N9. 124.
131' Jaargang.
1888.
Maandag
28 Mei.
Middelburg 26 Mei,
Voor een goede zaak.
Dit blad verschijnt d a g e 1 ij k s
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per 3/m. franco 2.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Advertentiën: 20 Cent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten, enz.van 1-7 regels ƒ1.50;
iedere regel meer ƒ0.20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Bij deze courant behoort een BIJVOEGSEL.
DDELRURGSC
COURANT.
Agenten te Ylissingen: P. G. de Vey Mestdagh Zoon, te Goes: A. A. W. Bodiand, te Kruiningen: F. van der Peijl, te Zierikzee: A. C. de Mooij en te Tholen: W. A. van nmnranhuijzen.
Verder worden door alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aangenomen; en nemen ook het algemeen advertentiebureau van Nijgh van Ditmar te Rotterdam, en de firma B. van DEb
Kamif te Groningen, voor de Noordelijke provinciën, annonces aan. Hoofdagenten voor het Buitenlandte Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube Cie., John F. Jones, opvolger.
Wanneer wij het wagen de aandacht van
onzen lezerskring nog eens te vragen voor de
Vereeniging tot Heezenv er pleging voor Zuid en
Noord-Bevelanddan Is daarvoor eene bijzon
dere aanleiding.
Het bestuur van die vereeniging heeft dezer
dagen een nieuwe poging aangewend om belang
stelling te wekken voor haar loffelijk streven
en een verzoek gedaan om ondersteuning op
tweeërlei wijze, eerstens door het nemen van
een lot in eene verloting van voorwerpen van
kunst en smaak, en ten tweede door zich
als lid der vereeniging te doen inschrijven.
Hoezeer wij bij het algemeen, dat zoo
gaarne de kans heeft om iets te winnen, de
ondersteuning der vereeniging op eerstgenoemde
wijze gaarne aanbevelenomdat daardoor,
zooals tien jaar geleden, een niet te versmaden
bate in de kas der vereeniging kan vloeien,
geven wij toch de voorkeur aan de hulp van
nieuwe leden, die voor de vereeniging door een
gift in eens van 50 gulden of eene jaarlijksche
bijdrage van f 2.50 een krachtige steun zijn.
Een ieder die 1 per jaar bijdraagt kan
donateur worden.
In November van het vorig jaar hebben wij
op deze vereeniging en hare lijdensgeschiede
nis gewezen en wij schreven toen aan het slot
van onze beschouwing „Nog te weinig wordt
die vereeniging gekend althans gewaardeerd.
Zou haar bestuur nog niet kunnen beproeven
de belangstelling te verlevendigen of op te
wekken door in een circulaire op haar nuttigen
werkkring nog eens te wijzen en een beroep
te doen op aller hulpvaardigheid
Wellicht wordt dan hier en daar de belang
stelling wakker en werkt dit pogen iets goeds
nit in het belang van den Bevelandschen wees."
Welnu, zulk een circulaire is thans versche
nen, hier en daar verspreid, dezer dagen in
Middelburg zooveel mogelijk rondgezonden, ter
wijl daarvoor zeker ook wel in meerdere deelen
van ons gewest de aandacht zal worden gevraagd.
En daarin wordt o. a. gezegd
„Sedert hare oprichting zag deze vereeniging
aan hare zorgen een elftal weezen toever
trouwd, die werden opgenomen en als onder
haar eigen oogen verpleegd in gezinnen van
nagenoeg denzelfden stand en van dezelfde
godsdienstige gezindheid als waartoe de ouders
dier weezen behoorden, en zij mag de heerlijke
voldoening smaken, dat tot heden geen der
verplegers of der verpleegden hare billijke ver
wachtingen heeft beschaamd.
„Wegens de betrekkelijke beperktheid van
haar arbeidsveld en baar humanitair grondbe
ginsel is van administratiekosten in 't geheel
geen sprake. Maar ook hare financiëele krach
ten zijn betrekkelijk zeer beperkt, al mocht zij
zich langzamerhand in toenemende belangstel
ling verheugen van daar, dat zij, tot haar
bitter leedwezen, gedurigin het vorige jaar
o. a. een zestal weezen moest afwijzen, die
haar ter verzorging werden aangeboden."
Er bestaat dus dringend behoefte aan uit
breiding van de zorgen der vereeniging over
een grooter getal ongelukkige weezen in Zuid
en Noord-Beveland en waar zij zich beroepen
kan op gunstige resultaten door haar verkregen,
trots de groote moeielijkheden welke zij onder
vond, daar mag haar bestuur met recht dit
doen en, onder aanwijzing van datgene waar
tegenover zij machteloos staat, dringend vragen:
helpt onser ligt nog zooveel braak dat be
werkt moet worden, wij kunnen nog zooveel
en zoo veel nuttigs verrichten, maar ons ont
Loten daarvoor zijn o. a. te Middelburg verkrijg
baar bij de heeren J. C. W. Altorffer, F B. den Boer
PU R, M. Smits.
breken de middelen. Wij toonden wat wij
kunnen doen, zoo men ons de middelen slechts
verschaft, en menige wees zou uit zijn ellen-
digen toestand kunnen opgeheven worden, om
een goede opvoeding te verkrijgen, als wij
slechts maar steun verkregen.
En zou die stem te vergeefs klinken Wij
willen hopen van niet.
Wars als wij zijn van alle overdreven zorg
en yan bevoorrechting van ouderloozen boven
andere kinderen, alleen omdat zij geen vader
en moeder meer hebben, zijn wij voorstanders
van practische weezenverzorging in den geest
zooals de vereeniging op Zuid- en Noord-Beve
land die thans opvat. Door haar zorg worden
wij herhalen wat wij vroeger eens schreven
de kinderen in den huiselijken kring op
geleid en wordt steeds een waakzaam oog
gehouden op hunne opvoeding en de behan
deling, die zij ondergaan. Bovendien groeien
de weezen op als het ware onder de oogen der
hun overgebleven betrekkingen. Al deze voor-
deelen wegen zeker wel op tegen dat waarop
men vaak het licht doet schijnen, nl. de goed-
koope wijze, waarop een inrichting als die te
Neerbosch voorziet in de behoeften. Gesteund
als deze trouwens wordt door tal van bijdragen
en schenkingen, is zij daartoe natuurlijk in de
gelegenheid; en zij levert juist daarom zulk
een beschamend voorbeeld aan zoovelen, die
op vrijzinnig standpunt zich plaatsen, maar,
waar het op moreelen en financieelen steun
aankomt, verre achter staan bij hen, die met
de inrichting te Neerbosch sympathiseeren.
Als in Zeeland de Vereeniging tot weezen-
verpleging voor Zuid- en Noord Beveland naar
evenredigheid werd gesteund als dit uit onze
provincie geschiedt met de inrichting van den
heer Van 't Lindenhout, haar bestuur zou geen
klacht behoeven te doen hooren, dat van uit
breiding van zijn werkkring geen sprake kan
zijn.
Maar middelerwijl zal het aantal weezen voort
durend toenemen; zullen de eischen voor hunne
opvoeding steeds grooter worden. Hen te vormen
tot nuttige leden der maatschappij is in den
tegenwoordigen tijd, de Sturm und Drang Peri
odemeer dan noodig, wil men van die weezen
geen ontevreden en slechte elementen voor
onze maatschappij kweeken.
De geest van medelijden, van liefde voor
de ouderloozen die eens een man als Geill te
Nisse naar de pen deed grijpen en trots te
leurstellingen jaren lang nog met volharding
zijn krachten deed wijden aan die menschlie-
vende taakdezelfde geest die eens een wee-
zenvriend de levensgeschiedenis van den Zuid-
Bevelandschen wees deed schrijven, die zoovele
wakkere personen nog aanspoort om voort te
gaan, moge in tal van harten in onze provincie
weerklank vinden.
Dan twijfelen wij niet of, in welk deel van
onze provincie het bestuur der vereeniging
ook een beroep doet op aller menschlievend-
heid, zijn verzoek zal een willig oor vinden
en zijn circulaire niet terzij worden gelegd,
gelijk met zoovele geschiedt, maar met aan
dacht worden gelezen.
En het zal dan van zelf blijken of er al dan
niet in menig hart liefde woont voor den
Bevelandschen wees, in wiens verzorging men
jaren lang is te kort gekomen.
In de Terneuzensche courant komt een aandoen
lijk verhaal voor van een eenvoudig werkman
in de omgeving van Terneuzen, wiens zoon, te
Middelburg in garnizoen, na terugkomst van een
exercitie, tot de onaangename ontdekking kwam
dat zijn kistje was opengebroken en al wat er
in zat daaruit verdwenen.
De man verklaarde ten slotte dat de koning
al zijn jongens kan krijgen, maar »ze moesten
fatsoenlijk behandeld worden «ik heb" zeide hij,
»ze geleerd respect te hebben voor hunne mees
ters maar op zoo'n manier gaat de liefhebberij
er uit. En met mijn buurmans jongen is het ook
zoo gegaan".
Vermoedende dat hier wel wat overdrijving
in het spel zijn zouhebben wij het dienstig
geacht naar de hier bedoelde zaak te informeeren-
Ons bleek toen dat wel is waar een kistje is
opengebroken en eenige kleinigheden zijn ont
vreemd, doch dat die grootendeels teruggevonden
en teruggegeven zijn.
De militaire autoriteiten hebben maatregelen
genomen om den dader te ontdekken er is een
onderzoek ingesteld en er zijn informaties inge
wonnen, maar het is nog niet gelukt den dief te
ontdekken. Trouwens wie met het leven in de
kazerne bekend is weet dat het niet zoo gemak
kelijkgaat om den dader van zulk een feitte vinden.
Hoe men nu echter op grond van een dergelijk
feit tot de conclusie komt dat de »jongens" niet
fatsoenlijk behandeld worden is ons een raadsel;
en nog meer dat de Tern. Crt, die zelf erkent
dat men voor dieven moeilijk kan waken, in het
gebeurde aanleiding vindt tot eene verzuchting
over die «eenvoudige jongens welke bij de eerste
schreden op hun militaire loophaan dikwijls als
«groenen"worden behandeld en heel wat
moeten «hooren."
Wie de tegenwoordige toestanden in de kazernes
vergelijkt met die van jaren geleden, zal moeten
erkennen dat reeds zeer veel verbeterd isen
dat wil wat zeggen in eene omgeving, waar
gewoonten als 't ware zijn vastgeroest. Dat er
nog meer te verbeteren valt is zeker en dat de
miliciens niet gelijk bij hun moeder 1t huis wor
den behandeld ligt voor de hand. Maar het feit
waarop nu gewezen wordt en nog op sterk
overdreven manier geeft toch allerminst aan
leiding om over al die dingen een jerimiade te
slaken.
Menig milicien wordt in de kazerne een ge
schikt menscbal kon de leerschool wel eens
wat minder ruw en hard zijn.
Uit Grand-Rapids (Michigan) schrijft Dutch ons
De groote toevloed van emigranten uit Neder
land en andere staten van Europa naar deze stad
is verbazend groot, ja zeker te groot. Men rekent
dat van de 100, die in Oastle Garden aanlandden,
40 voor Grand-Rapids zijn bestemdverreweg
zijn de meeste landbouwers, die ik hier bjj hon
derden uit de verschillende Nederlandsche pro
vinciën aantref. Het leven van zulk een land-
houwer in Grand-Rapids is, vooral de eerste
jaren, meestal veel erger dan in hun vroegere
woonplaats. Met landbouw is voor hen, die
zonder geld komen, niets te verdienen, enkele
komen terecht door aan het spoor of aan de
wegen te werken, doch de meeste moeten werk
zoeken op de een of andere fabriek.
Stel u nu een landman voor, gewoon in de
open lucht zijne werkzaamheden te doen, na eene
vermoeiende reis, onder een andere luchtstreek,
in een andere behuizing, met ander voedsel, ander
drinken (water), 10 uur per dag opgesloten tusschen
de muren eener meubelfabriek, soms onder de
geuren van vernis, of andere erg riekende, vaak
zeer ongezonde luchtjes, suf door 't geraas der vele
machines, verplicht zich van 's morgens 7 tot 12
en van 1 tot 6 uur met den grootsten spoed te
bewegen, als ware hij zelf eene machine, en dat
alles voor 7.50 d. per week, meer niet, want hij
is een groen, die geen vak kent en van welk
soort men overvloed heeft.
Bezit zulk een man nu een gezin van vrouw
en 8 a 4 kinderen, dan kan hij niet op weelde
roemen, maar verdient hij zijn brood in 't zweet
zijns aanschijns. Hij betaalt aan huur per week
1.50, voor brood en boter 1, middagkost, aard
appelen, vleesch etc. 2, aan hout in den zomer
1, in den winter 2 doll., zoodat er voor de overige
behoefte te weinig overblijft. Heeft nu de man
hij aankomst nog zooveel geld dat hij zijn hoogst
noodig huisraad kan inslaan, dan is hij nog
gelukkig te noemen, maar de meesten moeten
hun huisraad op schuld koopen en er wekelijks
50 ct. of 1 doll, voor afstaan. Faalt men in die
betaling, dan worden doodeenvoudig de op dat
accoord gekochte goederen weggehaald, zelfs al is
er de helft of meer op betaald en van dat betaalde
krijgt men geen cent terug.
Meestal komt daar nog bij dat door de groote
verandering, die men ondergaat, menigeen zelfs
ziek wordthij krijgt gal of longkoorts, zomerziekte
of iets dergelijks en ligt dan hulpeloos. Het arm
bestuur trekt zich zijn lot niet aan, want daar
voor moet men eerst een jaar en zes weken in
de plaats woonachtig zijn. De dokter kost hem
per keer een dollar, buiten de medicijnen, en de
kerk waartoe hij behoort, 'tis treurig maar
waar, trekt liever dan dat zij geeft. De
zucht naar dollars zit zoowel bij de meeste
dominé's als bij de fabrikanten. O zoo gaarne
zonden ze een dikke streep willen halen door de
woorden't is zaliger te geven, dan te ontvangen»
altoos als het geven van hun zijde komen moet"
De lijder heeft alzoo geen hulp te wachten dan
van zijne winkelier, die in den regel lang zijn troost
blijft en er dan ook dikwijls niet te best afkomt.
Aangenomen echter dat de man, die in 't voor
jaar hier aankwam, half den zomer w§er in staat
is te gaan werken, dan kan hij dit tot Novem
ber doenin den winter liggen veel fabrieken
geheel of gedeeltelijk stil, en dit duurt tot April-
In dien tusschentijd daalt soms de thermometer
tot 30 graden onder 0, en er is dan heel wat
noodig voor hout en deksel alleen.
Wie moet dan naar Grand Rapids komen
Op die vraag wensch ik ten slotte antwoord te
geven. En dit luidtJongelingen en mannen
die een vak verstaan, maar indien de laatste
een gezin hebben, dienen zij naar de grootte daar
van nog een of twee zoons te hebben, die ook
werken kunnen; dochters kunnen als dienstboden
wel werk vinden.
Alle andere personen moeten Grand Rapids
voorbij gaan en westelijker hun fortuin zoeken.
Amerika is een goed land, doch, indien men
er, evenals in Europa, bij elkander wil blijven, is
het er voor velen even kwaad als in de oude we
reld. Landbouwers gaan niet naar Grand Rapids,
zelfs niet in Michigan zij moeten in Wisconzinj
zuidelijk Minnisota of Daoota en zoovele andere
staten hun heil zoeken.
Nog dezen raad vóór ik eindig. Maakt iemand
plan naar Amerika te gaan, hij leere eerst zoo
veel mogelijk Engelsch. Kent men de taal dan
komt men gemakkelijk en veel voordeeliger terecht.
Het ware zeer wenschelijk dat ouders en onder
wijzers in dezen tijd het Engelsch voor het Fransch
kozen om de jeugd te leeren. Met Engelsch kan
men in de geheele wereld terecht.
Bij kon. besl. zijn benoemd: tot voorz. van het
waterschap Stoppeldijk c. a. C. vn« EoWooot
t.nt gezworen -poor /Ien polder Vierbannen van
Duiveland, B. Giljam Az.tot lid van het dag.
bestuur voor het waterschap de Valkenissegeul,
P. Kakebeeketot plaatsv. dijkgr. voor den
Seydlitzpolder, P. Wauters; tot gezworen voor den
polder Ooster- en St. Jansland, C. Struyck Dz.
tot gezworen voor den polder Dreischor, P.
Goemans Jansz.
Nog is benoemd tot referendaris bij het dep.
van hinnenl. zaken, mr. J. W. H. M. van Idsinga,
thans commies hij dat departement.
Aan den len luit. J. J. Hector van het korps
pontonniers is, op zijn verzoek, eervol ontslag
verleend uit den militairen dienst.
De majoor N. H. A.. Camp, van het 5e bat. 3e
regt. inf. te Bergen op Zoom, is aangewezen om
de schietoefeningen der artillerie in het kamp bij
Oldebroek hij te wonen.
Aangaande de promotie bij het leger wordt
medegedeeld dat de nieuwe minister van oorlog
een geheel ander stelsel van bevordering zal vol
gen dan zijne voorgangers. Hij gaat nl. van het
beginsel uit, om geen personen, die voor hoogeren
rang geschikt zijn geoordeeld, te laten pas-
seeren door anderen, die soms toevallig door
minder veeleischende chefs als zeer geschikt
worden gesignaleerdalleen zij, die ongeschikt
zijn voor hoogeren rang, zullen geene bevordering
maken.
De minister hoopt door deze maatregelen het
vertrouwen bij het ofiicierskorps te doen terug-
keeren en de vroeger ontstane ontevredenheid te
doen wijken.
De minister van koloniën heeft, volgens de
Standaard, een uitmuntenden stap gedaan. In
een schrijven aan verschillende zendingsvereeni-
gingen heeft hij de aandacht gevestigd op een
artikel, voorkomende in het te Singapore ver
schijnende blad The Straits Times van 6 Maart
jl., onder den titel Netherlands India on Appeal,
waarin herinnerd wordt aan een voor 10 jaar
door dr Schreiter, secretaris van het Rijnsche
Zendeling Genootschap te Barmen, geleverd be
toog van de wenschelijkheid eener aanzienlijke
uitbreiding van het aantal zendelingen in Neder-
landsch-Indië, ten einde den toenemenden invloed
van den Islam aldaar tegen te gaan, en aange
toond hoe groote behoefte er ook thans nog aan
zoodanige uitbreiding bestaat.
Het komt den minister voor dat dit artikel
alleszins de aandacht verdient, en hij voegt daarom
een afschrift van dat artikel bij zijn schrijven.
Ten slotte verzekert hij dat de regeering het
op hoogen prijs zou stellen wanneer door de
Nederlandsche Zendingsvereenigingen krachtig
werd medegewerkt tot de uitbreiding van het
aantal zendelingen in Nederlandsch Indië en tot