N°: 75.
131e Jaargang."
1888.
W oensdag
28 Maart.
Dit blad verschijnt d a g e 1 ij k s,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per 3/m. franco 2.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Advertentiën: 20 Cent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten, enz.van 1-7 regels/1.50;
iedere regel meer ƒ0.20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Miiislburg 27 Maart
Onderwijs,
Rechtszaken.
MIDDELBURGS» COURANT.
Agenten te Ylissingen: P. G. de Yey Mestdagh Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: P. van der, Peijl, te Zierikzee: A. C. de Mooij en te Tholen: W. A. van Nieuwenhuuzen.
Verder worden door alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aangenomen; en nemen ook'het algemeen advertentiebureau van Nijgh van Ditmar te Rotterdam, en de firma B. van der
Kamp te Groningen, voor de Noordelijke provinciën, annonces aan. ïfoofdagenten voor het Buitenland: te Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Datjbe Cie., John F. Jones, opvolger.
Volgens de Haagsche bladen had het minis
terie, zijne taak met de invoering der grondwet
als geëindigd beschouwende, reeds vóór de ver
kiezingen, en wel in de eerste dagen van Maart,
een verzoek om ontslag bij Z. M. den koning
ingediend, zich echter bereid verklarende het
bestuur te blijven voeren tot na afloop der ver
kiezingen. Thans moet dit verzoek herhaald zijn.
Van veel belang, in verband met dat bericht,
hetwelk wij niet zoo gewichtig vonden 0111
gisteren met groote letters te doen drukken, is
het volgende dat uit Den Haag aan de Arnh. Crt
wordt geschreven
»Men spreekt van aftreding van het ministerie-
Heemskerk. Ik geloof wel, dat er eene vertooning
in dien zin zal worden gedaan, maar de crisis
zal wel op hetzelfde uitkomen als reeds zoo dik
wijls van deze vertooners, althans van dezen
hoofdvertooner is bijgewoond. De heer Heemskerk
zal, om de taal van de speeltafel te spreken,
proponeerenmen zal hem de gelegenheid geven
een paar kaarten te ecarteeren, maar dan laten
uitspelen. Het zal dan natuurlijk een weinig
anders gaan dan het ministerie in de gulden dagen
van het »doode punt" doen mochter zal, zoo
niet in de wetgeving en de administratie zelve,
bij benoemingen veel meer op de wenschen en
eischen van de kerkelijke partijen moeten gelet
en de liberalen achteruitgezet worden. Misschien
eischt men van Heemskerk wel, dat hij op het
dezer dagen bij den raad van state in behandeling
komend beroep tegen de schorsing van Okma als
raadslid van Wymbritseradeel door den koning
een besluit tot vernietiging nemen laatin dat
geval zal hij het waarschijnlijk ter wille des vredes
en zijns politieken levens wel doen, om den nieuwen
afgevaardigde van Wolvega althans formeel te
rehabiliteeren. Alle tegenwoordige collega's zullen
daartoe niet medewerkenik ken er twee, die
in elk geval het ministerie zullen verlaten, wan
neer de demi-tour a droite moet gedaan worden,
maar ik wil hunne namen niet noemen om andere
ministers niet te beleedigen, die hetzelfde plan
hebben zonder dat ik er van weet.
Het anti-revolutionnaire blad in onze provin
cie, nog niet tevreden met zijne verdachtmaking
tijdens de verkiezingen en hoever dit orgaan
het in die onedele kunst gebracht had weten
allen die de heeren Borgesius en Zaaijer hebben
hooren spreken gaat daarmee op eigenaardige
wijze voort.
In zijn jongste nommer komt, met groote let
ters alsof er eene wereldschokkende gebeur
tenis plaats had een relaas uit Oostburg, dd.
26 Maart voor, waarvan de aanhef aldus luidt
»Heden nacht is bij den heer B. de Die Sr. alhier
een poging beproefd om zijn glazen in te gooien.
Gelukkig is het opzet ten deele mislukt, want de
steen is niet tegen het glas, maar tegen het kozijn
terecht gekomen. De politie, die er mede in
kennis gesteld is, zal een scherp onderzoek naai
den dader instellen. Hoogstwaarschijnlijk is dat
feit toe te schrijven aan de bitterheid der libe
ralen over de geleden nederlaag."
En dan volgt een aanval tegen het Weekblad
voor Zeeuioscli-Vlaanderen W. D.
Wij vroegen heden omtrent het feit eenige
inlichting en men schreef ons uit Oostburg;>Er
is een steen geworpen, zeker door een baldadige,
die zich in de herberg wat verlaat had en in
zijn brooddronkenheid bij ieder ander waarschijn
lijk hetzelfde zou gedaan hebben. Niemand be
hoeft zich als martelaar daarbij voor te doen.
De steen is onder 't raam gevonden. De dader
is niet bekend."
Met welk recht nu het bekende orgaan zoo
stellig verzekert dat hier aan eene verbittering
van een liberaal moet gedacht worden, begrijpen
wij niet.
Waarschijnlijk is het voor zijn redactie eene
misrekening dat alles zoo kalm is afgeloopen,
grijpt zij nu de kleinste nietigheid aan om toch
een harer vrienden als martelaar te doen poseeren;
en tracht zij op die wijze sensatie te wekken.
Het is daarom te hopen dat over deze geschie
denis het juiste licht moge opgaan; opdat ook
dit feit niet langer als een wapen tot verdacht
making kunne worden gebezigd.
En mocht aan het licht komen dat deze daad
van brooddronkenheid gepleegd is door een op
gewonden partijman, dan nog is de ophef, die
daarvan gemaakt wordt zeker niet evenredig aan
,de êf*,ad zei ve. 1
Wij weten voor de houding der redactie van
het anti-revolutionnaire blad dan ook maar één
verklaring te geven. Zij heeft zoolang met vuur
gespeeld dat zij zelf angstig is geworden en bij
het minste vonkje, dat zij ziet gloren, aan een
grooten brand denkt.
Zou'die redactie met een gerust geweten durven
verzekeren dat zij in de verkiezingsdagen door
haar lasteren en halve waarheden niet meewerkte
om de gemoederen in opgewonden toestand te
brengen
Men meldt dat bij het departement van bin-
nenlandsche zaken van den heer Domela Nieu-
wenhuis uit Zwitserland bericht is ontvangen,
dat hij het lidmaatschap van de Tweede kamer
der staten-generaal aanvaardt.
Wij gelooven niet dat iemand getwijfeld heeft
of de benoemde dit wel doen zou.
De minister van marine verleent Vrijdag geen
audiëntie.
Over de verkiezing voor de Eerste kamer door
de provinciale staten van Gelderland schrijft
men aan de Haarl. Crt
De verkiezingen kenmerkten zich door een paar
eigenaardige incidenten, Bij eene der stemmin
gen werden 63 biljetten in de bus gevonden, 1
meer dan het aantal leden. Daar evenwel 1 stem
in blanco was uitgebracht en 1 stem van onwaarde
werd verklaard, omdat het biljet aan beide
zijden een naam droeg (reeds bij voorbaat
ingevuld op den anti-liberalen candidaat die
na deze stemming aan de beurt bleek te zijn)
had de éene stem te veel op den uitslag geen
invloed. Ook bij de verkiezing van den heer
t. Nagell deed zich een incident voor.. Uitge
bracht waren 31 stemmen op den heer v. Nagell,
29 op den heer Dobbelmann, 1 op baron Brant-
sen v. d. Zijp en 1 op jhr Frans van Zutphente
Zutphen. Het stembureau concludeerde tot on-
geldigverklaring van deze laatste stem, omdat
zij was uitgebracht op een niet als verkiesbaar
bekend persoon.
De heer Van Nagell had het aan de onhandig
heid van een tegenstander te danken dat hij de
volstrekte meerderheid verkreeg.
Aan de heden te Middelburg gehouden verkie
zing voor een lid van den raad is deelgenomen
door 722 van de 1404 kiezers.
Door wijlen jhr J. C. M. Rademaeher Schorer
van Nieuwerkerk, gewoond hebbende te Brussel
en aldaar 20 Maart jl. overleden, is aan de dia
conie der N. H. gemeente te Middelburg eene
schenking gedaan van 2500.
Bij koninklijk besluit zijn benoemd tot com
missarissen van afmonstering van uit de koloniën
teruggekeerde militairen, te Rotterdam de ge-
pensionneerde kapitein der infanterie van het
leger in Nederlandsch-Indië G. Lammere, en te
Amsterdam de gepensionneerde le-luitenant der
infanterie van gemeld leger G. P. Wijnmalen,
thans burgemeester van Veere.
I De benoemde officier van gezondheid der 2e
Atlasse bij de zeemacht K. A. E. Beipgens wordt
met 11 April a. s. geplaatst aan boord van Zr.
Ms. wachtschip te Willemsoord om tevens dienst
te doen in het hospitaal der marine aldaar.
De gewezen matroos der 2e kl. bij de marine
J. Batenburg is benoemd en aangesteld tot vasten
knecht bij het departement van marine.
Bjj kon. besluit is aan het ontvangkantoor der
invoerrechten en accijnzen en van den waarborg
en de belasting der gouden en zilveren werken
te Leeuwarden, verbonden een vast traktement
van 3800 's jaars, en eene jaarlijksche vergoeding
voor bureaukosten van 1800.
Krachtens art. 23 van het kon. besl. van 20
Mei 1869 en art. 3 van dat van 3 November
1887 wordt dit kantoor dus gerangschikt in de
derde klasse.
Bij kon. besluit zijn benoemd tot landmeter
4e kl. bij het kadaster: P. C. Bekink, D. Balfoort,
P. W. Goetmakers, P. Wind, L. Rocquette-Mun-
tinghe, P. W. Drenth, C. van der Wijk en E. M.
van Dorp, allen adspirant landmeter, en M. A. H.
de Jongh, teekenaar bij het kadaster.
Te 's Gravenhage is overleden de heer H. S. J
Rose, inspecteur bij den waterstaat, ridder van
den Nederl. Leeuw.
Ter vervanging van den gepensioneerden
adjudant-onderofficier Bazendijk van het 3e regi
ment infanterie, is benoemd de sergeant-majoor
W. F. Bekker, van het 2e bataljon te Middelburg.
Door den minister van marine is, met ingang
van 1 April a., de hulpbinnenloods, ter standplaats
Vlissingen, J. P. de Groot bevorderd tot binnen
loods en als zoodanig door den inspecteur over
het loodswezen gedetacheerd bij het Nederlandsch
loodswezen te Antwerpen.
Yrijdag a. 30 dezer wordt te 's Gravenpolder
een rijkstelegraafkantooringericht met tele-
phoondienst, voor het algemeen verkeer geopend.
De diensturen zijn geregeld als volgtop werk
dagen, van 9 tot 12 uren voor- en van 2 tot 4
uren namiddags; op Zon- en feestdagen, van 8
tot 9 uren voormiddags.
Op het verkeer van dit kantoor met alle ove
rige telegraafkantooren in Nederland is het uni
forme binnenlandsche tarief van toepassing.
De kapitein M. J. H. baron von Slingelandt,
magazijnmeester der artillerie te Utrecht, bij de
magazijnen benoorden den Krommen Rijn, is op
pensioen gesteld en het bedrag van het pensioen
bepaald op 1560.
De luitenant ter zee der 2e klasse J. Hartog
en de inspecteur van administratie G. H. C. van
Nuys, uit Oost-Indië teruggekeerd, zijn op non
activiteit gesteld i
Het Dagblad verklaart dat »de hofstad te fat
soenlijk is voor het liberalisme".
Deze bewering is zeker niet van den hoofdre
dacteur van dat blad. In den maatschappelijken
kring, waartoe hij behoort, richt men zulk een
verwijt niet tot zijn tegenstanders, allerminst nu
onder die tegenstanders zoovele namen geteld
worden, die tot de besten van het land gerekend
worden, en ook vele liberalen tot den adel be
boeren.
Zij doen eer denken aan een heerenknecht in
dienst van een adellijk heer, die op al wie niet
ot de coterie van zijn heer behoort met min
achting neerziet, en hen uit de hoogte behandelt,
vergetende, dat hij zelf nog vele sporten bene
den hen staat.
Men ziet het meer, dat de knecht trotscher is
dan zijn meester. (Arnh. Ct.)
Men schrijft uit Londen aan het N, v. d. D.
Alles wat een voorwendsel voor Engeland kan
worden om in Borneo openlijk op te treden, kan
gevaar opleveren voor het Nederlandsch gezag in
de Oost-Indische bezittingen. Daarom zijn de laatste
berichten uit die gewesten zoo verontrustend.
Naar gemeld is, zijn de inwoners van Padas
tegen de Britsche Noord-Borneo-maatschappij in
opstand gekomen, en zijn daarbij vier politieagenten
verraderlijk vermoord en factorjjen te Batu Batu
platgebrand.
Ook de stad Mambakuk werd bedreigd, en zij
zoude ongetwijfeld zijn verwoest, indien het Brit
sche oorlogschip Rambler niet een aantal troepen
had geland om de plaats te beschermen.
Padas is de laatste aanwinst der Britsche
Noord-Borneo-maatschappij, die het 3 of 4 jaren
geleden verkreeg. Sedert dien tijd zijn de inwoners
altijd ontevreden geweest, en de moeilijkheden,
die thans uitgebroken zijn waren dus te voorzien.
Onmogelijk .zou men echter kunnen zeggen hoe
het daarmede zal afloopen.
Voor Engeland levert het gebeurde eene schoone
en reeds lang begeerde aanleiding, om het gezag
over Noord-Borneo over te nemen, vooral indien
er Engelsche onderdanen zijn vermoord.
De uit Indië ontvangen berichten loopen tot
25 Februari.
Uit 't verslag van den gouverneur van Atjeh
blijkt, dat door aanhangers van T. di Tiroe het
verkeer der bevolking buiten de linie met die
daar binnen zooveel mogelijk werd belemmerd
door op heen en weer trekkend volk te schieten.
De gezondheidstoestand bleef evenals de stand
der beri-beri ongunstig. Het ziektecijfer was
hoog en het sterftecijfer hooger.
Aan het Mail overzicht van den Javabode is
het volgende ontleend
Op Atjeh heeft de gouverneur reeds gebruik
gemaakt van de vergunning, hem gegeven, om
op de Westkust in- en uitvoer te verbieden; hij
deed dit in een kuststreek, waar een onzer hoofd
vijanden, Toekoe Oemar, zich heeft genesteld, en
wel op verzoek van een vorst aldaar, die op dien
gast niet is gesteld. De beri-beri woedt steeds
voort en in het ziektecijfer is niet de minste be
terschap te merken. Nu zal het marine-etablis
sement op Poeloe-Bras door de overbrenging dei-
steenkolen naar Oleh-leh dezer dagen geheel zijn
opgegeven, zoodat dan de vrij groote bezetting
kan worden ingetrokkendaarvan verwacht men
veel heil, omdat het genoemde eiland ais de
ergste bron van de beri-beri wordt beschouwd.
Maar als ook dit niet baat, zal men weldra ten-'
einde raad zijn. Intusschen schijnen er oneenig-
heden te zijn ontstaan in den boezem der sul-
tanspartij en wel naar aanleiding van een schand-
jongen.
Benoemd tot hoofd der bijzondere school
voor christelijk uitgebreid lager onderwijs, Boo-
gardstraat alhier, de heer L. C. Breebaart te
Koog a/d. Zaan, die deze benoeming heeft aan
genomen.
Men schrijft ons
Dezer dagen overleed te Rotterdam de heer
J. de Hond, van 1 Dec. 18391 Jan. 1886 hoofd
der school te Baarland, sedert laatstgenoemden
datum gepensioneerd, doch helaas, al te kort eene
welverdiende rust smakend. De heer De Hond
werd 19 Juli 1812 te Goes geboren en trok als
jongeling tijdens den Belgischen opstand mede
de grenzen over. Yan dezen afgestorvene kan
met waarheid getuigd worden, dat hij was een
goed onderwijzer, een verlicht man,een welmeenend
vriend en een braaf mensch. Zijn ambtgenooten
in het onderwijzersgezelschap »'s Gravenpolder,''
wier hoogachting hij voortdurend genoot, kozen
hem jaren achtereen tot hunnen voorzitter.
Arrondissements-rechtbank te Middelburg.
Poging lot afpersing.
Voor deze rechtbank stond heden terecht J. v.
<M., oud 31 jaren, commissionair, geboren en wo-
liende te Hfontenisseter Jfcke dat hij op' 18 Oc
tober 1887 aan Pieter Corneiis Serrarens, land
bouwer en wethouder te Stoppeldijk, per post
heeft toegezonden eenen door hem geschreven en
onderteekenden brief, waarin onder anderen het
volgende voorkomt
»Hontenisse 18 October 1887, Den Heer P. C.
Serrarens, Stoppeldijk, Mijnheer! Om u huisgezin
van zeer gewichtige omstandigheden te vrijwaren,
meen ik dat het van mij zeer billijk is die zaak
met U voor een zekere somma geld te voorko
men, het is namelijk deze zaak, lees met aandacht
en overweegtMijnheer Serrarens, daar U wet
houder is der gemeente Stoppeldijk en wanneer-
den Burgemeester afwezig is U als fungerend
Burgemeester optreed, zoo zijn mij stukken
teruggezonden der Militie van Stoppeldijksche
jongens die als plaatsvervangers hun hadden
geeingageert, met twee verschillende handteekenen
altijd met U naam geteekend P. C. Serrarens
daar blijkbaar is dat die stukken door twee ver
schillende handen geteekend zijn door U en een
door leden van U huisgezin misschien en deze
kunnen of mogen niet U handteekening plaatsen,
dus de zaak zou loopen het teek enen van een
valschen naam wil U die zaak voor een somma
van honderd gulden uit de wereld maken om
die somma binnen vijf dagen aan mij te betalen
zal ik U de stukken teruggeven en U kan ze dan
vernietigen anders ben ik aangeschreven om die
bewuste stukken naar de Rechtbank op te zenden,
en dan zijn de gevolgen niet te voorzien
Hij heeft alzoo getracht, met het oogmerk om
zich wederrechtelijk te bevoordeelen, door bedrei
ging met de openbaring, dat door een der leden
van het huisgezin van genoemden Serrarens de
handteekening van hem Serrarens was nagemaakt,
hem tot afgifte van 100 te dwingen, waarvan
de uitvoering alleen daardoor niet is voltooid,
dewijl genoemde Serrarens hem de gevraagde een
honderd gulden niet heeft uitbetaald.
In deze zaak waren door het openbaar ministerie
zeven getuigen gedagvaard, waarvan er echter
een, de wethouder Serrarens, wegens ongesteldheid
verhinderd was ter terechtzitting te verschijnen.
Nadat de bekl. den hem vertoonden brief als
door hem geschreven had erkend, werd overgegaan
tot het verhoor der verschillende getuigen. De
eerste was J. F. Serrarens, brievengaarder te
Stoppeldijk, die verklaarde dat bekl. bij hem is
komen informeeren of de door hem aan P. C.
Serrarens gerichte brief was ontvangen en tevens
verzocht dien brief, zoo hij kwam, spoedig te be
stellen.
Beklaagde had getuige met den inhoud van
den brief bekend gemaakt en deze had zelf den
brief aan de vrouw van den wethouder Serrarens
overhandigd.
De tweede getuige P. van Sikkelerus, brieven
gaarder te Hontenisse, verklaarde dat bekl. 18
October 1887 bij hem op 't bureau is gekomen
en hem den brief, waarvan hier de rede is, heeft
vertoond en laten lezen die brief is door getuige,
als gewoonlijk, verzonden.