedert de uitgave voorgevallen. Naar wij vernemen bestaan er plannen, om te beginnen met 1 Juli a., gedurende de zomermaan den, weder een dageljjkschen dienst te openen tusschen VlissingenAntwerpen v. v. Daarvoor zou het thans aan de kon. Maatschappij de Schelde te Vlissingen in reparatie zjjnde stoomschip Te legraaf II, in de vaart worden gebracht.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1888 | | pagina 1