BÜTfËNLANDr
Verspreide berichten.
te verschijnen, Ik bedoel den heer O. van Rees.
Geen twjjfel of, zoodra de heer Keuchenius op
't plein in den Haag komt zetelen, de heer van
Rees het paleis te Buitenzorg verlaat. Dat Fries
land hem dan in de Eerste kamer een zetel aan-
biede, waarop hij door zijn rang, zijn talent en
zijn politiek verleden aanspraak heeft.
Ik geef het denkbeeld voor beter maar ik
hoop dat het niet zal worden verworpen.1'
De Sclieldebode doet de toezegging in haar
volgend nommer te zullen opnemen de geheele
beschouwing van een onzer correspondenten uit
Westelijk Zeeuwsch-Vlaandereneene beschouwing
die zoozeer de ergernis van hare redactie opwekte.
Dat besluit melden wij met waardeering.
De heeren Gebrs E. M. Cohen, Arnhem en
Nijmegen, zijn op het punt een van de meest
verwonderlijke uitgaven te ondernemenEene
geïllustreerde editie van Dickens, compleet voor
30. De vertaling is van Lindo, mevr. van
Westhreene, Mensing e. a. de 800 platen van
Barnard, Cruickshank, Mahoney, Phiz, Green e. a.,
dus de vertaling best, de teekeningen allerbest;
daarbij goed papier en een heldere druk en dat
alles in 60 afl. van 0.50. Er is geen twijfel
aan of deze 50 cents editie zal een even fabel
achtig succes hebben als die van den heer Sijthoff.
(De Portefeuille.)
Door het bestuur der Liberale Unie is, in de
plaats van den heer mr E. H. Harsten, die door
gezondheidsredenen genoodzaakt is het voorzit-
zitterschap neder te leggen, tot president gekozen
de heer mr E. Fokker alhier.
Onder voorzitterschap van den heer mr W. A.
van Hoek werd gisteren avond in de concertzaal
alhier eene vergadering gehouden van het depar
tement Middelburg der maatschappij Tot Nut van
het Algemeen.
Behalve het bestuur waren 7 leden tegenwoor
dig, aan wie mededeeling werd gedaan van onder
scheidene ingekomen stukken, verslagen, reke
ningen enz. Daaronder behoorde een verslag van
de volksbibliotheek, waaruit bleek dat dit onder
deel van het departement in bloeienden toestand
verkeert, wijl weder meer lezers meer boekdeelen
aanvroegen, nl. 210 personen 5093 deelen.
Verder behoorde onder de ter tafel gebrachte
stukken een schrijven van het departement Am
sterdam, waarin de wensch wordt uitgesproken
ter meer vruchtbare behandeling der vraag
punten, den afgevaardigden ter algemeene ver
gadering in het vervolg geen imperatief mandaat
te geven. Deze zaak is, met het oog op het klein
aantal tegenwoordige leden, aangehouden tot eene
volgende vergadering.
Eenige rekeningen werden goedgekeurd en
daarna overgegaan tot de volgende benoemingen.
In de eerste plaats van een bestuurslid, open
gevallen door de periodieke aftreding van den
heer mr W. A. van Hoek.
Aanbevolen waren de heeren L. K. van dei-
Harst, M. Schuijlenburg en F. M. Wibaut.
Bij eerste stemming verkreeg niemand de vol
strekte meerderheid, wijl van de 12 ingeleverde
stemmen zich 5 op den heer Van der Harst, 3
op den heer Schuijlenburg en 4 op den heer
Wibaut vereenigden.
Bij tweede stemming werd de heer Van dei-
Harst met 6 stemmen gekozen. De heer Wibaut
verkreeg er 4, de heer Schuijlenburg 1 en één
briefje was blanco.
De heer Van der Harst verklaarde de benoe
ming aan te nemen.
In de tweede plaats van een afgevaardigde ter
algemeene vergadering.
Daarvoor werden aanbevolen de heeren J. J. H.
Doorenbos, mr S. Gratama Hz., jhr mr W. II.
Snouck Hurgronje, mr F. J. Sprenger en B. A.
Verheij.
Bjj eerste stemming verkreeg de heer Doorenbos
6 stemmen, de heer Gratama 3, en de heer Verheij
2 stemmen, terwijl 1 stem was uitgebracht op
den heer mr F. N. v. d. Bilt.
Bij tweede stemming werd de heer J. J. H.
kust de kleine cupidootjes aan den schoorsteen,
kleurt het blauw der Worchester bekers met
allerlei tinten en verlicht de speld van robijnen,
die het takje heidebloempjes aan den hals van
Norine bevestigt.
Op het haardkleed aan hare voeten ligt de
oude Bay, de groote bloedhond, te dommelen,
en kijkt nu en dan met een slaperigen, verach-
telijken blik naar een jongen jachthond, die
vroolijk rondhuppelt en opgewonden is in het
vooruitzicht van een paar stukken koek te zullen
krijgen.
Drie of vier heeren staan bij de tafel en
worden door eenige damës ondervraagd naar den
uitslag van de jachter verloopen een paar
minuten voordat ik de kamer kan doorgaan om
'juffrouw Massareen te begroeten, Zij geeft mij
echter haar blanke handje en bukt over hare
kopjes, alsof haar leven er van afhing om
die goed te vullen. Zjj ziet mij volstrekt
niet aan; hare oogleden blijven hardnekkig ge
sloten over de verklikkers daaronder, terwijl ik
over allerlei onderwerpen doorpraat. Er verloopen
eenige minuten en ik ontwaar met verrukking dat
zij iets meer op haar gemak komtmidden in do
beschrijving van een tijgerjacht zien de bruine
oogen schuchter naar mij op, onder die lange
omgekrulde wimpers en ik wensch mijzelf
reeds geluk over mijn tact, als op eens haar
vader met eenige jagers naar de theetafel komt
en een opmerking maakt die al mijn blijdschap
verjaagd, als kaf voor den wind.
Doorenbos met 9 stemmen benoemd, de heer
Gratama verkreeg 2 stemmen en'de heer Verheij
1 stem.
De heer Doorenbos aanvaardde de benoeming.
Als plaatsvervangend afgevaardigde werd aan
gewezen de heer Gratama met 9 stemmende
heer Verheij vereenigde 3 stemmen op zich.
Eindelijk werd voorzien in de door het over
lijden van den heer Ales. Luteijn in da commissie
voor de hulpbank ontstane vacature. Daarvoor
werden aanbevolen de heeren J. J. H. Doorenbos
en J. D. Noske. Eerstgenoemde werd met 9 stem
men gekozende heer Noske verkreeg er 2 en
1 briefje was blanco.
Ook deze benoeming nam de heer Doorenbos aan.
De gemeenteraad van Vlissingen vergadert
Vrijdag den 20 April, des namiddags te twee
uren, ter benoeming van een onderwijzeres aan
school F en ter behandeling van de volgende
voorstellentot uitloting van obligatiën der ver
schillende geldleeningen; betreffende het verzoek
van den directeur-leeraar der burger-avondschool
om verhooging zijner weddeidem tot koopers
van den beer om vermindering van koopprijs
idem van den heer Essenberg om tegemoetkoming
in de kosten voor het aanleggen van een trottoir
in de Joost de Moorstraateen bezwaarschrift van
H. A. Hollen tegen de plaatsing in de 6ë kl. op
het 2e suppl. kohier van den hoofd, omslag voor
1887 een adres van W. H. Dekker c. s. in zake
de bestrating van de Badhuisstraattot aankoop
van een gedeelte grond van het rijk op het zoo
genaamd »Eiland," aanvraag algemeen ambestuur
om verhoogde subsidie voor 1887 tot het geven
eener bestemming aan de ontvangen boekwerken
en tijdschriften van het ontbonden leesmuseum
verzoek van H. de Wagemaker Huibregtse tot
het maken van een kiosk aan de badplaatstot
het verleenen van credieten voor vergunning van
zand aan de badplaats en tot nivelleeren van
grondentot verkoop van gemeentegrond aan de
Aagje Dekenstraattot wijziging der begrooting
voor 1888. Verder zal ter tafel komen een staat
van ontheffing van hoofd, omslag 1887 en behan
deld worden het kohier hoofdelijken omslag
voor 1888.
Op de voordracht voor de betrekking van se
cretaris der gemeente Eede zijn geplaatst de
heeren J. van den Dries te Heinkenszand en S.
W. Weisfeit te Sint Kruis. De benoeming zal a.
Maandag plaats hebben.
Aan den heer M. Henriquez Pimentel te 's Gra-
venhage is buiten bezwaar van 's rijks schatkist,
de personeele titel verleend van adviseur voor de
zaken der levensverzekering-maatschappijen bij
het dep. van binnenl. zaken.
Verder is benoemd bij de algemeene rekenkamer
tot adjunct-commies P. L. van Eek, eerste klerk
bij dat collegeterwijl de heer P. A. L. van Ogtrop
te Amsterdam benoemd is tot voorzitter van den
raad van toezicht op de rijkspostspaarbank.
Zaterdag verleent de minister van binnenlandsche
zaken geen audiëntie.
Gisteren kwamen de groothertog en de groot
hertogin van Saxen Weimar in de residentie aan;
zij werden aan het Rijnspoorstation verwelkomd
door H. M. de koningin en prinses Wilhelmina.
De begroeting tusschen de koningin en de vor
stelijke reizigers was allerhartelijkst. Prinses
Wilhelmina overhandigde haar tante een bloem
ruiker.
In een open rijtuig reden de vorstelijke perso
nen naar het paleis aan het Noordeinde, alwaar
de groothertogin en gemaal onmiddellijk Z. M.
den koning bezochten, die zeer verheugd was zijne
zuster weer te zien en getroffen over hare harte
lijke belangstelling, gelegen in het opzettelijk
bezoek. De vorstelijke personen werden door
H. M. de koningin naar hun verblijf Buitenrust
aan den Scheveningschen weg, begeleid.
De afdeeling Goes van het Nederlandsch
toon eel verbond is opgeheven.
»Zoo René, ik heb je van daag nog niet
gezien. Wat heeft mijn kind belet om mij van
morgen mijn kopje koffie te komen brengen
vraagt hij en geeft haar een kusdoch nu zij
weer haar aandacht aan de theekopjes wijdt
overdekt een donkerroode blos niet alleen kaar
gelaat, maar zelfs hare ooren. Ik doe alsof ik
de reden harer verlegenheid niet begrijp en snak
om haar te helpen en terwijl ik daar nog over
peins, stoot iemand mij aan den elleboog en om
ziende bemerk ik mevrouw Roose met een room
kannetje en een suikerpot.
»Hier, kolonel Greville, bedien u van suiker,
dan zal ik u room inschenken. Gij verlangt
zeker naar een kopje thee", zegt zij op hare
gewone innemende manier, mij rijkelijk van room
voorziende.
»Dank u, gij zijt wel vriendelijk Ik ben
dol op room", zeg ik lachend, met een dankbaren
blikwant ik merk heel goed dat zij haar best
doet om de verlegenheid harer vriendin te ver
bergen.
Weer omziende vind ik juffrouw Massareene
omringd door heeren en ik heb dien avond geen
gelegenheid meer om haar te spreken. Verbeeldde
ik het mij Maar het was net, alsof zij mij
ontweek en dat geeft mij zooveel te denken, dat
ik niet minder dan drie sigaren oprook bij het
open raam, voordat ik naar bed ga.
Den volgenden dag wordt mijn inbeelding
van den vorigen avond werkelijkheid. Het lijdt
geen twijfel meer zij ontwijkt mij met bestu-
In de Dinsdag gehouden vergadering van
ingelanden van den polder de Vierbannen in
Duiveland te Capelle (gemeente Nieuwerkerk)
werd de bogrooting voor het dienstjaar 1888/89
vastgesteld.
De jaarwedde van den dijkgraaf werd verhoogd
met 73 en mitsdien van 427 gebracht op ƒ500.
Het dijkgeschot werd verminderd met 0.50
per HA. dijk en land.
Voor den op 1 Aug. e. k. af te treden gezworen
B. Giljam werd eene voordracht opgemaakt, be
staande uit de heeren le B. Giljam, 2e C. van
Oeveren en 3e J. Gaanderse.
Voor de te St. Maartensdijk gehouden ver
kiezing voor een lid van den gemeenteraad waren
uitgebracht 182 geldige stemmen. Hiervan ver
kregen de heeren M. D. Hage 40, A. Kloet Mzn
32, M. P. Groenewege 29, J. Hage (Reigerburg)
22, N. Nelisse 20 en A. Elenbaas 18 stemmen,
terwijl de andere stemmen over verschillende per
sonen verdeeld waren, zoodat herstemming moet
plaats hebben tusschen de heeren M. D. Hage
en M. Kloet Mzn.
Men schrijft ons uit Biervliet
De hier heerschende en epidemisch verklaarde
besmettelijke ziekte, het roodvonk, neemt niet
in omvang toe en wordt van meer geruststellen
den aard. In het begin bezweken eenige lijders.
Slechts éen dag bleef de gemeenteschool ge
sloten in de Paaschweek onderging zij eene
buitengewone reiniging en opfrissching, en na de
vacantie werden zij en de bewaarscholen weer in
gebruik genomen, met beperkter getal leerlin
gen natuurlijk.
Biervliet is in grondgebied een der grootste
gemeenten dezer provincie met eene zeer verspreid
wonende bevolking, en toch bezit ons hulpkantoor
der posterijen maar éen besteller, die, hoe ijverig
ook, zijn taak op den duur niet alleen kan ver
richten. Al zijne voorgangers zochten zoo spoedig
mogelijk een goed heenkomen. Van dezen tegen-
woordigen besteller zouden de ingezetenen het
heengaan met leede oogen aanzien. Zijne stiptheid
en zijn spoedige bezorging worden geroemd. Buiten-
bewoners ondervonden dat vroeger wel minder
goed. Biervliet, dat aanspraak mag maken op
eenen tweeden beambte, bezit éen besteller, die
het schrale inkomen geniet van 225 gulden 's jaars.
Wij hopen van het bestuur der posterijen spoe
dige verandering, dat is verbetering in dezen
toestand.
In het Drentsche Westerveld heeft een he
vige brand gewoed, die naar schatting 500 aren
bosch en heide in de asch heeft gelegd.
De schade is groot.
Wel brutaal maar niet dapper.
Zondag avond poogden twee mannen in te
breken door den muur van het afgebroken koffie
huis aan de Vlasmarkt, hoek Steiger, te Rotter
dam, om zoodoende het achterhuis van den heer
Den Arend te bestelen. Nauwelijks echter was
een hunner binnen, of de huishoudster onthaalde
hem op zulk een pak slaag, dat hij onder het
geschreeuw van: »0 God, mijn oog je slaat mijn
hersens in het hazepad koos, evenals zijn mak
ker, met achterlating van een vleeschhouwers-
mes en een zakje peper.
Men meldt uit Arnhem dat de persoon, die
den kap.-luit. ter zee B. Maandag verwondde,
gearresteerd is. Het is een verwersknecht, woon
achtig in Klarendal. Hij heeft zijn daad bekend-
Te Scherpenzeel is een vijfjarig knaapje te
water geraakt en verdronken. Te Drunen heeft
een IJ jarig meisje, door in een tobbe met water
te vallen het leven verloren en te Aerdt ver
dronk een 2ijarig kind in een melkton.
Vorst Ferdinand en Boelgarije.
Aan een correspondentie uit Philippopel in de
Köln. Ztg ontleenen wij het volgende:
Sedert geruimen tijd hadden te Philippopel
geen demonstraties tegen de regeering plaats
gevonden, toen in den nacht van den 4en 11.
op alle hoeken der straten plakkaten aange
slagen werden, welke de officieren opriepen den
deerd overleg en den derden dag is het nog erger,
zoodat ik tot het besluit kom dat ik het best
doe met onverwijld naar Londen te vertrekken,
onder voorwendsel van dringende bezigheden.
Hoe verliefd ik ook ben, heb ik toch nog genoeg
verstand over om in te zien dat ik beter doe
met heen te gaan, voor dat ik er mij al te diep
inwerk.
Ik begin te wenschen dat ik nooit te Loughrea
gekomen wareik verfoei het woord spook en
als hartstochtelijk jager, die zijn heele leven goed
geschoten heeft, denk ik met weerzin aan de
patrijzen-jacht van gisteren nog al verklaar
baar wanneer mijn oog verduisterd was en mijn
gedachten afgeleid waren door een lief gezichtje
Alles schijnt de gewone bekoorlijkheid voor mij
verloren te hebben. De heide, die ik reeds lief
gehad heb, toen ik nog een knaap was, komt my
nu voor als een vrucht van de Doode zee
ik begrijp wat het zeggen wil om de ongeluk
kigste aller stervelingen te zijn. Het is de avond
van den derden dag en ik sta na den eten ge
heel alleen op het terras te rooken, daar ik ge
weigerd heb om het gezelschap in den tuin te
volgen. Gedurig treft het geluid van een hel
deren lach mijn oor. Ik ben in een wanhopige
stemming, die er niet op verbeterd is, nu ik
juffrouw Massareene heb zien wandelen met Sar-
toris en Fiskens. Ik sta op mijn knevel te bijten,
denk na over de toebereidselen voor mijn vertrek
en zie mevrouw Massareene uit het salon op het
terras komen. Zij kjjkt haastig rechts en links,
Coburger met zijn aanhangers ten spoedigste te
verdrijven. Er bleef der politie niets anders over
dan de plakkaten den volgenden morgen vroeg
af te scheuren en naar de daders onderzoek te
doen, maar het is haar niet gelukt ze tot heden
te ontdekken. Daar na deze eerste vergeefsche
poging de vijanden der regeering hun manifest
den officieren als gewone brieven over de post
in handen speelden, zijn de dienaren der hei
lige Hermandad met verdubbelden ijver aan het
zoeken gegaan.
Wanneer woorden vorst Ferdinand uit zijn rijk
konden verdrijven, zoo zat hij zeker lang in
Ebenthal. Reeds bij zijn aankomst in het land
wekte zijn doodsbleek gelaat, zijn weinig man
nelijk uiterlijk den spot der officieren op. Alle
spotschriften op hem en zijn eersten minister
worden gretig verslonden, maar men leest ze en
lacht, doch de Coburger blijft. De ministers Stain-
boeloff en Moetkoeroff weten dit alles zeer goedt
maar zien het door de vingers, daar zij niet
gaarne de officieren voor het hoofd stooten.
Vrij wat meer zorg baart hun het gebrek aan
geld, de mislukte pogingen tot het sluiten van
een leening en de dientengevolge gerezen moeilijk
heden om zich de benoodigde krijgsmiddelen aan
te schaffen en de officieren tot een hoogeren rang
te bevorderen. Volgens de bestaande voorschriften
bezitten de officieren het recht binnen zeer korten
tijd bevordering te eischen. Zonder echter het
budget bovenmate te bezwaren kan de regeering
aan geen promotie onder de officieren denken.
Ware zij sterk, zoo zou zij het desbetreffende
voorschrift wijzigen, maar vorst Ferdinand durft
dit niet te wagen, daar hij dan spoedig het ge
heel e officierskorps tegen zich in het harnas zou
jagen. In Boelgarije is men met de wegen en
middelen bekend om oproerige bewegingen tegen
het hoofd van den staat in het leven te roepen,
en deze revoluties werden steeds door officieren
van hoogeren en lageren rang geleid, die onte
vreden waren over de te geringe belooning hunner
verdiensten. Tot heden heeft men voldoening
aan de wenschen der officieren kunnen schenken
tengevolge van het oprichten van nieuwe troepen-
afdeelingen en wijl vele officieren, misnoegd over
den loop der zaken, het leger verlieten of anderen,
die deelgenomen hadden aan prononciamento's of
daarvan verdacht werden, het land den rug toe
keerden. Op den duur evenwel kan de regeering
geen hoogere commando's blij ven geven er moet
eenmaal en waarschijnlijk binnen korten tijd
een stremming ontstaan en dan is de bodem
voor den roebel vruchtbaar gemaakt.
Yoorloopig schijnt vorst Ferdinand nog geen
gevaar te duchten te hebben, hoewel er genoeg
personen zijn, die binnenkort nieuwe revolution-
naire bewegingen tegen het gouvernement van
Stamboeloff voorspellen. Gronden, die steek houden,
worden voor dit vermoeden niet aangegeven. De
correspondent der Köln. Ztg gelooft niet, dat voor
Augustus, d. i. vóór het binnenbrengen van den
oogst, de een of andere beweging tegen de tegen
woordige regeering te verwachten is. De Boelgaar
is te veel boer, te onverschillig en, ongevoelig
om gedurende de zomermaanden wegens politieke
aangelegenheden zijn akkers in den steek te laten.
Zonder de hulp der plattelandsbevolking is echter
geen omwenteling mogelijk. Ingeval van een
vijandelijken aanval van buiten zal hij dadelijk
bereid zijn het geweer ter hand te nemen, maar
dit is om huis en hof te beschermen, niet ter
wille van den Coburger, die hem van ganscher
harte onverschillig is.
Tegenover den aanval van een buitenlandschen
vijand zullen de Boelgaren eensgezind zijn; laat
men hen aan zich zelf over dan zullen de aan
hangers hunner partijleiders spoedig elkander in
het leger en in het volk zoo in de haren vliegen,
verzekert de briefschrijver, dat vorst Ferdinand
misschien ten slotte zelf op den inval komt om
uit eigen vrijen wil den pelgrimsstaf ter hand
te nemen.
Wat deze laatste mogelijkheid betreft, herin
neren wij er aan, dat ook reeds in Fransche
bladen op een vrijwillig heengaan van den Co
burger gezinspeeld werd.
mompelt iets op somberen toon en wil weer in
huis gaan; maar de beleefdheid noopt mij om
voeruit te treden en te vragen of ik haar ook
van dienst kan zijn.
»0 ja, wilt gij Norine voor my gaan'zoeken en
haar dit, geven?" zegt zij en houdt mij een zacht
blauw shawltje voor. Ik mompelde iets van »met
genoegen" en ga mijn onwelkome boodschap ver
richten. Weldra ontmoet ik twee mistroostige
exemplaren van het menschdom.
»Hebt gij juffrouw Massareene ook gezien?"
vraag ik. »Waar is zij Ik spreek een weinig
kortaf, want ik ben korzelig.
»Dat wilden wij juist ook wel eens weten.
Zij ging haar broeder opzoeken," zegt Sartoris
bezorgd.
»Ja, zij is dien kant opgegaanmaar wij
kunnen haar niet vinden", voegt Fiskens er bij
en wijst op het struikgewas en ik verbeeld mij
dat zijn platte neus nog meer ingedrukt is dan
gewoonlijk.
(Slot volgt.)
Gedrukt bij D. G. Kröber Jr., te Middelburg.