N°. 121.
131" Jaargang
1888.
Donderdag
24 Mei.
Middelburg 23 Mei.
Onderwijs,
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per 3/m. franco 2.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Advertentiën: 20 Cent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten, enz.: van 1-7 regels ƒ1.50;
iedere regel meer ƒ0.20.
Groote letters worden ber <]<ir nrar plaatsruimte.
Bij deze oonrant behoort een BIJVOEGSEL.
102de algemeene vergadering van afge
vaardigden van afdeelingen der Maatschappij
tot Nut van 't Algemeen.
MIDDELBIIRGSCJSE COURANT.
Agenten te Vlissingen: P. G. de Vet Mestdagh Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: P. tan dek Peul, te Zierikzee: A. C. de Mooij en te Tholen: W. A. van Nieuwenhuijzen.
Verder worden door alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aangenomen; en nemen ook bet algemeen advertentiebureau van Nijgh van Ditmab. te Rotterdam, en de firma B. van deb
Kamp te Groningen, voor de Noordelijke provinciën, annonces aan. Hoofdagenten voor bet Buitenlandte Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube Cie., John P. Jones, opvolger
Omtrent bet onderzoek in de afdeelingen dei-
Tweede kamer van het voorstel van de heeren
Lobman en Scbaepman, tot herziening van bet
reglement van orde, verneemt de N. R. Ct nog,
dat vele leden zich hebben beklaagd, dat dit
voorstel blijkbaar met overhaasting was saam-
gesteld. Eene grief was ook, dat eene behoorlijke
toelichting, vooral noodig voor de nieuwe kamer
leden, bijna geheel ontbrak.
Het voorstel, om Maandag geen zitting te
houden, vond veel bijval bij de leden, die op
eenigen afstand buiten Den Haag woonden, omdat
zij dan op de spoorwegen gebruik kunnen maken
van vierdaagsche retourbiljetten, daar de kamer
zittingen dan van Dinsdag tot Vrijdag zouden
duren.
Tegen het voorstel, om de begrootingswetten in
handen te stellen van eene commissie van 15 leden,
die voor het geheele zittingjaar zal worden be
noemd, teneinde de snppletoire begrootingen te
onderzoeken, werden vele bezwaren ingebracht.
Zulk eene commissie, werd betoogd, zou feitelijk
oppermachtig worden, en de ministers zouden
onder haar staan. In eene republiek als Frankrijk
moge dit te verdedigen zijn, niet in een consti-
tutioneelen staat als Nederland, waar het gezag
bij de ministers moest zijn, en niet overgebracht
behoort te worden bij eene commissie van kamer
leden.
De ondervinding in Frankrijk had ook geleerd,
dat zulk eene commissie aanleiding gaf tot allerlei
intriges.
De voorstanders van hetvoorstel deden uitkomen,
dat men thans hier te lande in een exceptioneelen
toestand verkeert.
In een constitutioneelen staat behooren de
hoofden der partijen zitting in het ministerie te
hebbenom bijzondere redenen heeft dit hier te
lande thans niet plaats.
Om deze constitutioneele fout thans zooveel
mogelijk te verminderen, behoort er eene begroo-
tingscommissie te komen, waarin de heeren
Schaepman en Lohman zitting hebben, waardoor
zij in staat zijn den invloed op het bestuur uit
te oefenen, die hun toekomt.
Eene enkele opmerking moet ons, naar aan
leiding van dit laatste, uit de pen.
Wie heeft die constitutioneele fout begaan en
de heeren Lohman en Schaepman buiten gesloten
Tot nutoe werd gezegd dat zij zeiven zich in
het belang der partij het gemis van eene porte
feuille hadden getroost.
Er is, in onze oogen, altijd nog iets raadsel
achtigs in de wordinggeschiedenis van dit
ministerie; maar om nu een reglement van orde
te veranderen ter bevordering van eenige partij
knoeierijen is, dunkt ons, wel wat al te kras.
Het Batav. Handelshl. vindt in het optreden
van het nieuwe ministerie aanleiding tot eene
zeer somber getinte beschouwing over den toe
stand van onze koloniën. Alles samenvattende,
komt het blad tot het besluit, dat Nederland
zijne O.-I. bezittingen uitperst en verwaarloost,
als waren zij een Turksche provincie. De reden
hiervan is geen anderedan dat Indië even
verkeerd uit Den Haag beheerscht wordt, als
Klein Azië uit Constantinopel. Inderdaad is de
toestand der koloniën onhoudbaar. Voor het
buitenland teekent bij eene aanstoot gevende
zwakheid, voor de bevolking is hij te drukkend
om geen gevaarlijke spanning te doen voorzien,
en het moederland bedreigt hij met een staats
bankroet.
Niet veel beter was het in Britsch-Indië ge
steld, toen Engeland tot het wijze inzicht is ge
komen, dat het koloniaal beleid op autonomischen
grondslag behoort te rusten, wijl zelfbestuur de
levensvoorwaarde is voor elk volk en elke maat
schappij. De trapsgewijze achteruitgang onzer
koloniën heeft datzelfde inzicht een weg gebaand
naar Nederland. Het hangt dan ook slechts van
de gelegenheid af, om het te verwezenljjken.
Die gelegenheid acht het B. HU. gekomen, nu
eindelijk aan de kortzichtige tyrannie van het
kleinsteedsche Nederlandsche liberalisme een einde
is gekomen en een belangrijk uitgebreid en her
vormd parlement tot regeeren en dus tot voorzien
is geroepen, met het ministerie, dat is opgetre
den. Met den nieuwen minister van koloniën
mr L. W. C. Keuchenius treedt het program in
werking, volgens hetwelk Indië op eigen wortel
behoort te stoelen. Moge de spoedige verwezen
lijking van dit beginsel Indië oprichten en be
hoeden voor de verdere gevolgen der met de
comptabiliteitswet ingetreden regeeringloosheid
Naar wij vernemen heeft de heer Arie Smit
zijn ontslag gevraagd als burgemeester van Vlis
singen.
Reeds geruimen tijd liepen hieromtrent ver
schillende geruchten, waarover wij met opzet
zwegen. Nu andere bladen daarvan melding
maken meenen wij over deze voor Vlissingen
hoogst treurige tijding het stilzwijgen niet langer
te mogen bewaren.
De tot kapitein benoemde eerste-luitenant J.
Laurensen, van het 7e reg. infanterie, is belast
met het bevel over de le compagnie van het
4e bat. 3e reg. infanterie te Vlissingen.
De nieuw benoemde eerste-luitenant Tielenius
Kruithof, van het 5e reg. infanterie, is ingedeeld
bij de 4e comp. van het 4e bat. 3e reg. infanterie
te Vlissingen.
Men schrijft ons uit Vlissingen
Heden herdenkt een onzer meest geachte inge
zetenen, de heer J. Hazenberg, doctor in de
genees-, heel- en verloskunde, den dag waarop
hij, 50 jaar geleden, zijn loopbaan als doctor begon.
Van vele zijden ontving de jubilaris blijken
van belangstelling.
De gisteren te Amsterdam door de vereeniging
Volksonderwijs gehouden vergadering werd dooi
den heer mr H. Goeman Borgesius geopend met
een toespraak, waarin hij wees op het gevaar dat
de openbare school bedreigde van de zijde van
het nieuwe ministerie. Dit gevaar is minder ge
bleken uit de openingsrede van den heer Mackay
dan wel uit de toelichting door dr Schaepman
daaraan gegeven. Hij wekte ten slotte krachtig
op tot verdediging der zaak van het Volks onderwijs-
Volgens het verslag gaat de vereeniging in
ledental achteruit. 't Cijfer is nu 6009 tegen
6378 in 't vorig jaar, terwijl 't aantal afdeelingen
daalde van 103 tot 99. De finantieele toestand
blijft goed de inkomrten beliepen 11043 tegen
9931 uitgaaf.
In plaats van de heeren dr Ph R. Hugenholtz
en C. A. Koorevaar werden tot leden van het
hoofdbestuur benoemd de heeren G. van Milligen
te Groningen en J. Versluis te Amsterdam.
In de eerste plaats werden behandeld vier
voorstellen betreffende de financiën, in verband
met de uitgaven van het volksblad. Die voor
stellen bedoelden de uitgaven vooralsnog te be
stendigen en om daarbij komende financieele re
denen de minimum-contributie op 1 te bepalen,
terwijl het aan de afdeelingen wordt overgelaten
de contributie te verhoogen. In beginsel werd
dit aangenomen.
Een voorstel-Rotterdam, om een klein geschrift
uit te geven waarin de beteekenis van het be
staan der vereeniging in dezen tijd met het oog
op de dreigende toekomst wordt uiteengezet, is
met groote meerderheid aangenomen, terwijl voorts
besloten is niet over te gaan tot het uitgeven
van een serie historieplaten.
Uitvoerig werd gedebatteerd over een voorstel
van Maastricht om te verklaren dat zorg der
regeering voor het voorbereidend onderwijs wen-
schelijk is. Het hoofdbestuur achtte het niet
wenschelijk om de tegenwoordige regeering de
zorg voor de bewaarscholen op te dragen. Daaren
tegen wenschten de Haagsche en andere afgevaar
digden dat men de daden der regeering zou
afwachten terwijl Groningen vreesde dat uit
verwerping zou worden afgeleid dat men geen
zorg der regeering wenschte.
Toen Maastricht ten slotte haar voorstel in
trok werd het overgenomen door Den Haag.
Rotterdam stelde thans als amendement voor zich
thans niet tot de regeering te wenden, 't Amen
dement werd echter verworpen en 't voorstel Den
Haag met groote meerderheid aangenomen.
Yoorts is aangenomen een voorstel-Amsterdam,
om het uitgebreid lager onderwijs aan on- en
minvermogenden kosteloos te verstrekken, terwijl
het voorstel van dezelfde atdeeling, om de zorg
der vereeniging ook uit te strekken tot het
middelbaar onderwijs, werd verworpen.
Een voorstel van Den Haag en Amsterdam,
waarbij verklaard wordt dat het nuttig is kin
deren aardrijkskunde te leeren door uitstapjes,
werd verworpen, terwijl het voorstel van laatst
genoemde afdeeling, om de wenschelijkheid uit
te spreken tot subsidieering van bijzondere scholen,
van de agenda werd afgevoerd.
Verworpen wed eindelijk het voorstel om te
verklaren, dat van overheidswege voedsel behoort
te worden verstrekt aan behoeftige schoolkinderen.
j -• volgende vergadering zal te Arnhem worden
'gehouden.
Heden is ten raadhuize van Vlissingen het
mondeling vergelijkend examen gehouden voor
de benoeming tot hoofd van de school voor
meer uitgebreid lager onderwijs.
Daaraan wordt deelgenomen door de heeren
E. Brink te Vollenhove, S. P. Kleinbentink te
Burg op Texel, G. Veenmante Lekkerkerk, J. "W.
C. Bosman te Vlissingen, P. Hofstede te Zaandam,
en W. Frijling te Tholen.
Amsterdam, 23 Mei.
De heer A. C. Wertheim, door het hoofdbestuur
tot zijn voorzitter benoemd, opende heden de
vergadering met een welkomstgroet aan de af
gevaardigden en bracht daarna eenige warme
woorden van hulde aan den afgetreden secretaris
mr A. Kerdijk, die, volgens den spreker, niet alleen
gedurende zes jaren de penvoerder maar ook de
bezielende kracht was van de maatschappij. De
keuze van zijn opvolger, den heer J. Bruinwold
Riedel, achtte hij een gelukkige.
Wel verre van den onlangs gestreden strijd
thans hier in debat te brengen, of dien aan te
moedigen, wilde spreker de heerlijke roeping der
maatschappij schetsen, die de uitingen des levens
in zich behoort op te nemen en, na verwerking
in eigen kring, aan de wachtende menigte moet
aanbieden, terwijl, om daarin te slagen, de weg
der verstandige, practische verzoening dient te
worden gevolgddie verzoening waarop art. I
der maatschappelijke grondwet doelt, die maat
schappelijke toenadering en wederzijdsche steun,
rechtvaardigheid van allen tegenover allen heet.
Spreker wilde onderzoeken, hoe het practisch
mogelijk is de maatschappelijke verzoening voor
te bereiden en tot zekere hoogte althans
tot stand te brengen. Met het stoute woord van
Luther, op den Rjjksdag te Worms gesproken,
was de omwenteling op kerkelijk gebied een feit
geworden en werd tevens die op staalkundig en
maatschappelijk gebied voorbereid. Niet meel
de machtspreuk zou gelden, men vroeg zich re
kenschap van oorzaken en gevolgen.
Niet nutteloos werd de groote strijd, waartoe
de Pransche revolutie het sein gaf, gestreden-
De menschheid had hare rechten leeren kennen,
al gaf zij zich van hare plichten nog niet be
hoorlijk rekenschap.
Geen wonder dat zij, die niets bezaten, naar
alles de handen uitstrekten. Geen wonder dat
de edelste aspiratiën, de reinste bedoelingen mach
teloos bleken tegenover de wilde eischen dei-
werkelijkheid. Men zag zijn idealen verloren
gaan in den drang der hartstochten, in de wor
steling om het bestaan. De twijlel ontstond
enhet pessimisme was geborendat het ver
trouwen in de toekomst aan het wankelen brengt,
omdat het pessimisme twijfel tot oorsprong en
gevolg heeft. Wat is de vrucht, zoo vraagt men
mistroostig, van al de inspanning, de offers en
van den arbeid verricht om de toestanden te ver
beteren, om de toenadering mogelijk te maken,
om de maatschappelijke verzoening te verwezen
lijken
Nog beheerscht de willekeur van enkelen de
wenschen en belangen der menigte. Een woord,
een wapenkreet en de vreeselijke oorlog maakt
duizenden slachtoffers, terwijl zij de vruchtbare
landouwen in woestenijen doet verkeeren en
bloeiende steden en dorpen in vlammen doet op
gaan. En de wetenschap zjj leent zich tot
volmaking der moordtuigen, die met wiskunstige
zekerheid vernieling zullen aanbrengen, terwijl
het onderwijs, dat den mensch uit de onwetend
heid zal ontheffen, middel wordt tot half, dat is
tot verkeerd weten. Van dezen toestand maken
de volksmenners gebruik, zij stellen onmogelijke
eischen aan het leven en dreigen met wraak op
de niet vervulling er van. Ja, wij kennen den
strijd tusschen kapitaal en arbeid en de gevolgen
daarvan, maar ook, en in tegenstelling met den
pessimist, gelooven wij aan de voortstuwende kracht
van het streven, dat liefde tot voorbeeld heeft,
die niet slechts bemint, maar ook arbeidt.
Het onderwijs is nog onvolledig, maar het ont
wringt zich allengs aan de routine en aan de
overdrijvers, die beide vijanden eener ingrijpende
verbetering, en de onderwijzer wordt zich meer
en meer van zijne beschavende missie bewust.
De woningen zijn slecht, maar de ervaring van
het gebrekkige is de grondslag tot onderzoek en
de bode der verbetering. Belangstelling en be
lang gaan samen om herstel aan te brengen.
De fabrieksarbeid is dikwijls drukkend en ontze
nuwend, maar de wet, die zich reeds de partjj
der kinderen heeft aangetrokken, zal ook voor
de volwassenen de werkuren regelen en op den
grondslag der gezondheidsleer de ruimten bepa
len. Arbeid en kapitaal zijn slechts vijanden in
het stelsel der moedwillig-bedreigende en in de
inbeelding der door onwetendheid bedrogenen.
Maar reeds nu bemoeit de gemeenschap zich
met het lot van den werkmanscholen voor vol
wassenen worden geopend om het niet geleerde
in te halen; volksbibliotheken worden opgericht,
om den geest te vormen, den smaak te veredelen;
spaarbanken worden gevestigd ten prikkel van
zuinigheidcoöperatieve vereenigingen verrijzen
om betere levensmiddelen tot lagen prijs te ver
krijgen; door het invoeren van het pensioenstelsel
wordt de werkman in den ouderdom voor gebrek
bewaard.
En al is de godsdiensthaat nog niet verdwenen,
het vooroordeel wordt bestreden door het oordeel;
en dat spreker van deze plaats het woord voert,
dat is de zege van den nieuwen tijdgeest op
verouderde opvattingen.
En toch is die collectieve arbeid onvoldoende.
De sociale kwestie is niet door wetten alleen te
regelen, noch door samenwerking alleen op te
lossen. Wetten kunnen regelen, maar niet ver
zoenen samenwerking is de grootste kracht, die
de individueele krachten aanvalt en vermenig
vuldigt, toch is zij dikwijls ontoereikend om door
te dringen tot het gemoed van hen, die zich
verongelijkt achten of niet tevreden will en zijn.
In den grooten strijd ter verbetering winnen niet
altijd de pbalanxen; het voorbeeld en de toewij
ding der enkelen hebben dikwijls grootere, dieper
ingrijpender beteekenis door het geven van in
drukken, die de zegepraal voorbereiden. Wat de
gemeenschap soms niet vermag, bereikt het indi
vidu. Daarom moet de strijd voor beschaving,
voor vooruitgang, voor volksontwikkeling met
deugdelijke wapens gestreden worden, die ons in
eigen tuighuis ter beschikking staan. Het initia
tief in eigen kring, de werkkring, is de ware
poging tot verzoening. Zoo ook wij, 16000 wils
krachtige. vastberaden, moedige leden der Maat
schappij tot nut van algemeen. Ieder onzer is trouw
aan het gemeenschappelijk vaandel, ieder onzer
heeft den plicht het te verdedigen, ieder het recht
het op te heffen als de hand die het draagt ver
zwakt. De man der wetenschap moet populair
zijn en zijn kennis niet omhullen met diep wijs-
geerige of streng strategische formules. De nijvere
man moet zijn belangen met die zijner werklieden
vereenigen. De geneeskundige behoort de vriend
tevens van zijn patient te zijn. De rechtsgeleerde
de steun van den eerlijken man, maar niemands
vleier. De onderwijzer moet door kernachtig
onderwijs niet alleen den geest beschaven, maar
ook het gemoed vormen. De koopman behoort
de raadsman zijner cliënten te zijn. De dienaar
van den godsdienst zij de drager van de blijde
boodschap der liefde bij zijn volgelingen. De
schrijver of dichter moet zijn lezers tot zich op
heffen, niet tot hen nederdalen. En wij allen,
aldus eindigde de spreker, eenvoudige burgers,
zorgzame huisvaders, laten wij in eigen kring
en bescheiden omgeving de toenadering en de
menschenliefde leeraren, door onze aanmoediging,
onze welwillendheid en ons voorbeeld. Laat ons
hen, die twijfelen, doen gelooven door ons geloof
en hun die vertsagen moed geven door onze vol
harding. Laat ons niet vermoeid of ontmoedigd
worden als het werk der liefde niet spoedig be
grepen of te lang wordt miskend. Het daagt
langzaam, maar de morgen breekt eens aan.
Zoo komen de veizoening door de aaneensluiting,
rechtvaardigheid, plichtsbesef, arbeid en het ge
loof aan het hoogere.
Deze rede werd warm toegejuicht.
Aan het verslag der maatschappij
over het afgeloopen jaar is het volgen
de ontleend
Het ledental is met 241 toegenomen, zoodat
het thans 16.368 bedraagt. Het departement
Kollum, waar het ledental nog slechts een 7tal
bedroeg, is opgeheven.
De heer mr J. P. Moltzer heeft als lid van het
hoofdbestuur ontslag genomen, zoodat thans in
d vacatures voorzien moet worden. De commissie