N\ 100.
131* Jaargang.1
1888.
27 April.
Middelburg 26 April.
FEU1LLET0N.
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen,
Prijs per 3/m. franco 2.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Advertentiën: 20 Cent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten, enz.van 1-7 regels/1.50;
iedere regel meer ƒ0.20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
RINGBRIKB.
Van E. M. V A C A N O.
Agenten te Vlissingen: P. G. de Vey Mestdagh Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: P. van dee Peijl, te Zierikzee: A. C. de Mooij en te Tkolen: W. A. van Nietjwenhuijzen.
Verdei' worden door alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aangenomen; en nemen ook het algemeen advertentiebureau van Nijoh van Ditmae te Rotterdam, en de firma B. van deb
Kamp te Groningen, voor de Noordelijke provinciën, annonces aan. Hoofdagenten voor het Buitenlandte Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube Cie., John P. Jones, opvolger.
Dinsdagmiddag, kort na de opening van de
zitting, zal de tweede kamer des namiddags te 3
uren een openbare vergadering houclen tot be
noemen van commissiën, belast met het onder
zoek der geloofsbrieven van de leden.
Mars wijdt in het Hdbld een artikel aan den
nieuwen minister van oorlog. Vreemd noemt hij
liet, te vernemen, dat deze minister van oorlog
voorstander zou zijn van den persoonlijken dienst
plicht, aangezien juist de katholieke partij, waar
toe hij behoort, zich daartegen ten sterkste heeft
verzet.
Dat er zoo spoedig reeds gelijk beweerd is
op dit netelige gebied een compromis zou zijn
tot stand gebracht tusschen de anti-revolution-
naire en ultramontaansche partij, schijnt ondenk
baar.
Het Vaderland vergiste zich, toen het meldde
dat de kolonel Bergansius was de schepper en
oud-directeur der artillerie-schietschool. Dit is
onjuistde eer der oprichting van die nuttige
instelling komt toe aan wijlen den luit.-kol. Van
Nieuwkuikde kolonel B. was eerst later direc
teur van die school.
Bedriegt Mars zich niet dan is kolonel Ber
gansius de evenknie van den oud-minister Reu-
ther, en vermoedelijk is door den Nijmeegschen
afgevaardigde de aandacht gevestigd op den
tegenwoordigen minister van oorlog.
Generaal Reuther was geen voorstander van
den persoonlijken dienstplicht, doch streefde er
naar, door een verbeterde schutterij min of meer
te gemoet te komen aan de bezwaren, verbonden
aan het heerschende stelsel van legervorming.
De schrijver acht het niet waarschijnlijk, dat
nu een geheel andere weg zal ingeslagen worden,
maar verwacht veeleer op eene herhaling van de
poging, om geit en kool sparende een
middenweg te bewandelen, welke tot een gedeel
telijke hervorming kan leiden.
Ten opzichte van de levende strijdkrachten
doet Mars een beroep op het helder oordeel van
den ontegenzeggelijk zeer bekwamen be
windsman, en uit den wensch, dat bij het regelen
der belangen van dit bij uitstek nationale vraag
stuk, het oor worde geleend aan mannen, die op
dit gebied geacht mogen worden volkomen op de
hoogte van de eischen des tijds te zijn.
Wat de doode weermiddelen betreft zou bezwaar
lijk iemand te vinden zijn, geschikter dan kol.
Bergansius om het moeilijke vraagstuk der verde
diging onzer liniën tegen de vernielende aanvals
middelen van den nieuweren tijd tot oplossing te
brengen.
Ook in andere richting geeft de benoeming stof
tot instemming. In de laatste jaren is ons leger
vrij wel gegermaniseerd geworden. Het zwaarte-
Uit het Duitsch.
III.
Tan paarden in liet algemeen en een
paard in liet bijzonder.
Men kent »de liefde door den eersten blik"
uit Romeo en Julia en dergelijke liefdesdrama's
nu iets dergelijks (ik vraag alle dichterlijke
gemoederen vergiffenis) had hier met mij plaats
bij de pracht verschijning van een paard. Daar
stond tusschen de andere, die hun beurt af
wachtten, een verrukkelijk gebouwde vosmerrie,
bereden door een dragonderofficier. Ik sprak van
een prachtverschijning, maar die uitdrukking is
niet juist. Het paard bezat niets van de geijkte
sschoonheid", die den leek boeit of het groote
publiek in verrukking brengt. Op het eerste ge
zicht had het niets bijzonders over zich. Maar
voor iemand, die van paarden houdt, voor den
kenner was het een juweel. Voor een gewoon
toeschouwer was het een gewoon mooi paard
maar wat lag er voor een echten lief hebber niet
in zijn blik, in de buiging van zjjn hoofd, in
den stand der gestrekte beenen, in de beweging
van zijn rug. Het paard was éen zenuw, leven,
bloed. Het was, ofschoon halfbloed, toch hetgeen
wij volbloed in de hoogere beteekenis noemen.
Mijn oogen en mijn hart kon ik niet van dat
paard losrukken.
punt is te veel verplaatst naar het veldleger
Nederlandsche toestanden worden te zeer over
het hoofd gezien, de belangen van vesting- en
bewakingstroepen te weinig behartigd.
Ook op dit gebied schijnt kolonel Bergansius
de aangewezen man om rationeéle hervormingen
tot stand te brengen.
Er is daarom ook stof tot juichen, al is er reden
genoeg om, wat de levende strijdkrachten betreft,
bedenkelijk het hoofd te schudden.
Uit Den Haag schrijft men aan de Zw. Crt
Men zou uit de wekelijksche kroniek van het
Utreclitsch Dagblad moeten opmaken, dat de toe
stand des konings meer dan gewone reden van
bezorgdheid geeft en deze meening nog versterkt
achten door het bericht, dat den afgetreden
ministers geen afscheidsaudientie werd verleend.
Toch weet ik van goederhand, dat die toestand
volstrekt niet ernstiger moet worden opgevat dan
voor eenige weken of maanden. De lijfarts des
konings, dr Vinkhuijzen, is in geene deele onte
vreden over den staat van zijn hoogen patient.
Vermoedelijk zal medio Mei het koninklijk gezin
de residentie verlaten en het lustslot het Loo gaan
betrekken. Van het bezoek eener buitenlandsche
badplaats is geen sprakehet voornemen moet
bestaan zomer en herfst voornamelijk op het
Loo door te brengen.
Bij kon. besluit zijn
benoemd tot president der arrondissements
rechtbank te Breda, mr B. Hulshoff, thans substi
tuut-officier bij de arr.-rechtbank te 's Gravenhage.
bevorderd: tot kapitein ter zee de kap.-luit.
ter zee F. K. Engelbrecht; tot kap.-luit. ter zee
de luit. ter zee le klasse H. van der Meer, en
tot luit. ter zee le klasse, die der 2e klasse R.
Reinders.
Bij kon. besluit is de commissie van deskundigen,
benoemd bij besluiten van 7 Januari en 6 Maart
1887, om te onderzoeken welke ziekten van het
vee moeten geacht worden besmettelijk te zijn
enz., met dankbetuiging voor de door haar be
wezen diensten, ontbonden.
Jhr H. J. J. van Rensselaar Bowier, is met
ingang van den le Mei a. s., benoemd tot klerk
bij de directie der marine te Amsterdam, en de
klerk bij de directie der marine te Hellevoetsluis
J. A. F. Torré is met gemelden datum overge
plaatst naar de directie der marine te Willems
oord.
Te Breda zal op 20 en 21 Juni a. de zestiende
algemeene vergadering van de vereeniging van
gasfabrikanten in Nederland gehouden worden.
De heer Sol heeft de noodige machtiging ge
vraagd en verkregen, om te zijner tijd, in ieder
geval na de uitspraak van het scheidsgerecht in
de zaak tusschen hem en den heer Keilerman,
indien het dan nog noodig mocht zijn, een
De deftige huzarenofficier, die er op zat en
met eenige vrienden praatte, scheen eindelijk
mijn bewondering op te merken en nam mij met
een alles behalve vriendelijken blik van boven
tot beneden op. Wat had die kleine groom zoo
naar zijn paard te kijken
Hij fronste het voorhoofd en wendde gemelijk
het hoofd af. Daardoor ontwaakte ik uit mijne
droomerijen. Had ik maar geweten hoe dit paard,
dat het edelste bloed verried, heette.
Eensklaps zei een andere officier tot den
ruiter
»Welk nommer hebt gij
sNommer 18", was het antwoord.
Ik wierp snel een blik op het programma
en las
Nommer 18, eerste luitenant graaf Ferdi
nand Binningen, met de vosmerrie Ringerike."
Ik wierp nog éen blik op het paard en ver
wijderde mij.
Den volgenden dag las ik in de courant»Den
eersten prijs behaalde graaf Ferdinand Binningen
van het eerste huzarenregiment, met zijn vos
merrie Ringerike."
En niemand was op het denkbeeld gekomen
om daarop te wedden.
O dat sportpubliek
Vriend Tom Cannon, de koning aller ruiters,
placht te zeggen»Ik ken geen grooter ezels
dan menschen, die zich zelf voor paardenkenners
houden, omdat zij geld genoeg bezitten om
er een paar koetspaarden op na te houden."
antwoord te geven op de beweringen van dien
heer, omtrent het gebeurde bij den slag van
Samalangan, waarbij de heer Sol, adjud. van den
ger. Van der Heijden was.
De heer D. Rijnders, predikant alhier, is te
Utrecht, waar hij vertoefde om deel ta nemen
aan de algemeene vergadering der Utrechtsche
zendingvereeniging, door een beroerte getroffen.
De toestand van den zieke laat geen vervoer
toe, doch is overigens, naar wij vernemen, vrij
bevredigend.
De heer W. van der Os te Vlissingen, voegde
bij zijn geschenk aan de oudheidskamer, waarvan
wij in het raadsverslag van gisteren melding
maakten, het volgende schrijven
Simon de Koster, zoon van Daniel en van
Jozina Louwerse, werd 13 Aug. 1767 te Middel
burg geboren.
Hij was een verdienstelijk schilder en teeke
naar, die in Engeland een ruim bestaan vond in
zijne kunst. Zijne opleiding genoot hij op de
teekenacademie te Middelburg onder leiding van
Thomas Gaal. Hij kreeg drie prijzen (1784,1785,
1786) en ook een verguld zilveren medaille (1787).
Volgens familieaanteekeningen vertrok hij 9
Mei 1788 uit Middelburg naar 's Gravenhage en
van daar naar Londen. Hij is niet getrouwd
geweest, overleed 21 Juni 1831 te Twickenham
en werd in Austin Friars te Londen begraven.
Op de school van meester Joost Boogaard te
Middelburg kreeg hij ook een prijs en wel in
1776. Het kunstboek, de vier prijzen en de me
daille, welke ik heden de eer heb ten geschenke
te geven aan het stedelijk museum van Middel
burg zijn afkomstig van mijne grootmoeder Jozina
van der Os geboren Abrahamse, wier moeder,
Maatje de Koster, eene zuster van Simon de Koster
was, van hem bestaat ook nog een gouden cachet
met het wapen, thans het eigendom van den heer
J. C. de Koster te Vlissingen.
Nadat de nieuwbenoemde burgemeester van
St. Laurens, de heer J. Marinissen, Maandag door
den commissaris des konings was beëedigd, werd
hij te Middelburg, ten huize van den Secretaris
afgehaald door eene commissie uit den raad.
Aan de grens der gemeente werd hij door eene
eerewacht te paard, bestaande uit een 40tal jon
gelieden, verwelkomd en onder dat geleide naar
het raadhuis geleid, waar eene openbare zitting
van den gemeenteraad gehouden werd. De oudste
wethouder, de heer D. Gideonse, ontving den
nieuwen burgemeester meteen gepaste toespraak,
waarop door den heer Marinissen kortelijk werd
geantwoord.
's Avonds had in het versierde schoollokaal
een gezellige bijeenkomst van de autoriteiten en
eenige genoodigden plaats.
Waar de autoriteiten feestelijk bijeen waren,
werden ook de armen niet vergeten; de nieuw
benoemde burgemeester onthaalde hen op gulle
IV.
Verliefd.
Den volgenden dag was alles even frisch en
helder. Het was een van die dagen, waarop
men ruimer adem haalt, waarop alles lichter,
hoopvoller en schooner lijkt. De zon scheen, de
hoornen en struiken voor de poort en rondom den
circus blonken van de dauwdroppels, de grond
was nog vochtig elke ademtocht verfrischte
het gemoed.
Op zulke dagen zijn de repetities ook vroolijker
en luidruchtiger dan anders. Een ieder werkt
alsof hij het voor zijn genoegen deed, de kleine
jongens die zich door de omhoog gestoken beenen
van hun vader, in de lucht laten ronddraaien,
vallen minder dikwijls omlaag als overrijpe
pruimen in den herfststormde clowns (de stijfste,
brommigste menschenkinderen buiten de voor
stellingen) zijn minder knorrig en izegrimmig
dan gewoonlijk, de directeur is toeschietelijk en
de stalknechts neuriën. Wij hadden repetitie
van MazeppaGarmencita, die tegen alle ge
woonten den Mazeppa zou geven, was heden
schooner dan ooit en daarbij verbazend onver
schillig. Toen ik met haar bij de achterdeur
der manége stond, terwijl daar de troon opge
slagen werd, vertelde ik haar dat ik gisteren
verliefd geworden was.
»Hoe dom van uzei ze en zette hare
witte tanden in een frisch groen blad.
»0, maar slechts op een paard," zei ik
snel.
wijze, terwijl hij aan de schoolkinderen Woensdag
middag in het schoollokaal een feest bereidde.
Gisteren avond hield de gemeenteraad te
Yerseke eene vergadering. Uit de notulen (ter-
vorige bleek, dat het kohier voor den hoofd,
omslag is vastgesteld op 6843.96.
Van ged. staten was ingekomen de kennisge
ving, dat de bijdrage van het rijk in de kosten
voor het lager onderwijs in deze gemeente over
1887 bedraagt 1750.99s en dat hij kon. besluit
goedgunstig is beschikt op het adres van den
raad, waarbij is verzocht om het maximum dei-
vergunningen voor den kleinhandel in sterken
drank voor 3 jaar te verlagen van 15 op 12.
Onveranderd werd goedgekeurd een regl. van
orde voor de vergaderingen van burg. en weth.
ter vervanging van het regl. van 25 Oct. 1851.
Met algemeene stemmen werd besloten een
gem.-opzichter aan te stellen op een salaris van
200, plus 5 pet. van de gewone onderhouds
werken, die gemiddeld 2500 beloopen en van
2| pet. van buitengewone werken. De te be
noemen opzichter moet, zoo hij elders woont, zijne
woonplaats in de gemeente vestigen.
In beginsel werd besloten tot de verbetering
der Paardenmarkt, de vernieuwing en verlenging
van den opril naar den Dam en tot bet aangaan
eener geldleening van hoogstens 1000 tot be
strijding der kosten, waarvoor slechts 800 be
schikbaar is.
Gisteren heeft te Zierikzee de jaarlijksche ver
gadering van vennooten in de Zeeuwsche Spoorboot-
maatschappij plaats gehad, en daarin werd de
rekening over het boekjaar 1887 goedgekeurd.
Tot commissaris werd herkozen de heer C. van
der Yliet Dz.
Men schrijft ons uit Bruinisse
Als een treurige bijzonderheid moet van hier
worden bericht dat het weinige mosselzaad, dat
na de ijs- en stormschade op de slikken voor-
Bruinisse overgebleven was, nog dagelijks afsterft,
welk vreemd verschijnsel, voor zoover hekend,
nog nimmer voorgekomen is. Wel is waar kostte
dat zaad in den nazomer van 1887 zeer weinig
geld (30 a 40 cent per ton) later wat meer en
toch zijn er ondernemers, die daaraan 1500
besteedden, waarvan nu geen cent terecht komt.
Was er nu nog maar zaad op de Zeeuwsche
gronden voorhanden, waarvan de voorraad in den
jongsten herfst zoo groot was, dan kon het in
den tegenwoordig werkteozen tijd gevangen en
voor veel geld verkocht worden, doch dat 'is,
helaas! het geval niet, zoodat nu weer zaad van
veel minder kwaliteit en hooge prijzen uit andere
streken verkregen moet worden Zou, hij het
vernemen van zulke berichten, het vischbestunr
nu nog niet te bewegen zijn om voortaan de
zaadbanken, die niet met vernieling door zee
sterren bedreigd worden, in plaats van in den
herfst in het voorjaar open te willen stellen
5>Op een paard vroeg zij met een loomen,
verbaasden blik.
»Ja, verbeeld je. Het is een echte Arabier,
heet Ringerike en behoort aan een officier." Dit
zeggende haalde ik het programma van de wed
rennen uit mijn zak, wees haar de verschillende
winners aan en vertelde haar vol geestdrift van
den zegepraal van Ringerike.
De manége, die anders altijd duister was, was
nu helder verlicht, daar de gordijnon aan de drie
ingangen opengeslagen waren. Wij stonden voor
den ingang van den stal, onder de vochtig glin
sterende frissche boomen. In de manége hamerde
en klopte men aan de stellages. Op de eerste
bank zaten een paar paardrijdsters te praten en
te babbelen. Een kunstrijder oefende zich in een
moeilijken sprong op een nieuwen bruin. Car-
mencita leunde tegen den deurpost, in eenlicht-
geruiten plaid, met een grijs heerenhoedjè op
haar zwart krulhaar en zag er hijzonder schoon
en frisch uit. Later heb ik vaak gedacht, dat
een hart, vóórdat het zich voor de liefde ontsluit,
daarvan vooraf een schitterend voorgevoel moet
hebben, zooals de knop eer de kus der'zon haar
opent tot een bloem.
»0, daar staat hetriep zij op mijn pro
gramma ziende, Ringerike van graaf Ferdinand
Binningen. No 18 - hoe grappig
»No 18. Dat was altijd mijn programma-
nommer te huis bijna mijn bijnaam. Men
noemde mij nooit anders dan No 18
's Avonds was de voorstelling druk bezocht.