N9. 125.
131® Jaargang.
1888.
Dinsdag
29 Mei.
Middelburg 28 Mei,
Dit blad verschijnt d a g e 1 ij k s
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per 3/m. franco 2.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Advertentiën; 20 Cent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten, enz.: van 1-7 regels ƒ1.50;
iedere regel meer ƒ0.20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Bij deze courant behoort een BIJVOEGSEL,
Geneeskundige raad van Zeeland.
MIDDELBIIRGSCHE COURANT.
Agenten te Vlissingen: P. Gr. de Vey Mestdagh Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: P. van dee Peul, te Zierikzee: A. C. de Moou en te Tholen: W. A. van Nieuwenhuijzen.
Verder worden door alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aangenomen; en nemen ook het algemeen advertentiebureau van Nijgh van Ditmar te Rotterdam, en de firma B. van deb
Kamp te Groningen, voor de Noordelijke provinciën, annonces aan. Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicity étrangère G. L. Daube Cie., John P. Jones, opvolger.
Het in ons vorig nomrner megedeelde schrijven
van den minister van koloniën, den heer Keuche-
nius, over de uitbreiding van het aantal zende
lingen in Nederlandsch-Indië tot tegengang van
den toenemenden invloed van den Islam onder
de heidenen in den Indischen archipel geeft het
Handelsblad aanleiding tot de volgende opmer
kingen
Uit de dagteekening van dit schrijven (8 Mei)
blijkt, dat een van de eerste daden des nieuwen
ministers is geweest het jzendingwerk in Ned.-
Indië aan te moedigen.
"Waar dit zonder gevaar voor de rust in de
kolonie geschieden kan, zal men het over 't al
gemeen toejuichen dat de regeering de vestiging
van zendelingen bevordert, wier arbeid tot de
beschaving in Indië veel kan bijdragen.
Maar is het raadzaam voor de rust in Indië,
dat van de regeering een schrijven uitgaat, het
welk zich niet bepaalt tot de bevordering van
het zendingwerk uit een oogpunt van beschaving
ja, dat doel volstrekt niet noemt maar
uitdrukkelijk de bestrijding van den Islam als
drijfveer stelt Kan dat dienstig zijn voor de
handhaving van het Nederlandsch gezag Zal
zulk een aanschrijving door de Mahomedaansche
drijvers niet worden beschouwd als een uitdaging,
hun door de regeering toegeworpen, waarvan zij
gebruik zullen maken om des te ijveriger op te
treden en den geest van verzet aan te wakkeren?
De Standaard noemt den brief »een stuk, eener
christelijke regeering waardig". Behoort dan een
«christelijke regeering" niet te denken om hare
verantwoordelijkheid voor de handhaving van
vrede en rust in de koloniën?
En merkwaardig is het zeker, dat de aanschrij
ving berust op een betoog, van een Duitsch
genootschap uitgegaan en dat tién jaar oud is,
en op een artikel in een Singapoersch blad.
Behoort een Nederlandsch minister, die tot zulk
een ingrijpende daad overgaat, niet andere be
weegredenen aan te voeren dan een beroep op
de buitenlandsche pers Is er geen gouverneur-
generaal wiens advies over zulk een daad eerst
had moeten worden ingewonnen? Zijn er geen
Nederland-Indische ambtenaren, die in staat zijn
den minister voor te lichten
Zonder echter daarop te wachten, schrijft de
nieuwe minister, reeds 14 dagen na zijn optreden,
een brief, waarin bestrijding van den Islam op
den voorgrond treedt.
Als geloofsdaad kan zulk demonstratie eerbied
verdienen, maar als regeeringsdaad is zij hoogst
bedenkelijk en versterkt zij maar al te zeer de
beduchtheid, die wij en anderen te kennen gaven,
toen den heer Keuchenius de portefeuille van
koloniën in handen werd gesteld.
In de heden gehouden bestuursvergadering der
Commissie tot bevordering der belangen van den
dienstbaren stand alhier zijn wegens tien- of meer
jarige trouwe dienstvervullingbekroond: Franciscus
Jacobus Sturm, AnnaGudde, Aaltje van der Paardt,
Hilletje Termast, respectievelijk dienstboden bij
de familie De Bruijn van Melis en Mariekerke,
mr. E. Fokker, de familie Yan Hoek (Balans) en
de familie Riemens.
Gisteren (Zondag) vierde onze beroemde land
genoot, prof. F. C. Donders, zijn 70en verjaardag,
tengevolge waarvan hij volgens de wet genoopt is
het hoogleeraarsambt neder te leggen. Dat is
voor Nederland een groot, een onherstelbaar ver
lies, want Donders had, en terecht, een Europee-
schen naam.
Eerbewijzen van allerlei aard werden hem be
toond en tal van de hoogste buitenlandsche ge
leerde genootschappen boden hem'het lidmaatschap
of het correspondentschap aan.
Als een der grondleggers van de hedendaagsche
oogheelkunde heeft Donders zich onverwelkbare
lauweren verworven en door de stichting van het
Nederlandsch gasthuis voor ooglijders te Utrecht
aanspraak op den dank van den tijdgenoot en
het nageslacht.
Geen wonder dan ook dat deze beroemde
zeventigjarige van heinde en ver bewijzen van
belangstelling ondervond.
Door de buitenlandsche pers is dit feit niet
onopgemerkt gebleven, wat blijkt uit hetgeen, de
Vossische Zeitung met betrekking tot dezen feestdag
o. a. schrijft
xDonders' eeredag zalj'ver buiten de grenspalen
van Utrecht volle belangstelling wekkenhet
meest echter bij ons in Duitschland. Donders
behoort geheel tot de onzen. Uiterlijk heeft hij
van deze verhouding tot Duitschland doen blijken,
door in zijne wetenschappelijke werkzaamheid zich
naast de Duitschers te scharen, en door wat hij
te zeggen had voor een deel in de Duitsche ver-
eeniging van oogartsen en in de Duitsche tijd
schriften bekend te maken.
Donders heeft zich in dubbel opzicht een duur
zaam aandenken verzekerd. In de geschiedenis der
biologische wetenschap zal hij onder de voor
gangers in de physiologie in onze eeuw vermeld
worden; en de oogartsen tellen hem onder de
grondleggers hunner wetenschap en kunst in hare
nieuwe gedaante."
Kolonel Joost, commandant van het 5e reg.
infanterie, zal, naar het Dbld. meldt, als gouver
neur der kon. militaire academie optreden
Vergadering van Zaterdagavond 7 uren.
Voorzitter de heer dr B. Carsten, waarnemend
inspecteur voor het geneeskundig staatstoezicht-
Tegenwoordig 13 leden.
De voorzitter opent deze voorjaars-vergadering
en heet de aanwezigen welkomvooral doet hij
dit de heeren Walraven en De Man, voor het
eerst weer als leden tegenwoordig.
Daarna herinnert de voorzitter dat dezer dagen
door dr Hazenberg de 50jarige uitoefening zijner
praktijk in Vissingen is herdacht.
Dr Hazenberg is een geneeskundige die als
lid der provinciale commissie van toezicht zeer in
het belang der provincie werkzaam was en ook
in dezen kring goede diensten in het belang
der volksgezondheid bewees.
De voorzitter meent dan ook de tolk van al
de leden dezer vergadering te zijn, wanneer hij
verklaart dat zij allen het op prijs stellen dat
het hun waardigen collega gegeven was zijn
feest te vieren en daarbij den wensch te voegen
dat hij nog vele jaren in het belang der lijdende
mensciiheid en van de volksgezondheid zal kunnen
werkzaam zijn.
De voorzitter deelt nog mede dat dr Callenfels
te Hulst verhinderd is deze bijeenkomst bij te
wonen en dat in zijne plaats is opgeroepen de
heer De Visser van Stavenisse.
Verder geeft de voorzitter in overweging de
notulen van het verhandelde in de vorige zitting
goed te keuren. Dit geschiedt, nadat de lieer
Kosten de Bruijne er de aandacht op geves
tigd heeft dat nog niet in alle gemeenten, o. a.
te Noordgouwe, gevolg gegeven is aan de aan
schrijving van ged. staten omtrent de vleesch-
keuring en de voorzitter heeft toegezegd daar
over met het betrokken bestuur in correspondentie
te zullen treden.
Vervolgens geschiedt mededeeling van eenige
ingekomen stukken.
Alsnu zijn aan de orde de mededeelingen van
het geneeskundig staatstoezicht over het tijdvak
van 15 October 1887 tot 1 Mei 1888.
De gezondheidstoestand in Zeeland was in het
afgeloopen jaar over 't algemeen veel gunstiger
dan in 1886.
De gemiddelde sterfte bedroeg in 1887 19.51
op 1000 inwoners, tegen 23.32 in. 1886.
Levenloos werden aangegeven 311 tegen 335
in 1886.
Meer dan 25 p. m. en minder dan 30 p. m.
overleden te Axel, Baarland, Clinge, Grijpskerke
KapelleKruiningen, Nieuw- en St. Joosland,
Ovezande, Ritthem, Wissekerke, IJerseke, Zoute-
lande.
Beneden het jaar stierven 1041 tegen 1599 in 1886.-
Aan diarrhoea stierven 247, aan acute ziekten
der ademhalingswerktuigen 488.
Mazelen bleven hier en daar nog heerschen,
doch waren bij het einde van 't jaar uit de pro
vincie geweken.
Diphtheritis werd het meest waargenomen in
Zeeuwsch-Vlaander en, op Walcheren en Tholen.
Te Middelburg ging deze ziekte gepaard met
croup. Aan beide ziekten zijn aldaar nog 43
personen overleden.
Omtrent den ziektetoestand in de provincie
sedert 15 October 1887 wordt het volgende me
degedeeld
Roodvonk. Deze ziekte werd waargenomen
te Biervliet, waar ze epidemisch werd verklaard,
te Sluis, waar 20 gevallen en te Middelburg,
waar 19 gevallen werden aangegeven. Enkele
lijders kwamen voor te AardenburgGroede,
Ocstknpelle, St. Laurens, Veere, Vrouwepolder en
'_a bDendijke overgebracht uit Sluis.
Mazelen. Morbilli w erden waargenomen te
Goes 1, aangebracht uit Arnhem, te Hoek 1;
te Scherpenisse 3 en te IJzendijke 2 gevallen.
Diphtheritis. Kwaadaardige keelziekte kwam
voor op Walcheren (o. a. te Middelburg 28 ge
vallen) en in Zeeuwsch-Vlaanderen (o. a. te
Zaamslag 9 gevallen). Meer verspreid werd de
ziekte waargenomen te Heinkenszand en Rilland.
Trichinosis. Te Goes werd in het laatst
van de maand November opnieuw trichinenziekte
waargenomen bij personen, die rauw vleesch van
een trichineus varken hadden gegeten.
De bijlage bevat het daaromtrent uitgebracht
rapport aan denministervanbinnenlandschezaken.
Met betrekking tot het plaatselijk onderzoek
en handelingen ter bevordering der volksgezond
heid valt het volgende te vermelden
Bezocht zijn de gemeenten Biervliet, Dreischor,
Goes HoofdplaatMiddelburg Vlissingen en
Zierikzee.
Afvoer van vuil. Rioleering der Achtergracht
te Middelburg. Een adres aan den gemeenteraad
omtrent de rioleering der Achtergracht te Middel
burg gaf den inspecteur aanleiding eenige beschou
wingen in het belang van den openbaren gezond-
heidstoestand aan de overwegingen van het
gemeentebestuur te onderwerpen.
Door den commissaris des konings werd advies
gevraagd omtrent een verzoek om vergunning tot
het opgraven van een lijk op de begraafplaats
te Middelburg.
Daartegen bestond uit een hygiënisch opzicht
geen bezwaar, indien de plaats, waar dit lijk werd
bijgezet, met juistheid ware aan te geven, 't geen
bij het onderzoek in loco niet het geval was.
Naar aanleiding van klachten over de veront
reiniging van de rijkswaterleiding ten westen van
het kanaal van Terneuzen, door de beetwortel
suikerfabriek te Sas van Gent, in strijd met de
bij de vergunning gestelde voorwaarden, verzocht
de commissaris des konings het uit die fabriek,
gedurende de jongste campagne, afgevoerde water
wekelijks te doen onderzoeken en hem den uit
slag mede te deelen.
Hieraan werd gevolg gegeven.
De door tusschenkomst van den hoofd-ingenieur
van den waterstaat in het 11de district ontvangen
monsters water werden door het bureau voor
scheikundige en microscopische onderzoekingen
uit den geneeskundigen raad te Middelburg onder
zocht en de rapporten aan den commissaris des
konings overgelegd.
Uit die rapporten bleek, dat dit water ongeschikt
is voor drinkwater en vischwater, en door grond-
communicatie de omliggende putten kan bederven
dat bovendien de lucht werd verontreinigd dooi
de ontwikkeling van zwavelwaterstofgas, waarvan
de inademing schadelijk voor de gezondheid dei-
omwonenden moet worden geacht.
Daarom werden, in het belang der volksgezond
heid, meer afdoende maatregelen tegen de verontrei
niging der rijkswaterleiding dringend aanbevolen.
Omtrent eene beslissing in deze zaak werd nog
niets naders vernomen.
Met betrekking tot de uitvoering der wet van
4 Dec. 1872 Stbl no. 134) wordt het volgende
medegedeeld.
Door het gemeentebestuur van Middelburg werd
des inspecteurs meening gevraagd omtrent eene
aanvraag van den heer D. J. Pennock, om sub
sidie bij de daarstelling van een ontsmettings
oven, welke aan de eischen van den tijd voldoet.
Daarop werd geantwoord, dat voor ontsmetting
van kleedingstoffen, beddegoed, bedden en ma
trassen algemeen, en ook bij het koninklijk besluit
van 26 Juli 1885 (Stbl. no. 167) de voorkeur wordt
gegeven aan de inwerking van stoom van min
stens 1005 C.
Aangezien deze op afdoende wijze alleen kan
plaats hebben in een ontsmettingsoveu, zoo is
't gemeentebelang bij het inrichten van zulk een
oven in hooge mate betrokken en mag te Mid
delburg een deugdelijke ontsmettingsoven wel
niet ontbreken, te meer nu in den laatsten tijd
besmettelijke ziekten daar niet zeldzaam heerschen.
Het verzoek van den heer Pennock werd daarom
door den inspecteur ondersteund onder de vol
gende voorwaarden
lo. de inhoud van den oven zij voldoende om
een matras of bed met toebehooien te gelijk te
kunnen ontsmetten2o. de temperatuur moet
in het binnenste der te ontsmetten voorwerpen
tot minstens 100° C. kunnen stijgen3o. het
ontsmettings-proces mag niet meer dan 2 uren
tijds vorderen -, 4o, de voorwerpen moeten droog
en ongedeerd uit den oven kunnen verwijderd
worden, en 5o. de van gemeentewege te ontsmet
ten goederen worden tegen verlaagd tarief ontsmet-
Over een en ander worden thans nog onder
handelingen gevoerd.
Aan de mededeelingen is toegevoegd een ver
slag aan den minister van binnenlandsche zaken,
door den waarnemenden geneeskundigen inspec
teur voor Zeeland, over de in November en De-
cemher 1887 voorgekomen gevallen van trichinosis
te Goes.
Dit verslag hebben wij reeds vroeger medege
deeld, waarom wij het hier achterwege laten.
De mededeelingen gearresteerd zijnde, wordt
overgegaan tot het uitbrengen der verslagen.
In de eerste plaats van het bureau voor schei
kundige en microscopische onderzoekingen.
Daaraan is het volgende ontleend
Het cijfer der in 1887 onderzochte monsters
bedraagt 202, waaronder circa 40 mikroskopiscbe
onderzoekingen behooren.
66 monsters werden toegezonden door autori
teiten en 136 kwamen van particulieren, alsvan
Middelburg 99, Vlissingen 13, Koudekerke 8,
IJzendijke 4, Axel 3, Aardenburg 2, 's Heer
Arendskerke 2 en Zierikzee, Oostburg, Sluis,
Middelharnis en Roozendaal ieder 1.
De monsters kunnen verdeeld worden in patho
logische producten 7, utensilia 23 en voedings
middelen 172.
Tot de utensilia behooren 11 monsters crétonne
en damast, 8 behangselpapier, 1 verglaasd
pannetje, 1 zeildoek, 1 loodwit en 1 haarwater.
Slechts een monster crétonne bleek arseen te
bevatten, de behangselpapieren, het zeildoek, het
pannetje bevatten geene schadelijke bestanddeelen
het loodwit geen vreemde en het haarwater was
een loodhoudend water met reukstoffen.
Tot de voedingsmiddelen behooren61 mon
sters regenwater, 38 welwater, 2 gedistilleerd
zeewater, 9 vijverwater, 4 roode wijn, 1 cognac,
1 jenever, 2 thee, 8 boter, 1 tarwebrood, 6 tarwe
meel, 35 varkensvleesch, 2 worst, 1 spek en 1
rundvleesch.
Van de 4 monsters roode wijn waren 2 sterk
gegipst en had 1 twijfelachtige kleurstof, de 2
andere waren zuiver en onvervalschtevenzoo de
cognacde jenever was ietwat gekleurd door
caramel.
De thee was zuiver, van de 8 monsters boter
waren 4 zuivere roomboter, de 4 andere in meer
dere of mindere mate vervalscht met Oleo-mar-
garine vet. Tarwebrood en meel waren zuiver.
Van de 35 monsters varkensvleesch werden 2 met
trichinen bevonden, 1 bevatte ptomainen en
evenzoo de worst en het rundvleesch.
Het vijverwater, afkomstig van een suikerfabriek
te Sas van Gent, was troebel, bevatte per liter
0.8 vaste stoffen, was ijzerhoudend, bevatte veel
organische stoffen en werd ten eenemale onge
schikt verklaard voor visch-, drink- of huishoud-
water.
Tot de 101 monsters drinkwater behooren 61
monsters regenwater, 38 welwater en 2 gedistilleerd
zeewater. Dit laatste was loodhoudendvan de
38 welwaters waren 24 zuiver, 1 loodhoudend en
13 onrein, van de 61 monsters regenwater waren
39 zuiver, 11 loodhoudend en 11 onrein.
Uit dit overzicht blijkt, dat het aantal onder
zoekingen overeenkomstig het cijfer der laatste
jaren is, maar dat minder dan in andere jaren
aanbiedingen van particulieren afkomstig zijn,
meer van autoriteiten. Tot dit laatste feit heeft
zoo de trichinose te Goes als de vleesch vergiftiging
te Middelburg belangrijk bijgedragen, en moge
het cijfer der onderzoekingen dit jaar niet hooger
geweest zijn, de arbeid van het bureau was een
meer omvattende.
Het zooveel lager cijfer der aanbiedingen van
particulieren berust op de geringe behoefte tot
onderzoek van het regenwater na de vele onder
zoekingen, die in de laatste jaren hebben plaats
gehad, vooral na de verleden jaar door den ge-
neesk. raad ingestelde enquête naar den toestand
van het regenwater in de verschillende perceelen
van Middelburg. De groote schaarschte aan regen
water gedurende de zomermaanden was oorzaak
dat meer dan anders welwaters ter onderzoek
werden aangeboden.
Het is te verwachten, dat bjj de mindere be
hoefte tot onderzoek aan regenwater het cijfer
der onderzoekingen dit jaar lager zal bljjven dan
in de laatste jaren, tevens dat door de aandacht,
in de laatste jareB zoo door leeken als genees
kundigen op mogelijke lood vergiftiging gevestigd,
inderdaad gevallen van acute loodvergiftiging
zeldzamer dan vroeger zullen voorkomen. Men
moge dit echter een gunstig verschijnsel noemen,