MIDDELBURGSCHECOURANT
BEKENDMAKINGEN.
bijvoegsel.
verkiezing.
Maandag 26 Maart 1888. N°. 73.
Verkiezing
Middelburg 24 Maart.
Brieven uit de Hofstad.
Liberale kiesvereeniging «Eendracht
maakt Macht."
VAN DE
VAN
De burgemeester en wethouders van Middelburg
maken bekend: dat by de op den 21 dezer plaats ge
had hebbende opening van stembriefjes, ter benoe
ming bij herstemming van een lid van de
Tweede kamer der Stateu-CSeiieraal,
in het hoofdkiesdistrict Middelburg' is geble
ken dat als zoodanig is verkozen de heer Mr C.
IifJCASSE.
Voorts dat de processen verbaal van steminle-
vering en stemopneming van den 20 en 21 Maart jl.
aangeplakt en ter secretarie voor een ieder ter
inzage nedergelegd zijn.
Middelburg, den 23 Maart 1888.
De burgemeester en wethouders voornoemd,
S C H O RE R.
De secretaris,
A. DE VULDER VAN NOORDEN.
De burgemeester en wethouders van Middelburg,
maken bekend: dat de inlevering van stembriefjes
ter verkiezing van een lid van den gemeen
teraad, ter vervulling der plaats van den heer
air J. A. VAN HOEK, zal geschieden op Dins
dag den 37 Maart a. s., van des voormid
dags te negen tot des namiddags te vier urén
dat de kiezers, die op de kiezerslijsten van die
gemeente zijn vermeld als wonende in de wij ben
A tot en met I, hunne stembriefjes moeten
inleveren in de onde vierschaar ten raad-
huize (beneden ingang Markt) en de overige
kiezers in de zoogenaamde kamer van
koophandel mede ten raadhuize (beneden in
gang Helm).
dat de opening der ingeleverde stembriefjes
zal geschieden in de beneden achterzaal van het
raadhuis (zoogenaamde kamer van koop
handel ingang Helm), op Woensdag den 28
Maart daaraanvolgende, des voormiddags te 9 uren.
Middelburg, den 23 Maart 1888.
De burgemeester en wethouders voornoemd,
S C H O R E R.
De secretaris,
A. DE VULDER VAN NOORDEN.
I 23 Maart 1888.
Ieder spreekt en geniet van de verademing,
die na zooveel weken van verkiezingsdrukten is
ingetreden. De stroom van verkiezingsartikelen,
verkiezingsadvertentiën, strooibiljetten en al wat
deze medevoert is eindelijk weggevloeid en de
oude kalmte begint weer terug te keeren. Thans
kunnen wij nagaan of de overstrooming een
vruchtbaar slib beeft nagelaten en alzoo weldadig
heeft gewerkt, dan wel of zij alleen verwoesting
heeft aangericht.
Wacht niet van mij, waarde lezers, dat ik u
met dergelijke beschouwingen zal komen verve
len. Indien ik een langen brief uit de hofstad
wilde schrijven zou ik zeker genoodzaakt zijn
daarin te vervallen, want de gesprekken loopen
hier nog over weinig anders, en daardoor ont
breekt nog andere stof tot schrijven. Doch liever
dan maar wat minder verteld dan in herhalingen
te treden van hetgeen de verschillende bladen
dezer dagen te lezen geven. De rekening is van
weerszijden voldoende opgemaakt. Heeft de libe
rale partij hier en daar een overwinning bevoch
ten, die zegepralen kunnen niet goedmaken wat
elders werd verloren. Lange treurredenen over
die verliezen, waarvan èn de residentie èn Mid
delburg zouden kunnen medespreken, baten toch
niet meer. Wjj zullen den toestand nu moeten
nemen zooals die is, al is die in vele opzichten
bedroevend en zonderling.
Zonderling is vooral de toestand, die hier in
Den Haag is geschapen, waar wij in de Tweede
kamer zullen vertegenwoordigd zijn door een libe
raal, door een conservatief niet clericale neigingen
en door een zuiveren anti-revolutionnair. De
uitslag hier levert een prachtig beeld van de
inzichten der kiezers. Wat uitstekend, dat het
kiesrecht is uitgebreid op de wjjze als door de
nieuwe regeling is geschiedHet zou jammer
zijn als zoovele Hagenaars, die nu tot de keuze
van dat allegaartje zoo onpartijdig hebben mede
gewerkt, nog altijd van die gewichtige taak waren
uitgesloten gebleven
Uit de hier gedane keuze blijkt duidelijk, welk
een invloed de nieuwe Haagsche kiesvereeni ging
van de Nationale Unie heeftHaar ideaal, het
welk zij bij hare intrede in de wereld dadelijk
verkondigde, is geen partijkeus, maar eene keuze,
onverschillig uit welke partij, van de beste en
meest geschikte mannen, opdat op die wijze
verzoening worde bereikt tusschen de staat
kundige partijen. Hoe is nn verzoening beter
mogelijk dan door uit iedere partij een afgevaar
digde te kiezen Dan kunnen zij elkaar niets
verwijten. Dat hebben de Hagenaars uitstekend
begrepen en, hoewel de genoemde kiesvereeniging
alleen den conservatief en den liberaal heeft aan
bevolen, hebben de kiezers begrepen toch geheel
in haren geest van verzoening te handelen, door
de derde plaats aan een anti-revolutionnair te
verzekeren. Dat zij ook de katholieken niet
konden bevredigen was niet hunne schuld; dit
ligt aan den wetgever, die voor Den Haag slechts
drie kamerzetels beschikbaar stelde. In ieder
geval hebben de volgelingen reeds meer gedaan
dan de hoofdlieden eischten, want dezen hebben,'
toen voor twee plaatsen moest herstemd worden,
slechts éen candidaat aanbevolen. Den tweeden
liberaal te stellen, dat ging niet, want dat zou
ruzie geven met de anti-revolutionairen en de
katholieken, en tusschen deze beiden te kiezen
zou de andere partij weer boos maken. Wat een
verheven politiekJammer echter dat hij, die
huiten dien kring van nationale mannen staat,
met den hesten wil van de wereld maar niet
vatten kan, waaraan zij hunne candidaten toetsen
als het niet zijn mag aan de hoofdbeginselen van
de eene of andere staatkundige partij. Hoe Schim-
melpenninck en Greeve beiden aan de eischen van
denzelfden persoon kunnen beantwoorden, gaat
zeker het verstand van iederen niet-nationaal te
boven. Maar het meerendeel van de kiezers
vraagt daarnaar niet, en er zijn in elk geval een
tweehonderd zeventig in Den Haag, die ten minste
zeggen het wel te begrijpen, en dezen geven den
doorslag. Immers uit het aantal stemmen, uit
gebracht bij eerste stemming op den vice-admiraal
Gericke, door de natienalen aanbevolen, blijkt dat
deze o ver uiige veer tweehonderd zeventig kiezers be
schikken, en daaraan had Schimmelpenninck de
volstrekte meerderheid te danken. Op die wijze
oefent een klein clubje met nog geen driehonderd
van de zesduizend vijfhonderd stemmen een be-
slissenden invloed uit.
De verkiezing van den heer Yan Kempen heeft
den koning tot een kloeke daad doen besluiten.
Zijne majesteit oordeelde het minder passend, dat
een volksvertegenwoordiger bij de beoordeeling
van 's konings voorstellen in de Tweede kamer
gevaar zou loopen misschien eenigszins geleid te
worden door de overweging dat oj>positie daar
tegen hem wel eens zou kunnen te staan komen
op het verlies van belangrjjke leverantiën. Daar
voor heeft de koning den heer Van Kempen
willen bewaren en op dien grond heeft de konink
lijke fabriek van zilverwerken van de heeren Yan
Kempen te Voorschoten op last des konings op
gehouden de zilveren benoodigdheden voor Zijner
majesteits huis te leveren.
Sommigen zullen misschien beweren, dat de
koning hierdoor handelt in strijd met de eischen,
die aan een constitutioneel vorst gesteld mogen
worden, omdat hij daardoor partij zou kiezen
voor deze of gene politieke richting. Maar hier-,
tegen kan terecht worden opgemerkt, dat de
plichten van een eonstitutioneelen koning toch
niet zoover gaan, dat hij niet vrij zou zijn, evenals
ieder particulier, om een leverancier af te danken.
Dat de combinatie van hof-leverancier en kamerlid
bovendien hare gevaarlijke zijde heeft, kan niet
worden ontkend, en in elk geval lag het op den
weg des konings thans reeds tot den besproken
maatregel over te gaandeed Zijne Majesteit dit
eerst nadat de lieer Yan Kempen eenigen tijd
zitting zou hebbéti gehad, dan zou men met meer
reden van partij kiezen, van pressie, kunnen
spreken, en toch zou de koning vrijheid moeten
hebben om ook dan nog desverlangd van zilver
leverancier te veranderendat een industrieel
zitting heeft in de volksvertegenwoordiging kan
toch den koning niet verplichten, terwille van
constitutioneele bezwaren, steeds bij dat lid be
stellingen te blijven doen.
Iets anders zou het zijn, indien waarheid behelsde
het gerucht, dat de koning zal breken met zijne
gewoonte om kostbare prijzen te geven voor de
hardrijderijen in Friesland, en dat wel omdat
daar Domela Nieuwenhuis gekozen is. Daaruit
zou een afkeuring spreken van een volkskeuze,
toch zou er verschooning voor die daad te over
te vinden zijn in de omstandigheid, dat die keuze
inderdaad een beleediging is voor onzen vorst.
Indien de partijgenooten van Domela Nieuwenhuis
hem in de kamer hadden gebracht zou daartegen
niets zijn in te brengen, maar dat hij, die ver
oordeeld werd wegens beleediging den koning
aangedaan, wordt afgevaardigd door de hulp van
een partij, die altijd roept van liefde voor Oranje,
ziet, dat is een gruwel, maar tevens een bewijs
van de huichelachtigheid van die partij. Om een
plaats voor zich in een ander district te winnen
verhinden zij zich met de belagers van Oranje,
met de vijanden van het vaderland. Dat het doel
de middelen heiligt is waarlijk niet meer alleen
de leus der Jezuiten, of wel er 'zijn ook Prote-
stantsche Jezuiten, die niet onderdoen voor de
Katholieken.
Zulk een moderne Jesuit was bijv. ook de man,
die zich op den dag der herstemming aanmeldde
bij het bureau der kiesvereeniging de Grondwet
alhier, met verzoek den naam van den clericalen
candidaat op zijn reeds ingevuld stembriefje door
te halen en er dien van den liberaal voor in de
plaats te stellen. Kon de man wellicht niet
schrijven 0, zeker, hij had zijn biljet eigen
handig ingevuld, maar toch wilde hij van de hem
gebodene gelegenheid om zelf de gewenschte ver
andering aan te brengen geen gebruik maken,
maar herhaalde zijn verzoek. En waarom dan
Ja, ten laatste kwam de reden er uithij had
beloofd zijn biljet niet meer te veranderen, maar
tegen zijn zin, en nu wilde hij toch woord houden;
als nu een ander het maar deed, hield hij toch
zijn belofte, meende hij
Misschien vinden zij, die hem tot de belofte
overhaalden, zijn latere handeling zoo erg niet;
zeer ontwikkelde en hooggeplaatste personen van
die partij hebben bij de laatste verkiezingen ook
wel eens een standpunt ingenomen, dat hun weinig
paste met het oog op hun ambt. Zoo heeft jhr
De Savornin Lohman, advocaat-generaal hij den
Hoogen raad, door zeer jjverig en in het open
baar propaganda te maken voor zijn partij, wel
eenigszins miskend den wil van den gondwetgever
van 1887, bljjkende uit art. 96, dat het lidmaat
schap der kamer onvereenigbaar verklaart met de
betrekking van advocaat-generaal bij den Hoogen
raad. Die bepaling steunt op deze gedachte, dat
de politiek vreemd moet blij ven aan de magistraten
van ons hoogste rechtscollege. Zou dit doel be
reikt worden, als die magistraten, niet zelf lid
der staten-generaal kunnende zjjn, toch hij ver
kiezingen agiteeren Aan de letter der wet staat
de handelwijze van den heer Lohman niet in den
weg, maar zou zij strooken met den geest En
getuigde het van het bezit van de voor een rechter
lijk ambtenaar zoo hoog noodzakelijke onpartij
digheid, toen hij, protest aanteekenende tegen eene
verkiezing voordat de uitslag hekend was, misschien
wel vreezende dat die in zijn nadeel zou zijn,
dat protest introk nadat de uitslag in zijn geest
was bekend gemaakt
Tijdens de opening der stembriefjes te 's H.ige
verklaarde til. de heer De Savornin Lohman, dat hij
protest wenscbte aan te teekenen, omdat de oudste stem-
opnemer de briefjes niet behoorlijk nazag. De voorzitter
merkte op, dat hij met zijn protest moest wachten tot
de opmaking van het proces-verbaal.
Nadat de voorzitter aan het einde echter bekend had
gemaakt, dat do heeren "Van Kempen en Greeve gekozen
waren, zag de heer Lohman, deswege door den voorzitter
ondervraagd, van het indienen van Zijn profest af.
(Red.)
Gisterenavond werd door de hierboven ge
noemde vereeniging op de bovenzaal der sociëteit
de Vergenoeging eene druk bezochte vergadering
gehouden.
De voorzitter, de heer mr E. Fokker, opende
haar met de volgende toespraak
«Mijne heeren. De Calvinistisch-Ultramontaan-
sche coalitie heeft ook in dit district, even als
in zoovele andere, de liberalen overwonnen.
Wij zijn geslagen.
Tout est perdu fors Vhonneur.
Want mijne heeren, met een gerust geweten,
ja, met fierheid mogen wij uw bestuur, terug
zien op den strijd.
In hoever dit ook bij de tegenpartij het geval
is geweest, wensch ik thans niet te beslissen.
Yerwijten te dien aanzien tot de tegenpartij te
richten, het zou van spijtigheid wellicht getuigen,
van partijdige beoordeeling allicht niet geheel
vrij te pleiten zijn. Daaromonthouden wij ons
daarvan... Yooruit zij onze blik gericht, op den
toekomstigen strijd behooren wij ons voor te be
reiden. Is het gerucht waar, dat een spotprent
hier ter stede aangeplakt is, waarop een of meer
der onzen in moedelooze houding afgebeeld ston
den, zoo zullen wij dien teekenaar beschaamd
makenwant wij houden moed, dat verzeker ik
u, dit zeg ik onzen tegenstanders hij dezen na
drukkelijk aan. (Applaus)..
Zonder in recriminatie te treden, past ons toch
eê'ii terugblik op het gebeurde.
Met 90 stemmen was onze tegenstander in de
meerderheid, daaruit blijkt dat de Calvinistische
partij ook in dit district niet sterk genoeg is om,
alleen zijnde, ons te verslaan. Zij heeft de
hulp der ultramontanen noodig. De 200 ultra-
montaansche kiezers de onafhankelijkeRoomsch-
katholieken zijn in dit district dun gezaaid
hebben de positie hier in handen. Of die 200
ultramontanen zich voegen bij de tegenpartij of
bij onze partij geeft voor elk dier partijen een
verschil van niet minder dan 400 stemmen.
De Calvinist heeft met 90 stemmen overwonnen.
De ultramontanen hebben den Calvinist gesteund.
Een ieder make de rekening.
Hadden de ultramontanen zich van stemming
onthouden, zoo hadden wij eene meerderheid ge
had van ongeveer 100 stemmen. De Calvinist
heeft zijn zetel te danken aan de ultramontanen;
die zetel is feitelijk in hunne macht.
En niet die zetel alleen. Gaat men de stem
ming na, dan blijkt ten duidelijkste dat bijna
overal waar de Atoncfaarrf-partij won, dit alleen
door de hulp der ultramontanen mogelijk was.
Daarentegen is het van algemeene bekendheid
dat in Limburg, Brabant en een deel van Gel
derland de ultramontanen de absolute meerderheid
hebben, zoodat de zetels niet afhankelijk zijn van
de Standaard-partij.
Een woord van de hooge geestelijkheid en de
groote Standaard-partij zakt ineen en krimpt in
tot een getal zoo gering dat ze slechts dan den
doorslag zou kunnen geven, wanneer ultramontanen
en liberalen in de vertegenwoordiging tegen el
kander opwegen.
De anti-revolutionnairen zullen regeeren bij de
gratie van Rome. Dat het hun wel moge bekomen
Of onze goedgeloofsche Calvinisten ten platten-
lande zich daarvan rekenschap zouden gegeven
hebben
Hoever de Standaard-partij durft gaan is ner
gens duidelijker uit gebleken dan uit de samen
werking met radicalen, ja zelfs met socialisten.
De samenwerking met radicalen is niet ontkend;
niet ontkend is dat in het Noorden zonder verzet
of protest uit het hoofdkwartier door de anti-
revolutionnairen aan radicalen, door radicalen
aan anti-revolutionnairen hulp werd verleend en
dat een deel der anti-revolutionnaire partij zich
tot dergelijke schikking heeft geleend. Dat de
republikein Mansholt niet in Winschoten is ge
kozen, is waarlijk niet te danken aan het centraal
comité en aan den Standaard.
Doch het ergerlijkst van allen is de verkiezing
in Schoterland.
Gij allen, mijne heeren, kent de feiten.
Gij weet dan dat in de dagbladen het bericht
heeft gestaan ook in de Standaard dat de
centrale-anti-revolntioni'~" 1 '-«.vereeniging in
Schoterland, Domela Nieuwenhuis candidaat had
gesteld. Dit bericht werd in de Standaard niet
aanstonds weersproken, evenmin met afkeuring
begroet, en er volgde slechts de kalme opmerking
dat dit voor rekening bleef der Schoterlandsche
kiezers.
Toen de verontwaardiging allerwege gebleken
was groot te zijn, toen ergernis bleek bij sommige
anti-revolutionnairen, kwam (ik mag wel zeggen)
de beruchte advertentie in de Standaard, die den
s c h ij n moest redden. Den schijn, want eerst
later bleek dat de anti-revolutionnaire kiesver
eeniging De drie gemeenten wel degeljjk Domela
Nieuwenhuis aanbeval. En de beruchte adver
tentie werd wel ook in andere Hollandsche bladen
geplaatst, doch niet in de Friesche couranten.
Den s c h ij n herhaal ik, want wat bleek uit
de geheime circulaire door het centraal comité
gericht tot de anti-revolutionnaire kiesvereeni-
gingen in den lande
Ten aanzien van Wolvega en Schoterland gaf
men geen advies. Daar moest men maar weten
wat te doen was. Doch waarom Wolvega en
Schoterland in een adem genoemd? Waarom
niet alleen ten aanzien van Schoterland zich van
stemming onthouden Het antwoord, dat hierop
gegeven moet worden, werpt een eigenaardig
iicht op de gehéele zaak. Liet men aileen ten
aanzien van Schoterland vrij, dan stelde men ook
Wolvega in gevaar. Immersde afgezette wet
houder van Wijmbritseradeel kon niet als heraut
der anti-revolutionnaire party voor Wolvega
zitting nemen, wanneer hij niet door de volks
partij werd gesteund. En de volkspartij wilde
Okma niet helpen, tenzij in Schoterland Domela
Nieuwenhuis werd geholpen door de anti-revo
lutionnairen.
Keurde het centraal comité eerlijk en openlijk
af dat anti-revolutionnairen Domela Nieuwenhuis
hielpen, had die afkeuring tengevolge dat de
antirevolutionnairen (niet alleen 'de centrale kies
vereeniging maar ook de afzonderlijke kiesver-
eenigingen) zich onthielden of zelfs op Heldt
stemden, dan was niet alleen de verkiezing van
den liberaal Heldt verzekerd, maar zou de ver
tegenwoordiging bovendien eene illustratie missen
door de niet-verkiezing van den afgezetten wet
houder van Wijmbritseradeel.
Dat was te erg. Heldt en Van Diggelen zou
den gekozen, Okma en Domela Nieuwenhuis
zouden verslagen worden? Neen, dan nog liever
gewaarschuwd tegen Van Diggelen, gewaarschuwd
tegen Heldt en overigens de menschen vrij
gelaten en geen partij gekozen.
Zoo kwam in de geheime circulaire eerst eene
zinsnede, die de verkiezingsagenten overal uit
bazuinden, waar zij met heilige verontwaardiging
de lasterlijke aantijging van zich wierpen alsof
de antirevolutionnaire partij den socialist steunen
zon.
En wat volgde behoefde immers niet te
worden voorgelezen. Dat kon in Schoterland
dienst doen en in Wolvega om de menschen
tegen Heldt en Buma op te hitsen, doch elders
verzweeg men dat maar.
Maar, mijne heeren, bij die berekening was niet
gerekend op éen omstandigheid en wel dezedat
de circulaire onder de oogen zou komen ook van
hen voor wie die niet bestemd was.
Zoo althans geschiedde het in dit district.
Gij kent de geschiedenis.
Doch in de courant is die kostelijke scène ver
kort en niet volkomen juist weergegeven.
In de eerste plaats is niet door mij gezegd dat
mij die circulaire door eene indiscretie was in
handen gekomen. Ik hecht eraan dit te releveeren,
omdat sommigen wellicht bekend is, aan wien ik
de circulaire te danken had, en het heeft den
schijn alsof ik dien geachten bondgenoot in het
openbaar van indiscretie heb beschuldigd. Doch
ik heb gezegd dat die circulaire natuurlijk slechts
door eene indiscretie in liberale handen was ge
komen en dat ik daarom geschroomd had er
vooralsnog gebruik van te maken.
In de tweede plaats is minder juist gezegd dat
de heer Littooij geweigerd zou hebben de zin
sneden voor te lezen, die ik op 'toog had. Met-
terdaadheeft de heer Littooij niet geweigerd,
dit moet ik ter eere van den tegenstander con-
stateerenof hij echter niet lang geaarzeld en
getreuzeld heeft en getracht aan zijn noodlot te
ontkomen
Ja, mijne heeren, dat zal ik allerminst ontkennen.
Een oogenblik heb ik tegenspraak verwacht
van den heer Littooy, waarin die vol veront
waardiging opkwam tegen dat partijdig verslag
doch bij eenig nadenken heb ik begrepen dat de
heer Littooij het maar beter zal gevonden heb
ben over dat incident het stilzwijgen te bewaren.
Inderdaad, mijne heeren, de verkiezing van Do
mela Nieuwenhuis is een ongeluk voor de anti-
revolutionnaire partij
De partij van Nederland en Oranje, de party
van den levenden God, wiens woordvoerder, de
heer De Savornin Lohman hier vertelde dat het
niet te doen was om te regeeren, maar om de
beginselen ingang te doen vinden, de party die
's Heeren zegen afsmeekt, opdat niet dan eerlijke
middelen worden gebruikt, die partij steunt be-
dektelijk door haar centraal comité, openlijk door
de plaatselijke vereenigingen, den socialist Do
mela Nieuwenhuis, den man die wegens smaad
en hoon jegens den koning is veroordeeld, den
man die eigendom diefstal noemt, die het vader
land minacht, die Oranje haat, die Willem III
hoont.
Wanneer binnenkort de trouwe staten-generaal
de eeden en beloften afleggen in handen, niet
van den koning, maar van den voorzitter, door
den koning daartoe gemachtigd, wanneer dan
Dit verslag \va9 niet van onzen eigen verslaggever.
(Red.)