N°: 94.
1888.
Vrij da
20 April.
131é Jaargang
Middelburg 19 April.
Dit blad verschijnt d a g e 1 ij k s,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per 3/m. franco 2.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Advertentiën; 20 Cent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten, enz.; van 1-7regels/1.50;
iedere regel meer ƒ0.20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Bij deze courant behoort een BIJVOEGSEL.
HET TOONEEL.
r/menws.
DE BROM O.
MIDDELBIIRGSCHE COURANT.
O*
Agenten te Vlissingen: P. G. de Vey Mestdagh Zoon, te Goes: A. A. W. Borland, te Kruiningen: F. van der Peijl, te Zierikzee: A. G. de Mooij en te Tholen: W. A. van Nieuweniiuuzen.
Verder worden door alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aangenomen; en nemen ook het algemeen advertentiebureau van Nijgh van Ditmar te Rotterdam, en de firma B. van der
Kaxp te Groningen, voor de Noordelijke provinciën, annonces aan. Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Dadbe Cie., John P. Jones, opvolger.
Het antwoord van Gebroeders Scholten Co-
en H. B. Scholten op de brochure van den
heer J. C. van Marken is thans verschenen. Het
is gedagteekend 3 April, terwijl het een naschrift
bevat van 10 April. Als motto is door de schrij
vers een aanhaling gekozen uit Van Marken's
Fabrieksbode, aldus luidende »Het is niet geoor
loofd feiten te verdraaien en in een onjuist licht
te stellen, teneinde anderen zwart te maken of
leelijker dan zij werkelijk zijn, teneinde de minder
bevoorrechten tegen de meer gegoeden op te ruien,
teneinde haat te kweeken van burgers tegen
burgers, van mensehen tegen menschen."
De heeren Scholten beginnen met een woord
van protest tegen den toon, door den heer v. M.
aangeslagen. De persoonsbeschrijving van de
firmanten, de voorstelling van de positie, door
hen te Almelo ingenomen, is onkiesch en onwaar.
De eenige verschooning voor deze wijze van
schrijven is, volgens hen, gelegen »in de mogelijk
heid dat v. M.'s goede smaak bedorven is door
den omgang met sociaal-democraten, als Bennink
e tutti quantiof door 's mans grenzenlooze, zich
ook in de brochure niet verloochenende ijdelheid."
De schrijvers verklaren voorts den heer v. M. niet
te zullen volgen, waar hij zaken uit het particu
liere leven bespreekt b. v. de weelderige serre,
trouwens reeds in 1882 gebouwd. »In een appre
ciatie van uw particulier leven treden wij ook niet,
zeggen zij, wij wenschen zaken te behandelen."
In de eerste plaats wijzen de hh. Scholten er
op, dat de heer Van Marken niet naar Almelo
is - gekomen als een blad wit papier. Hij is
bevooroordeeld gekomen en partijdig teruggegaan.
Nog voordat hij behoorlijk was ingelicht omtrent
de werkstaking, was zijn oordeel reeds gevestigd,
getuige zijn artikel in de Fabrieksbode van 4
Febr. jl. Uitdrukkingen als «het hongerloon dei-
werklieden" en »de patroons laten zich liever aan
den muur spijkeren voordat zij buigen," zijn niet
uit de pen van een onpartijdige gevloeid. Die
partijdigheid nam steeds grooter proportie aan,
ten bewijze waarvan de hh. Scholten de aandacht
vestigen op de zeer verschoonende wijze, waarop
de heer v. M. gewag maakt van de baldadigheden
door de werkstakers bedrevende dreigbrieven
die de goedgezinde wevers ontvingen, het schot
door de ruiten van een der wevershazen, enz.
Trouwens vele »feiten", door den heer v. M. aan
gegeven, steunen alleen op verklaringen «hem van
verschillende kanten verzekerd."
Daarop volgen de hh. Scholten den heer Van
Marken op zijn zwerftochten door Almelo en be
antwoorden eenige zijner opmerkingen.
Hiervoor verwijzen wij naar de brochure.
Wat betreft de hoofdzaak vergadering der
»Wat een opeenstapeling van ongerijmdheden",
riepen wij onwillekeurig uit als variatie op een
verzuchting van Pavilion in het laatste bedrijf
van de Weezen van 's Gravenhage, een stuk dat
Woensdag in den schouwburg te Middelburg werd
gegeven.
Adolphe D'Ennery houdt van gepeperden kost,
wij weten het uit zijn Martelares, verleden jaar
ongeveer om dezen tijd ter jubilé-voorstelling van
mevrouw Beersmans gegeven. Aan zijn Moeder
zegen, bij velen zeker nog bekend, hebben wij
nog slechts flauwe herinneringen indertijd, jaren
geleden, vonden wij het mooi.
Maar de jongste producten van dien schrijver
schijnen variaties op een en hetzelfde thema te
worden. In Martelares en in De Weezen van
's Gravenhage niet te verwarren met de Twee
Weezen, dat naar onze meening logischer gedacht
is en beter in elkaar zit, wordt als hoofdidee
een onderwerp besproken dat men in gezelschap
van jonge dames liefst niet aanroertlaat staan
ampel en breed bespreekt ophettooneelten aanhoore
van oud en jong. Alle dingen zjjn wel oirbaar
maar stichten daarom niet. De Fransche tooneel-
schrijvers denken daarover andersen D'Ennery
kiest die punten bij voorkeur als hoofdschotel
voor zijne dramatische menu's.
Onze lezers houden ons ten goede dat wij ter
wille onzer lezeressen de geschiedenis van me
vrouw Van Delberg maar laten rusten.
werkstakers, waarin 250 personen zich eenstemmig
verklaarden tegen het bemiddelend voorstel van
de hh. Scholten (niet echter, volgens de schrijvers,
hun laatste woord) de heeren Scholten beweren
dat het onwaar is dat de stemming over het'
voorstel beteekent «wij kunnen niet," neen, de
bedoeling was: «wij willen niet" en «wij durven
niet." Volgens hen was het het gevolg van
ongerechtvaardigde pressie, reeds vooraf op allerlei
wijze uitgeoefend. Goed ingelichte personen wisten
dan ook den uitslag der vergadering te vertellen,
voordat deze bijeenkwam.
Volgens hen werd de vrijheid der goedgezinden
aan banden gelegd, doordien zij zich aan het
besluit der meerderheid moesten onderwerpen.
Alsof, zoo merken wij even op, de werklieden
zeiven geen recht hebben zich onderling te ver
staan over hun eigen houding en niet vooraf
bepaald was dat ieder zich houden zou aan de
beslissing der vergadering, welke die ook mocht
wezen.
De motieven hunner weigering van een scheids
gerecht zijn door den heer Van Marken, wel op
de hem eigen wijze, doch, wat de strekking be
treft, juist weergegeven. Waar het nieuwigheden
geldt, in ons land nog nimmer in practijk ge
bracht, heeft ieder recht op eerbiediging zijner
eigen opvatting. «Zoolang geen wet ons ver
plicht, zeggen de heeren Scholten, ons aan
een scheidsgerecht te onderwerpen, zoolang aan
de uitspraak daarvan geen dwingende kracht is
toegekend, meenen wij dat werkgevers met hand.
having van hun recht, om geschillen tusschen
hunne werklieden en hen persoonlijk te beslechten,
anderen, en dus ook u, het recht moeten ontzeggen
om zich, geheel onaangezocht, in hun aangele
genheden te mengen."
Dat is eigenlijk eene redeneering, die geen
steek houdt. De heer Van Marken kwam op voor
de belangen der werklieden en moest zich dus
in contact stellen met de heeren Scholten. Hij
moest zich dus wel. bemoeien met hun zaken,
als verdediger van een der partijen. Maar ieder
onbevooroordeelde zal moeten erkennen dat hij
tevens de belangen der patroons niet over het
hoofd heeft gezien.
Overigens pleit deze redeneering van de heeren
Scholten ten sterkste voor het nut van het rege
len bij de wet der verhouding tusschen werkge
vers en arbeiders.
Dat zij «onverzettelijk" zijn geweest - gelijk
de heer v. M. in zijn advertentie zeide ont
kennen de hh. Scholten. Herhaaldelijk deden zij
voorstellen, terwijl hun tarief gunstiger was voor
de arbeiders dan dat van hun concurrenten. Zij
verdedigen zich voorts, wat betreft de bewering
dat de stukken die zij vervaardigen kleiner zijn
dan wordt opgegeven en weerspreken ook op
enkele andere technische punten de opmerkingen
in de brochure van den heer v. M.
Om hun beweringen te bewijzen zijn zij bereid
een of meer hooggeplaatste, respectabele zaak-
kundigen (niet alleen om hunne positie, maar
omdat hun karakter en hunne rechtschapenheid,
Onmogelijk is het overigens niet dat in 1716
een strenge straf stond op minnekoozerijen met
weesmeisjesmaar of nu uit zulk een avontuur
tusschen Horace cVAlbaret, een Fransch zeeofficier,
en Francisca zooveel verwikkelingen kunnen voort
komen als wij gisteren te zien en te hooren
kregen, dat zijn wij zoo vrij te betwijfelen.
Het bekende«alle dingen zijn mogelijk" wekt
wel tot omzichtigheid op, om niet te spoedig aan
de mogelijkheid van iets te twijfelen, te meer
omdat dagelijks de ervaring ons, twijfelaars,
logenstraftmaar er zijn toch grenzen. En nu
kan een tooneelschrijver zijne phantaisie gerust
eenige vlucht laten nemen hoe zou hij anders
belangstelling kunnen wekken hij het publiek
maar ook hij blijve binnen de perken en het gaat
te ver om een Parijzenaar te schilderen, die een
hem onbekend persoon, welken hij in een omnibus
ontmoet, nareist tot in 's Gravenhage, terwijl zijn
vrouw op het eten zit te wachten. De man had
geld maar deed voor hem dien bij volgde allerlei
kruiersdiensten.
Hoe grappig Pavilion ook was, en hoe geestig
de heer Van Nieuwland die rol ook speelde, de
figuur zelve was een onding.
Het lust ons niet verder over de ongerijmd
heden van het stuk uit te weiden reeds de titel
de Weezen van s Gravenhage was niet te verde- j
digen. Slechts een van de twee was een hoofd-
figuur, de ander vervulde niet meer dan een
ondergeschikt dienstbode-rolletje en werd in de
laatste bedrijven zelfs niet meer gezien.
algemeen vertrouwen inboezemen in den lande)
b. v. mr N. G. Pierson te Amsterdam, mt M.
Mees te Rotterdam of een der directeuren van
de Ned. Handel-Maatschappij te Amsterdam, in
tie gelegenheid te stellen gegevens te verzamelen,
en daaruit conclusies te trekken.
Als dit geschiedt, hetzij door een of meer van
die heeren, dan zal, volgens de brochure der heeren
Scholten waarvan wij een resumé slechts
kunnen opnemen, maar die wij ieder ten zeerste
ter lezing aanbevelen om vooral in deze zoo
belangrijke kwestie ook het wederhoor in toe
passing te brengen nog duidelijker blijken, dat
de heer Yan Marken niet bevoegd of bekwaam
was tot het uitspreken van een oordeel op hoogen
toon en uit partijdigheid het onderzoek dezer
geheel buiten zpn werkkring en buiten zijn com
petentie gelegen zaak heeft geleiddat hij dus
opzettelijk, zonder aanleiding hunnerzijds, onwel
willend en inhumaan ter benadeeling van hun
naam en hunne bedrijven tegenover hen is op
getreden."
Wij twijfelen geen oogenblik of de heer Van
Marken zal zich zelf wel weten te verdedigen
als hij dit ten minste wil doen tegen dezen
aanval, die geheel en al het karakter draagt van
geraaktheid en persoonlijken wrok.
Te wenschen ware het daarom dat de heeren,
door de heeren Scholten gewenscht, gezamen
lijk aan hun verlangen voldeden en een onpartij
dig onderzoek instelden.
Naar men verneemt zal H. M. de koningin van
Engeland op hare terugreis van Berlijn naar
Londen, den 26en dezer, te Vlissingen aankomen.
Uit Vlissingen schrijft men ons:
De naam van den gezagvoerder, die denloods-
kweekeling le kl. Meijnderts redde, is gebleken
te zijn P. M. Johannessen.
Hit nadere mededeelingen is gebleken dat de
redding is bewerkstelligd met de vlet van de
brikMeijnderts zat toen in de boot, die hijkans
vol water was. Deze boot is aan boord van de
brik Iheodor medegenomen.
Ook is gebleken dat Meijnderts zijn oliepels
heeft uitgetrokken, toen hij van de Vena in zee
sprong, terwjjl hij zich later, zwemmende, ook
van zijn pijekker heeft ontdaan. Hij verklaart
verder zeker 20 minuten gezwommen te hebben,
eer hij de boot bereikte.
Naar aanleiding van eene opmerking van De
Tijd, waarbij dat blad zijne verwondering erover
uitdrukt dat de heer Keilerman eerst nu zijn
onthullingen doet, schrijft deze
«Tot uw inlichting diene, dat ik deze in de
jaren 1883 en 1886 reeds heb verstrekt daar
waar zulks behoorde.
Ten slotte stel ik er prijs op, te verklaren dat
ik den generaal Van der Heyden de meeste ach
ting toedraag in zijn hoedanigheid van krijgs
man en troepenaanvoerder, maar dat ik tegen de
Of dit een fout van den Hollandschen bewerker
of van den schrjjver was, kunnen wij niet be-
oordeelen.
Vóór wij van het stuk afstappen, constateeren
wij nog dat het slot zeer pakkend was en
een onverwachte wending gaf aan de intrigue
een wending die een goeden indruk maakte, en
edele gevoelens moest opwekken.
Het spel was zeer goed.
Mevrouw Van ICorlaar toonde als hoofdpersoon
haar kracht, vooral in het vierde bedrijf; iets
minder hard en ruw hadden wij somtijds in de
vorige bedrijven haar spel gewenscht.
De overige dames en heeren vervulden hunne
rollen naar eisch.
De heer Smith dient echter te letten op be
schaafder uitspraak, wat vooral noodig bleek in
het nitdagingstooneel met Horace, en in hetgeen
daarop onmiddellijk voorafging.
De tooneelzetting was weer goed verzorgd. Dat
men in het derde bedrijf trachtte te geven wat
vereischt werd viel te prijzen; het is voor een
regisseur op zulk een tooneel vaak om met de
handen in het haar te zitten.
De zaal was verre van vol. Allerlei redenen
zullen, daartoe hebben meegewerktniet het minst
de tijd van het jaar, waarin menige huismoeder
door den schoonmaak wordt belet uit te gaan.
Het seizoen is dan ook reeds ten einde. Maar
toch wacht ons nog binnen kort een avond van
bijzonder genot. Al geldt het geen tooneelvoor-
stelling, om de betrekking, waarin |de hoofd
lezing van het gevecht Kotta B^ng Temoelit
met alle_ kracht moet opkomen".
De heer dr J. Riemens, predikant bij de Nederd.
herv. gemeente alhier, heeft het beroep naar die
gemeente te Rotterdam aangenomen. Dit besluit
zal zeker niet alleen met leedwezen vernomen
worden door vele leden dier gemeente en zijne
vrienden, maar ook door tal van anderen, die den
heer Riemens ten zeerste waardeerden als mensch,
vooral om zijne gematigde en humane gevoelens.
Beroepen bij de Nederd. herv. gemeente te
Goes, in de vacature dr Piccardt, ds II. A. E.
Heijneken, pred. te Amerongen.
Vlissingen, 19 April.
Heden morgen ongeveer 10 uren is uit de groote
sluis vertrokken het aan de fabriek der kon. Mij
de Schelde nieuw gebouwde mailschip Bromo,
kapitein G. I. Boon, om zijn officiëelen proeftocht
te doen, en gelijktijdig naar Rotterdam te ver
trekken.
't Is van algemeene bekendheid dat de bouw
van dit stoomschip, het langste schip tot nu op
een der Nederlandsche werven gebouwd, door de
firma Rotterdamsche Lloyd, directie de hh. W. Ruys
Zonen te Rotterdam, aan bovengenoemde maat
schappij werd opgedragen met bestemming voor
den 14/daagschen maildienst van Rotterdam naar
Java, voor het vervoer van passagiers le en 2e
klasse en goederen, geheel overeenkomstig naai
de eischen des tijds volgens de nieuwe systemen
ingericht.
Bij het afloopen van genoemd stoomschip is
daarvan een uitvoerige beschrijving gegeven, zoo
dat eene herhaling daarvan thans onnoodig is,
doch daar alstoen slechts met een enkel woord
van de machine werd gesproken kan daarvan
thans nog het navolgende worden medegedeeld.
De machine in dit schip heeft deze bijzondere
merkwaardigheid, dat zij, van het quadruple
compound-systeem zijnde, de eerste zoodanige ma
chine is, die in Nederland is vervaardigd, terwijl
zij op een stoomdruk werkt, die de hoogste is,
welke tot nu toe op stoomschepen werd toege
past. De vier cylinders, die bij deze machine
voorkomen, zijn paarsgewijze hoven elkander
geplaatst, zij hebben een diameter van 23—33—43
en 63 Eng. duimen, terwijl de slaglengte 42 dm-
bedraagt. De condensor heeft 2115 vierk. voeten
verkoelingsoppervlak. De luchtpomp heeft 26
Eng. dm. diameter en de circulatiepomp 15 dm.
De beide laatsten worden door middel van balansen
in beweging gebracht die eene slaglengte van 18
Eng. dm. hebben.
Deze machine bezit, behalve het gewone dubbel
stel voedingpornpen, een compleet stel Wier's
patent-voedingpompen met voorwarmingtoestel
en distilleer-inrichting om het water in de stoom-
persoon van dien avond tot het tooneel staat'
mag van hetgeen ons wacht op deze plaats wel
melding worden gemaakt.
De heer Willem Van Zuylen, onze groote komiek,
en de Nederlandsche Coquelin genoemd, heeft dit
seizoen Zeeland, waar men hem ook steeds gaarne
hoort en ziet, niet kunnen bezoeken. Tengevolge
van de bekende ernstige ziekte, waaraan hij
geleden heeft, moest hij zich nog in acht nemen
en zoo min mogelijk buiten Rotterdam en zijne
naaste omgeving optreden. Bovendien waren
voor Middelburg de voorstellingen van het Rot
terdamsche tooneelgezelschap, waarvan hij lid is,
reeds geëindigd, toen hij meer op kracht was en
de planken weer betrad.
Toch zal Zeeland en wel Middelburg en
Goes het voorrecht hebben dezen bekwamen
tooneelspeler en onderhoudend en geestig causeur
nog in dit seizoen te hooren. Hij zal Woensdag
2 Mei te Middelburg en Donderdag 3 Mei te Goes
eenige voordrachten houden, waarmee hij elders
zulk een uitbundig succes had.
Het Dagblad getuigde, na zijn optreden als
causeur in Den Haag, dat Van Zuylen «zoowel
in het ernstige als in het komieke genre toonde
in voordracht en dictie een meester te zijn."
De bekende recensent van het Vaderland L.
roemt ten zeerste Van Zuylen's gemakkelijkheid
en ongedwongenheid, zijne buitengewone radheid
van tong en de opgewektheid zijner persoonlijk
heid, die het publiek reeds spoedig in de stem
ming brachten, noodig om zulke komische voor»