N°. 139. 131® Jaargang1. 1888. Donderdag 14 Juni. De assistent-geneesheer. Middelburg 13 Juni. Dit blad verschijnt d a g e 1 ij k s, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per 3/m. franco 2. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent. Advertentiën; 20 Cent per regel. Geboorte-, Trouw-, Doodberichten, enz.van 1-7 regels 1.50; iedere regel meer 0.20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Bij deze courant behoort een BIJVOEGSEL, FEUILLETON. Onderwijs, Rechtszaken MIDDËLBIIRGSCHE COURANT. Agenten te Vlissingen: P. G. de Vey Mestdagii Zoon, te Goes: A. A.. W. Bolland, te Kruiningen: F. van dek, Peul, te Zierikzee: A. C. de Mooij en te Tholen: W. A. van Nieuwenhhijzen. Verder worden door alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aangenomen; en nemen ook het algemeen advertentiebureau van Nijgh van Ditmak te Rotterdam, en de firma B. van deb Kamp te Groningen, voor deNoordelijke provinciën, annonces aan. Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Datjbe Cie., John F. Jones, opvolger Naar aanleiding der verzekering van de regee ring in de openingsrede op.l Mei jl., dat »de nog steeds gedrukte toestand van den landbouw noopt tot een voortgezet onderzoek naar de middelen om die groote bron van onze volkswelvaart te ont wikkelen en 'te bevorderen," betoogt de Prov. Groninger Courant dat het geneesmiddel van dien toestand voor het grijpen ligt en geen voortgezet onderzoek vordert. Bescherming heeft de landbouw noodig. "Wel te verstaanniet de bescherming, die de heffing van graanrechten te bieden heet, in werkelijkheid niet verschaft. Belastingheffing ter ondersteuning niet van eenig publiek belang, maar van eenige weinige particulieren daarop komen de graanrechten neer en daarmede zijn zij veroordeeld. Neende bescherming, welke de landbouwer het recht heeft te eischen, is die tegen zijne onkunde. Onder het licht van al de gegevens, die het allerbelangrijkst rapport bevat, dat door de landbouwcommissie is ingediend aan de regee ring (waaronder eene nota, door den tegenwoor- digen minister van financiën mede onderteekend, waarin als een treurig feit geboekstaafd wordt, dat de vroeger hier bloeiende zuivelindustrie door de buitenlandsche is overvleugeld enkel tengevolge van onkunde), ontkent de Pr. Gron. Ct. de houd baarheid der stelling van het gouvernement, dat het middel tot opbeuring van den landbouw nog moet worden gezocht. Het middel is gcr itr'ISSP Het heet: landbouwonderwijs. Zal, vraagt meergenoemd blad, de belangrijke arbeid der landbouwcommissie monnikenwerk blijven In laatste instantie hebben de land bouwers zelve het antwoord op die vraag in hunne hand. Laten zij en allen, wien de kwijning van den landbouw aan het hart gaatbij de regeering aandringen op verwezenlijking van die voorstellen der commissie, die voor uitvoering rijp zijn. Laten zij daarbij toonen, dat het parti culier initiatief ernstig wil medewerken in deze richting. De petities aan de regeering om, op den grondslag van het rapport der landbouwcom™issie, de regeling van het landbouwonderwijs en vooral de verstrekking van wetenschappelijken raad aan de tegenwoordige landbouwers tot stand brengen moeten letterlijk toestroomen. Dat is de weg om te geraken tot het doel. Dat is bovendien het middel om de regeering te overtuigen, dat de protectionistische wind in het grootste deel van het land niet waait en dat de bevolking door drongen is van het besef, dat de staat de eigen krachtsontwikkeling van den individu in éen opzicht slechts kan maar ook tot eiken prijs steunen moetdoor verstrekking van goed, goed- Uit het Fransch. Door D' CHATELAIN. III. Toen de ziekenoppasser, die den assistent eiken morgen om zeven uur zijn ontbijt bracht, de kamer op kwam, sliep deze tegen zijn gewoonte nog heel gerust. »Is mijnheer ziek vroeg hij. »Ziek? Neen, ik heb laat opgezeten." Eensklaps stond het beeld der jonge zieke en de belofte, welke hij haar gedaan had, hem weer voor den geest. Het was een ernstige zaak, zeer ernstigHet meisje zal het nog slechts enkele dagen maken, dacht hijik zal spoedig mijn woord gestand moeten doen en hoe zal ik dat kunnen 't Is waar, de dooden weten niet, hoe men hunne wenschen nakomt gelukkig voor hen maar ik. heb mijn woord gegeven. Zonder er bij te denken, dat is waar. Als het nog een gewoon geval was, zou het gemakkelijker gaanmaar het is een belangrijk geval, de pro fessor zal er op staan om zelf de lijkschouwing te houden en hoe goed zijn hart voor de levenden is. voor de dooden kent hij geen medelijden; in zyne oogen is een lijk niets dan een verzameling van organen en als bij er een verwacht dat een belangrijke onthulling belooft, dan is het niet koop, onder ieders bereik vallend onderwijs. Dat deze regeering eens ontwaart, dat dergelijke overtuiging krachtig heeft post gevat bij het volk, heeft ook indirect en in ander opzicht zijne goede zijde. In de St. Crt. van heden is opgenomen een kon. besl. van den lOen dezer, houdende benoeming eener staatscommissie voor het voorbereiden dei- volgens alinea 2 van art. 181 der grondwet ge vorderde wet betreffende 's lands verdediging. Aan deze commissie is opgedragenhet instel len van een onderzoek naar, en het uitbrengen van een advies met betrekking tot, de wensche- lijke grondslagen voor de wettelijke regeling, welke ingevolge de tweede alinea van art. 181 der grondwet getroffen zal moeten worden. Aan haar wordt overgelaten, in haar aan den koning in te dienen verslag, nevens de hoofdbeginselen voor de vermelde regeling, zoodanige punten daarop betrekking hebbende, als zij meent dat daartoe in aanmerking kunnen komen, op te nemen en uit te werken. Zij zal aangaande alle zaken, waaromtrent zij niet eenparig oordeelt, bij meerderheid beslissen, des echter dat het den leden vrijstaat hun gevoelen, van dat der meer derheid afwijkende, in een afzonderlijk advies, te gelijk met dat der commissie, aan den koning te doen kennen. Aan de ministers van oorlog, van marine en van binnenlandsche zaken is op gedragen aan de commissie de noodige gegevens te verstrekken, welke zij, als hulpmiddel bij haar onderzoek en eventueel als richtsnoer bij de uit voering harer opdracht mocht wenschen te ont vangen. De commissie zal hare zittingen houden te 's Gravenhage, en zij zal voor de eerste maal door haren voorzitter worden bijeengeroepen. In de commissie zijn benoemd tot lid en voorzitterde minister van oorlog tot leden de heeren mr W. J. van Weideren baron Rengers en mr R. Mei vil baron van Lijnden, leden van de Eerste kamer der Staten-generaal A. E. Reuther, mr H. J. Brouwers, W. A. baron van der Feltz en W. Rooseboom, leden van de Tweede kamer der Staten-generaalJ. E. N. baron Schimmelpenninck van der Oye, adjudant des konings in buitengewonen dienst, kolonel van den grooten staf, benoemd lid van de Tweede kamer der Staten-generaalmr C. J. E. graaf van Bijlandt, lid der gedeputeérde staten van Zuid-Holland W. P. A. Mutsaers, lid der gedeputeerde staten van Noord-Brabant; mr C. J. Sickesz, voorzitter der Gelderseh-Overijselsche maatschappij van land bouw dr C. Bellaar Spruyt, hoogleeraar aan de gemeentelijke universiteit te AmsterdamH. G. Boumeester, adjudant des konings in buitengewo nen dienst, gepensioneerd luitenant-generaal van het Nederlandsch-Indische legerJ. M. van dei- Star, luitenant-generaal, chef van den generalen stafW. F. H. Cramer, schout-bij-nacht, directeur en commandant der marine te AmsterdamK. J. G. baron van Hardenbroek van 's Heeraartsberg en Bergambacht, adjudant des konings in buiten gewonen dienst, kolonel, commandant der dd. schutterij te 's GravenhageG. Kruys, kapt. ter gemakkelijk om het hem te betwisten. Hoe zal ik mij daaruit redden Zeer terneergedrukt door zijne overpeinzingen, begaf hij zich aan zijn werk, teneinde vóór de komst van den professor de ronde door de zalen te doen. Zijn eerste blik was natuurlijk voor no 12. »0, dokter," zei het meisje, »wat ben ik blij van u te zienik heb zoo heerlijk geslapen Zij scheen geheel veranderd. De spanning van 's nachts had plaats gemaakt voor een kalmte en ontspanning, eigen aan zieken die een be slissende crisis hebben doorgemaakt, hare oogen, gisteren nog schitterend door de koorts, zagen vriendelijk in het rond. »Heel goed, voelt gij u van morgen beter?'' »Ik voel niet of mijn gestel beter is, maar mijn gemoed is zoo kalm en ik heb van daag zooveel pleizier in de mooie bloemen, die de zuster daar op uw tafel gezet beeft. Gisteren wilde ik er niet naar zien." »Hebt gij ontbeten »Ja, een weinig." »Heel goed, na de les kom ik terug." Toen de professor, door zijne leeilingen gevolgd, bij no 12 kwam deed hij een uitroep van verba zing en zei »Maar zij is veel beter. Wat is er toch gebeurd Hebt gij dat gezien, mijnheer Rainal." »Ja, mijnheer. Gisteren was zij naar, heel naar en van ochtend vond ik haar zoo. Na middernacht heeft zij heel goed geslapen." zee en A. Kool, luit.-kolonel van den generalen staf. Aan de commissie zijn als secretarissen toege voegd de heerenL. F. G. P. Schreuder, hoofd- o.y-.nies bij het departement van binnenlandsche zaken en J. de Waal, kapt. van den generalen staf. Bij kon. besl. zijn benoemd: tot burgemeester der gem. Cadzand, J. Erasmus en tot burg. der gem. Zuidzande, A. J. Borghstijn. Uit Hoofdplaat meldt men ons De dorpsbestrating zal met de aangekochte 14000 keien worden voortgezet, niet in de Haven straat, waar de voorzitter de verharding het meest noodig oordeelde, noch in aansluiting van die van 1883, zooals de heer Weijnen wilde, maar op het minst noodige gedeelte van den Langeweg zoo besloot de raad op, voorstel van den heer Cammaert in zijne zitting van Dinsdag. Wegens den vorm, waarin aan het hoofd der school no. 2 50 werd verleend, hadden Ged. staten beden king tegen het besluit. De heer J. Pateer eischte overlegging van den aan burg. en weth. gerich- ten brief. Na raadpleging der wethouders, ver klaarde de voorzitter zich bereid dien ter tafel te brengen, doch niet op den eisch en in den vorm waarin hij gedaan werd, waartoe hij 's raads bevoegdheid betwistte. Nu wilde de raad erniets van weten. Ook^kan de secretaris zonder ver gunning van den burgemeester met verlof blijven gaan de misbruiken, waarop Ged. staten wezen, kunnen nu ook worden voorkomen, meende de raad. Vernietiging van zijn besluit door den koning staat dus in uitzicht. De bedenkingen van voornoemd college tegen de politie-verordening-Weijnen wilde de raad nog niet behandelen. Zes heeren hadden zich te dier zake tot Z. M. gewend en, naar men verzekert, nul op 't request ontvangen. Ten slotte verklaarde de burgemeester dat hij als lid van den raad zijn ontslag nam. Geslaagd als telegrafist de heer C. de Jonge, te Tholen. De landmeter 3e klasse W, Holthuizen te Assen wordt 1 September aanst. naar Brielle verplaatst. Blijkens het jaarverslag over 1887 van de Vereeniging tot voering van Schoolverzuim alhier was het aantal absolute schoolverzuimers 169 tegen 164 over 1886. Van dit groot getal be zochten echter de meesten de bewaarschool, zijn sommigen voor verschillende scholen aangegeven of hebben de school met bijna voldoend onderwijs verlaten, zoodat er slechts 16 overblijven, die be paald niet school gaan of nog niet school gingen, daaronder zijn 4 wier ouders bezwaar hebben tegen de koepokinenting, 4 die niet gevonden zijn, 3 waarvan de redenen onbekend bleven en 5 uit onwil of onverschilligheid der ouders. Dat er nog zoo weinig op 6-jarigen leeftijd school komen, ligt gedeeltelijk aan de vroegere bepaling van 7 jaar en gedeeltelijk aan het ver- »Pols bijna kalm," hernam de professor, »geen hartklopping, bijna normale ademhaling; de koorts veel minder het is ongeloofelijk zou onze behandeling nu reeds die uitwerking hebben En hij maakte van de gelegenheid gebruik om een geleerd vertoog te houden over een nieuwe wijze van behandelen van hartziekten en over de uitkomsten, die dit geval deed verwachten. De zieke, die dit alles aanhoorde kreeg bijna een guitigen glimlach om hare bleeke lippen en de assistent hield zich druk bezig met aanteekeningen in het boek te maken. Na de les keerde hij terug, ging bij haar bed zitten en vroeg allerlei bijzonderheden over haar gezondheid, haar woonplaats en haar opname in het gasthuis. Zij vertelde hem haar geschiedenis op gedempten toon, opdat de andere zieken het niet zouden hooren. »Ik ben twintig jaar," zei zij, »en ook sedert twintig jaar wees. Ik heb noch mjjn vadernoch mijn moeder ooit gekend, daar zij gestorven zijn toen ik nog heel klein was. Mijn gemeente zond mij eerst naar het weeshuis en besteedde mij, toen ik twaalf jaar oud was, bij boeren, waar ik met werken de helft van mijn onderhoud moest verdienen. Ik weidde de koeien, werkte op het veld, hielp in de keuken en op het erf. Aan goeden wil ontbrak het mij niet, maar het werk ging mijne krachten te boven en ik viel dikwijls in een hoek in slaap. Het voedsel dat ik kreeg verzadigde mij nietnooit vleesch, weinig melk, zuim of de onbekendheid om de kinderen op 6-jarigen leeftijd aan te geven. Dat er nog al enkelen de school verlaten vóór hnn 12e jaar om in huis cif bedrijf behulpzaam te zijn of iets te helpen verdienen zal niemand verwonderen, die met sommige zware gezinnen in bekrompen omstandigheden kennis gemaakt heeft. Op school A, hoofd de bner De Jager, bedroeg het percents gewijze verzuim dit jaar 0.374, tegen 0.502 in 1886. Op school B, hoofd de heer Nierse, was de per centage 0.287 tegen 0.54-9 in 1886. Op school C, hoofd de heer De Man, bedroeg het verzuim 1.5 tegen 1.15 in 1886. Ter verklaring van het hoogere percent, wat betreft school C dient dat de oorzaak daarvan ligt in het verzuim van enkele leerlingen. Op 1 Januari 1887 telde de vereeniging volgens het vorig jaarverslag 201 leden. Thans is hun getal slechts 194. Wij hopen, zegt het bestuur, dat dit cijfer bij een volgend jaarverslag veel gunstiger moge zijn en vele andere namen, die thans nog worden gemist, het aantal ruim ver- hoogen zal en ieder lid, dat door vertrek of over lijden werd verloren, minstens vijfvoudig vervan gen zal worden. Het bestuur eindigt zijn verslag in de over tuiging dat de gunstige resultaten vooral niet tot rust mogen brengen, maar dat voortdurende waak zaamheid en behartiging een even onmisbaar vereischte blijft, als de steun door toeneming van het aantal leden en vermeerdering der geldelijke bijdragen, want, zooals uit de rekening blijkt, het batig saldo vermindert jaarlijks en al spoedig is een »tekort" te wachten. De belooningen zijn reeds zooveel ingekrompen dat vermindering hierin onmogelijk wordt. Het eerst wat nu in aanmerking moet komen voor geheele of gedeeltelijke afschaffing zou de jaar- lijksche rijtoer zijn; en wie zou niet willen helpen om den trouwen schoolbezoekers dit groote genot te blijven verschaffen Ieder toch, die deze feest vierende schare bij vertrek of aankomst zag, of ergens onder weg ontmoette, kwam tot de innige overtuigingdat deze belooning tot haar recht kwamzeer gewaardeerd werd en daarom niet te missen of door niets geschiktst te vervangen is. »Steunt ons dus geachte begunstigersbe sluit het bestuur door uwe voortdurende hulp en helpt ons nieuwe leden werven en hier en daar de jaarlijksche bijdragen verhoogen Het helpen hier is een dankbare taakwant met cijfers kan men u aantoonen, dat er steeds vooruitgang is." Kantongerecht te Middelburg. Zooals wij gisteren meldden is o. a. zekere G. M. G., Middelburg veroordeeld tot 1 b. s. 1 d., en in de kosten, wegens het als bewoner van een gebouw in de gem. Middelburg zonder vergun ning van burg. en weth. verwijderen der faecaliën van een secreet op eene andere wijze dan door altijd aardappelen en veel brandewijn, waaraan ik mij niet kon gewennen, omdat mijn maag er door verbrandde. Ik had voortdurend honger en begon te stelen om dien te stillen Oniet veelAfgevallen vruchten die men voor de varkens kookte. Mijn meesteres merkte het, schold mij uit voor diefegge en zond mij terug naar mijne gemeente, zeggende dat zij zulk een slet niet kon houden, die aan niets dacht dan eten en slapen. Ik was toen ongeveer vijftien jaar en de gemeente zond mij naar een gesticht, waar men kinderen opvoedt die zich slecht gedragen. Daar kreeg ik ten minste ge noeg te eten en leerde een weinig lezen en schrijven. Toen ik zeventien jaar was nam een dame, die vaak het gesticht bezocht, mij bij zich als dienstmeid. In dat huis was ik gelukkig mevrouw was heel goed voor mijzij gaf mij veel goeden raad, leerde mij koken en daar zij alleen woonde, liet zij mij 's avonds hardop lezen, terwijl zij zat te werken. Mijn gezondheid werd daar veel beter en ik zou er wel mijn geheele leven hebben willen blijvenmaar ongelukkig stierf mevrouw, die reeds bejaard was, binnen weinige dagen aan een beroerte. Zoodra zij be graven was, betaalden hare erfgenamen mij een maand loon uit en zetten mij op straat. Daar ik geen ouders, geen vrienden, niemand had om mij te helpen begaf ik mij naar een verhuurkan toor van dienstboden en kreeg een dienst bij een bakker te D, een dorp op oenigen afstand van hier. Daar had ik het ook goed, de ouders waren

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1888 | | pagina 1