N°. 81.
131" Jaargang.
1888.
Donderdag
5 April.
Middelburg 4 April
Politieke inzichten.
Dit blad verschijnt d a g e 1 ij k s,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per 3/m. franco 2.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Advertent i dn: 20 Cent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten, enz.: van 1-7 regels ƒ1.50;
iedere regel meer ƒ0.20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
IKIDDELBIIRGSGHE COURANT.
Agenten te Vlissingen: P. G. de VeyMestdagh Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: F. van der Peijl, te Zierikzee: A. C. de Mooij en te Tholen: W. A. van Niettwenhuuzen.
Verder worden door alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aangenomen; en nemen ook het algemeen advertentiebureau van Nijgh van Ditmab te Rotterdam, en de firma B. van der
Kamp te Groningen, voor de Noordelijke provinciën, annonces aan. Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Dacjbe Cie., John,F. Jones, opvolger.
i.
Het jongste nommer van de Vragen des tijds
bevat twee opstellen die, in verband met
elkander en met het oog op de naaste toe
komst van ons staatkundig leven, de aandacht
verdienen en bovendien stof geven tot eenige
bedenkingen.
Het eene is van de hand des heeren Van
Houten en getiteld Wat nu het andere eene
Nabetrachting, geschreven door den heer W.
Heineken.
Beide vormen een eigenaardig contrast.
Terwijl de Groningsche afgevaardigde, al
schroomt hij niet den vinger te leggen op
menige wondeplek in de houding, de laatste
jaren door de liberalen aangenomenzoover
gaat van aan hen de teugels van het bewind
in handen te willen geven plaatst de Am-
sterdamsche advocaat zich op een ander
standpunt, treedt hij op als een lang niet
onbevoordeeld rechter over de liberalen, en
neemt hij in ieder geval bij het vellen van
zijn vonnis niet de minste verzachtende om
standigheid in aanmerking.
Een blik op beider beschouwingen zal, naar
wij hopen, onzen lezers de juistheid van dit
oordeel doen onderschrijven.
De heer Vau Houten herinnert aan de „bonte
groep van vereenigde anti-liberalen", die thans
de meerderheid uitmaken aan den gloeienden
haat tegen het liberalisme, waarmee aanhangers
van Beelaerts en Kuyper, van Scbaepman en
Domela Nieuwenhuis arm in arm naar de
stembus togen.
Die meerderheid toch is bonter geworden
dan zij aanvankelijk scheen en geen beter
afspiegeling van de verscheidenheid, welke
zij aanbiedt, kon geleverd worden dan door
eene advertentie is geschied, die in het orgaan
der Groninger anti-revolutionnairen, de Nieuwe
Provinciale Groninger courantvoorkwam, en
luidde„WIJ KIEZERS, vrij anti-reooliition-
nairenwij roomsch-catholiekenwij doleerenden
wij socialisten, wij democraten, wij radicalen,
wij conservatieven, wij allen hopen onze stem
uit te brengen op den heer A. BRUMMEL-
KAMP Je. Vit naam van vele kiezers
Met éen doel bezield gingen die allen samen
de liberale partij moest er onder gebracht
worden.
Dit is voorshands gelukt, en nu moge ten
deele dit resultaat te wijten zijn geweest aan
het nieuwe kiesstelsel, toch was het, volgens
den heer Van Houten, geenszins ontwijfelbaar
of met de oude indeeling en het kiezersperso
neel de liberalen wel weder eene kleine meer
derheid zouden verworven hebben.
Het peil van vertrouwen in de liberalen was
algemeen gedaald, evenzeer bij de oude als bij
de nieuwe kiezers, en wel vooral in Friesland.
Geene partij was ooit zoo schuldig als de
liberale. Een lange reeks van grieven werd te
gen haar opgesomd, en door die opsomming werd
blijkbaar menig van ouds liberaal, maar onte
vreden kiezer in zijn vertrouwen op de liberalen
geschokt en door de fraaie beloften, van alle
andere zijden gedaan, genoopt het eens met
een anti-liberaal te beproeven. „En dit te
eerder, nu in de districten, waar op de over
winning gehoopt werd, door de anti-liberalen,
met fijne berekening zeer geschikte candidaten
waren uitgezocht".
Deze bewering van den heer Van Houten
is zeker wel aan bedenking onderhevig. Men
verlieze echter niet uit het oog dat hij, bijzonder
in het Noorden bekend, daarop bij het neer
schrijven van zijn gevoelen het oog zal gehad
hebbenen dan zouden wij juist in die be
wering wellicht de oplossing kunnen vinden
van het verschijnsel dat in meuig deel van dat
Noorden de liberale zaak schijnbaar is achter
uitgegaan. Maar tevens geeft dit grond om
voor de toekomst den moed niet te laten zakken.
Die ontevredenen zullen van hun dwaling
terugkomen, wanneer zij de tegenpartij aan
den arbeid zullen zien; de nieuwe kiezers, die
nu nog te onvoorbereid hun plicht vervulden,
en onder wie een zeer groot aantal hoogst
gemakkelijke werktuigen waren, zullen latei-
van inzicht veranderen. Voegt men daarbij
een ander deel dat per sé steeds in de contra
mine is, en elke partij, welke ook, bestrijdt,
die de macht in handen heeft, dan zijn tevens
al genoeg elementen opgenoemd, die meewerk
ten om de neerlaag der liberalen in het alge
meen te bewerkenmaar die tevens gereede
aanleiding geven om op eene kentering in
hunne gevoelens, na eenige jaren, te vertrouwen.
En met het oog hierop verdient hetgeen de
heer Van Houten verder, in de volgende
regelen schrijft, te meer de aandacht
»In de openbare meening werd de liberale partij
voortdurend vereenzelvigd met de conservatieve
partij. Veertig jaren lang, zoo werd alom den
volke gepredikt, heeft de liberale partij het roer
in handen gehad, en al water in die 40 jaren is
verzuimd en misdreven werd op haar debet ge
plaatst. Wij, die de politieke geschiedenis ken
nen, weten dat dit onwaar en onrechtvaardig is.
Gedurende de grootste helft van die veertig jaren
hadden de liberalen geen aandeel in de regeering.
Van 1874- af was er 8 jaren een ministerie Heems
kerk, 4 jaren een ministerie Van Lijnden, slechts
2 jaren het ministerie Kappeyne. Bovendien had
den de conservatieven, ook als de liberalen aan
het roer waren, eene zoo groote minderheid dat
de geringste oneenigheid der liberalen voldoende
was om stilstand te bewerken.
De liberale partij, als geheel beschouwd, heeft
echter tot deze onrechtvaardige beoordeeling ge
reede aanleiding gegeven, door na 1879 alspartij
af te zien vaii oppositie tegen Van Lijnden en
Heemskerk en laatstgenoemde aan het roer te
laten, zelfs toen zij, bij de kamer-ontbinding van
1886, eene voldoende meerderheid hadden verkre
gen, om zelve de regeering te kunnen aanvaarden.
Zij heeft daardoor een op haar als meerderheid
rustenden plicht verzuimd, zich bij de grond
wetsherziening van Heemskerk afhankelijk ge
maakt hij menig vraagstuk, waaraan zij van
de regeeringstatel eene betere oplossing had
kunnen gevenaan het hoofd van het ge
wichtige departement van justitie een Du Tour
gelaten wiens enkele tegenwoordigheid te dier
plaatse, evenzeer als menige zijner handelingen,
blijkbaar het rechtsbewustzijn der natie schokte;
zij heeft in éen woord, zichzelve een brevet van
machteloosheid uitgereikt. Zulke ministers dul
dende, werden de liberalen als hunne Prügel-
jungen gebruikt. Zij kregen de slagen, door deze
conservatieve leidslieden verdiend. Wat hadden
zij zich ook zoo dicht naast hen te plaatsen
Het eerste gedeelte van deze aanhaling kan
de oogen openen van hen die, al schaarden
zij zich niet onder de erkende anti-liberalen,
zich toch onwilkeurig lieten bewegen tot in
stemming met het accoord van die tegenstanders.
Wat het slot betreft, daartegen is menige
bedenking aan te voeren.
De grootste grieven, door velen tegen de
liberale partij ingebracht, dagteekenen naar
onze meening niet van de allerlaatste jaren,
toen zij den minister Heemskerk steunde
maar wel uit den tijd, toen zij regeeringspartij
was en opging in onderlinge verdeeldheid. In
die jaren toen zij een krachtige meerderheid
was, eu dat was slechts kort, heeft zij o.a. niet de
hand geslagen aan een herziening van het kies
recht zij had dit beter kunnen regelen dan nu
geschied is.Ware dit in de breedte uitgebreid, zoo
dat men met grond meer kennis bij de kiezers
had kunnen verwachten, de liberalen hadden
toen, door daarvoor gebruik te maken van hun
macht, 's lands belang bevorderd. Niettegen
staande aandrang, o. a. van mannen van het
vak, door leeraars, lieten zij ook te vergeefs wach
ten op eene dringend noodige herziening dei-
wet op het Middelbaar onderwijs, eene her
ziening, die beloofd was en waarvan de rich
ting in menig opzicht was aangegeven. Eene
flinke regeling van ous belastingstelsel brach
ten zij evenmin tot stand en menig liberaal
lid kon de verdenking niet ontgaan van eigen
belang boven het welzijn van de belasting
schuldigen te stellen. Maar waar zij in die
punten te kort schoten, dient erbij gemeld te
wordeu,^ dat hunne tegenstanders in 't geheel
geein stap toi verbetering i«*die richting wilden
doen en mogen wij niet vergeten dat wie re
geert fouten maakt; wie de macht uitoefent
telkens aanstoot geeft en zich noodwendig vijan
den maken moet, Hoevele particuliere be
langen moeten niet worden voor bet hoofd
geetooten, daar waar eene regeering het alge
meen belang dient te behartigen? Hierdoor vormt
zich als vanzelf een kring van ontevredenen
die, vermeerderd met teleurgestelden bij l e-
noemingen, de fouten, door eene regeering
gemaakt, grif uitmeten, alleen om, onder den
schijn van belangstelling te toonen voor het
algemeen, aan hunne bijzondere grieven te kun
nen botvieren. Zoo was het ook tegenover de libe
rale regeeringenen deed daarom de partij, toen
zij in de laatste jaren bemerkte dat haar de
kracht ontbrak om aan de groene tafel een
ministerie te brengen, sterk uit zich zelt en
krachtig door den steun zijner partijgenooten,
niet verstandig met de mannen te steunen, die
de regeeriiigstaak wilden op zich nemen en
die zij in haar richting kon voortstuwen
De heer Heemskerk heeft toch menig vrij
zinnig element in zijn kabinet opgenomen;
waar hij in een opengevallen zetel moest
voorzien steeds in de eerste plaats met de
linkerzijde rekening gehouden en zoodoende
gemaakt dat de anti-liberalen geheel van hem
vervreemd zijn. Stond hij tevens, waar het
de schoolkwestie betrof, niet naast de liberalen?
lAar bovendien, voor een zelfstandig optreden
als regeeringspartij waren de omstandigheden
voor de liberalen in de laatste jaren niet
gunstig. Zoo sterk was hun meerderheid niet
om met gezag te kunnen optredenterwijl
tevens elke liberaal ministerie hunne gelederen
te veel zou hebben gedund.
Wat den minister Du Tour betreft, liet
heeft hem tocli niet ontbroken aan ernstige
beschuldigingenaan rechtstreeksche of zijde-
lingsclie verwijten. Maar het is toch waarlijk
niet de schuld der liberalen dat deze zoo
weinig vat op hem hadden dat deze minister
van justitie ongevoelig scheen voor elke
vingerwijzing, die hem werd gegeven om toch
heen te gaan. En hoevele ontwerpen, door
hem ingediend, bleven onuitgevoerd Hoe
weinige bracht hij tot stand altijd voor zoover
zij geen erfdeel waren van zijn voorgangers?
Hoofdzakelijk verbaasde hij ons land met
zonderlinge voorstellen, die reeds de sporen
met zich droegen dat zij nooit wet zouden
worden.
Niet aan de liberalen de schuld dat eerst
thans de dag zal aanbreken, waarop hij heen
gaat; niet hun valt het tot een grief te maken
dat zij in de laatste jaren de regeering niet
aanvaardden.
Hun optreden als zoodanig zou ongewettigd
en onpractisch geweest zijn; evenzeer als het
ongemotiveerd en niet te verdedigen zou wezen,
wanneer zij, zooals de heer Van Houten wenscht,
thans de teugels van het bewind uit handen
van den minister Heemskerk overnamen.
Daarover in een volgend opstel meer.
Het Dagblad weet thans toch te melden dat
aan baron M. Mackay jl. Woensdag vorige week,
reeds de vorming van een nieuw kabinet door
Z. M. is opgedragen.
Het voegt er de tijding bij dat genoemde staats
man reeds voor een groot deel in de vervulling
zijner taak moet zijn geslaagd.
Ook bet Vad. meldt dat eene opdracht gedaan
is maar schrijft verder Zijn wij goed ingelicht, dan
heeft de heer Mackay de opdracht nog niet defi
nitief aanvaard, maar uitstel gevraagd met het
oog op noodzakelijk overleg met zijne politieke
vrienden. Men verwacht, dat de heer Mackay,
die in de laatste dagen meermalen met dr
Schaepman heeft geconfereerd, ditmaal wel gereed
zal komen.
Volgens den Haagschen briefschrijver van het
Utr, Dagblad komen voor de plaats van mr Vee-
gëns als griffier der Tweede kamer in aanmerking
de heeren mr. A. R. Arntzenius, referendaris, en
mr Macalester Loup, hoofdredacteur van het
Vaderland.
'K- K. H. de kroonprins en kroonprinses van
Denemarken met gevoig kwamen kc.der: morgen.1
per mailboot Prinses Marie te Vlissingen aan
en vervolgden hun reis por mailtrein ten 7.16 in
een salonrijtuig der staatsspoorwegen.
In de op heden alhier gehouden bestuurs- eri
algemeene vergadering van de afdeeliug Zeeland
der vereeniging het Nederlandsche Rundvee-stamboek
heide door den heer H. J. E. Gerlach gepresideerd,
werd verslag over het jaar 1887 uitgebracht.
Daar de afdeeling nog slechts éen jaar bestaat,
en de ontvangen contributiën grootendeels moesten
strekken tot dekking van de oprichtingskosten,
kon het verslag nog geene belangrijke handelingen
vermelden, doch werd daarin de wensch uitge
drukt dat in 1888 zulks wel het geval zou zijn.
De afdeeling telt thans 46 leden. Het bestuur
bestaat uit de heeren H. J. E. Gerlach alhier,
voorzitter, J. Riemens te Serooskerke, vice-voor-
zitter, A. M. Tak alhier, Ad. van der Have te
Oosterland, en Jan Polderdijk te Nieuw- en St
Joosland, secretaris.
De rekening over 1887 sluit met een batig saldo
van ƒ4.171, terwijl op de begrooting voor dit
jaar eene post is gebracht voor 't uitloven van
een of meer prijzen voor de aanstaande vee-ten
toonstelling onzer maatschappij, in Juni te Goes
te houden.
Het aftredend bestuurslid, de heer A. M. Tak
werd met algemeene stemmen als zoodanig her
kozen. Nog werd meegedeeld dat in 1887 9 koeien
en 7 stieren in Zeeland zijn ingeschreven.
Men schrijft ons uit Goes:
Op nitnoodiging van eenige vrijzinnige kiezers
is de heer Jules Vogelvanger in de Prins van
Oranje alhier verschenen, teneinde persoonlijk
kennis te maken met leden der vrijzinnige kies-
vereeniging in het kiesdistrict Hontenisse in
Zuid-Beveland. De beer J. Welleman, burgemeester
van Hoedekenskerke, stelde den gewezen candidaat
aan de aanwezige kiezers voor en wees erop, dat
al staan wij hier voor eene a priori verloren zaak
de tijden kunnen veranderen en dat het in elk
geval onze plicht is de kiezers voor te lichten.
De heer Vogelvanger betuigde, waar bij kon de
liberale zaak te zullen bevorderenhij dankte
de leden voor hetgeen in 't belang zijner candi-
datuur was gedaan en deelde o. a. mede dat het
gekozen lid der staten-generaal, de heer Walter,
vroeger voorzitter eener liberale kiesvereeniging
Uit Voorschoten verzoekt iemand, die daarom
trent een bepaald onderzoek instelde, ons mee te
deelen dat het gerucht, als zou Z. M. de koning
de leverantie voor zijn huis aan de firma Van
Kempen hebben onttrokkèn, niets meer dan een
verzinsel is.
Trouwens een later bericht, dat Z. M. eene
nieuwe hestelling had gedaan, bewees reeds de
mindere juistheid van de eerste mededeeling.
Vrijdag verleent de minister van koloniën geen
audiëntie.
De directeur van het postkantoor te Prinsen-
hage, P. Keg Cz., die met 1 April op verzoek
benoemd is tot commies der posterijen le kl.,
zal zijne functiën uitoefenen ten postkantore te
's Hertogenbosch.
De officier van gezondheid 2e kl. P. J. Rinders,
van het Oost-Indisch leger, zal den 26 Mei per-
stoomschip Burgemeester den Tex naar Indië ver
trekken en te Marseille scheep gaan.
De luit. ter zee 2e kl. M. F. Braakman, is op
verzoek, eervol uit den zeedienst ontslagen, met
den laatsten der maand, waarin dat besluit te
zijner kennis zal worden gebracht.
Benoemd hij den staf van het wapen der art.
tot kapt.-magazijnm., en wel te Utrecht, hij de
magazijnen benoorden den Krommen Rijn, de
kapt. P. van der Meer, van het 3e reg. vest.-art.
Aan den surnum. der posterijen A. M. Hirschig,
is, op verzoek, een eervol ontslag uit die betrek
king verleend.
Den eersten April is in werking getreden het
kon. besluit, houdende een verlaagd tarief voor
briefporto naar Ned.-Indië. Het porto bedraagt
nu 15 cents per gewonen gefrankeerden brief van
15 gram, te verzenden via Marseille met de
stoomschepen van de maatschappij Nederland en