N°. 89. 1318 Jaargang. 1888. Zaterdag 14 April. De werkstaking te Almelo. Middelburg 13 April, Dit blad verschijnt d a g e 1 ij k s, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per 3/m. franco 2. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent. Advertentiën: 20 Cent per regel. Geboorte-, Trouw-, Doodberichten, enz.: van 1-7 regels ƒ1.50; iedere regel meer ƒ0.20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. IHIDDELBURGSCHE COURANT. Agenten te Vlissingen: P. Gr. de Vey Mestdagh Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te Krniningen: F. van dek Peijl, te Zierikzee: A. C. de Mooij en te Tkolen: W. A. van Nieuwenhuijzen. Verder worden door alle postkantoren en Boekhandelaren abonnementen en advertentiën aangenomen; en nemen ook het algemeen advertentiebureau van Nijgh van Ditmak te Botterdam, enMe firma B. van deb Kamp te Groningen, voor de Noordelijke provinciën, annonces aan. Hoofdagenten voor het Buitenlandte Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube Cie., Johj F. Jones, opvolger. ii. Hebben wij in ons vorig opstel de aanlei ding tot de werkstaking geschetst, en wezen wij daarbij ten slotte op een allerongunstigste opvatting omtrent die werklieden, in Twente gangbaar, eenige mededeelingen omtrent het verloop van de werkstaking kunnen ons het ant woord geven op de vraagin hoever zulk een oordeel gewettigd isof liever in hoever die arbeiders door hunne houding in die moeilijke dagen getoond hebben al of niet beter te zijn dan die slechte reputatie en of zij al dan niet op eene vriendelijke behandeling aanspraak mogen maken. En dan zal ieder, die onbevooroordeeld den gang van zaken in die drie maanden te Almelo heeft gadegeslagen, moeten erkennen dat hunne houding zeer waardig is geweest, wat zelfs de heer Snellen aan het slot zijner brochure ook constateert. Wel hadden er in de eerste dagen oproerige bewegingen plaats, werden ruiten ingegooid in de woningen van verschillende burgers, ook in de fabrieken, en de spiegelruiten in de huizen der heeren Scholten wel werden eenige sneeuwballen en onbeusche woorden naar de hoofden der gehate patroons geworpenen weerklonken alles behalve welwillende liederen aan hun adres maar dit alles was het werk van kwajongens, die wel het minste recht van klagen hadden, en nog weinig beteekenend in vergelijking met de ellende die geleden was, met de houding, door de patroons tegenover die arbeiders jaren lang aangenomen en die door den heer Snellen verdedigd wordt met een beroep op de gisteren meegedeelde „duivelsche leer." Toen de heeren Scholten werden ge wezen op het abrupte en het onhartelijke in de aankondiging der loonsvermindering was hun antwoord: „Wat wil men dan toch? Dat is immers in heel Twente nooit anders ge schied." Juist de naïveteit van zulk een antwoord strekt, volgens den heer Siiellen, ten waarborg dat de heeren Scholten in hunne wijze van doen niet of nauwelijks een vergrijp aan de goede verstandhouding tusscben patroons en werklieden hebben gezien. Wordt het dan geen tijd dat zij andere be grippen daaromtrent leeren koesteren dat zij, op het voorbeeld van andere patroons er zijn er gelukkig ook in Twente die hun taak tegenover hunne arbeiders beter opvatten hij hunne eigen belangen die hunner onderge schikten niet over het hoofd zien En is het dan wonder dat waar de har telijkheid, de belangstelling, de waardeering niet van éen zijde kunnen komen, allerminst wanneer die aan den anderen kant geheel ontbreken, de werklieden allicht hard tegenover hard stellen en in zulke dagen van opgewon denheid, bij het vernemen van een voor hen verpletterende tijding betreffende een, niet alleen jn hun oog, onbillijke loonsvermindering, enkelen hunner eene afkeurenswaardige daad bedreven Wij zullen hen daarover niet hard vallen en te minder waar die daden geheel op zich- zelve staan, en eenige weken later een groot industrieel uit Twente aan den heer Van Marken kon schrijven: „En wat zegt u nu van de houding van het volk Is het niet bewonderenswaardig, dat zulk een massa volk, onder den druk van ellende en kou, zeven weken lang eenstemmig blijft handelen, en niet er tegen opziet, onder die treurige omstan digheden, nog langer vol te houden, liever dan zich beet te laten nemen door de schoon schijnende beloften, die zij weten, dat niet vervuld zulien worden Is het niet prijzens waardig, dat zij zich onder die gegeven om standigheden zoo kalm houden, vertrouwende op hunne goede zaak tWelke beloften warén er dan in dien tus- schentijd gedaan Kort na het uitbreken der werkstaking had zich eene commissie van notabelen gevormd, die wilde trachten het geschil te onderzoeken en inmiddels eene tijdelijke schikking tot stand te brengen. Aan het hoofd dier commissie stond de burgemeester van Almelo, maar daarin waren niet vertegenwoordigd deskundige werkgevers en de werklieden zelve. Dit maakte natuurlijk hoe kon het anders op de arbeiders een zeer onaangenamen indruk. Als aanvanke ijke uitkomst van de goed bedoelde pogingen dier commissie werd den 15 Januari door den burgemeester bekend gemaakt dat de beide firma's Scholten zich bereid verklaard hadden de oude loonen nog drie weken te handhaven, mits het meerendeel der wevers bereid was het werk te hervatten. Van dit aanbod maakten de werkstakers geen gebruik zij zagen daarin eenvoudig eene poging van de patroons om werk dat spoedig afgeleverd moest worden klaar te laten maken of om de stukken die op de touwen stonden, toen de werkstaking uitbrak, nog afgewerkt te krijgen, daar deze anders min of meer onder bederf hadden te lijden Dinsdag daarop, den 17en Januari, kwam de commissaris des konings en had eene confe rentie met de heeren Gebr. Scholten, waarvan het resultaat was eene kennisgeving van laatst genoemden aan den burgemeester, herhalende de bovengedane toezeggingmet hijvoeging dat met 14 Februari het gewijzigde, het ver laagde loon van toepassing zou zijn, en er in die drie weken gelegenheid bestaan zou met hen te bespreken of er in de toepassing van dat nieuwe tarief iets moest gewijzigd worden. Deze laatste kennisgeving, het resultaat der pogingen van den commissaris des konings, werd op verzoek der werkgevers niet door aanplakking en verspreiding algemeen ter kennis van de arbeiders gebracht; maar slechts aan dezen en genen voorgelezen. Velen waren daarmee dus niet bekend en zij die het hoorden dachten aan eene herhaling van het vroegere voorstel. Trouwens, veel verschil was er tus- schen beide niethet tarief zoo werd positief gezegd was na de drie weken van toepassing wat baatte dan nog allerlei over leg over wijzig ngen Na die vruchtelooze poging van de com missie van notabelen trok deze zich terug; terwijl omstreeks de helft van Februari de heer A. Snellen meende een nieuwe poging tot verzoening te moeten doen. Het gelukte hem met eenige werkstakers bij de heeren Scholten te worden toegelaten, nadat die heeren hadden verzekerd dat zij geen heil zagen in eene ge mengde commissie, waarvan twee leden zouden benoemd zijn door de firma's, twee door de werkstakende arbeiders en twee door eenig onpartijdig lichaam, b. v. het college van burg en weth. De conferentie tusschen de heeren Scholten, den heer Snellen eD eenige werksta kers had geen resultaat maar wel een „komisch-tragisch" einde. De arbeiders deden het dwaze voorstel om eene week voor het nieuwe loon te werken een offer om de eer der patroons te redden doch daarna zou de arbeid op het oude loontarief worden voort gezet. Vóór echter de heeren Schollen antwoord op dit voorstel hadden gegeven, waren de medeleden der commissie van den heer Snellen verdwenen en zat hij alleen tegenover de werk gevers. In deze hebben de werklieden vele fouten begaan, en wij zijn nog niet tot de ont dekking kunnen komen, welke de drijfveer was van hun zonderlinge weglooperij; hun houding was in ieder geval, dunkt ons, niet te verdedigen. Nog hadden door de heeren J. E. Stork te Hengeloo en G Salomonson, directeur der Koninklijke Stoomweverij te Nijverdal, te Almelo bemoeiingen plaats in het belang eener ver zoening, maar zonder resultaat. „Toch was er toen reeds alle vooruitzicht" aldus ver zekert de heer Snellen „dat de heeren Scholten nog in diezelfde week zich zouden bereid verklaren, om het verschil te deelen^ en wij meenden zoo goed als zeker te zijn, dat zeer velen van de werkstakers dat voorstel gretig zouden aannemen." Dat dit niet geschied is, was het gevolg van een ander feit dat in deze zaak wel een der hoofdgebeurtenissen mag genoemd worden, en wel het optreden van den heer J. van Marken, den bekenden fabrikant uit Delft. Door drie achtenswaardige werklieden van de gistfabriek, een onderdeel van de groote fabriek waarvan hij aan het hoofd staat, op de werkstaking te Almelo opmerkzaam gemaakt, wijdde Van Marken daaraan eene beschouwing in de Fabrieksbode. Daarin gaf hij onverholen zijne aikeuring te kennen over de handelwijze van de heeren Scholten en verklaarde hij als eenige middel tot verzoeninghet onder zoek en de beoordeeling van het geschil door een scheidsgerecht van werklieden en werk gevers. „De partij, welke ook, die zich aan de uitspraak van een dergelijk scheidsgerecht niet zou willen storen, zou zeker zoo schrijft de heer Van Marken ondervinden dat de openbare meening van het geheele land een machtige vijand is." Op het instellen van zulk een scheidsgerecht drong de heer Van Marken dus aanen dit denkbeeld vond bij de werklieden zooveel instem ming dat, naar het schijnt, van het oogenblik af toen dit idee werd geopperd, nog in gang zijnde pogingen tot verzoening werden gestaakt, omdat zij geen gehoor vondenen nieuwe in andere richting dan die op zulk een scheidsgerecht afstuurden niet meer werden beproefd. Ook de heer Kerdijk behandelde de kwestie in het Sociaal weekblad en drong er eveneens op aan haar te onderwerpen aan eene scheids rechterlijke uitspraak. Beide mannen zoo eenstemmig op dat punt sloegen de handen in elkaarzij hadden eene conferentie roet den meergenoem- den commissaris des konings, wiens persoon lijke bemoeiingen door hen bijzonder worden gewaardeerd, en spraken hem ook over hun idee van een scheidsgerecht. Hierop ging 's konings vertegenwoordiger echter niet dadelijk inhij wilde eerst het gevoelen vernemen van eenige groote industri- eelen omtrent deze in ons land nieuwe instel ling. Een voorstel in dien geest is uiet ge volgd zeker wel tot groote teleurstelling der heeren Kerdijk en Van Markenen toen alle pogingen tot verzoening mislukten, onder de werklieden zelve de beschouwing van den heer Van Marken, door overname in het Twentsehe Zondagsbladmeer bekend was geworden zijn plan meer en meer sympathie vond en duidelijk werd te kennen gegeven dat men daarvan alleen nog heil verwachtte, toen gevoelde de heer Van Marken zich verplicht handelend op te treden. Aau dat optreden aan de gevolgen daarvan en aan de grieven, door den heer Snellen blootgelegd tegen enkele handelingen van den heer Van Marken, wijden wij een laatste opstel. De Standaard schrijft Nu ook de verkiezing in Steenwijk gunstig afliep, mag men de optreding van bet nieuwe kabinet waarschijnlijk nog in deze, of althans in het begin der volgende week tegemoet zien. Alle verbalen in verband met de crisis, alsof er nu reeds rivaliteit en benijding onder de par tijen of groepen der rechterzijde zou zijn uitge broken, missen dan ook eiken grond. De heer Mackay heeft geen oogenblik een tegen de gauche vijandige houding aangenomen, of kaar buiten de zaak zoeken te houden, en de gauche heeft er geen oogenblik aan gedacht, om met pretentiën op te treden, die den heer Mackay de taak zouden verzwaard hebben. De heer Keucheniua is niet eerst als pis aller, maar terstond en alleen voor koloniën aange zocht, en de heer De Savornin Lobman heeft even onverwijld uitgesproken, dat hij zijn vrienden liet vooropgaan, en zelf in de kamer bleef. Van een loven en bieden, van een scharrelen met portefeuilles, van opschietend wantrouwen of teleurstelling, is dan ook geen oogenblik sprake geweest. Met zeldzame harmonie liep het werk dusver van stapel. De combinatie, die te wachten staat, zal dan ook in het minst geen resultaat van angstige berekening zijn, maar uitvloeisel van de hoofd gedachte, dat de rechterzijde goed doet met den keer in regime op zulk een wijze te doen plaats hebben, dat de publieke opinie niet te sterken schok onderga. In het Dbd lezen wij hieromtrent: Naar wij vernemen, is de nieuwe kabinets formatie bijna geheel geslaagd, zoodat de volledige ministerlijst spoedig aan 's konings welgevallen zal worden onderworpen. Van het noemen van namen moeten wij ons nog ditmaal onthouden. Intusschen kunnen wij reeds nu verzekeren dat de droite van de rechterzijde in het nieuwe bewind het beslissend overwicht zal bezittende gauche hijgevolg eene zeer bescheiden plaats innemen. Ook de specifiek conservatieve richting zal in het kabinet niet worden gemist. Omtrent de keuze van een voorzitter heeft de geheele rechterzijde der Tweede kamer zich mede reeds verstaan. De maand Maart was voor de opbrengst der rijksmiddelen als altijd veel gunstiger dan de heide voorafgaande maanden, maar vergeleken met het vorige jaar minder gunstig. De opbrengst was 619.000 minder dan in 1887 en dientenge volge zijn wij aan 't eind van 't kwartaal slechts f 745.000 vooruit (ƒ24.173.000 tegen 23.427.000). De directe belastingen gaven in de afgeloopen maand 518.000 minder dan verleden jaar, voor namelijk te wijten aan mindere opbrengst dei- grondbelasting, die de beide eerste maanden bui tengewoon ruim vloeide, maar ook gedeelteliik aan personeel en patent. Ook hieven invoerrech ten met 32,000 en accijnzen met 86.000 terug, misschien een gevolg van de weinig gunstige weersgesteldheid, 't Verdient opmerking, dat van de accijnzen de suiker weder 67.000 en het geslacht 22.000 meer opbrachtterwijl de wijnaccijns, als doorgaans in Maart, een flinke opbrengst gaf (ƒ367.000), schoon 10.000 minder dan verleden jaar, en het gedistilleerd 161.000 minder opbracht. Het totaalcijfer der indirecte belastingen was hetzelfde als verleden jaar, ƒ1.717.000; wat zegelrecht en registratierecht, dit laatste trouwens een kleinigheidminder gaven, werd hoofdzakelijk door het successierecht gedekt. Domeinen 265.000 tegen - 389.000, dus merkelijk lagerzou de Staatscourant van dit middel niet een specificatie kunnen geven? Pos terijen en telegrafen blijven vooruitgaan. De raming voor éen maand is met 680.000 overschredenhij die voor drie maanden zijn wij nog 2.849.000 ten achteren. Vad De rechtbank te Zierikzee heeft tot deurwaarder hij het kantongerecht te Tholen benoemd den heer J. van Elsacker. Bij kon. besluit is E. van der Gijp Barendregt benoemd tot bur gemeester der gemeente Barendrecht. lo Aan dr J. I. Doedes, met ingang van 18 Sept. 1888, eervol ontslag verleend als hoogleeraar in de faculteit der godgeleerdheid aan de rijks universiteit te Utrecht, met dankbetuiging voor de door hem gedurende vele jaren den lande bewezen diensten2o tot hoogleeraar in de faculteit der godgeleerdheid aan genoemde uni versiteit, om onderwijs te geven in de encyclopaedie der godgeleerdheid, in de geschiedenis van het christendom en in de christelijke archaeologie, benoemd dr H. G. Kleyn, predikant hij de Ned. Hervormde gemeente te Hooge Zwaluwe3o, met aanvulling van het kon. besl. van 6 April 1883 no 3, dr G. H. Lamers, hoogleeraar in de faculteit der godgeleerdheid aan de rijks-universiteit te Utrecht, met ingang van het studiejaar 1888/89, ook belast met het onderwijs in de geschiedenis der leer aangaande God4o, met wjjziging van het kon. besl. van 18 Mei 1884 no 23, dr J. Cramer, hoogleeraar in de faculteit der godge leerdheid aan de rijks-universiteit te Utrecht, met ingang van het studiejaar 1888/89 ontheven van het onderwjjs in de geschiedenis van het Christen dom en daarentegen belast met het onderwjjs in de uitlegging van het Nieuwe Testament.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1888 | | pagina 1